Juf Angelique
Wisselmomenten
Wisselmomenten kunnen rumoerig verlopen. Veel kinderen willen even bewegen.
Sommige leerlingen hebben behoefte aan een momentje voor zichzelf en weer anderen willen graag even kletsen met een vriendje.
In deze blog lees je hoe je deze wisselmomenten aangenamer kan laten verlopen.

Zonder stress naar de volgende les
Herken je dat? Ondanks je goede voorbereidingen, ontstaat er precies op de momenten dat je wil beginnen met de volgende activiteit, veel ruis.
Helemaal niet zo gek! Concentratie bij een les of bij het uitvoeren van werk kost de kinderen namelijk energie. En jezelf opnieuw kunnen concentreren op een volgende taak kost ook energie. Dit is niet voor iedereen even makkelijk. Kleuters hebben nog maar een korte concentratieboog van 5 tot 10 minuten. En kinderen zijn tegenwoordig ook gewend aan een snel veranderende en stimulerende omgeving. Probeer bijvoorbeeld maar eens een tv-programma voor kinderen te bekijken, dan begrijp je waar kinderen dagelijks mee
worden geconfronteerd.
Ook niet iedereen wordt op dezelfde manier gemotiveerd of tankt op dezelfde manier weer energie om door te gaan.
Een aantal kinderen heeft tussen de lessen door tijd nodig.
Voorkomen
Maar hoe kun je dit nu voorkomen?
Zorg voor een strakke voorbereiding!
Het strak voorbereiden en organiseren van wisselmomenten kan je veel ellende besparen.
Bedenk bijvoorbeeld: wie deelt wanneer welk materiaal uit en haalt ze op?
Kort maar krachtig
Voorkom dat een lesovergang onnodig lang duurt. Kijk ook eens of de afsluiting van een activiteit de introductie op een nieuwe activiteit kan zijn. Gaat de ene activiteit over iets wat in de volgende aan bod komt, benoem dat dan en start die nieuwe activiteit meteen. Daarmee houd je de aandacht gemakkelijker vast en is er geen ruimte voor onrust.
Wees voorspelbaar!
Voor leerlingen is het belangrijk dat je voorspelbaar leerkrachtgedrag vertoont.
Hanteer daarom vaste afspraken en bouw routines in. Op die manier weten de kinderen wat er gaat gebeuren, wat je wilt dat ze doen. Met als gevolg dat ze gaandeweg vanzelf gaan doen wat je van ze verwacht.
Kijk vooruit!
Bereid de kinderen voor op de lesovergang. Vertel ze vijf minuten van tevoren al wat er gaat komen in plaats van ze de opdracht te geven om meteen klaar te gaan zitten voor de volgende activiteit. Zeker wanneer kleuters aan het spelen zijn, haal je ze op die manier ook al even uit hun spel, waardoor het minder lastig is om na die vijf minuten te stoppen.
Zorg voor oplaadtijd:
Een leswisseling is voor een kind een mooi moment om even stoom af te blazen.
En ieder kind doet dat het liefst op zijn eigen manier. De een heeft bijvoorbeeld behoefte om te bewegen, een ander wil even alleen zijn, een derde heeft juist graag een gesprekje. Besteed hier om beurten aandacht aan. Laat de kinderen na een activiteit bijvoorbeeld een keer stil in een boek lezen en doe in een andere lesovergang bijvoorbeeld een energizer.
Op die manier is er elke keer wel een kind aan wiens behoefte je tegemoetkomt.
Zorg ervoor dat elk kind in de vijf minuten tot de volgende les de gelegenheid heeft om energie te tanken door aan zijn eigen behoefte te voldoen. Je kunt het ook vrijer houden en zeggen dat de kinderen in die `rommel`tijd even mogen kletsen, samen ‘iets’ mogen doen, even tijd voor zichzelf mogen nemen, even mogen buurten, alvast de les bekijken.
Net wat ze zelf willen en nodig hebben.
Maak het concreet!
Maak voor de kinderen zo concreet mogelijk wat je van ze verlangt. En maak dat ook visueel en/of tastbaar. Vertel wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld hun stoel in de kring.
Concretiseren is ook het zichtbaar maken van de tijd. Met een timer op het digibord of met een wekker; als het maar is af te lezen. In het begin neem je ruim de tijd, maar je kunt deze tijd wel steeds korter maken en met de kinderen er een soort wedstrijdje van maken. Moedig kinderen ook aan als ze klaar zijn andere kinderen te gaan helpen. Weet wel dat dit voor sommige kinderen ook erg frustrerend kan werken. Let goed op of het nog wel leuk is.
Zorg voor een duidelijk teken!
Gebruik bijvoorbeeld een muziekje. Een liedje dat net is aangeleerd, of een liedje dat voor de kinderen herkenbaar is. Ze krijgen dan de tijd om op te