site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema schoenen: Opening/afsluiting

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 1 mei 2024

Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken.

Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen.

Ook zijn de startactiviteiten belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen. Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven.

Thema’s kunnen op veel verschillende manieren gestart en afgesloten worden.

In deze blog geef ik je suggesties om het thema schoenen te openen en/of af te sluiten.



De belevingswereld van de kinderen


Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:

  • Wat zijn jouw lievelingsschoenen?

  • Welke schoenen vind je niet leuk?

  • Zou je zelf een schoenmaker willen zijn?

  • Enz.

 

Thematafel


Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:

  • Boeken over schoenen

  • Allerlei verschillende soorten schoenen

  • Een leest

  • Een strikplankje

  • Een schoen"meter"

  • Woordkaarten

Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op.

Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.

 

Aankleding van de klas


Breng je lokaal in de sfeer van het thema. Denk hierbij aan:

  • Een raamschildering: Beschilder de ramen of hang grote geplastificeerde A3 afbeeldingen van schoenen op. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.

  • Laat de kinderen zelf een raamschildering over schoenen maken/inkleuren

  • Een deurversiering: Versier de deur met een "gordijn" van repen crêpepapier. Hang er eventueel kartonnen schoenen aan.

  • Maak een spoor van schoenafdrukken door het lokaal.

 

Voorwerpen


Haal allerlei voorwerpen de klas in, die met schoenen te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.

De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.

Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?

  • De kinderen vinden bijvoorbeeld een voetbalschoen in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk van wie het voorwerp is.

  • De voorwerpen kunnen in een doos of koffer geplaatst worden. Deze geheimzinnige doos staat in de klas als de kinderen binnen komen. Iedere keer komt er wat uit de doos tevoorschijn. Denk aan een boek, een schoen, een sluiting, een voetenmeter, een strikplank, strikdiploma's enz...Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen op ideeën komen en nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.

  • Laat de kinderen zelf schoenen meenemen en daarover vertellen.

  • Laat de kinderen een oude schoen meenemen en deze beschilderen.

  • De kinderen doen hun schoenen uit. Weten ze nog van elkaar van wie de schoenen zijn, die in het midden van de kring liggen?

 

Een verhalend ontwerp


Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen. Enkele variaties:

  • Er komt een handpop op visite. Hij is schoenmaker en heeft een vraag of probleem.

  • De kinderen ontvangen een brief van een schoenmaker waarin hen om hulp wordt gevraagd bij een probleem. De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. Ze kunnen bijv. bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets knutselen enz... Na afloop presenteren de kinderen hun werk aan de groep.

  • De schoenmaker is verdrietig. Er is een dief in zijn winkel geweest, die tien schoenen heeft gestolen. Kunnen de kinderen deze in of rondom de klas terugvinden? Stop eventueel foto's van de betreffende schoenen bij de brief.

  • Er komt een pakketje binnen voor de klassenpop. Hoe komt dat pakketje hier? Wie zou de afzender zijn? Hoe kom je dat te weten? Maak het pakketje open. Er zitten nieuwe schoenen en een brief van oma in. Lees de brief voor en wijs de woorden aan als je ze voorleest.

 

Drama


Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:

  • De leerkracht komt als een schoenmaker de klas binnen

  • De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten een boek over schoenen uit.

  • Een poppenkastvoorstelling over schoenen

  • De kinderen kunnen zelf een voorstelling over schoenen verzorgen.

 

Een boek

  • Start het thema met het voorlezen van een boek over schoenen.

  • Vraag kinderen uit de hogere groepen om (in groepjes) te komen voorlezen over schoenen.

  • De kinderen presenteren zelf hun lievelingsboek over schoenen.

  • Houd een boekverkiezing. Leg een collectie van boeken over schoenen aan. Vraag hiervoor kinderen om boeken mee te nemen van thuis, duik in de schoolbibliotheek en leen boeken bij de openbare bibliotheek. Laat de kinderen in de boeken snuffelen en houd dan een verkiezing. Wat is het beste boek?

  • Laat de kinderen samen een boek over schoenen maken. Stel groepjes samen van ongeveer vier kinderen. Neem de tijd om aan het boek te werken. Reserveer bijvoorbeeld gedurende een week elke dag een uur om aan het boek te werken.

Dag 1: Bekijk eerst samen een bestaan prentenboek. De jongste kleuters kunnen de wie- en waar-vragen beantwoorden. Iets oudere kinderen kunnen een onderscheid maken in ‘begin’, ‘midden’ en ‘eind’ van het verhaal en op zoek gaan naar het ‘probleem’ dat zich vaak afspeelt in de verhalen en de bijbehorende oplossingen.

