“Ik krijg mijn jas niet dicht; “Kun je mijn veters strikken?; “Kun jij mijn beker openmaken;
“Kun jij mijn verfschort aandoen?”. Iedere kleuterleerkracht herkent deze vragen ongetwijfeld. Los het niet steeds voor de kinderen op, ondanks dat dat soms wel de snelste manier is, maar laat ze het zelf proberen of elkaar helpen en stimuleer hun zelfredzaamheid.
In deze blog lees je er meer over!

Wat is zelfredzaamheid?
Zelfredzaamheid is kortweg het vermogen om jezelf te kunnen redden.
Zelfredzaamheid betekent overigens niet dat een kind álles zelf moet kunnen.
Weten hoe je om hulp vraagt, is ook een vorm van zelfredzaamheid.
Zelfsturing, Zelfstandigheid en Zelfredzaamheid zijn belangrijke begrippen in de ontwikkeling van het jonge kind. Ze zijn niet hetzelfde, maar vertonen wel een grote samenhang. Zelfstandigheid betekent in hoeverre je het alleen kan.
Zelfredzaamheid is een onderdeel van zelfstandigheid.
Zelfredzaam is bijvoorbeeld: aan- en uitkleden, zelf eten en drinken, zindelijkheid enzovoort.
Zelfstandigheid is het zelf op onderzoek uitgaan, zelf oplossingen zoeken en om hulp vragen, jezelf als drive ervaren en inzetten.
Een kleuter kan bijvoorbeeld misschien wel zelfstandig zijn boterham eten, terwijl zijn vader of moeder bij hem/haar aan tafel zit. Maar als zijn/haar vader of moeder niet in de buurt is, zal hij/zij rond lunchtijd hoogstwaarschijnlijk niet zelf een boterham pakken, smeren en opeten. Hij/zij kan deze dingen dus wel zelfstandig, maar is nog niet zelfredzaam.
Men maakt een onderscheid tussen de praktische redzaamheid en de lichaamshygiëne.
De praktische zelfredzaamheid:
Dit is de redzaamheid die kinderen ontwikkelen om niet afhankelijk te blijven van anderen. Denk daarbij aan:
Het zelf kunnen eten en drinken.
Om kunnen gaan met bestek, servies en een beker.
Zelf je beker en bakje open en dichtmaken.
Zelf je banaan pellen.
Het kunnen kruipen en uiteindelijk lopen.
Hulp vragen als je het niet zelf kan.
Alleen kunnen spelen en zichzelf kunnen vermaken zonder constant aandacht te vragen.
Om kunnen gaan met uitgestelde aandacht en op je beurt wachten.
Jezelf aan- en uit kunnen kleden.
Zelfstandig je jas aan kunnen doen.
Het kunnen strikken van veters en het openen en sluiten van andere sluitingen.
Het kunnen lezen en uiteindelijk schrijven zonder hulp.
Leren opruimen.
Zorg dragen voor je spullen.
Enzovoorts...
De lichaamshygiëne:
Dit betreft alles wat verband houdt met de lichaamsverzorging.
Denk daarbij aan:
Zonder hulp naar het toilet gaan
Je neus snuiten.
Je handen wassen.
Je tanden poetsen.
Enzovoorts...
De ontwikkeling van de zelfredzaamheid
Als volwassene is het jouw taak om kinderen te leren zelfredzaam te worden.
Naarmate een kind ouder wordt, wordt zijn/haar zelfredzaamheid steeds groter.
Hoe snel die ontwikkeling gaat, verschilt per kind. Gemiddeld genomen verloopt deze ontwikkeling als volgt:
Baby
Een baby kan nog niet voor zichzelf zorgen. Oftewel, hij is niet zelfredzaam.
Baby's moeten nog geholpen worden met eten en drinken, aankleden, badderen enzovoort. Zelfredzaamheid is dus iets wat kinderen met de jaren ontwikkelen.
Dreumes
In de dreumesfase wordt een kind stap voor stap nog zelfstandiger. Hij/zij zal steeds meer zelf willen doen, zoals met een vork eten, zijn haren kammen, lopen in plaats van in de buggy zitten en de trap op en af gaan. Ook gaat het kind steeds vaker in zijn eentje op onderzoek uit. Al zal hij zijn/haar ouders nog goed in de gaten houden en waarschijnlijk niet ver weg durven lopen.
Een kind leert in deze periode ook dat hij een eigen mening heeft. En dus kan hij/zij flink eigenwijs zijn en niet altijd even goed luisteren. Dit kan best vermoeiend zijn. Aan de andere kant zal het kind ook steeds beter kleine opdrachten kunnen uitvoeren en dit met plezier doen, zoals zijn bord naar de keuken brengen en zijn schoenen pakken. Dit soort taken geven het kind veel zelfvertrouwen. Een belangrijke stap op weg naar zelfredzaamheid.
Peuters
In de peutertijd ontwikkelt een kind langzaam maar zeker zelfredzaamheid.
Een jonge peuter is nog niet zelfredzaam, maar zal dit steeds meer worden en zal steeds meer dingen zelf kunnen en willen doen.
Tussen 4-4,6 jaar
Het kind kan nu zelfstandig naar de wc en is overdag zindelijk.
Het kind oefent met opruimen en heeft daarbij de aansturing van de leerkracht nog nodig.
Het kind vraagt hulp en kan daarbij nog maar kort op zijn beurt wachten.
