site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Werkdruk en burn-out

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 3 mei 2024

Leerkrachten zien hun werk vaak als hun roeping. Toch hebben veel leerkrachten ook momenten waarop ze het niet meer zien zitten. In het onderwijs krijg je soms behoorlijk wat voor je kiezen! Leerkracht zijn kan een ontzettend stressvol beroep zijn. Hoe zorg je ervoor dat je de energie en passie voor je vak behoudt? Daarover gaat deze blog.



Veel vrijheid


"Mensen in het onderwijs hebben het maar makkelijk. Ze hebben veel vrijheid, korte werkdagen en lange vakanties”; een uitspraak die het vaak goed doet op verjaardagen en partijen. Maar leerkrachten weten wel beter. Het beste antwoord is in dat geval: “Jazeker, goed gekozen, toch? Moet je ook gaan doen joh!” Werken in het onderwijs betekent zeker geen korte dagen. Wanneer de kinderen naar huis gaan moet je de administratie doen, oudergesprekken houden, zorggesprekken voeren en je nieuwe lessen voorbereiden.

De extra weken vakantie ten aanzien van andere banen verdien je zelf met onbetaald werk buiten je normale werkuren welverdiend terug.

 

Taakbeleid


Het gegeven, dat een leerkracht gemiddeld minder dan 40 van de 52 weken in een jaar aanwezig is, betekent, dat de werktijd waarvoor hij/zij wél betaald wordt, maar die hij/zij niet voor de klas staat, op een andere manier gecompenseerd moet worden.

Om te voorkomen dat iemand een aantal weken in de vakantie of in het weekend terug moet komen óf heel lange werkdagen moet maken, is het taakbeleid ontwikkeld.

Daarin wordt op grond van de werktijdfactor een berekening gemaakt voor niet-lesgebonden uren. Bij parttimers gebeurt dat vanzelfsprekend naar rato!

Ook binnen het taakbeleid bestaat een zekere mate van vrijheid:

  • Ten aanzien van het tijdstip, waarop de taken uitgevoerd worden. (De een werkt liever langer door na een reguliere werkdag, de ander gaat liever eerst naar huis en doet ’s avonds nog wat of komt op woensdagmiddag terug.)

  • Ten aanzien van belangstelling. (Welke taak of werkgroep heeft je interesse?)

  • Ten aanzien van specifieke competenties. (Waar ben je goed in?)

Maar ook hier geldt, dat deze vrijheid moet passen binnen de grenzen van de organisatie. Want soms moet er natuurlijk écht op een avond gewerkt worden. Bijvoorbeeld tijdens een ouder-, kijk- of afscheidsavond. Daarnaast is het taakbeleid er ook op gericht, dat mensen niet ongemerkt over hun eigen grenzen heengaan. Het is ook een vorm van zelfbescherming: weet waaraan je je tijd besteedt en maak de goede keuzes.


Het gevoel van werkdruk ontstaat ook als iemand niet goed in beeld heeft waar hij/zij voor betaald wordt. Wat mag van jou gevraagd worden? Of: waarmee verdien je jouw geld? Realiseer jezelf, dat het werk waarvoor je betaald wordt niet per se in veertig weken af kan zijn binnen “kantoortijd”. Frustreer jezelf dus niet onnodig. Het hoort gewoon bij de baan om flexibel met werktijden om te gaan. Maar er zijn wél grenzen natuurlijk.

Bewaak zelf jouw normjaartaak. Voer gesprekken met jouw leidinggevende en geef duidelijk aan waar jouw mogelijkheden en jouw grenzen liggen.

 

Keuzes maken


Veel mensen ervaren in het onderwijs een grote werkdruk.

Het gevoel ontstaat, dat er steeds meer werk bij komt, dat er te veel van mensen gevraagd wordt, dat het onderwijs maar alle maatschappelijke problemen moet oplossen en dat je daar als leerkracht echt geen tijd voor hebt. Maar is dat ook werkelijk zo? En kun je daar zelf als leerkracht dan helemaal geen invloed op uitoefenen? Want ook dat geeft een beleving van te hoge werkdruk, het gevoel dat je de regie kwijtraakt.


