site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema Sinterklaas: Gymles

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 21 nov 2024

In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema Sinterklaas.


Loopvormen


Kruip in de rol van een Sint of Piet

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn allemaal een Sint of Piet en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.

Kruip vervolgens met allerlei beweegopdrachten in de rol van Sint en Piet.

Vraag of iemand voor kan doen hoe sinterklaas eigenlijk loopt, en wat Piet allemaal doet, en hoe kunnen wij dat nadoen?

  • Wakker worden. Ze rekken zich eerst goed uit en starten de dag met Pietengymnastiek.

  • Strak als de Sint staan

  • Statig lopen als Sinterklaas

  • Slap staan (de Sint en Pieten zijn moe)

  • Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen

  • Zwaaien als Sinterklaas

  • Lopen als een Sint of Piet, zijwaarts, achteruit

  • Lopen met een pakje tussen je benen

  • Lopen als een Piet en stilstaan als Sint roept (op 1 voet, op handen voeten, op 2 handen en 1 voet enz...)

  • Lopen als een Piet en stilzitten als Sint roept

  • Lopen als een Piet en stil liggen als Sint roept (op je buik of rug)

  • Op je tenen staan (en daarna lopen of rennen)

  • Op je tenen over het dak lopen (en daarna lopen of rennen)

  • Op 1 been staan

  • Huppelen

  • Hinkelen

  • Op een lijn lopen (over de nok van het dak)

  • Hinkelen op een been (als een been moe is van het lopen)

  • Bukken (om onder de ramen door te gaan)

  • Sluipen (heel laag bij de grond zodat de kinderen je niet kunnen zien)

  • Jezelf heel klein maken (om door de schoorsteen te kunnen gaan)

  • Kruipen als het paard

  • Kruipen als het paard met een kind (Sint)op je rug

  • Springen op twee voeten

  • Springen in een jute zak (alleen of met z'n tweeën met elk een been in de zak)

  • Kleine sprongetjes maken (als er speelgoed op de grond ligt)

  • Grote sprongen maken (van dak naar dak)

  • Rollen van het dak, liggend op de grond (alleen of samen

  • Rennen en omkeren (wendbaar zijn)

  • Klimbewegingen maken als een Piet die klimt

  • Strooien als een Piet

  • Galopperen als het paard

  • Slapen

Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.

Deze loopvormen worden in alle richtingen gedaan zodat de kinderen ook leren wat vooruit, achteruit, zijwaarts, links en rechts is.

Varieer het ritme, aangepast aan de beweging die je van de kinderen vraagt.


Stil!

Benodigdheden:

- Een handtrom

De kinderen zijn Pieten. Ze sluipen in het rond.

Als de leerkracht op de trommel slaat staan ze zo snel mogelijk stil.

Variatie: Laat de kinderen vrij bewegen door de ruimte. Als de leerkracht "bevries" zegt, dan stoppen de kinderen en blijven ze stil staan, hurken, liggen of zitten. Als de leerkracht z "Piet" zegt mogen de kinderen ontspannen en weer in beweging komen.


Pietje Koekoek

Benodigdheden:

- Geen

Dit is een variatie op het bekende spel: Annemaria Koekoek.

Iedereen staat aan de ene kant van de zaal (of de speelplaats), op één na.

Dit kind speelt voor Sinterklaas en staat aan de andere kant van de zaal, met het gezicht naar de anderen gekeerd; de Pieten. Op een bepaald moment draait hij zich om en zegt: "Pieten koekoek!" Tijdens deze periode mogen de Pieten zich verplaatsen in de richting van de Sint. Wanneer Sinterklaas zich na het uitspreken van "koekoek" echter weer omdraait, mag hij niemand zien bewegen. Wie er nog wél beweegt, is af en moet terug naar de startlijn.

Het spel gaat door tot iemand Sinterklaas kan aantikken zonder dat diegene hem heeft zien bewegen. Deze tikker krijgt in de volgende ronde de beurt om "Pietje koekoek" te roepen.


Reactie spel

Benodigdheden:

- Geen

Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.

Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.

Jij bent Sinterklaas en de kinderen zijn de Pieten.

Aan de ene kant van de grens is de pakjeskamer en aan de andere kant is de pietengymzaal

Als de jij 'pakjes' zegt moet iedereen naar de pakjeskamerkant springen.

Als jij 'pietengym' zegt, springen de Pieten naar de andere kant. Wanneer jij 'Piet' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een Piet op een been gaan staan.


De achtervolging

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan in tweetallen staan. Het ene kind; de Piet, achtervolgt het andere kind; de Sint. Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer.

Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.

Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de Sint; de voorste, aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.


Doe maar na!

Benodigdheden:

- Een knuffel, bijvoorbeeld een Pietenpop

De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.