Tussen 4,6 en 5 jaar
Het kind kan zelf zijn jas aantrekken en grote knopen dichtmaken.
Tussen 5-5,6 jaar
Het kind kan nu ritsen dichtmaken.
Het kind ruimt steeds zelfstandiger materialen op.
Tussen 5,6-6 jaar
Het kind vraagt hulp en kan heel kort wachten op zijn beurt
Het kind ruimt zelfstandig mijn materialen op.
Het kind strikt (aan het einde van deze periode) zijn veters.
Basisschoolkind (6 tot 12 jaar)
In de basisschoolleeftijd leert een kind ontzettend veel, in een hoog tempo. Met al die wijsheid groeit ook zijn/haar zelfstandigheid. Het kind leert lezen en schrijven, rekenen en klokkijken. Een kind is nu al behoorlijk zelfredzaam. Natuurlijk is het wel belangrijk om ook op deze leeftijd afspraken te blijven maken en grenzen te blijven stellen.
Laat kleuters het zelf doen!
Van proberen kun je leren! En toch komen veel kleuters vaak vragen of je ze wilt helpen, zonder dat ze het zelf eerst geprobeerd hebben.
Het is belangrijk dat een kind zelfredzaam wordt. Het stimuleren van zelfredzaamheid is niet alleen maar een handig hulpmiddel voor de leerkracht of ouder, maar ook een belangrijke ontwikkeling voor het kind zelf. Stimuleer kleuters dus zoveel mogelijk om het zelf te doen.
Immers....als anderen altijd alles voor je doen, hoe moet je het dan ooit zelf leren?
Als jij als leerkracht of ouder een kind steeds helpt met het aandoen van de jas, geef je het kind eigenlijk de feedback ‘jij kunt dit nog niet’ of ‘ik kan dit beter dan jij’.
Maak kinderen ervan bewust dat ze het zelf kunnen en ook waarom dat zo fijn is.
Het is fijn als je niet steeds afhankelijk bent van de hulp van anderen en het geeft kinderen bovendien een competent gevoel en het is ook goed voor het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van een kind.
Spreek bijvoorbeeld af:
Wat je zelf kan doe je zelf
Je probeert het eerst zelf 3x, pas daarna kom je naar de leerkracht
Je probeert het eerst zelf 3x, pas daarna vraag je het aan een vriendje of vriendinnetje. Oudere kleuters kunnen bijvoorbeeld al heel goed de jongere kleuters helpen. Niet alleen belangrijk voor de zelfredzaamheid, maar ook voor de sociale ontwikkeling. We helpen elkaar als iets niet meteen lukt.
In een kleuterklas doen zich allerlei situaties voor, waarin kinderen hun zelfredzaamheid kunnen leren vergroten. Denk maar eens aan:
Zelf je jas aan-/uitdoen
Het aan-/uitkleden voor en na de gymles
Zelfstandig naar de wc gaan
Je eigen fruit-/lunchbakje en beker openmaken en dichtdoen
Je eigen banaan pellen
Zelfstandig spullen pakken en opruimen
Hulp vragen
Enzovoort...
In stapjes
Het zelf leren doen kun je in stapjes aanleren.
Voordoen en uitleggen: Doe een handeling eerst altijd even voor en oefen dit samen. Laat bijvoorbeeld zien hoe het kind zichzelf kan aan- en uitkleden. Of hoe een kind een drinkbeker of broodtrommel kan openen en sluiten.
Samen doen
Alleen laten proberen
Zelf doen
Oefen alles in stapjes. Bijvoorbeeld eerst oefenen met de jas aandoen en later met de rits.
Of eerst de schoenen aandoen en later oefenen met de veters strikken.
Neem de tijd om te oefenen. Spelenderwijs iets leren is leuk. Kleuters vinden het leuk een ’diploma’ te krijgen voor iets dat ze nu zelfstandig kunnen. Denk bijvoorbeeld aan een strikdiploma als ze hun veters kunnen strikken. Je kan ook een belonings- of gedragskaart gebruiken. Probeert een kind iets nieuws? Geef complimenten. Bijvoorbeeld: “Je kan het al bijna helemaal alleen’’ of ‘Goed, dat je het al zelf kan of probeert.”
Wat als de zelfredzaamheid achterblijft?
Soms heeft een kleuter meer hulp nodig dan de leerkracht kan bieden. Bijvoorbeeld omdat het kind nog niet zelf de jas aan kan doen. Of omdat zelfstandig naar het toilet gaan ook nog niet lukt. Sommige wat oudere kleuters lukt het soms nog niet vanzelf om te leren veters strikken of een boterham te smeren.
Thuis stimuleren heeft soms onvoldoende effect. Een kleuter kan dan gefrustreerd zijn, doordat het niet goed mee kan komen. In dat geval kun je ouders verwijzen naar een ergotherapeut. Deze kan onderzoeken waarom sommige taken niet lukken.
Ergotherapie is erop gericht om zo zelfstandig en zo goed mogelijk mee te kunnen komen in het dagelijks leven. En we helpen je kind graag om de zelfredzaamheid te verbeteren!
Op zoek naar meer?
Kijk dan ook eens op mijn Pinterest
Hoe bevorder jij de zelfredzaamheid van jouw kleuters? Deel ze met andere kleuterleerkrachten en laat een reactie achter onder deze blog!

.
.
Comments