site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema kleding: klankbewustzijn en geletterdheid

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 18 jan

Het is in een kleutergroep voor het latere lezen en schrijven erg belangrijk om niet te vroeg met letters aan de slag te gaan en eerst het klankbewustzijn spelenderwijs te stimuleren. Kinderen die bewust zijn van klanken en interesse in letters gaan krijgen, kun je vervolgens activiteiten met letters aanbieden.

In deze blog vind je suggesties voor kringactiviteiten om het klankbewustzijn en de geletterdheid te oefenen bij het thema kleding.



Luisterhouding en concentratie


Stilletjes

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen krijgen een gezamenlijke opdracht die ze geluidloos moeten uitvoeren, bijvoorbeeld: alle schoenen in de kring zetten, allemaal de jas pakken enz.

Benoem een kind tot leider. Als de leider toch een geluidje hoort, klapt het kind in de handen en wordt het spel gestopt.


1,2, weg ermee!

Benodigdheden:

- Een hoed.

 Ga met je rug naar de groep gekeerd staan. De kinderen geven een hoed door.

Zeg: ‘1, 2, weg ermee’. Het kind dat de hoed heeft, verstopt het snel achter zijn rug.

 

Geluid herkennen


Wat valt daar?

Benodigdheden:

- Allerlei voorwerpen, die met kleding te maken hebben (denk aan een schoen, een hoed, een knoop, een riem enz.)

De kinderen doen hun ogen dicht. Laat een voorwerp vallen. Hebben de kinderen gehoord welk voorwerp dat was? Maak er een memory van door twee, drie of vier voorwerpen achter elkaar te laten vallen. Kunnen de kinderen deze daarna in de goede volgorde benoemen?

 

Geluid lokaliseren


De waakhond

Benodigdheden:

- Een kledingstuk

In de kring zit een kind. Hij is de baas van een kledingwinkel. Het kledingstuk ligt achter hem. Wijs een kind aan dat de boef is en naar het kledingstuk sluipt. Hij probeert het te pakken. Zodra het andere kind iets hoort, roept hij ‘houd de dief!’ en wijst, met de ogen dicht, in de richting van het geluid. Is dit juist, dan mag hij de ogen openen.

 

Auditief geheugen: woorden


BOEM!

Benodigdheden:

- 3 tot 5 voorwerpen (of afbeeldingen), behorende bijj kleding

Speel in de kring het spelletje “BOEM”. Leg de 3-5 verschillende voorwerpen/afbeeldingen in de kring en stuur 1 kind even naar de gang. In de kring wordt afgesproken bij wel voorwerp of welke afbeelding er “BOEM” mag worden geroepen. Bijvoorbeeld bij de broek. De kleuter in de gang komt terug en wijst de voorwerpen/afbeeldingen aan en gaat zo op zoek naar het voorwerp dat “BOEM” zal opleveren.


Shoppen

Benodigdheden:

- Kledingstukken

Leg een heleboel kledingstukken in de kring. Vertel de kinderen dat jullie gaan shoppen om nieuwe kleren te kopen. Jij vertelt wat er op het lijstje staat en één van de kinderen mag, nadat alles opgenoemd is, gaan 'shoppen'. Noem om te beginnen 2 kledingstukken op en laat een kind deze kledingstukken pakken. Ga daarna verder met 3 kledingstukken, 4, etc.

Kunnen de kinderen de kledingstukken ook in dezelfde volgorde pakken als waarin jij ze opgenoemd hebt? Daarna ga je zelf shoppen. Noem 4 kledingstukken op die je wilt gaan kopen. Pak er vervolgens maar 3. Weten de kinderen wat je vergeten bent om te kopen?


Welk woord heb jij?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

De kinderen bestuderen hun kaart en leggen deze daarna omgekeerd onder hun stoel. Noem nu steeds een kaart op.

Het kind met de genoemde kaart gaat bij het horen van zijn kaart staan.