Zitten of staan

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen staan in het speellokaal. De leerkracht noemt allemaal cadeautjes op.

Als de kinderen die leuk vinden, gaan ze staan, als ze die niet leuk vinden, gaan ze zitten.


Niet botsen!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn de Pieten en proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.


In de pakjeskamer

Benodigdheden:

- Geen

Om een goede Pakjespiet te kunnen worden, gaan we een Pakjespietentraining doen.

Begin met wat rek- en strekoefeningen.

We leggen pakjes in het bovenste rek, helemaal onderin…enzovoort.


Pepernootjes

Benodigdheden:

- Een trom

- Pepernoten

De kinderen zijn Pieten en hebben een een pepernoot in hun hand.

Ze lopen op het ritme van de trom door de gymzaal.

Als de trom stopt voeren zij een opdracht uit:

  • Leg het pepernootje op de grond

  • Ruil je pepernootje met een andere Piet

  • Ga liggen en leg het pepernootje op je buik

Enzovoort.


Balanceren

Benodigdheden:

- Geen

Pieten kunnen heel goed balanceren op één been?

Kunnen de kinderen dat ook? Ga op één been staan en strek je andere been zo ver mogelijk naar achter. Spreid je armen als vleugels. Wie houdt dit het langst vol?


Een krant voor Sint of Piet

Benodigdheden:

- Kranten

De kinderen krijgen een krant. Deze krant is een slaapmatje, want de Sint en de Pieten moeten goed uitgerust zijn voordat ze de daken opgaan om cadeautjes in de schoorsteen te gooien. Maar, je moet wel helemaal op de krant liggen, anders krijg je het koud.

Daarna wordt het nog moeilijker, als Sint of Piet moet je ook op een halve krant kunnen liggen. Vouw hem maar dubbel en kijk of je er dan ook helemaal op kunt.

En als we de krant nu nog eens dubbelvouwen, kunnen we er ook op liggen? Dit lukt niet, maar Sint en Pieten moeten ook zittend kunnen slapen. Maar als de krant dan nog eens wordt dubbelgevouwen kunnen we er alleen nog maar op staan. Dan wordt de krant nog eens gevouwen, en nog eens. Het slaapmatje is nu zo klein geworden, dat de kinderen er nog maar met een voet op kunnen balanceren. Dan wordt het het tijd om te gaan slapen.

De kinderen mogen onder de krantendeken kruipen. En het gaat regenen.

Wie van de kinderen kan de grootste deken over zich heen leggen?


Piet ging uit fietsen

Benodigdheden:

- Geen

Vraag de kinderen of ze het liedje van ‘Piet ging uit fietsen’ kennen, zo niet zing ik het een paar keer voor. Zing het met z’n allen. Vraag wat er allemaal gebeurt in het liedje, wat doet Piet nou allemaal? Waar komt ie, wie komt hij tegen etc. Vraag of iemand het eens kan uitbeelden, en wat voor bewegingen we erbij moeten maken. Daarna verdeel je de klas in twee groepen, de ene groep zingt, de andere groep beeldt uit wat Piet meemaakt.

Daarna ruil je om. Als afsluiter met zijn allen zingen en bewegen.


Opwarmertje voor in de klas

Benodigdheden:

  • Het YouTube filmpje van de Pieten fitness les.

 

Stoeien en contactspelletjes


Stafduwen

Benodigdheden:

- Een lange stok of een staf

- Stoepkrijt of een touw

Leg met een touw een cirkel van ongeveer 4 meter doorsnede of teken deze met stoepkrijt. De kinderen gaan in tweetallen in de cirkels staan en houden elk een uiteinde van een stok vast; de staf van Sinterklaas. Door te duwen, proberen ze elkaar uit de cirkel te duwen. Wie als eerste de grond buiten de cirkel raakt, verliest.


Pakjes pakken

Benodigdheden:

- Een pakje

- Een mat

Een kind ligt op de mat en klemt een pakje onder zich vast. Als het "ja" roept mag een ander kind proberen het pakje af te pakken. Het kind op de mat mag niets anders doen dan het pakje stevig vastklemmen. Is dit gelukt dan gaat het andere kind met het pakje op de mat liggen en begint het spel opnieuw.


Follow the Sint!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen lopen in tweetallen door de ruimte. Het ene kind leidt het andere kind, eventueel langs een parcours, door de handen op de heupen of schouders te leggen.


Pietenacrobatiek

Benodigdheden:

- Geen

Een kind gaat op de knieën van een ander kind staan, terwijl ze elkaar vasthouden met de handen.

Variatie: Een kind ligt op de rug en een ander kind ligt als een vliegtuig op zijn buik op de onderbenen van het andere kind.

Door de schoorsteen

Benodigdheden:

- Geen

Een groepje kinderen gaan op handen en knieën naast elkaar staan en maken zo een schoorsteen, waar de kinderen (de Pieten) om de beurt onderdoor moeten kruipen.

