site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema de brandweer: De bouwhoek

Bijgewerkt op: 2 apr.

In deze blog geef ik je ideetjes voor de bouw-/constructiehoek bij het thema de brandweer.



Inrichting/materialen


Richt de hoek bij voorkeur samen met de kinderen in.

Inventariseer wat er nodig is en laat de kinderen dit zoveel mogelijk zelf meenemen of maken. Het is misschien tijdrovender, maar het verhoogt de betrokkenheid enorm.

Denk bij het inrichten van de hoek, naast het basismateriaal ook eens aan het gebruik van andere materialen. Vul de hoek bijvoorbeeld aan met:


Een ondergrond/achtergrond:

Denk hierbij aan:

  • Een stuk karton (eventueel met een omtrek erop getekend, waarop de kinderen moeten bouwen)

  • Een lap

  • Gekleurd papier

  • Zeil

  • Een stuk tapijt

  • Een spiegel

  • Een achtergrond met brandende huizen

  • Kleed de hoek aan met brandweerspullen


Personages: Brandweermannen en vrouwen, andere poppetjes

  • Maak gebruik van knuffels, handpoppen, vingerpoppetjes of plastic poppetjes

  • Plastificeer afbeeldingen en bevestig deze op wc rolletjes of blokken.

  • Leg verkleedpakken van de brandweer neer om rollenspel te stimuleren.


Materialen waarmee de kinderen over de brandweer kunnen nabouwen:

Denk hierbij aan:

  • Afbeeldingen van de brandweer op blokken

  • Afzetlint

  • Bomen, bloemen en planten

  • Brandblusser

  • Brandweerauto

  • Brandweer helikopter

  • Brandweerhelmen

  • Gereedschap

  • Huizen

  • Kazerne

  • Lichtsnoer

  • Logo van de brandweer

  • Papier (rood, oranje, geel) voor de vlammen

  • Stofzuigerslang (stukken)

  • Tuinslang (stuk)

  • Verkeersborden

  • Water

  • Wegennet

 

Zonder impressie geen expressie!


Constructief spel begint met inspiratie om de kinderen te prikkelen en om creativiteit op te roepen. Bij jonge kinderen start inspiratie altijd vanuit hun eigen interesse, belevingswereld en ervaring. Door ervoor te zorgen dat je hoek daarbij aansluit, krijgt deze meer betekenis bij de kinderen. Onderzoek het onderwerp de brandweer daarom van tevoren met de kinderen, om hun voorkennis op te frissen of te verrijken.

Nodig bijvoorbeeld iemand uit voor een gastles over de brandweer of maak een uitje naar een kazerne. Laat zien welke (nieuwe) materialen er in de hoek staan en vraag eens wat je ermee kunt doen. Probeer de kinderen uit te dagen met zoveel mogelijk suggesties te komen. Vertel wat er in de hoek gedaan kan worden en laat de kinderen ook zelf ideeën aanreiken. Demonstreer het spel.

Bekijk visueel materiaal en geef deze een plekje in je hoek. Denk hierbij aan:

  • Afbeeldingen

  • Bouwtekeningen

  • Bouwvoorbeelden (ook van de kinderen zelf)

  • Boeken

  • Hoogtekaarten

  • Maquette

  • Plattegronden

  • Praatplaten

  • Posters

  • Schematische bouwvoorbeelden

  • Een tablet met foto's en filmpjes

  • Een inspiratieboek over de brandweer met afbeeldingen, voorbeelden van werken en foto's van werken van de kinderen zelf.

  • Laat kinderen met de iPad door middel van foto’s van hun werk een stappenplan voor iemand anders maken, zodat andere kinderen het gebouw kunnen nabouwen en beperk het aantal foto's wat ze mogen maken (bijv. maximaal drie).

Gebruik beeldmateriaal vooral ter inspiratie en verrijking.

Laat de kinderen zoveel mogelijk zelf bouwen in plaats van namaken.

 

Uitdagingen


Spel is vrij van opdrachten. Wanneer we spreken van leren door te spelen, bedoelen we dat kinderen het geleerde moeten verwerken tijdens het spel, voor ze zich de nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken en in een andere situatie kunnen gebruiken.