Het wordt lastiger als je de kinderen een aantal keer van kaart of van plaats laat wisselen.


Woorden herhalen

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

Oefen het auditief geheugen van de kinderen door bijvoorbeeld twee, drie, vier of vijf woordkaarten van dit thema hardop te benoemen, laat de kinderen deze reeks woorden vervolgens herhalen en daarbij de genoemde kaarten in de juiste volgorde neerleggen.

Variatie 1: De handpop zegt rijtjes woorden (3-5) of zinnen (4-7 woorden) op die de kinderen moeten nazeggen. Gebruik de woorden van de woordenlijst of woordkaarten bij het thema.

Variatie 2: Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen. Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen.

Maak tweetallen. Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.

Variatie 3: Gebruik een papegaaien handpop om de woorden na te laten zeggen.

Wie de papegaai krijgt mag het woord na-papegaaien.


Ik ga naar de kledingwinkel en ik neem mee...

Benodigdheden:

- Geen

Speel het spel of een variatie op het spel: Ik ga op reis en ik neem mee...

Hoeveel woorden kunnen de kinderen onthouden?

Tip: Voeg elke keer een beweging of een extra geluid (gemaakt met eigen lijf) toe, passend bij het genoemde woord. Probeer de groeiende opsomming aan het eind van het lied ritmisch op te noemen door duidelijke accenten in de woorden te leggen waardoor een cadans ontstaat; Het onthouden van geluiden wordt makkelijker wanneer deze gekoppeld worden aan echte voorwerpen die in de kring liggen of afbeeldingen ervan.


Het ontbrekende woord

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

Leg een reeks van een aantal woordkaarten van dit thema neer en noem er eentje niet op. Welk woord heb je niet gehoord? Wijs het aan!

Variatie: Zeg twee maal dezelfde reeks woorden op, maar laat de tweede keer een woord weg. Horen de kinderen zonder visuele ondersteuning welk woord je hebt weggelaten?


Hetzelfde woord

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds een rijtje van vier-zes woorden achter elkaar.

Welk woord heb je twee keer gehoord?

Bijvoorbeeld:

  • Broek-rok-broek-jurk

 

Auditief geheugen: zinnen


Zinnen nazeggen

Benodigdheden:

- Twee handpoppen

De ene handpop is boven in het huis. De andere handpop is beneden. Hij roept zinnen naar boven, naar de andere handpop.

Zeg rijtjes woorden (3-5) of zinnen (4-7 woorden) op die de kinderen moeten nazeggen. Gebruik de woorden van de woordenlijst en/of woordkaarten bij het thema.

→ Zinnen van 4- 7 woorden (groep 1):

Trek je broek aan!

Pak je schoenen!

→ Zinnen van 7 – 10 woorden (groep 2):

Heb jij je rode schoenen beneden laten staan?

Welke jurk ga je vandaag aandoen? De rode jurk of de blauwe?


Meervoudige opdrachten

Benodigdheden:

- Geen

Geef de kinderen een meervoudige opdracht rondom kleding die ze uitvoeren in het lokaal, zoals: loop op je tenen naar een raam, doe daar je mouw omhoog en kruip terug naar de kring. De kinderen voeren de opdracht daarna uit.

Begin met tweevoudige opdrachten en breid dit daarna uit naar meer.

 

Auditieve discriminatie: klanken


Reactiespel

Benodigdheden:

- Geen

Noem een rijtje klanken achter elkaar op.

De kinderen moeten gaan staan als ze de afgesproken letter horen, bijv. de K van kleren.

Variatie: Klappen in je handen als je de afgesproken letter hoort. Of maak een andere beweging.


Liedje

Benodigdheden:

- Geen

Zeg de tekst van een liedje over kleding zin voor zin. Bedenk welke woorden met een afgesproken klank beginnen. Probeer het liedje te zingen zonder deze woorden uit te spreken of start met één woord dat wordt weggelaten en breid dit later uit.