Variatie 1: De kinderen staan in een kring

Variatie 2: De kinderen staan met gespreide benen en de andere kinderen kruipen daar onderdoor.

Variatie 3: De rij kinderen beweegt en het kruipende kind blijft stil zitten.

 

Tikspelen


Sinterklaas, hoe laat is het?

Benodigdheden:

- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker (bijv. een mijter)

Een van de kinderen speelt voor Sinterklaas en kijkt naar de muur. De andere kinderen zijn Pieten en staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Sinterklaas, hoe laat is het?' Sint antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting Sint. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Sinterklaas kan onverwacht ook roepen: 'Het is Pietenbedtijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van de Pieten te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende Sint.


Sinterklaas is de baas

Benodigdheden:

- Een mat

- Een mijter of een mantel van de Sint

De tikker is Sinterklaas de andere kinderen zijn de Pieten. Ze staken en zijn weggelopen.

Geef de tikker een mijter of een mantel, zodat hij goed opvalt.

Verander een mat in een Pietenkamer of een stoomboot.

Als je daar staat, kun je niet getikt worden door Sinterklaas, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!

Variatie: Als Sint een Piet heeft getikt, dan moet dit kind met de benen wijd gaan staan en mag hij door een andere Piet, die onder zijn benen door kruipt weer verlost worden. Welke Sint kan alle Pieten weer vangen?


Pepernoten bakken

Benodigdheden:

- 6 matten

- Een Pietenkoksmuts

De bakpieten hebben boodschappen gedaan en gaan pepernoten maken. De kinderen worden verdeeld en hebben de rol van suiker, boter, melk, meel en speculaaskruiden. Ze gaan ieder op een mat staan. De zesde mat blijft leeg. In het midden staat een tikker; de Bakpiet. De tikker roept wat er in het pepernotendeeg moet en het betreffende groepje probeert zo snel mogelijk naar de lege mat te rennen. De Bakpiet mag tikken. Wie af is helpt de Bakpiet bakken en gaat in het midden staan. De groep die als laatste overblijft is het winnende ingrediënt.


De pakjeskamer

- Pakjes

- Hoepels

Een kleuter staat in een grote cirkel met pakjes. De andere kleuters staan in een eigen kleine cirkel (bijv. een hoepel) een paar meter hier vandaan. Zij proberen pakjes uit de pakjeskamer te stelen en in hun eigen cirkel te leggen. Worden ze de door de Pakjespieten in de grote cirkel getikt, dan moeten ze al hun pakjes weer terugleggen.

Wie heeft aan het eind de meeste pakjes gestolen?


Aan het werk!

Benodigdheden:

- Een staf of een stok

Een kind is Sinterklaas en heeft de staf vast. De andere kinderen zijn Pieten en staan in de kring. Sinterklaas loopt om de kring heen en steekt de staf tussen twee Pieten in, die aan het werk moeten. Deze Pieten rennen zo snel ze kunnen een rondje om de kring. De Piet, die als eerste terug is bij de staf, wordt de volgende Sint.


Sinterklaas, mag ik overvaren?

Benodigdheden:

- Geen

Dit spel is een variant op 'Schipper, mag ik overvaren'. De kinderen zijn Pieten en steken alleen over als zij het genoemde gemeen hebben. Als Sinterklaas ‘ja’ antwoordt en de klas vraagt ‘hoe?’ dan zegt de Sint bijvoorbeeld: ‘Als je een blauwe trui aan hebt hebt.’ Kinderen met een blauwe trui rennen naar de overkant en Sinterklaas probeert ze te tikken.


Pak me dan, als je kan!

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is de tikker. De andere kinderen staan achter de streep en roepen: 'Pak me dan, als je kan!'. Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.


Sint, ik kom in je kasteel!

Benodigdheden:

- Matten

Maak een groot kasteel van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in het kasteel te komen, zonder daarbij getikt te worden Sint of Pieten, diein het kasteel aan het werk zijn. De kinderen vragen: 'Sint (of Piet), mag ik in je kasteel?' Zegt de Sint (of Piet) 'nee', dan gaan ze toch. De Sint (of Piet) probeert ze te tikken.


Het kasteel van Sinterklaas

Benodigdheden:

- Hoepels

- Linten

Leg een heleboel hoepels verspreid door de gymzaal. In het midden van de zaal ligt een mat. Dat is het kasteel van Sinterklaas. Eén kind is de Sint en gaat op de mat liggen.

De andere kinderen zijn de pietjes en staan in een hoepel. Doe het licht uit. Het is nacht.