Alleen vrij spel is dus nog geen onderwijs; het wordt pas onderwijs doordat de leerkracht invloed uitoefent op dat vrije spel en daarmee voorwaarden aanreikt om leerdoelen uit te lokken. Uitlokken betekent echter niet hetzelfde als ervan uitgaan dat de kinderen deze leerdoelen ook oppikken. Als kinderen niet spelen wat jij door het toevoegen van deze voorwaarden had verwacht dan is dat helemaal niet erg. Die doelen en verwachtingen zitten vooral in je eigen hoofd en niet in het hoofd van de kinderen.

Als kinderen spelen zijn ze eigenlijk doelloos bezig, dan gaat het meer om het proces, niet om het eindproduct. Je moet je niet focussen op de resultaten en je verwachtingen, het kind altijd zoveel mogelijk zelf laten onderzoeken en ontdekken en datgene wat je probeert uit te lokken ook weer durven loslaten.


Wanneer kinderen daar in hun ontwikkeling aan toe zijn en doelgerichter constructief spel laten zien, kun je ze stimuleren door een bouwprobleem of een uitdaging te introduceren. Hiermee spreek je het oplossingsgericht denken van kinderen aan.


Deze problemen en uitdagingen kunnen ook geïntroduceerd worden met een brief, verhalen en/of prentenboeken. Of vertel met een handpop een verhaal met een opdracht erin en vraag wie er wil helpen. En maak dan achteraf als beloning de foto met de handpop erbij.


Maak de problemen en uitdagingen wel het liefst zo min mogelijk visueel, omdat het kind dan al in een bepaalde richting geduwd wordt.

Maak liever opdrachtkaarten/kaartjes en vertel het kind wat erop staat.

Print deze opdrachtkaartjes uit en lamineer ze of hang ze op.


Voorbeelden van problemen:

  • De brandweer moet naar een huis aan de andere kant van de rivier, maar kan het water niet over. Zet een brandweerwagen aan de ene kant van een blauw papier. Vraag: "Hoe kan de brandweerwagen naar de overkant komen?". Bekijk samen afbeeldingen van bruggen: Wat is een brug? Waarom bouwen mensen bruggen? Zien de kinderen verschillen en overeenkomsten? Hoe kom je op een brug? Hoe hoog moet een brug zijn? Laat ze ook zelf een brug maken. Stimuleer de kinderen om daar eerst een bouwtekening van te maken. Deze kun je bewaren als inspiratie voor de andere kinderen. Maak het moeilijker door de afstand van de ene naar de andere kant groter te maken. Een lange brug heeft in het midden ondersteuning nodig door palen in het water te bouwen. Geef de opdracht erbij dat een speelgoedboot er onderdoor moet kunnen varen. Ook leuk: bouw de brug boven een echte bak met water en bescherm de blokken die je in het water zet met plastic zakjes. Bekijk na afloop de gebouwde bruggen. Kan de brandweerwagen er makkelijk op komen en aan de andere kant weer naar beneden? Is de brug stevig genoeg? Lijkt de brug op een brug van de afbeeldingen? Welke?


Uitdagingen die je zou kunnen toevoegen binnen dit thema:

  • Bouw een brandweerman/-vrouw (liggend of staand). Kleur deze eventueel in met gekleurde dopjes of stukjes mozaïek.

  • Bouw een brandweerkazerne.

  • Gebruik eventueel een spiegel om de kazerne (of een ander bouwwerk) symmetrisch te bouwen.

  • Bouw een brandweerwagen.

  • Bouw een ladder.

  • Bouw huizen die in brand staan (met kamers, deuren, ramen, verdiepingen, een dak). Hoe groot moet het worden als een knuffel erin moet passen?

  • Metsel een huis. Leer de kinderen de metseltechniek aan, waarbij de blokken verspringend op elkaar worden geplaatst. Laat de kinderen zien dat ze meer stevigheid kunnen creëren door als een te metselaar te bouwen op de voeg, in een halfsteensverband. Ga ook eens met de kinderen naar buiten en bekijk daar gemetselde muren. Gebruik hiervoor bouwstenen en tegels en leg een bouwsteen precies over de aansluiting van twee daaronder liggende bouwstenen. De tegels worden gebruikt om de overblijvende uiteinden aan te vullen. Begin met het metselen van een muur en laat daarna ook het maken van een hoek in het metselwerk aan bod komen. Wist je trouwens dat je voor deze ‘metseltechnieken’ de blokken ook aan elkaar kunt laten plakken met behangplaksel, klei en scheerschuim? Laat aan het einde van de dag de blokken weken in een sopje en ze zijn weer schoon. Metsel ook eens buiten met echte bakstenen en cement. Of metsel met suikerklontjes en poedersuiker of kleine blokjes en bloem met water.

