In de kleuterklas kom je verschillende hoeken tegen.
Eén van deze hoeken is de rekenhoek. In deze hoek kunnen kinderen experimenteren met cijfers, dobbelstenen, kleuren, vormen, meten en wegen en nog veel meer.
In deze blog geef ik je suggesties voor de rekenhoek bij het thema Sinterklaas.

Tijdsbesef
Een tijdlijn
Benodigdheden:
- Kaarten die van jong naar oud gaan
- Stroken
Sinterklaas is al heel oud. Bekijk eerst de kaarten met de kinderen. Deze kaarten laten zien dat je steeds ouder wordt. Vertel dat je dit een tijdlijn noemt.
Vertel dat de kinderen ook een tijdlijn gaan maken. We starten links en eindigen rechts.
De kinderen plakken de plaatjes in de goede tijdvolgorde en plakken daarna de cijfers van de leeftijd erbij.
Symmetrie
Spiegelen
Benodigdheden:
- Gelamineerde kaartjes met daarop halve Sinterklaasafbeeldingen.
Laat de kinderen met een whiteboard stift de andere helft tekenen.
Plattegronden
Een huis voor Sinterklaas
Benodigdheden:
- Papier, een whiteboard of een schildersezel
- Schetsmaterialen
De kinderen krijgen de opdracht een nieuw huis voor Sinterklaas te maken.
Laat de kinderen voor, tijdens of na het bouwen een bouwtekening met een vooraanzicht van hun bouwwerk maken en bespreek deze in de kring. Dit kan op papier, maar ook op een whiteboard. Of zet een schildersezel in je bouwhoek met voldoende grote tekenvellen en schetsmateriaal. Gebruik de eerste keer bij voorkeur gekleurde blokken met eenvoudige vormen. De kinderen weten dan aan de hand van de kleur en vorm waar ze zijn gebleven.
Bespreek met de kinderen eerst welke fasen er gewoonlijk aan het bouwen van een huis voorafgaan: van idee en uitgewerkt plan tot bouwtekening en het daadwerkelijke bouwproces. Noem hierbij de functies architect, aannemer, bouwvakker en binnenhuisarchitect en bespreek wat deze mensen doen:
De architect ontwerpt het huis
De aannemer zorgt dat het huis er komt, hij regelt alles
De bouwvakker bouwt het huis
De binnenhuisarchitect richt het huis in.
Laat dan een aantal bouwtekeningen zien en bespreek ze: wat zie je allemaal?
Vervolgens maken de kinderen in groepjes, een plan en uiteindelijk een bouwtekening.
Daarbij letten ze op de volgende punten:
Hoeveel Pieten gaan er in het huis wonen?
Hoeveel kamers komen er in het huis?
Welke kamers?
Hoe gaat het huis eruitzien?
Hoe geef je dat allemaal op de bouwtekening weer, zodat de bouwvakkers weten wat ze moeten gaan bouwen?
Bespreek de bouwtekeningen die de kinderen hebben gemaakt klassikaal en vraag de groepjes om hun bouwtekening toe te lichten. Bespreek per bouwtekening wat de goede punten zijn en welke onderdelen nog aandacht vragen. Laat de kinderen nadenken over de grootte van het huis en de functies van de kamers. Een huis met vijf woonkamers en geen badkamer is natuurlijk niet ideaal. Het moet een functioneel huis zijn waar de mensen of dieren ‘echt’ kunnen wonen. De bouwtekening is gemaakt. Wat is de volgende stap? Hoe gaan we het huis bouwen? Met welk materiaal? Hoe groot zijn de kamers? Kan wat er op de bouwtekening staat ook echt gemaakt worden of moet er iets worden aangepast?
Wie doet wat? Een huis bouwen doe je niet alleen. De kinderen gaan in de bouwhoek of aan de bouwtafel aan de slag. Het is ook leuk én leerzaam om te werken met een roulatiesysteem met de volgende functies binnen de bouwgroepjes: architect, bouwvakker en binnenhuisarchitect. Communicatie is daarbij belangrijk. Verdeel de rollen en bespreek met de kinderen hoe ze ervoor kunnen zorgen dat ze van elkaar weten waar ze mee bezig zijn. Houd elke keer een kort werkoverleg vóór de kinderen aan de slag gaan.