De Pieten gaan aan het werk. Ze lopen door de gymzaal en stoppen cadeautjes in alle schoorstenen (hoepels). Wanneer het licht aan gaat, wil Sinterklaas alle Pieten terug naar het kasteel brengen, maar proberen de Pieten zich in de schoorstenen (hoepels) te verstoppen! Eén Piet per hoepel. Sinterklaas probeert de Pieten die nog niet in een hoepel zitten te tikken. Deze kinderen gaan op de bank zitten.

Wanneer de lamp weer uit gaat, is het weer nacht en gaat de Sint terug naar het kasteel.

Er wordt geteld hoeveel Pieten er getikt zijn. Deze kinderen worden de hulpjes van de Sint en krijgen een lint om. De Pieten gaan ondertussen weer aan het werk... enz...


In de schoorsteen

Benodigdheden:

- Hoepels

De helft van de kinderen is Piet en krijgt een hoepel (de schoorsteen). Een kind is de Sint en probeert de Pieten te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun schoorsteen (de hoepel) staan. Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 Piet plaatsnemen. Komt er een tweede Piet bij, dan moet de eerste Piet uit de hoepel.


De pepernootdieven

Benodigdheden:

- Pepernoten (dit kunnen bijv. ook tennisballen zijn)

Een kind is de Piet en staat in het midden van de zaal op een mat.

De andere kinderen zijn de pepernootdieven en staan in een hoepel, op afstand van de mat. Zij moeten proberen zoveel mogelijk pepernoten naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de Piet. Wie getikt wordt is af.


Roetveegpiet loopt op het dak

Benodigdheden:

- Een klein voorwerp in een zakje

Stop een klein voorwerp in een zakje. De kinderen zitten in een kring op de grond.

Eén kind loopt met het zakje om de kring.

Zing het volgende liedje op de wijs van 'Ik heb een euro in mijn hand':

Roetveegpiet loop op het dak

haalt een pakje uit zijn zak

legt hij 't hier legt hij 't daar

als je 't ziet dan zeg je 't maar.

Het kind dat het voorwerp achter zich heeft liggen, gaat het andere kind tikken.


Piet loopt op het dak

Benodigdheden:

- Een pakje

De kinderen zitten in een kring op de grond.

Eén kind is Piet en loopt met een pakje om de kring heen.

Zing het volgende liedje op de wijs van 'Ik heb een euro in mijn hand':

Stille Piet loop op het dak

haalt een pakje uit zijn zak

legt hij 't hier

legt hij 't daar

als je 't ziet dan zeg je 't maar.

Het kind dat het pakje achter zich heeft liggen, gaat het andere kind tikken.


Slaappiet

Benodigdheden:

- Een mat

Slaappiet valt heel de tijd in slaap op de mat. Dat kan natuurlijk niet want hij moet dringend schoenen gaan vullen! We sluipen naar de mat, waar de Piet ligt te slapen, en maken hem wakker. Dat vindt hij natuurlijk niet zo leuk en daarom probeert hij ons te pakken!


Pakje leggen

Benodigdheden:

- Een pakje

De kinderen zitten in een kring op de grond. Eén kind loopt met een pakje in de hand om de kring heen, terwijl de groep op de wijs van 'Zakdoekje leggen' zingt:

Pakje leggen, niemand zeggen,

Ik heb de hele nacht gewerkt.

Tweehonderd pakjes zijn gemaakt

met een strik of met een lint

kijk maar of je je pakje vindt.

Kijk toch hier, kijk toch daar,

als je hem ziet dan zeg je 't maar.

Tweehonderd pakjes zijn gemaakt,

met een strik of met een lint,

kijk maar of je je pakje vindt.

Wie het pakje vindt probeert probeert het kind dat om de kring liep te tikken. Dit kind probeert zo snel mogelijk op de plek van de tikker te gaan zitten. Dan is het vrij.

Variatie: Zakje leggen.

 

Estafette


Pepernotenparcours

Benodigdheden:

- Stokken

- Pepernoten of kleine ballen

De kinderen zijn de pepernotenpieten leggen met een stok (de staf van Sint) en pepernoten een parcours af (bijv. in slalom langs pionnen). Ze duwen daarbij met de stok de bal of pepernoot vooruit. Bespreek van tevoren dat het niet de bedoeling is dat ze een bal of pepernoot wegslaan.


Lepelloop

Benodigdheden:

- Lepels

- Pepernoten

De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een pepernoot een route.

Wie kan dit zonder het te laten vallen?


Samenwerken

Benodigdheden:

- Een pepernoot

Twee kinderen houden de pepernoot vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft de pepernoot hangen.

Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder de pepernoot te laten vallen?

Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen


Zakkenrace

Benodigdheden:

- Zakken

- Pakjes

- Hoepels.

Er liggen in een hoepel een paar cadeautjes. Maak groepjes Pieten, die het tegen elkaar moeten opnemen. Ze lopen naar een pakje en stoppen deze steeds in de zak.

