In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema regen.

Loopvormen
Bewegingsverhaal
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen mogen een plekje in de zaal uitzoeken.
Vertel een verhaal. Het regent!
We lopen in de regen...voorwaarts, zijwaarts, achteruit
We lopen op onze tenen
We sluipen
Op 1 been staan
Rennen
Huppelen
Hinkelen
Kruipen
Springen
Rollen
In slow motion
Stampen
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
De regenworm
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen kruipen achter elkaar als een regenworm een route door de gymzaal.
Ze houden elkaar daarbij aan de onderbenen vast.
Variatie: Maak het parcours spannender door onder tafels en stoelen door te gaan.
Estafette
Door de plassen
Benodigdheden:
- Vellen blauw papier (of hoepels)
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee vellen blauw papier (de regenplassen).Op 1 papier gaan ze staan. Ze leggen het tweede vel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze het andere papier weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal.
Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Balvaardigheid/gooien en vangen
Ballenregen
Benodigdheden:
- Een mand
- Een heleboel ballen
Een kind gooit de ballen 1 voor 1 uit de mand. De andere kinderen proberen ze snel op te rapen en terug te stoppen. Lukt het om de pot leeg te krijgen?
Variatie: Maak gebruik van gekleurde ballen en manden met verschillende kleuretiketten.
De kinderen moeten de ballen bij de juiste kleur terugleggen
Kleine materialen/pittenzakken
Regendruppels
Benodigdheden:
- 3 Hoepels
- 3 Pittenzakjes
Leg drie hoepels achter elkaar. Dit zijn de regenplassen. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakjes. Dit zijn de regendruppels. Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien? Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.
Kleine materialen/hoepels
In de regen
Benodigdheden:
- Hoepels
- Ritmestokjes
Leg de hoepels op de grond. Dat zijn de regenplassen.
Vertel een verhaal over de regen en doe alsof je regenkleding aan.
We lopen op het ritme van de stokjes om de plassen heen
We gaan om de plassen heenlopen
We springen erin en er weer uit
We stampen in de plassen
We springen van plas naar plas en veranderen na een signaal van richting
We lopen op het randje van de plas. Pas op; val er niet in!
Regenplas wisselen
Benodigdheden:
- Hoepels
We gaan regenplas wisselen spelen! De kinderen zijn kinderen die in de regen spelen.
Leg de hoepels op de grond, dit zijn de regenplassen. Er is 1 hoepel minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hoepel, maar één kind staat in het midden.
Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle kinderen een ander hoepel zoeken.
Het kind dat in het midden staat probeert ook een hoepel te bemachtigen.
Eén kind blijft over en die moet nu in het midden staan.
Hoepeltikkertje
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). De hoepels stellen regenplassen voor. Een kind is de vanger en eentje de commandant. Wanneer de commandant roept: "uit de plas!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de vanger ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten.
Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Van plas naar plas
Benodigdheden:
- Hoepels (de regenplassen)
- Afbeeldingen
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels.
In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze van regenplas naar regenplas vooruit naar de andere kant van het lokaal.
Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
- Een handtrom
De hoepels zijn de regenplassen. In elke plas zit een kind. Op een teken gaan de kinderen op pad. Ze lopen om de plassen heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de kinderen zo snel mogelijk naar een plas. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De kinderen die geen regenplas hebben, zijn af.
Regenwormen
Benodigdheden:
- Voor ieder kind een hoepel.
De kinderen vormen samen een regenworm door achter elkaar te gaan staan en hun eigen hoepel en de hoepel van het kind voor zich vast te houden. De regenworm wordt steeds groter; er komt steeds iemand bij. Op die manier voeren ze allerlei opdrachten uit.
Jan Huigen in de ton
Benodigdheden:
- Hoepels
Houd allemaal de hoepel vast en loop in een kringetje rond. Zing hierbij "Jan Huigen in de ton, met een hoepeltje erom, Jan Huigen, Jan Huigen en de ton die viel in duigen".
Laat dan allemaal de hoepel los en val op de grond. Gebruik meerdere hoepels en maak meerdere groepjes wanneer niet alle kinderen om één hoepel kunnen lopen.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
.
Comments