De werkers in het onderwijs zijn professionals. Het taakbeleid, de normjaartaak, spreekt mensen aan op een professionele werkhouding. Er wordt vanuit het oogpunt van professionaliteit een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid, die onlosmakelijk verbonden is met vrijheid. En met vrijheid bedoel ik dan: vrijheid in taakopvatting en taakinvulling. Want voor een groot deel bent jij nog steeds baas in jouw eigen klas.

Binnen de redelijke grenzen van samenwerking en beleid natuurlijk.

Vrijheid vraagt om verantwoordelijkheid. Maar dat mag geen probleem zijn in een organisatie, waar vrijwel alle medewerkers een HBO-werk- en denkniveau hebben.

Dit veronderstelt een professionele werkhouding.

 

Neem de regie in eigen handen!


Leerkrachten zijn meestal vooral bezig met het verbeteren van de kennis en vaardigheden van de kinderen en minder met hun eigen welbevinden. Toch is het voor de kinderen ook ontzettend belangrijk dat hun leerkracht ontspannen blijft! Het is daarom aan te raden om die zaken die je stress geven, aan te pakken. Ook al denk je misschien, dat je het nog wel een tijdje gaat volhouden, stress hoopt zich op. Al die kleine momenten van stress, maken dat je aan het einde van de dag uitgeput bent.


De vrijheid die je als leerkracht hebt, vraagt van jou om keuzes te maken binnen de flexibiliteit van de in te vullen werktijd. Probeer daarbij de regie waar mogelijk in handen te houden en leg de lat voor jezelf niet te hoog.


Kies voor het doen van de juiste dingen en stel prioriteiten.

Om jouw prioriteiten vast te stellen moet jij je afvragen wat jouw kerntaken zijn. Komt wat je doet het onderwijs aan kinderen ten goede? Zogenaamd “leuke dingen” vragen soms onevenredig veel van jouw tijd en energie. Niet doen dus!

Zorg dat er voldoende tijd overblijft voor de écht belangrijke dingen, want daarop word je uiteindelijk afgerekend. Maak een to-do lijstje om niet telkens in je hoofd bezig te hoeven zijn met alles wat nog moet gebeuren. Schrap met elkaar zaken uit de jaarplanning, die tijd vreten, maar die niet bijdragen aan het doel. Spreek samen af hoeveel en welke buitenschoolse activiteiten wél gedaan kunnen blijven worden en welke niet. Want jouw tijd is kostbaar. Besteed hem dus wel! Trap niet in de valkuil van: “Ja, maar de ouders willen het zo graag.” Of: “De kinderen vinden het zo leuk.” Aan het eind van de rit gaat het erom wat je hebt kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van uw kinderen.


Zet deadlines verder vooruit!

Maak een plan en gebruik veel reservetijd. Als je geen reservetijd reserveert, dan zul je stress krijgen van je eigen plannen. Zet deadlines verder vooruit dan je denkt, schrap telkens weer wat doelen en werk plannen regelmatig bij.

Zo heb je minder vaak teleurstellingen en voel je je extra gemotiveerd.


Leer te weigeren!

Durf “nee” te zeggen tegen wat er minder toe doet. Train jezelf eventueel in hoe je beleefd, doch assertief op verzoeken kunt reageren.


Ben je efficiënt en competent genoeg om te doen wat van jou gevraagd wordt?

Vrijheid vraag ook om ontwikkeling. Alles verandert. En wie niet mee verandert, raakt achterop. Vraag om POP-gesprekken (persoonlijk ontwikkelingsplan) met jouw leidinggevende. Geef aan waarin je jezelf verder wilt ontwikkelen, om beter tegen jouw taak opgewassen te zijn. En vraag eventueel om scholing of ondersteuning, waardoor bepaalde dingen voor jou mogelijk worden, die tot nu toe niet mogelijk waren.


Verbeter de balans tussen werk en privé

Het is belangrijk om voor een goede balans tussen werk en privé te zorgen.