Wie het eerst klaar is, heeft gewonnen.

Variatie: Twee kinderen stappen samen in een zak. Het ene kind met het rechterbeen en het andere kind met het linkerbeen. Zo leggen ze een parcours af.


Van schoorsteen naar schoorsteen

Benodigdheden:

- Hoepels

Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels (de schoorstenen).

In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?


Doorgeefspel

Benodigdheden:

- Een pakje

- Hoepels

Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen zijn pakjespieten en staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het pakje onder hun benen door.

Welke groep legt het pakje het eerste in de hoepel?

Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.


Balanceren

Je hebt nodig:

- Een pepernoot of pakje

De kinderen lopen in tweetallen met het voorwerp op hun rug of hoofd een route.

Wie kan dit zonder het voorwerp te laten vallen?


Zaklooprace

Benodigdheden:

- 2 jute zakken

- Een startlijn en hindernissen voor het parcours, zoals pionnen en hoepels.

Piet kiept de cadeautjes uit de zak en springt er zelf in! Kunnen de kinderen dat ook?

Zet een parcours uit van pionnen, blokjes of hoepels. Zet een pion neer op de plek waar de kinderen moeten wachten. Om de beurt springen de kinderen het parcours in de zak.

Wie is het snelst?


Zakkenrace

Benodigdheden:

- Zakken

- Pakjes

- Hoepels.

Er liggen in een hoepel een paar cadeautjes. Maak groepjes Pieten, die het tegen elkaar moeten opnemen. Ze lopen naar een pakje en stoppen deze steeds in de zak.

Wie het eerst klaar is, heeft gewonnen.


Pepernotenrace

Benodigdheden:

- Pepernoten

- Schoenen.

Verdeel de klas in twee groepen. Zij brengen om de beurt een pepernoot naar een schoen.

Wie heeft het eerst alle pepernoten in de schoen?

 

Balvaardigheid/algemeen


Pakjespieten

Benodigdheden:

- Een bal

Verdeel de klas in groepjes van 3-5 kinderen. Probeer de groepjes even groot te maken.

De kinderen zijn pakjespieten en gaan achter elkaar in een rij staan. De achterste geeft de bal (het pakje) over het hoofd door naar degene die ervoor staat. Is de bal vooraan, dan rent de voorste met de bal naar de achterste plek in de rij en geeft de bal opnieuw door.

Op die manier proberen ze zo snel mogelijk naar de andere kant van het lokaal te komen.

 

Balvaardigheid/mikken


Mikken

Benodigdheden:

- Kleine ballen of pittenzakken

- Verander een doos in een schoorsteen.

De kinderen proberen hier de kleine bal of een pittenzak in te mikken.

Hoeveel punten kunnen ze scoren?

Wanneer ze gegooid hebben halen ze hun eigen pakje weer op en gooien opnieuw.

Laat de kinderen op allerlei manier de ballen in de schoorsteen mikken.

  • Gooien met een hand

  • Bovenhands gooien

  • Onderhands gooien

  • Gooien met twee handen

  • Gooien met je ogen dicht

  • Achterstevoren gooien

Variatie 1: Gebruik pakjes om mee te mikken.

Variatie 2: Zet 3 of 4 dingen neer waar de kinderen cadeautjes in kunnen mikken, bijvoorbeeld: een lege doos, een teil, een la, een (was-)mand, een bak, een kast zonder deksel, een emmer, een hoepel of een korf.


De rollende pepernoot

Benodigdheden:

- Een grote bal

- Kleine ballen

Verdeel de klas in twee teams. Elk team gaat achter een lijn staan (ongeveer 10 meter bij elkaar vandaan). In het midden wordt een grote bal (een pepernoot) gelegd. De bedoeling van het spel is dat de grote bal naar het andere team wordt gerold, door de grote bal met kleine ballen te raken. Welk team krijgt als eerste de bal over de streep van de tegenpartij?

 

Balvaardigheid/rollen


De staf van Sinterklaas

Benodigdheden:

- Een grote zachte (strand)bal

- Stokken of isolatiebuizen

De kinderen zijn Pieten en staan in de kring. Ze spreiden hun benen en houden de stok met twee handen verticaal voor hun gespreide benen vast. De pieten spelen een spel met de staf van Sint. Ze tikken met hun staf tegen de bal en proberen deze op die manier door de benen van een andere Piet te krijgen. Als dat lukt dan mag deze Piet de staf nog maar met 1 hand vasthouden. Gaat de bal opnieuw door zijn benen, dan draait hij zich om, gaat weer met gespreide benen staan en houdt hij de staf weer met twee handen tussen zijn benen vast. Als de bal nu nog een keer door zijn benen gaat is de Piet af en moet hij het dak op.