Dag 2: Wanneer de kinderen een prentenboek beter hebben bekeken gaan ze zelf aan de slag. Ze bedenken eerst hoe de hoofdpersoon uit hun boek eruit ziet en hoe hij zich gedraagt. Ze geven hem een naam en bedenken waar hij woont. De kinderen gaan daarna aan de slag met verschillende teken-, schilder- en knutselmaterialen en maken de hoofdpersoon.

Dag 3: Vervolgens bedenken ze een begin voor hun prentenboek. Op de eerste bladzijde van een prentenboek wordt uitgelegd over wie het verhaal gaat en waar deze persoon woont. De karaktereigenschappen van de hoofdpersoon worden soms ook al duidelijk. Wanneer je merkt dat de kinderen niet goed verder komen, kunt je voorstellen de verhaallijn van een bestaand prentenboek te gebruiken.

Dag 4: Vandaag wordt het midden van het verhaal gemaakt. Dit kunnen meerdere pagina's zijn. In het midden ontstaat een probleem. Wanneer de kinderen het moeilijk vinden, laat je ze naar bestaande prentenboeken kijken.

Dag 5: De kinderen maken de laatste bladzijde(n) van het verhaal, waarin het probleem opgelost wordt. Laat ze ook nu weer kijken naar bestaande prentenboeken. Laat de kinderen controleren of de teksten kloppen en of alle

afbeeldingen in de goede volgorde liggen. Laat ze het verhaal eens van begin tot eind hardop te lezen, om te controleren of het goed klinkt.

Dag 6: Het boek krijgt een kaft met een titel en een titelblad waarop de naam van de kinderen staan die aan het boek gewerkt hebben.

Dag 7: De kinderen mogen hun prentenboek presenteren. Je kunt de zelfgemaakte boeken daarna ook in je leeshoek leggen of laten rouleren.

  • Het is ook bijzonder leerzaam om met kinderen een boek over schoenen te maken waarin ze zelf de hoofdrol spelen. Laat de kinderen nadenken over een interessant onderwerp. Voor kleuters is het handig om beeldmateriaal als uitgangspunt te nemen. Laat de kinderen foto’s of kopieën meenemen naar school. Ze bepalen eerst de volgorde van het verhaal dat ze willen vertellen. Welke foto komt aan het begin van het boek en welke als laatste? De foto’s kunnen leidend zijn voor het verhaal dat ze willen vertellen. Laat de kinderen beschrijven wat ze op de foto’s zien en schrijf de tekst erbij. Eventueel kunnen er nog tekeningen bij gemaakt worden. Als laatste maken de kinderen de kaft. Deze moet in één oogopslag laten zien dat het boek over dat ene kind gaat. Als alle boeken klaar zijn, kan er een boekpresentatie zijn. Plan twee keer per dag kort een moment waarop de kinderen hun boek aan de rest van de groep presenteren. Op die manier kunnen ze de keuzes die ze gemaakt hebben verantwoorden. Daarnaast kunnen de kinderen met hun boek ook anderen inspireren. Laat het een boek worden waar ze echt trots op zijn.

 

Een speurtocht


Organiseer een speurtocht in of rondom de school.

Enkele variaties:

  • In de klas, school of rondom de school hangen afbeeldingen van schoenen, die de kinderen moeten zoeken. Bij iedere afbeelding vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een puzzelplaatje.

  • De kinderen volgen een spoor van schoenafdrukken. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een schoenmaker (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over schoenen om voor te lezen.

  • De schoenen van de klassenpop zijn gestolen. De kinderen moeten een speurtocht doorlopen, die hen naar de vindplaats leidt. Schrijf in een brief dat de kinderen de schoenen moeten gaan zoeken. Laat ook aanwijzingen achterin de brief. Als ze die opvolgen dan zullen ze de schoenen kunnen vinden. Print op gekleurd papier de cijfers 1 tot en met 10 uit. Stop de cijfers in insteekhoesjes. Maak ook een foto van de vindplaats en print de foto uit en knip deze in tien stukken. Stop in ieder hoesje een stuk van de foto. Laat de kinderen in de klas of door de school op zoek gaan naar de cijfers. Zodra ze allemaal zijn gevonden maakt de groep de puzzel om de vindplaats te achterhalen.

 

Een gast


Nodig eens een gast uit, die de kinderen meer kan vertellen over dit thema.

Denk bij dit thema eens aan:

  • Een schoenmaker

  • Een schoenenverkoper

Misschien werkt een ouder uit je groep wel als schoenmaker of schoenenverkoper of kennen ze iemand?