Het is echter vaak lastig om deze grens te bewaken, omdat deze niet alleen wordt bepaald door fysieke (ben je in de school of thuis) en tijdsfactoren (is het werktijd of vrije tijd), maar ook door psychologische factoren. Zo kun je onder werktijd, in de school een privégesprek hebben met een collega waar je mee bevriend bent en kan het gebeuren dat je ’s nachts in bed niet lekker ligt te slapen, maar in plaats daarvan aan het tobben bent over school.

Laat het los: het is zo aantrekkelijk om te multitasken of in je vrije tijd even een WhatsAppbericht aan een college te zenden. Gun het jezelf momenten van echte concentratie en momenten van echte ontspanning te creëren. Wees ook flexibel.

Het leven laat zich niet helemaal voorspellen. Probeer dat te accepteren.


Leg de lat niet te hoog!

Stop met schuldgevoel en perfectionisme: niemand is perfect! Misschien helpt het je te bedenken dat jij voor anderen ook een leukere leerkracht en collega wordt als je meer ontspannen bent. Bovendien zul je je uiteindelijk ook schuldig voelen richting je familie en vrienden en jezelf als je telkens werk voor laat gaan. Zorg voor een zelfbeeld dat uit verschillende domeinen bestaat. Je bent niet alleen leerkracht, dus als het op je werk niet helemaal lekker loopt, dan helpt het je om je te realiseren dat je het op een ander gebied wel goed doet (bijvoorbeeld als luisterend oor voor een vriend). Het kan om dezelfde reden soms helpen een leuke hobby te hebben of alleen deeltijd-leerkracht te zijn.


Zorg voor ontspanning en lichaamsbeweging!

Wist je dat je lichaam tijdens beweging stofjes aanmaakt die je gelukkiger maken?

Zorg voor activiteiten die je echt ontspannen. Dat is overigens heel persoonlijk. Mensen denken vaak aan mindfulness-achtige oefeningen, wat zeker goed kan werken. Maar het bakken van een appeltaart kan voor iemand net zo ontspannend zijn.


Zorg voor een goed klassenmanagement!

Gebruik routines te gebruiken en geef bepaalde leerlingen aandacht voordat ze die zelf (op onwenselijke manieren) gaan zoeken. Hierdoor houd je meer overzicht en rust in de groep. Andere zaken zijn het communiceren met leidinggevenden, contact met collega’s, en contact met ouders/verzorgers.


Zorg voor de juiste mindset! Tot slot geldt dat het gemotiveerd blijven voor je beroep natuurlijk ook een kwestie is van optimisme en de zaken in perspectief blijven zien. Dit vinden veel leerkrachten vaak heel erg lastig. Ze hebben het beroep van leerkracht vaak vanuit passie en idealen gekozen en daardoor hebben ze een sterke emotionele binding met hun beroep; het juf of meester zijn, is als het waren een onderdeel van hun identiteit. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar dat wordt het wel als ze de ontwikkelingen van school ook emotioneel gaan aantrekken.

Dit kun je verminderen door je op gevoelsvlak vooral trots te voelen dat je leerkracht bent (met je hart), en de andere schoolse zaken wat meer beredeneerd te benaderen (met je hoofd). Zo voorkom je dat je te veel problemen ervaart als zaken die jouw gevoel over je werk negatief kunnen beïnvloeden. Wat daarbij helpend kan zijn, is wat bewuster te analyseren welke gedachten je over situaties hebt die veel emoties oproepen.

Let er dan vooral op of je geen foutieve gedachtepatronen hebt zoals alles-of-niets-denken en het van een mug een olifant maken, die leiden tot onjuiste inschattingen.

Vervang dat soort gedachten door te kijken naar de voordelen van een situatie of gebruik humor om zowel zelf als ook anderen weer een luchtige kijk op de zaak te geven.

 

Burn-out


Volgens cijfers uit 2020 van het CBS ervaart 27,3 procent van de leerkrachten in het basisonderwijs burn-out gerelateerde klachten. Het burn-outpercentage stijgt sinds 2015 en ligt ver boven het landelijke gemiddelde. Dat betekent dat op dit moment 1 op de 4 leerkrachten met stress-gerelateerde klachten rondloopt.


Een burn-out wordt veroorzaakt door chronische stress waarbij je steeds meer klachten ontwikkelt. Een burn-out heeft vaak een lange aanloop met veel signalen.