Wellus/nietus

Benodigdheden:

- Geen

De leerkracht noemt een letter. Vervolgens noemt de leerkracht een woord.

Zit de letter in dit woord? Dan mogen de kinderen op hun stoel gaan staan.

Zit de letter niet in het woord, dan gaan of blijven de kinderen zitten.

Bijvoorbeeld de K van Kleren: jurk, jas, trui, rok, broek, hoed.


Een verhaal

Benodigdheden:

- Voor ieder kind een letterkaartje van een bepaalde letter, bijv. de K van Kleren.

Vertel een verhaal over kleding. Steeds wanneer de kinderen een woordje met de afgesproken letter horen (verleng deze klank duidelijk) steken ze hun letterkaartje in de lucht.


Neuriën

Benodigdheden:

- Geen

Zing een lied over kleding door het te neuriën in een bepaalde letterklank (bijv. de K van Kleren).

Variatie: Neurie een bekend lied met de afgesproken klank en laat de kinderen raden welk lied het is. Laat hierna een kind een lied neuriën. Kan de groep het raden?

 

Auditieve discriminatie: woorden


Wie heeft het woord? 

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

Ieder kind heeft een woordkaart, behorende bij dit thema, in de hand. De leerkracht verzint een verhaal met de woorden op deze woordkaartjes. Zodra hij/zij een woord noemt wat bij iemand op het kaartje staat, moet diegene het kaartje in de lucht steken.


Getallenverhaal

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zitten in een kring. Jij vertelt een verhaal of leest het voor.

Elke keer als er in het verhaal een getal genoemd wordt, moeten de kinderen één keer in hun handen klappen. Spreek van tevoren af dat het lidwoord ‘een’ niet telt, behalve als het als één wordt uitgesproken. Je kunt ter plekke een verhaaltje improviseren.

Je kunt ook een bestaand verhaal voorlezen en daar eventueel op door fantaseren.

Getallen kunnen bijvoorbeeld gaan over hoeveel kledingstukken, welke maat enz.

Variatie 1: Je vinger opsteken als er in het verhaal een getal of kledingstuk wordt genoemd

Variatie 2:‘Hallo!’ roepen als er in het verhaal een naam genoemd wordt


Hetzelfde woord in twee zinnen

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds twee zinnen met hetzelfde woord erin.

Horen zij hetzelfde woord in twee zinnen?

Bijv. Ik doe mijn jas aan - Hij gaat een jas kopen.

 

Passief rijmen


Wat hoort er niet bij?

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds drie woorden, waarvan er twee rijmen.

De kinderen proberen te ontdekken welk woord er niet rijmt.

Bijv. rok-sok-jas

Variatie: Wie kan er zelf woorden bedenken?

 

Actief rijmen


Zelf rijmwoorden bedenken

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

Laat de kinderen rijmwoorden verzinnen bij de woordkaarten van dit thema.

Kies bij voorkeur voor eenlettergrepige woorden, zoals: jas, rok, broek, das, hoed enz.


Zinnen afmaken

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen maken rijmzinnen af. De zin wordt langzaam voorgelezen.

Het laatste woord moeten de kinderen aanvullen.

Bijv. Op mijn hoofd staat een hoed-die staat mij heel erg ...? (goed)


Een rijmtoren

Benodigdheden:

- Blokken

Laat de kinderen rijmen op woorden die met het thema kleding te maken hebben.

Noem het eerste woord en zet een blok neer. Vertel dat dit de eerste steen van de rijmtoren is. Laat de kinderen verder rijmen en voor ieder rijmwoord een steen bovenop het begin van de toren zetten. Wanneer de kinderen geen rijmwoord meer weten of wanneer de toren omvalt start je met een nieuw rijmwoord. Dag de kinderen uit een zo hoog mogelijke rijmtoren te maken.

Variatie: In kleine groepjes


Een rijmkroon

Benodigdheden:

- Een kroon (of hoed)

Geef een kroon of hoed de kring rond. Vraag de kinderen op woorden te rijmen.