 

Balvaardigheid/gooien en vangen


De pakjespieten

Benodigdheden:

- Een bal

De kinderen zijn pakjespieten en staan op een rijtje naast elkaar. Voor hen (ongeveer 5 meter verderop) staat een kind met zijn rug naar hen toe; de Sint. De Sint gooit de bal (het pakje) over zijn schouder zonder achterom te kijken. De andere kinderen proberen de bal te pakken en degene die de bal vangt verstopt deze achter zijn rug. De Sint draait zich om en moet raden wie de bal heeft. Hij blijft Sinterklaas zolang hij het goed raadt.

Bij een foute gok wordt het kind met de bal de nieuwe Sinterklaas.


Pepernotenregen

Benodigdheden:

- Een mand

- Een heleboel ballen (de pepernoten)

Een kind gooit de ballen 1 voor 1 uit de mand. De andere kinderen proberen ze snel op te rapen en terug te stoppen. Lukt het om de pot leeg te krijgen?


Pakjes overgooien:

Benodigdheden:

- Een bal

Pieten moeten op de daken goed kunnen samenwerken.

Soms gooien ze een pakje van het ene dak naar het andere.

Ga een eindje uit elkaar staan en gooi de pakjes over. Maar... laat ze niet vallen!

Variatie: Twee pakjespieten gooien een bal (pakje) over en een ander kind probeert deze te pakken door tussen de pieten te gaan staan (lummelen).

 

Kleine materialen/pittenzakken


Pittenzak lopen

Benodigdheden:

- Pittenzakken

De kinderen zijn pieten en leggen een pittenzakje (cadeautje) op hun hoofd of rug of een ander lichaamsdeel en lopen zo een stukje. Lukt dit zonder het zakje te laten vallen?


Pittenzak werpen

Benodigdheden:

- Pittenzakken

- een doos; verander deze in een schoorsteen

Organiseer een wedstrijd pittenzak (cadeautje) werpen.

Wie lukt het om de cadeautjes in de schoorsteen te gooien?


Volg de lijn!

Benodigdheden:

- Pittenzakken

- Een touw of stoepkrijt

Teken een rechte of juist een kronkelige lijn op de stoep of leg een touw neer. Dit is de nok van het dak. De kinderen zijn pieten en leggen een pittenzakje (pakje) op hun hoofd en volgen de lijn. Lukt dit zonder het zakje te laten vallen?


De zak van Piet

Benodigdheden:

- Pittenzakken, voor elk kind eentje (de pakjes)

- Een zak

Zet de zak aan de zijkant van de gymzaal, zodat niemand er overheen kan vallen.

De kinderen zijn Pieten en rennen van de ene kant van de gymzaal, naar de andere kant.

Als de kinderen zijn getikt, dan doen ze hun pittenzakje in de zak.

Hoeveel pakjes kan de tikker verzamelen?


Pittenzakje gooien

Benodigdheden:

- 3 Hoepels (de schoorstenen)

- 3 Pittenzakjes (de pakjes)

Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken. Laat het kind (de Piet) achter de voorste hoepel (de schoorsteen) staan en geef drie pittenzakjes (de pakjes). Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien.

Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien?

Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.


Pittenzakken

Benodigdheden:

- Hoepels

- Pittenzakken (de pakjes)

De kinderen krijgen ieder een pittenzak. Hiermee gaan we Pietengym doen.

De pittenzakken zijn cadeautjes. De kinderen lopen rond en gooien de pittenzakken voorzichtig omhoog . Ze proberen deze ook weer te vangen.

Na enige tijd gooien de kinderen de pittenzakken wat hoger.

Als dit wat goed gaat, gooien ze in tweetallen naar elkaar toe.

Daarna komen een aantal kinderen in de kring te staan met een hoepel.

Als de kinderen een van deze kinderen tegenkomen, gooien ze hun pittenzak door de hoepel heen en gaan ze weer verder.


Pakjesregen

Benodigdheden:

- Pittenzakken (de pakjes)

- Een hoepel

Piet heeft alle pakjes (pittenzakken) voor zich liggen in een hoepel.

Dan gooit hij al deze pittenzakken door het speellokaal en mogen de kinderen de pakjes snel weer terugbrengen. De kunst is om Piet niet met een lege hoepel te laten zitten.


Pakjespieten

Benodigdheden:

- Pittenzakken (de pakjes)

Laat de kinderen achter elkaar staan. Geef het eerste kind een pakje.

De kinderen geven de pakjes over hun hoofd door naar het laatste kind.

Verzamel de pakjes, bij het laatste kind, in een hoepel.

 

Kleine materialen/hoepels


In de schoorsteen

Benodigdheden:

- Hoepels

- Ritmestokjes of een trommel

Leg de hoepels op de grond. Dat zijn de schoorstenen.

Vertel een verhaal over schoorsteenpieten.