Bedenk vooraf, samen met de kinderen leervragen, zoals:

  1. Hoe word je een een schoenmaker/een schoenenverkoper?

  2. Wilde u altijd al een schoenmaker/een schoenenverkoper worden?

  3. Wat is er leuk aan?

  4. Wat is er niet zo leuk aan?

  5. Waar moet je goed in zijn ?

  6. Wat doe je allemaal als een schoenmaker/een schoenenverkoper?

 

Een uitstapje


Maak eens een uitstapje. De kinderen kunnen het thema dan al direct van dichtbij beleven en ervaren en er later verder over praten.

Denk bij dit thema eens aan:

  • Een schoenenwinkel

Regel het bezoek van tevoren. Activiteiten, die tijdens het bezoekje mogelijk zijn:

 

Een leergesprek


Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd.

Deze kan bijvoorbeeld geactiveerd worden door het maken van een woordweb of het houden van een leergesprek. De inzet van leervragen zorgt voor betrokkenheid bij het thema en wakkert de eerste nieuwsgierigheid aan.

Deze weetjes kunnen op stroken visueel worden gemaakt en worden opgehangen bij: "wat weten we al?" Het woordveld wordt gedurende het thema verder aangevuld .

Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien.


Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen.

Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren?

Je kunt ze ook visueel maken op een onderzoeksblad.

Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:

  • Waarom...?

  • Hoe...?

  • Welke...?

  • Wanneer....?

  • Wat als...?

  • Waar...?

  • Hoe kun je...?

  • Als....dan....?

In de praktijk zie ik je overigens wel vaak dat kinderen in groep 2 dit zonder enige moeite kunnen en met de meest fantastische vragen komen, maar dat dit voor groep 1 soms nog lastig is en om een meer sturende rol vraagt (geef bijvoorbeeld zelf voorbeelden van mogelijke leervragen, benoemt een aantal onderwerpen die passend kunnen zijn bij het thema en zet beeldmateriaal of concreet materiaal in om leervragen uit te lokken).

Het komt ook wel voor dat een kind graag wil aansluiten bij een vraag van een klasgenoot, dat is ook prima.


Bespreek vervolgens hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?

Deel ze eventueel daar op in:

  • Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?

  • Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?

  • Wat kun je zelf gaan onderzoeken?

  • Waar kun je iets voor ontwerpen?

Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken en tablets, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken. Laat de kinderen zoveel mogelijk zelf op zoek gaan en begeleid wanneer dat nodig is het proces verder om de kinderen een volgende stap te kunnen laten zetten in hun onderzoek.

Naarmate de kinderen meer over het thema leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten. Laat de onderzoekers hierover vertellen.

Verplaats deze stroken dan naar: "Dit zijn we te weten gekomen".

Zo kun je met de hele klas zien hoe de antwoorden op de leervragen groeien.

Tip: Denk ook eens aan een digitaal "onderzoek boek", zoals "Evernote". Op die manier kun je ook media toevoegen, zoals foto's, een filmpje of een geluidsopname.

 

Een praatplaat


Je kunt ook een leergesprek voeren aan de hand van een praatplaat over de schoenenwinkel.

Laat de kinderen vertellen wat zij daarop zien. Stel ook vragen, zoals: waar zie je...?

Wat doet... ? Hoeveel... zijn er? enz.

Als afsluiting kun je een leuk spelletje doen, zoals "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet" of raadsels bedenken over dingen op de praatplaat.

 

Quiz


  • Verzamel boeken bij het thema schoenen (bij voorkeur die in de klas voorgelezen zijn). Leg de boeken in de kring. Verdeel de kinderen in groepjes en geef elk groepje een teldopje. Speel een boekenquiz, waarbij de kinderen antwoord op een vraag geven door een dopje op een van de boeken te leggen. Suggesties voor kijkopdrachten: een gekopieerde afbeelding uit een van de boeken, een voorwerp dat in een boek voorkomt, een voorwerp dat bij een boek past. Suggesties voor vragen: een vraag over een van de verhalen of enkele kernwoorden uit een boek. De groepjes overleggen over het juiste antwoord en leggen hun dopje op het boek van hun keuze. De groepjes die goed geantwoord hebben, verdienen een snoephartje. Het groepje dat het eerst vijf snoephartjes verzameld heeft, wint de quiz.

 

Een feest


Sluit het thema eens feestelijk af met een strikfeest.

  • Maak een uitnodiging.

  • Houd een schoenenmodeshow

 
 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!



.

.

124 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page