Je lichaam schreeuwt om hulp en als je niet luistert, worden die klachten steeds erger. Symptomen van een burn-out zijn:

  • Oververmoeidheid

  • Onrustig en slecht slapen

  • Vergeetachtig zijn

  • Concentratieverlies

  • Prikkelbaar zijn

  • Angst- en paniekklachten

  • Besluiteloosheid

  • Onzekerheid

  • Emotioneel instabiel zijn

  • Je opgejaagd voelen

  • Overmatig piekeren

  • Toename van alcohol- of medicijngebruik


Een burn-out kan ook resulteren in lichamelijke symptomen, zoals:

  • Hoofdpijn

  • Migraine

  • Duizeligheid

  • Een pijnlijk gevoel op de borst

  • Hartkloppingen

  • Pijn in de buik of een opgeblazen gevoel

  • Last van spijsvertering

Waarom mensen niet luisteren naar deze signalen? Omdat ze het gevoel hebben dat ze falen. Ze schamen zich en zijn angstig. Een burn-out zorgt voor een verminderd gevoel van eigenwaarde. Mensen met een burn-out voelen zich vaak geen leuk mensen en zonderen zich af om anderen niet te belasten met hun gevoelens. Ze hebben weinig energie en zien het somber in met negatieve gevoelens tot gevolg. Het zijn vaak hardwerkende mensen, strebers, perfectionisten.


Het is van groot belang dat een werkgever in zo'n geval adequaat reageert. Een werknemer met een burn-out heeft hulp nodig en begrip van de omgeving.

Werkgevers moeten een werknemer met een burn-out de ruimte geven om te herstellen, want ze zijn wél ziek en ze stellen zich niet aan. Die ruimte en begrip helpen juist ook bij het herstel. Druk uitoefenen, bijvoorbeeld door te vragen wat een werknemer nog wel kan, is daarentegen niet bevorderlijk voor het genezingsproces.


Een burn-out heeft vaak een enorme impact op iemands leven en leert je veel over jezelf.

Het leert je om grenzen aan te geven en beter voor jezelf te zorgen.

Het leert je om jezelf en niet je werk op de eerste plaats zetten en als jij je goed voelt, dan hebben ze op school ook veel meer aan jou. Je hoeft niet 24 uur per dag aan te staan.

Dat doe je zelf. Wees dus bewuster. Om je werk goed te kunnen doen, moet je het met afstand doen. Je wordt niet volledig gedefinieerd door je beroep. Het is ook maar gewoon werk. Verlies jezelf daar niet in. Het is prachtig, geweldig, en mooi werk, dat zeker. Maar uiteindelijk is het een baan. En daarnaast is er nog veel meer. Het leven houdt niet op bij de school. Ontdek wie je bent en wie je wilt zijn. Het ik-project is het allerbelangrijkst.

Neem jouw verantwoordelijkheid en neem de regie over jouw werkdruk weer in eigen handen! Als leerkracht doe je ertoe!


Jezelf nieuw gedrag aanleren is net als het aanleren van een nieuwe taal. Het doorbreken van patronen en het herstellen van een burn-out kost dus tijd.

 

Burn-out of depressie


Waar je met een burn-out wel zin hebt in dingen, maar er de energie juist niet voor hebt, ligt dat bij een depressie juist anders. Iemand die depressief is, heeft last van een stemmingsstoornis en kan niet meer genieten van de dingen waar normaal veel plezier uit werd gehaald. Iemand met een depressie lijdt geestelijk.


Er zijn wel gradaties in een depressie; van licht tot zwaar, seizoensdepressies, bipolaire stoornissen, postnatale depressies, psychotische depressies en dysthyme stoornissen.


Een depressie heeft niet een bepaalde oorzaak. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, psychische en sociale factoren.

Biologische factoren kunnen te maken hebben met erfelijkheid.

Psychische factoren kunnen gaan over weinig zelfvertrouwen, angst om te mislukken en moeite hebben met steun vragen

Sociale factoren kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met gebeurtenissen die veel impact hebben, zoals scheiding, een overlijden, mishandeling of ontslag.


 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

 

Bronnen



.

.

.






87 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Presenteren

Presenteren

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page