  • We lopen op het ritme van de stokjes of trommel om de hoepels heen

  • We gaan om de schoorsteen heenlopen, hinkelen, springen enz...

  • We springen erin en er weer uit

  • We springen over de schoorsteen

  • We kruipen door de schoorsteen

  • We springen van schoorsteen naar schoorsteen en veranderen na een signaal van richting

  • We lopen op het randje van de schoorsteen. Pas op; val er niet in!

  • We gooien pakjes in de schoorsteen (bijv. pittenzakken)


Schoorsteentikkertje

Benodigdheden:

- Hoepels

De kinderen zijn schoorsteenpieten en staan in een hoepel (de schoorsteen), die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is Sinterklaas. Wanneer de Sint roept: "van plaats veranderen!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert Sinterklaas ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.


Schoorsteen wisselen

Benodigdheden:

- Hoepels

We gaan schoorsteen wisselen spelen!

Leg hoepels op de grond, dit zijn de schoorstenen. Er is 1 schoorsteen minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen zijn pieten en staan in een schoorsteen, maar één kind staat in het midden. Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle pieten een andere schoorsteen zoeken. Het pietje dat in het midden staat probeert ook een schoorsteen te bemachtigen.

Eén pietje blijft over en die moet nu in het midden staan.


Hoepelhoppen

Benodigdheden:

- Hoepels

Leg een aantal hoepels achter elkaar. Dit zijn de schoorstenen. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt. Spring nu met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel. Ga door tot het einde (en evt. weer terug).


Van schoorsteen naar schoorsteen

Benodigdheden:

- Hoepels

Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels.

In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?


Schoorsteendans

Benodigdheden:

- Hoepels

- Een handtrom

De hoepels zijn de schoorstenen. In elke schoorsteen zit een Piet.

Op een teken gaan de Pieten op pad. Ze lopen om de schoorstenen heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de Pieten zo snel mogelijk naar een schoorsteen.

Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn.

Wie er niet in een schoorsteen kan kruipen is af.


Door de schoorsteen kruipen

Benodigdheden:

- Hoepels

- Een pakje

De kinderen kruipen door hoepels (de schoorsteen) naar de andere kant.

Variatie: Lukt het ze ook met een pakje in hun hand?

 

Kleine materialen/overige


Voetenwerk

Benodigdheden:

- Een Pieten of Sintknuffel

Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.

Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind de knuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.

De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.

Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?

Variatie: Gebruik een pakje


Kruiptunnel

Benodigdheden:

- Een kruiptunnel

De kinderen kruipen als een Piet door de kruiptunnel (de schoorsteen) heen.

Variatie: Zet een aantal hoepels achter elkaar op een standaard onder een bank en laat de kinderen er doorheen kruipen.


De staf

Benodigdheden:

- Stokken

- Sinterklaasmuziek in een vierkwartsmaat (bijv. "Jongens heb je het al vernomen" of "Oh, kom er eens kijken".

Geef elk kind een stok (de staf van Sinterklaas).

Bedenk samen bewegingen, die met de staf kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld:

  • Een rondje om de staf draaien

  • De staf op de grond tikken

  • De staf omhoog heffen

  • De staf op de grond leggen en er overheen springen

  • De staf op je handpalm laten balanceren. De andere hand mag daarbij niet worden gebruikt. Wie houdt de stok het langst op zijn handpalm?

Kies een beweging en voer deze vier keer uit. Kies daarna een andere beweging en herhaal de eerste, zodat er een reeks aan bewegingen ontstaat en je stiekem werkt aan het geheugen van de kinderen. Zo ontstaat er een heuse Pietendans. Zet hierna een Sinterklaasliedje met een vierkwartsmaat op en laat de kinderen de dans op de maat van de muziek uitvoeren.

 

Grote materialen/de matten


Over de daken springen

Benodigdheden:

- Matten

- Pakjes of zakken

- Pionnen

Leg enkele matten een stukje uit elkaar. Dit zijn de daken.

De kinderen springen als een Piet met een pakje of zak in hun hand, van mat naar mat (dak naar dak) zonder naar beneden te vallen. Zet een pion bij het begin.


Kunstjes maken

Benodigdheden:

- Een (lange) mat

- Een pion

Leg de (lange) mat neer. Zet een pion aan het begin. De kinderen mogen om de beurt naar de overkant van de lange mat en maken onderweg kunstjes!

Koprollen, een handstand, een radslag, rollen, kruipen enz...

 

Grote materialen/de kast


Van het dak af springen

Benodigdheden:

- Een kast en eventueel een bank

- Een mat

- Een pion

Zet een kast (eventueel met een bank eraan) neer. Leg er een mat achter.

De kinderen klimmen het dak op en springen er aan de andere kant weer vanaf.

Zet een pion op de plek waar de kinderen de wachtrij moeten maken en spreek af dat ze pas springen als het vorige kind van de mat af is.