In dit overleg vertelt een groepje over de vorderingen. Aan het eind van de week, vóór het wisselen van de rollen, is er een werkoverdracht.
Zoekkaarten
Benodigdheden:
- Papier en potloden
- Een gelamineerde plattegrond van de klas
- Een whiteboardstift
- Een voorwerp, thema Sinterklaas (bijv. een pakje)
Laat een kind op de gelamineerde plattegrond met behulp van een whiteboardstift aangeven waar hij/zij een voorwerp heeft verstopt. Het andere kind gaat met de plattegrond op zoek naar het voorwerp.
Variatie: De kinderen maken zelf een plattegrond met blokjes en geven daarop met een teldopje aan waar het voorwerp is verstopt.
Doppenkoppen
Benodigdheden:
- Doppen of fiches.
- Een camera
- Papier en potloden
Beperk het aantal, zodat het namaken van een bovenaanzicht makkelijker wordt.
Laat de kinderen met doppen of fiches het hoofd van Sinterklaas neerleggen.
Hoe voelt hun Sint zich vandaag?
Geef ze papier en een potlood en laat ze een bovenaanzicht van hun Sint tekenen of laat ze een foto maken. Vervolgens verdwijnen de gezichten. Daarna krijgen de kinderen een bovenaanzicht van een ander kind en probeert deze na te maken.
Topologie
Benodigdheden:
- Per kind twee blanco kaarten (3x3 of 4x4 vakken)
- Afbeeldingen in twee verschillende Pieten (lamineer ze).
Leg de kaarten op een bepaalde manier neer op de blanco kaart.
De kinderen leggen hun Pieten op de andere kaart precies hetzelfde.
Waarvan zijn er het meeste gekleurd of wie heeft als eerste een rijtje vol?
Tellen met concrete voorwerpen
Verstopspel
Benodigdheden:
- 5 of tien bekers
- Pepernoot
Speel dit spel in tweetallen. Zet de bekers op z'n kop neer en verstop onder een van de bekers een pepernoot. Kunnen de kinderen de pepernoot vinden?
Ze mogen steeds het bijbehorende rangtelwoord zeggen en kijken.
Schatten
Benodigdheden:
- Pepernoten
Hoeveel pepernoten kunnen de kinderen in één hand vasthouden, zonder deze te laten vallen? Laat de kinderen inschatten hoeveel spullen ze in hun hand kunnen houden. Laat ze vervolgens een handvol pepernoten pakken en ze tellen.
Voor oudere kinderen, laat ze hun aantal opschrijven.
Vier op een rij
Benodigdheden:
- Een raster van 5x7 vierkante hokjes.
- Twee verschillende soorten Sinterklaasplaatjes (print deze meerdere kere)
Dit spel speel je met twee kinderen. Zij hebben ieder hun eigen soort afbeelding.
Het eerste kind legt zijn afbeelding op het raster. Daarna legt het andere kind zijn kaartje neer. Dit moet aan het plaatje grenzen dat er al ligt (horizontaal of verticaal) .
Ga zo door totdat een van de kinderen vier op een rij heeft.
Tellen in sprongen van 2
Benodigdheden:
- Een eierdoos
- Pepernoten
Om het tellen in sprongen van 2 te oefenen, knip je de deksels van twee dozen voor tien eieren af. Het kind mag de dozen voor zich op tafel zetten, met de korte kant naar zich toe. Het kind pakt steeds met elke hand één pepernoot en doet deze in de bovenste twee vakjes. Daarbij zegt het ‘twee’. Nu zijn de volgende twee vakjes aan de beurt, hierin komen ook twee pepernoten. Het kind zegt ‘vier’. Zo werkt het kind verder, tot het bij 20 is.
Het werken met twee handen tegelijk is ook nog eens een goede motorische oefening!