Wie een rijmwoord weet, krijgt de kroon of hoed op en noemt zijn rijmwoord.


Gedichtje

Benodigdheden:

- Geen

Geef de kinderen de opdracht om een kort gedichtje te maken met een themawoord.


Rijmen met...

Benodigdheden:

- Rijmkaarten of woordkaarten

- Fiches of vouwrondjes

- Een knuffel.

Leg een route met steeds 5 fiches of vouwrondjes tussen de afbeeldingen. Vertel de kinderen dat dit de route is die de knuffel aflegt om naar de kledingwinkel te komen. Steeds wanneer hij een rijmwoord bij de afbeelding die hij tegenkomt kan verzinnen mag hij een fiche of vouwrondje verder. Bijv. Rok: bok, dok, fok, gok, sok. Vervolgens komt de knuffel bij het volgende plaatje waarop hij moet rijmen. Lukt het hem om naar de overkant te komen? Schrijf de rijmwoorden evt. op de vouwcirkels en de afbeeldingen. Kinderen zien dan dat bij rijmen de achterkant van een woordje steeds hetzelfde blijft, maar dat het begin verandert. De knuffel loopt de route ook weer terug, maar nu moeten de kinderen raden waar hij staat. Bijvoorbeeld: 'De knuffel at een koek en kocht daarna een ... (broek)'

 

Visueel rijmen


Een versje bekijken

Benodigdheden:

- Een versje over kleding op een groot vel papier

- Een stift

Lees een versje voor. Waar gaat het over?

Bekijk daarna de vorm van het versje. Welke woorden lijken op elkaar?

Zoek de woorden die op elkaar rijmen.

De rijmwoorden worden onderstreept. Wat zien de kinderen bij deze woorden ? Rijmwoorden hebben dezelfde letters op het eind. Vraag de kinderen nog meer rijmwoorden bij deze woorden te bedenken. Deze woorden worden onder elkaar genoteerd. Telkens wordt gekeken of er dezelfde letters zijn en waar die staan.

Variatie: Zien de kinderen woorden in het versje, die lang of kort zijn?

 

Lange en korte woorden


Het langste woord

Benodigdheden:

- Een korte en een lange sjaalof sok of een kleine en een grote hoed

Noem steeds twee woorden op. Horen de kinderen welk woord het langste is?

Gebruik de woorden van de woordenlijst en/of woordkaarten bij het thema kleding.

Leg de woordkaarten ervan bij een kort kledingstuk (korte woorden) of een lang kledingstuk (lange woorden).


Wat hoort er niet bij?

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds drie woorden, die met kleding te maken hebben, waarvan er twee kort zijn.

De kinderen proberen te ontdekken welk woord er lang is.

Bijv. rok, kersttrui, sok

 

Lange en korte zinnen


De langste zin

Benodigdheden:

- Geen

Noem steeds twee zinnen op. Horen de kinderen welke zin het langste is?

Gebruik de woorden van de woordenlijst en/of woordkaarten bij het thema.

Bijv. ik koop een trui-mijn nieuwe trui is heel lekker warm

Variatie: Bied ook eens twee zinnen aan. Horen de kinderen welke het langste is?


De zin wordt steeds langer

Benodigdheden:

- Groot vel papier

- Stift

Schrijf het eerste stukje van een zin op en maak deze steeds langer.

Bijv. Mijn sok...


Zinnen verdelen in woorden

Benodigdheden:

- Groot vel papier

- Stift

- Blokjes en /of hoepels

Zeg zinnen en laat de kinderen evenveel blokjes neerleggen of stappen zetten (leg bijv. hoepels neer en laat ze van hoepel naar hoepel gaan).

Schrijf de zin daarna op en laat de kinderen de zin verdelen in woorden.