 

Grote materialen/de banken


Over het dak

Benodigdheden:

- Een balanceerbalk

- Een bank

- Een pakje

De kinderen zijn Pieten en balanceren over een (omgekeerde) bank of evenwichtsbalk (de nok van het dak).

Variatie 1: De Pieten gaan in een rij over de bank of balk (de nok van het dak). Een kind is de wegwijspiet en doet de beweging voor. Het kind achter hem/haar doet haar na.

Variatie 2: Zet twee banken achter elkaar. Zet de derde bank hier in het midden bovenop.

Zet een pion aan het begin, zodat de kinderen hier een rij kunnen maken.

De kinderen lopen met een pakje in de hand of zak op de rug over het dak.


Over de schoorstenen klimmen

Benodigdheden:

- Pionnen

- 4 banken

- Een pakje

Zet 4 banken in een vierkant neer, zodat de kinderen rond kunnen lopen.

Zet pionnen op de banken. Dit zijn de schoorstenen waar de kinderen overheen moeten stappen. Zet een pion neer, waar de kinderen een rij achter kunnen maken.

De kinderen lopen met een pakje in de hand of de zak op de rug en stappen over de schoorstenen heen.

 

Grote materialen/het wandrek


Pakjes

Benodigdheden:

- Het wandrek

- Banken

- Enkele pakjes

- Dozen

- Pionnen

Bevestig de dozen op verschillende hoogtes aan het wandrek. Het zijn de schoorstenen.

Zet een aantal banken en klimrekken of trappen tegen het wandrek. De kinderen pakken een pakje, klimmen omhoog en mikken als ze boven zijn het pakje naar beneden, in de doos. Vervolgens klimmen de kinderen via het wandrek weer omlaag en sluiten opnieuw in de rij aan. Zet pionnen neer waar de rij moet staan. Differentieer in de hoogte van de banken en de schoorstenen.

 

Grote materialen/overige


Lopen over de daken

Benodigdheden:

- Grote toestellen

- Een zak met pakjes

Zet een klimparcours uit met het wandrek, banken, ladders, de kast, kippentrap, glijbaan etc. Laat de kinderen over het parcours lopen en zo hun behendigheid oefenen!

Denk aan: klimmen, balanderen, glijden, springen etc.

Variatie: laat de kinderen tijdens het afleggen van het parcours een zak met cadeautjes meedragen.

 

Afsluiting


Er waren eens vier Pieten

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier Pietjes, zo, zo klein. Die maakten samen een Pietendans, piek, piek fijn.

Zeg nummer een, kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.

Wijs vier Pieten aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.


Daar zat een klein Pietje

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.

Verander het in 'Daar zat een klein Pietje'.


Stiltespel

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is Sinterklaas en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal Pieten aan die achter hem gaan zitten. Hoeveel Pieten zitten er achter de Sint?


De pakjesdief

Benodigdheden:

- Een hoepel

- Een pakje

Een kind is Piet en zit in een hoepel met een pakje achter zich.

Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert het voorwerp te pakken.

Als het kind in de hoepel hoort dat het pakje gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag het pakje wel aan een ander geven. Als het pakje valt, is de dief af.


Ra, ra, ra, wie heeft het pakje?

Benodigdheden:

- Een pakje

In het midden zit een kind. De andere kinderen zijn Pieten en zitten er in een kring omheen.

Zij zingen een Sinterklaasliedje en geven achter hun rug een pakje door. Als het liedje afgelopen is mag het kind raden wie het pakje op de rug heeft.

 

Pietengym


In de Sinterklaastijd is Pietengym erg favoriet bij kleuters. Introduceer het met een jute zak met een brief eraan vast, die de kinderen in de klas of in de gymzaal vinden.

Wat zou er in die zak zitten? Er zit een brief in de zak. De brief is van Sinterklaas.

In de brief staat dat sinterklaas invalpieten zoekt omdat de andere hulppieten ziek zijn geworden van het lopen op de daken. Om invalpiet te worden moet je eerst goed oefenen.

De kinderen worden in groepjes verdeeld. Voor ieder groepje is er een pakje (een rode, een blauwe, een groene en een gele). Deze staat symbool voor het groepje en is helpend bij het wisselen naar een volgende activiteit. Ieder groepje krijgt steeds een andere opdracht: zoals pakjes overgooien, parcours afleggen met pakje (hindernisbaan), pakjes in de schoorsteen werpen en van dak naar dak springen enz... Er wordt na een poosje door gewisseld.

Na afloop krijgen de kinderen een Pietendiploma.

Meer Pietendiploma's vind je op:

 


Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.








1.383 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentários

Avaliado com 0 de 5 estrelas.
Ainda sem avaliações

Adicione uma avaliação

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page