Telkaart
Benodigdheden:
- Een afbeelding van een Pietenhoofd (gelamineerd)
- Wasknijpers
- Veren
- Lijm
Geef de kinderen de opdracht om hun Piet 1,2,3,4,5 enz. veren te geven.
Variatie 1: Combineer dit spel met een dobbelsteen of cijferkaartjes
Variatie 2: Andere telkaarten met als thema Sinterklaas vind je op Pinterest

Tellen met getalbeelden
Dobbelspel
Benodigdheden:
- Een dobbelsteen.
- 40 kaartjes met een Sinterklaasafbeelding erop (of pepernoten)
- 2 manden
Leg de plaatjes of de pepernoten op tafel. Laat de kinderen om de beurt met de dobbelsteen gooien.
Gooien ze 3, dan mogen ze 3 afbeeldingen of pepernoten in hun mand leggen.
Gooien ze 2, dan gebeurt er niks. Gooien ze 1, dan moeten ze een afbeelding of pepernoot terugleggen. Ga door totdat alle plaatjes of pepernoten op zijn. Welk kind heeft de meeste?
Telspel
Benodigdheden:
- Een stopwatch
- Pepernoten
- Een dobbelsteen
Stel een stopwatch in op bijvoorbeeld vijf minuten, dit is de speeltijd. In het midden van de tafel ligt een hoeveelheid pepernoten. De kinderen gooien om de beurt met een dobbelsteen, en mogen evenveel pepernoten als het aantal ogen op de dobbelsteen pakken en die voor zich neerleggen. Als de pepernoten op zijn maar de tijd nog niet, mogen ze ook bij elkaar pepernoten wegpakken. Als de tijd om is, wordt er gekeken wie de meeste pepernoten heeft en dus het spel wint.
Pietengym
Benodigdheden:
- Een blad met daarop bij ieder getalbeeld een gympiet in een andere houding
- Een dobbelsteen
De kinderen dobbelen en maken de bijbehorende beweging even vaak als het aantal ogen wat ze hebben gegooid.
Variatie: Gebruik Sinterklaasplaatjes op het voorbeeldblad en geef de kinderen een bingokaart met dezelfde afbeeldingen. Wie dobbelt het eerst zijn kaart vol?
Je vindt een kant-en-klaar dobbelspel op Juf Maike

Tellen met getalbeelden en cijfers
Dobbelen en kleuren
Benodigdheden:
- Een spelblad met onderaan van links naar rechts de dobbelsteenstructuur of de cijfersymbolen (wel/niet door elkaar) met daarboven steeds een rij Sinterklaasafbeeldingen
- Een dobbelsteen
Elk kind krijgt een spelblad. De kinderen gooien om de beurt met een dobbelsteen en kleuren 1 plaatje boven het getal dat ze gooien.
Waarvan zijn er het meeste gekleurd of wie heeft als eerste een rijtje vol?
Rol en bedek
Benodigdheden:
- Een dobbelsteen
- Een werkblad met daarop 6 afbeeldingen rondom Sinterklaas en de cijfers 1-6
De kinderen dobbelen om de beurt. Ze mogen het plaatje kleuren met hetzelfde cijfer als het getalbeeld op de dobbelsteen. Wie heeft als eerste zijn hele blad vol?
Variatie: Teken op een kleurplaat cirkels met cijfers of getalbeelden erin en laat kinderen deze bedekken met een wit teldopje of een witte pompon als ze dit aantal dobbelen.
Dobbelen
Benodigdheden:
- Per speler 6 cirkels met de cijfers 1-6 erop of een lange strook met de getallen 1-6
- Voor iedere speler 6 pepernoten
- Een dobbelsteen
De kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen en leggen een pepernoot op het bijbehorende cijfer. Ligt er al iets, dan moeten ze een beurt overslaan.
Wie heeft als eerste alle 6 de cirkels vol?