Bijv. Ik-heb-twee-sokken-aan (5 blokjes)

 

Letters, woorden en zinnen


Het verschil tussen een letter, woord en zin

Benodigdheden:

- Stroken met de zin "de sok is geel"

- Stroken met het woordje "sok"

- Stroken met de letters "s", "o"en "k"

Leg de stroken in de kring en geef de kinderen opdrachten als: pak de letter k, pak het woordje "sok", pak de zin "de sok is geel"


Een uitnodiging maken

Benodigdheden:

- Potloden, stiften of pennen

- Papier

- Envelop

- Klassenpop

De klassenpop is jarig en wil uitnodigingen versturen voor een verkleedfeest. Hoe doe je dat? Wat moet er op een uitnodiging komen te staan? Schrijf op een groot vel papier op wat de kinderen benoemen. Bekijk daarna welke letters en woorden op elkaar lijken. Waar staat voor wie de uitnodiging is en waar staat van wie de uitnodiging is? Wanneer is het feestje, van hoe laat tot hoe laat en hoe oud wordt de jarige? Kopieer de uitnodiging en laat de kinderen deze versieren met tekeningen.

 

Samengestelde woorden


Samengestelde woorden

Benodigdheden:

- Geen

Zeg tegen de kinderen: 'Het woord is kleding. Ik plak daar het woord hanger achter.

Dan wordt het ...?' Laat de kinderen de woorden vastplakken.

Kunnen ze ook een ander woord aan 'kleding' vastplakken?

Of moeilijker: 'Ik zeg 2 woorden: (regen-)jas - (regen-)laarzen. Welk woord kan er voor beide woorden geplakt worden om een nieuw, lang woord te maken?'

Voorbeelden van samengestelde woorden bij het thema kleding: winterjas, meisjesschoenen, tuinbroek, zwembroek, kersttrui, strohoed, bruidsjurk, onderbroek, regenlaars, Kerstsok, voetbalschoen, schoenzool, broekspijp enz.

Variatie: Fantasiewoorden bedenken: zwemjas, slaapjurk, tuinpyjama enz. Teken ze!

 

Analyse: lettergrepen


Tip: Het analyseren met lettergrepen werkt voor kleuters vaak erg verwarrend.

Uit onderzoek blijkt bovendien dat het klappen van woorden in lettergrepen niet bijdraagt aan het leren lezen. Het analyseren en synthetiseren van klanken daarentegen juist wel!

Wil je analyseren of synthetiseren met lettergrepen toch oefenen met kleuters? 

Leg dan vooral het verschil nog eens uit tussen lettergrepen klappen en hakken en plakken. Je kunt het klappen van woorden in lettergrepen ook gewoon 'lettergrepen' noemen; dat maakt het wat duidelijker.


InstrumenTAAL

Benodigdheden:

- Geef elk kind een instrument.

Noem een woord bij het thema kleding en laat de kinderen dit woord in klankgroepen spelen. Voor elke klankgroep spelen ze een keer op hun instrument.

Varieer door de instrumentgroepen om de beurt te laten spelen, door kinderen alleen te laten spelen en door te spelen zonder het woord hardop te zeggen.

 

Synthese: lettergrepen


Hoeveel stukjes?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

- Dopjes of cijferkaarten

Klap de woorden op de woordkaarten, in lettergrepen en laat de kinderen raden welk woord het is. Gebruik hier alleen de klankzuivere woorden voor. Laat de kaarten daarna bij het juiste aantal leggen. Dit kunnen bijvoorbeeld dopjes of cijferkaarten zijn (of houd het simpeler en laat ze sorteren op lange of korte woorden).

Draai het ook eens om en laat de kinderen de lettergrepen weer verbinden tot woorden of vraag om een kaart waarbij je bijv. twee keer moet klappen.


Welk woord klap ik?