  • Bouw een huis met een schuin dak. Bekijk eerst verschillende daken, in het echt of op afbeeldingen. Waarom hebben huizen een schuin of een plat dak? Laat de kinderen daarna de blokken sorteren die zij denken nodig te hebben voor het bouwen van een huis met een schuin dak (kubussen en halve kubussen). Daarna gaan de kinderen het dak bouwen. Ze gebruiken een plankje om het gebouw af te dekken en gaan vervolgens vanuit de zijkanten met halve kubussen en kubussen steeds met een hogere laag naar elkaar toe bouwen zodat een puntdak ontstaat.

  • Bouw een huis met een trapgevel.

  • Bouw een huis met een schuin dak en een dakkapel of een schoorsteen: Laat een of twee kubussen op het dak weg en bouw in die uitsparing een toren.

  • Laat de kinderen op de ondergrond van een buitenkar of een "hondje" (plank met wielen) met Duplo een brandweerauto bouwen. Bekijk afbeeldingen van brandweerauto's en bespreek waar het stuur, de ruitenwisser, lichten, versnellingspook enz. moeten komen. Laat ze de brandweerauto bouwen. De accessoires kunnen van allerlei andere materialen worden gemaakt. Je kunt ook een doos op de auto zetten. Geef ze er ook een kant en klaar stuur bij. Door de achterkant van de brandweerauto open te laten kunnen de kinderen er makkelijk in gaan zitten. Nu kan er (met een bestuurder en een kind dat duwt) echt gereden worden. Zet eventueel een parcours uit.

Tip: Maak door middel van afbeeldingen kaartjes met kenmerken waar het bouwwerk aan moet voldoen; rond, dik, groot enz...




 

Vak- en hoekoverstijgend


Koppel het constructieve spel ook eens aan andere hoeken en/of vakken.

Suggesties hiervoor vind je in de volgende blogs:

Digitale geletterdheid in de bouwhoek

Gecijferdheid in de bouwhoek

Motoriek in de bouwhoek

Geletterdheid in de bouwhoek

 

Bouwtekeningen en plattegronden


Maak bij dit thema bijvoorbeeld eens een huis met vlammen.

Je kunt hierbij de volgende stappen doorlopen:

  1. Bekijk eerst samen afbeeldingen van huizen. Hoe zien deze eruit? Welk dak zit erop? Welke bouwstenen zijn er gebruikt?

  2. Bouw zelf een huis van 2x4 kubussen op elkaar en maak een dak van vier halve kubussen (diagonaal). Gebruik brandweerpoppetjes en zet deze voor het huis.

  3. Laat foto's van de verschillende stappen van hoe het huis is gebouwd zien en hang deze op of gebruik bestaande bouwkaarten van Internet.

  4. Vraag de kinderen daarna om het huis na te tekenen.

  5. Het huis is afgebrand. Er moet een nieuw huis komen. Maar wie moet dat huis bouwen? Vertel dat als bouwvakkers een huis gaan bouwen, ze altijd werken met een stappenplan; een bouwtekening.

  6. Laat de blokken zien waarmee het huis gebouwd moet gaan worden en laat de kinderen bedenken hoe ze hier een huis voor de buren mee kunnen maken. Laat ze het huis tekenen en tellen hoeveel blokken ze van iedere blok nodig hebben. Dat kan bijvoorbeeld door de blokken ernaast te tekenen en het benodigde aantal erachter te schrijven.

  7. Laat de kinderen hun huis nu laag voor laag bouwen. Vertel dat ze eerst naar de laag op de grond moeten kijken en deze na moeten bouwen en vervolgens pas de volgende laag. Maak ook foto's (van de verschillende stappen) van de bouwwerken en gebruik deze tezamen met de tekeningen in de bouwhoek als voorbeelden voor de andere kinderen.

  8. Daarna controleren de kinderen nog een keertje of het bouwwerk klopt met de tekening. Doe dat stap voor stap. Stel ook vragen als: "hoe ging het bouwen?" , "hoe ben je begonnen?" en "hoe heb je het verder aangepakt?".

  9. Bij kinderen die dit al kunnen kun je meer blokken en ander materiaal toevoegen.


 

Inspiratie met Clics



 

Inspiratie met Duplo & Lego


Meer voorbeelden vind je o.a. op Pinterest.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens bij de diverse thema's en op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!



.

.






661 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page