Dobbelspel
Benodigdheden:
- Cirkels of houtschijven met cijfers erop
- Twee Sinterklaasknuffels
- Een dobbelsteen
- Een afbeelding van een stoomboot
Leg de cirkels in de goede volgorde op de tafel. De kinderen zetten hun knuffel bij de start. Ze gooien om de beurt met een dobbelsteen.
Gooien ze 1 dan moeten ze 1 plaats terug
Gooien ze 2 dan mogen ze 2 plekken vooruit
Gooien ze 3 dan moeten ze een beurt overslaan
Enz... Welke Sint of Piet bereikt als eerste de stoomboot?
Of schrijf op bepaalde cirkels +1, -1, +2, -2 en 'STOP!' of plak er afbeeldingen op van kleine voorwerpen die de kinderen aan hun pot mogen toevoegen (bijvoorbeeld pepernoten).
Wie heeft er aan het einde de meeste voorwerpen verzameld?
Bordspel
Benodigdheden:
- Pepernoten
- Een lange strook met de getallen 1-20
- Een dobbelsteen
De kinderen leggen hun pepernoten aan de start en gooien met een dobbelsteen.
Wanneer ze 1 tot en met 5 gooien, mogen ze dat aantal vakjes vooruit met hun pepernoot. Gooien ze 6, dan moeten ze 3 vakjes achteruit.
Wie als eerste bij de 20 komt, heeft gewonnen.
Variatie1: Maak een Sint-erger-je-Piet variant op Mens-erger-je-niet door de plaatjes te veranderen in Sinterklaasstijl. Je vindt ook een kant-en-klare op Pinterest
Variatie 2: Andere Sinterklaasbordspellen vind je ook op Pinterest
Finish!
Benodigdheden:
- Een spelbord van cirkels. Schrijf hier de cijfers op.
- Een afbeelding van een finish (bijv. tegen een doos)
- Pionnen met Sint of Piet erop. Maak deze bijv. van wc rollen.
- Een dobbelsteen
De kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen en mogen steeds evenveel stapjes vooruit. Wie bereikt als eerste de finish?
Dobbelspel
Benodigdheden:
- Een dobbelsteen.
- 40 kaartjes met Pieten erop
- 2 manden
Leg de plaatjes op tafel. Laat de kinderen om de beurt met de dobbelsteen gooien.
Gooien ze 3, dan mogen ze 3 Pieten in hun mand leggen.
Gooien ze 2, dan gebeurt er niks. Gooien ze 1, dan moeten ze een Piet terugleggen.
Ga door totdat alle plaatjes op zijn. Welk kind heeft de meeste?
Dobbelspel
Benodigdheden:
- Geef de kinderen een werkblad met daarop Pieten en pepernoten, waar getallen in staan.
- Een dobbelsteen
Gooi de dobbelsteen.
Kleur het cijfer bij het juiste aantal ogen.
Variatie 1: Gooi met 2 dobbelstenen. Tel het aantal ogen en kleur de cirkel met dit cijfer.
Wie heeft als eerste zijn werkblad vol?
Variatie 2: Nog moeilijker: één meer of minder dan het gegooide aantal.
Variatie 3: Je kunt de kinderen ook een werkblad geven met lege cirkels (de pepernoten).
Ze kunnen dan evenveel cirkels kleuren als dat ze hebben gegooid.
Tellen met cijfers
Cijfermemory
Benodigdheden:
- Cijferkaarten, thema Sinterklaas in tweevoud
Print de cijferkaarten twee keer uit. Leg ze op de kop en speel memory.
Variatie: Stop de cijferkaartjes van de getallen 1 t/m 10 onder een bekertje en stop daarnaast ook hoeveelheden kleurendopjes onder bekertjes. Zoek het getal bij de juiste hoeveelheid.
Waar?
- Cijferkaarten 1-10, thema Sinterklaas
- Een afbeelding, passende bij het thema Sinterklaas
Het ene kind verstopt de afbeelding achter een cijferkaart.
Het andere kind raadt achter welk cijfer de afbeelding ligt.
Als hij het goed raadt dan mag hij de cijferkaart hebben.