Benodigdheden:

- Een touw

Leg het touw op de grond zodat er twee vakken ontstaan. Hak een woord in stukjes. Bijvoorbeeld: "Winterjas". Spreek met de kinderen af, dat je een woord in stukjes gaat klappen. Als ze denken dat je "winterjas" hebt geklapt gaan ze in het ene vak staan (wijs dit aan), als ze denken dat je "zonnebril" hebt geklapt dan gaan ze in het andere vak staan. Variatie: Noem twee woorden; een lang woord en een kort woord en klap er eentje in stukjes zonder het woord te zeggen. De kinderen moeten in het bijbehorende vak gaan staan. Bied ook eens twee woorden aan die even lang zijn (en laat de kinderen ontdekken dat beide vakken dus goed zijn).


In welke kast?

Benodigdheden:

- Kledingstukken of woordkaarten (thema kleding)

- Blokken

- Cijferkaarten

Bouw drie kasten in de kring. Een kleine, een middelgrote en een grote.

Leg hier cijferkaartjes van 1, 2 en 3 bij. Laat een kledingstuk zien en vraag de kinderen de naam van dit dier in klankgroepen te klappen. Vraag de kinderen uit hoeveel klankgroepen dit woord bestaat en leg het kledingstuk in het juiste kast. Leg alle kledingstukken op deze manier in de juiste kast.

 

Synthese: klanken


Geheimtaal

Benodigdheden:

- Geen

Zeg een zin met één woord in stukjes. Doe dit zoemend, bijvoorbeeld: jjjjjaaaaaasssssssss, De kinderen raden wat er gezegd wordt.

Een vervolg activiteit hierop kan zijn; alleen het losse woord herkennen.

Begin met mk-k-mk woorden. Later kun je dit uitbreiden naar mk-mk-k-mk-mk woorden.


Wie van de drie?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema kleding

- Een knuffel

De knuffel heeft nieuwe kleren nodig. Wat gaat hij kopen? Leg drie woordkaarten in de kring en zoem een van de woorden in klanken. Vraag de kinderen welke woordkaart daar bij hoort. Een van de kinderen krijgt de knuffel op schoot. Laat hem/haar de juiste kaart weghalen en leg een nieuwe woordkaart op de plek. Zeg nu het volgende woord in stukjes en geef de knuffel weer aan iemand anders. Ga door totdat de knuffel genoeg nieuwe kleren heeft.


Wat/wie is het?

Benodigdheden:

- Leg een aantal kledingstukken in de kring.

Zoem één van de woorden in losse klanken, de kinderen raden om welk kledingstuk het gaat.

Variatie: Je kunt de kledingstukken ook door woordkaarten vervangen.


Voorleeshak en -plak

Benodigdheden:

- Een boek over kleding

Kies tijdens het voorlezen af en toe een woord uit dat je zoemt en laat een kind de klanken aan elkaar plakken. Het voordeel van deze activiteit is dat het kind wat extra houvast heeft aan de zinnen waarin de woorden staan.


Letterdoosje

Benodigdheden:

- Doosje

- De letters: R-O-K

- Letterlijn

- Papier en stift

In het letterdoosje komen de letters: r-o-k. Bespreek elke week een nieuwe letter.

De kinderen mogen dan allemaal dingen zoeken en meenemen die met die letter beginnen. Laat de handpop kijken of de goede dingen in de letterbak liggen.

Vervolgens bedenk je er samen nog meer woorden bij en schrijf je deze deze op een papier.

Hang deze aan de letterlijn. Op volgorde van de letters van het alfabet.

Variatie: Pas het woord (en dus ook de letters) aan op je huidige thema.


In de verkleedkist

Benodigdheden:

- Een verkleedkist

- Kledingstukken of woordkaarten (thema kleding)

- Een klassenhandpop

Zet een verkleedkist in de kring. De klassenhandpop vertelt zoemend wat er in zijn verkleedkist gaat, bijvoorbeeld: een rrrrooookkkkk

De kinderen synthetiseren de klanken en raden wat er in de verkleedkist zit.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.

.

.



10 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentarios

Obtuvo 0 de 5 estrellas.
Aún no hay calificaciones

Agrega una calificación

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page