Rekenpuzzel
Benodigdheden:
- Een afbeelding (thema Sinterklaas)
- Een liniaal
- Een stift
- Gekleurd papier
- Lijm en een kwastje
Teken met de liniaal tien strepen over de afbeelding. Nummer ze van 1-10.
Knip de afbeelding in 10 stukken en plak deze op een gekleurd papier weer tot een geheel.
Daarna draai je de rollen om. Wie verzamelt de meeste cijferkaarten?
Cijfers leggen
Benodigdheden:
- Een heleboel pepernoten
- Cijferkaarten, thema Sinterklaas
De kinderen leggen de cijferkaarten met de pepernoten na.
Vliegenmepperspel
Benodigdheden:
- Cijferkaarten, thema Sinterklaas
- Vliegenmeppers
Leg de cijferkaarten (voor een kind uit groep 1 tot en met 10 en voor een kind uit groep 2 tot en met 20) op de tafel of grond . Geef twee of meer spelers een vliegenmepper.
Noem vervolgens een getal. Wie slaat het eerst op het juiste getal?
Kegelspel
Benodigdheden:
- Pakjes met een getal erop.
- Een bal
Ze proberen de pakjes met een bal om te rollen.
Een van de kinderen rolt de bal naar de pakjes. Worden er pakjes geraakt?
De kinderen benoemen de getallen op deze pakjes en tellen ze op.
Een prijslijst
Benodigdheden:
- Reclamefolders van de speelgoedwinkel
- Een schaar en lijm
- Cijferstempels
- Papier
De kinderen maken prijslijsten.
Ze knippen producten uit prijsfolders en stempelen de prijs erbij.
Cadeaus
Benodigdheden:
- Pak enkele cadeaus in en zet er een getal op. Zet ze in de kring.
De pieten zijn ondeugend. Ze proberen de pakjes met een bal om te rollen.
Een van de kinderen rolt de bal naar de pakjes. Worden er pakjes geraakt?
De kinderen benoemen de getallen op deze pakjes en tellen ze op.
Delen
Een splitsmachine
Benodigdheden:
- Een doos
- Verf
- Papier
- Pepernoten
Verander een doos in een splitsmachine. Maak onderin twee gaten.
Laat de kinderen er pepernoten in gooien.
Hoeveel komen er aan de ene kant terecht en hoeveel aan de andere kant?
Hoeveel zijn dat er bij elkaar? Nog leuker: Laat de kinderen er zelf eentje maken.
Variatie: Maak op dezelfde manier optelsommen

Meten en seriëren
Meten met wol
Benodigdheden:
- Voorwerpen, passende bij het thema Sinterklaas
- Foto's van de voorwerpen
- Wol
Een schaar.
Neem een bol wol en meet hoe lang de tafel is. Knip de draad af. Meet allerlei voorwerpen, passende bij dit thema. Bevestig de draad steeds aan een foto van het meetobject.
Leg alle draden naast elkaar. Welke is het langst? Leg de van kort naar lang.
Als afsluiting kun je vragen hoe lang het touw zou zijn. Hoe kun je dat weten?
In mijn klas kwamen de kinderen met ideeën als: meten met een liniaal, meetlat e.d.
Een meethoek
Benodigdheden:
- Voorwerpen of afbeeldingen, thema Sinterklaas
- Een maateenheid, zoals: een meetlint, blokjes of een eitje.
Introduceer een meethoek, waarin de kinderen voorwerpen of afbeeldingen kunnen meten.
Meten met duploblokken
Benodigdheden:
- Duploblokken
- Voorwerpen, thema Sinterklaas
De kinderen meten de voorwerpen met duploblokken door er een toren naast te bouwen. Uit hoeveel stenen bestaat die toren? Welke is het hoogst? Welke het laagst?
Van klein naar groot
Benodigdheden:
- Afbeeldingen in verschillende groottes, thema Sinterklaas
Laat de kinderen afbeeldingen van verschillende groottes uitknippen en daarna op een strook van klein naar groot plakken.
Inpakken
Benodigdheden:
- Inpakpapier in verschillende grootten
- Pakjes in verschillende grootten
- Schaar, plakband
De kinderen pakken pakjes in. Door verschillende maten doosjes en papier neer te leggen, laat je de kinderen experimenteren met meten en verhoudingen.
Wegen
Een weeghoek
Benodigdheden:
- Een weegschaal
- Voorwerpen, thema Sinterklaas
Introduceer een weeghoek, waarin de kinderen allerlei voorwerpen, passende bij dit thema, mogen wegen. Bijvoorbeeld: Allerlei pakjes.
Variatie: Vul juten zakjes met verschillende materialen, zodat ze verschillen in gewicht.
Laat de kinderen met de balans experimenteren en de zakjes van licht naar zwaar leggen.
Geld
Een winkel
Benodigdheden:
- Winkelspullen. Zie hiervoor mijn blog: Themahoek/de winkel
Tover je rekenhoek om in een speelgoedwinkel en laat de kinderen er
Een bon schrijven
een boodschappenlijst maken
Een plattegrond van de winkel
Een bord met de openingstijden maken
Een klok maken
Prijskaartjes/een prijslijst maken
Een stappenplan
Experimenteren met geld
Op een rekenmachine werken
Wegen
Sorteren
Inpakken
Wat koop je voor een euro?
Benodigdheden:
- Reclamefolders van de speelgoedwinkel
- Een schaar
- Een vel papier
- Lijm en een kwastje
Geef de kinderen reclamefolders en bespreek het begrip euro en hoe je deze noteert (voor de komma). Laat ze op zoek gaan naar dingen die ze voor 1 euro kunnen kopen.
Doe het daarna nog een keer, maar verhoog de waarde dan bijvoorbeeld naar 10 euro.
Hoe komt het dat je voor alles een andere prijs moet betalen?
Munten sorteren
Benodigdheden:
- Verschillende munten
- Sorteerkaarten (bijv. kaarten met afbeeldingen van de munten of een spaarvarken met daarin verschillende afbeeldingen van munten ).
Sinterklaas telt hoeveel geld hij nog heeft. Het kunnen identificeren van munten op naam en waarde is natuurlijk een belangrijke vaardigheid om te hebben. Een eenvoudige manier om het leren identificeren van munten te versterken is door de kinderen de munten goed te laten bekijken en te laten sorteren deze op soort munt. Zodra kinderen munten kunnen identificeren en hun waarde kennen, kunnen ze met geld gaan rekenen.
Tip: Gebruik de bakjes van een muffin bakvorm om de munten in te sorteren.
Spaarvarkens
Benodigdheden:
- Afbeeldingen van spaarvarkens met een bedrag erin
- Een aantal echte munten of van papier.
Lamineer de spaarvarkens.
Sinterklaas heeft gespaard om cadeautjes voor de kinderen te kunnen kopen.
De kinderen kijken goed hoeveel geld er in ieder spaarvarken van Sinterklaas moet.
Variatie: Twee spelers rollen om de beurt een dobbelsteen. Leg muntstukken met dezelfde waarde op de spaarpot. Als je een 3 rolt, moet je het spaarvarken leegmaken en opnieuw beginnen.
Inhoud
Een omtrek vullen
Benodigdheden:
- Een omtrek van bijvoorbeeld een zak (Voor de stevigheid kun je deze lamineren).
- Pepernoten
De kinderen mogen uitzoeken hoeveel pepernoten er nodig zijn om de hele vorm te bedekken.
Vullen
Benodigdheden:
- Bakjes
- Pepernoten
- Schepjes
De kinderen vullen de bakjes met pepernoten, van leeg naar vol.
Grafieken
Dobbelspel
Benodigdheden:
- Een spelblad met onderaan van links naar rechts de dobbelsteenstructuur of de cijfersymbolen (wel/niet door elkaar) met daarboven steeds een rij Sinterklaasafbeeldingen.
- Een dobbelsteen
Elk kind krijgt een spelblad. De kinderen gooien om de beurt met een dobbelsteen en kleuren 1 plaatje boven het getal dat ze gooien.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

..
.
Σχόλια