Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken.
Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen.
Ook zijn de startactiviteiten belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen. Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven. Thema’s kunnen op veel verschillende manieren gestart en afgesloten worden. In deze blog geef ik je suggesties om het thema het paard van Sinterklaas te openen en/of af te sluiten.

De belevingswereld van de kinderen
Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:
Hou jij van paarden?
Heb je wel eens op een paard gereden?
Waar heb je wel eens een paard gezien?
Zou je zelf een paard willen zijn?
Thematafel
Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:
Knuffels van het paard van Sinterklaas
Boeken over het paard van Sinterklaas
Posters/afbeeldingen over het paard van Sinterklaas
Voorwerpen, zoals: een zadel, hooi, een wortel, een hoef, teugels enz.
Knutselwerkjes van de kinderen
Woordkaarten. thema het paard van Sinterklaas
Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op.
Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.
Aankleding van de klas
Breng je lokaal in de sfeer van het thema. Denk hierbij aan:
Een raamschildering: Beschilder de ramen of hang grote geplastificeerde A3 afbeeldingen van het paard van Sinterklaas op. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.
Laat de kinderen zelf een raamschildering van het paard van Sinterklaas maken/inkleuren
Een deurversiering: Versier de deur met een "gordijn" van witte repen crêpepapier. Hang er kartonnen paarden en wortels aan.

Verander de deur in een deur van een paardenstal met het paard van Sinterklaas.
Maak een spoor van pootafdrukken van het paard van Sinterklaas door het lokaal.
Maak een aftelkalender: hang bijvoorbeeld een slinger met evenveel paarden op als de dagen tot aan Sinterklaas. Elke dag mag er eentje worden weggehaald.
Verander witte ballonnen in het paard van Sinterklaas en versier het lokaal hiermee.
Maak een slinger van paarden.
Maak een paardenparkeerplaats.
Hang een gluurpaard op je raam.
Maak het paard van Sinterklaas van grote dozen.
Voorbeelden vind je op mijn Pinterest



Voorwerpen
Haal allerlei voorwerpen de klas in, die met het paard van Sinterklaas te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.
De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.
Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?
De kinderen vinden bijvoorbeeld een hoefspoor in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk van wie het voorwerp is.
De voorwerpen kunnen in een doos of koffer geplaatst worden. Deze geheimzinnige doos staat in de klas als de kinderen binnen komen. Iedere keer komt er wat uit de doos tevoorschijn. Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen op ideeën komen en nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.
Een verhalend ontwerp
Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen. Enkele variaties:
Er komt een paardenhandpop op visite. Hij heeft een vraag of probleem.
De kinderen ontvangen een brief van de paardenpiet, waarin hen om hulp wordt gevraagd bij een probleem. De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. Ze kunnen bijv. bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets knutselen enz... Na afloop presenteren de kinderen hun werk aan de groep.
Drama
Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:
De leerkracht komt als het paard van Sinterklaas de klas binnen
De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten een boek over het paard van Sinterklaas uit.
Een poppenkastvoorstelling over het paard van Sinterklaas.
De kinderen kunnen zelf een voorstelling over het paard van Sinterklaas verzorgen.
Een boek
Start het thema met het voorlezen van een boek over het paard van Sinterklaas
Vraag kinderen uit de hogere groepen om (in groepjes) te komen voorlezen over het paard van Sinterklaas.
De kinderen presenteren hun lievelingsboek over het paard van Sinterklaas.
Houd een boekverkiezing. Leg een collectie van boeken over het paard van Sinterklaas aan. Vraag hiervoor kinderen om boeken mee te nemen van thuis, duik in de schoolbibliotheek en leen boeken bij de openbare bibliotheek. Laat de kinderen in de boeken snuffelen en houd dan een verkiezing. Wat is het beste boek?
Laat de kinderen samen een boek over het paard van Sinterklaas maken. Stel groepjes samen van ongeveer vier kinderen. Neem de tijd om aan het boek te werken. Reserveer bijvoorbeeld gedurende een week elke dag een uur om aan het boek te werken.
Dag 1: Bekijk eerst samen een bestaan prentenboek. De jongste kleuters kunnen de wie- en waar-vragen beantwoorden. Iets oudere kinderen kunnen een onderscheid maken in ‘begin’, ‘midden’ en ‘eind’ van het verhaal en op zoek gaan naar het ‘probleem’ dat zich vaak afspeelt in de verhalen en de bijbehorende oplossingen.
Dag 2: Wanneer de kinderen een prentenboek beter hebben bekeken gaan ze zelf aan de slag. Ze bedenken eerst hoe de hoofdpersoon uit hun boek eruit ziet en hoe hij zich gedraagt. Ze geven hem een naam en bedenken waar hij woont. De kinderen gaan daarna aan de slag met verschillende teken-, schilder- en knutselmaterialen en maken de hoofdpersoon.
Dag 3: Vervolgens bedenken ze een begin voor hun prentenboek. Op de eerste bladzijde van een prentenboek wordt uitgelegd over wie het verhaal gaat en waar deze persoon woont. De karaktereigenschappen van de hoofdpersoon worden soms ook al duidelijk. Wanneer je merkt dat de kinderen niet goed verder komen, kunt je voorstellen de verhaallijn van een bestaand prentenboek te gebruiken.
Dag 4: Vandaag wordt het midden van het verhaal gemaakt. Dit kunnen meerdere pagina's zijn. In het midden ontstaat een probleem. Wanneer de kinderen het moeilijk vinden, laat je ze naar bestaande prentenboeken kijken.
Dag 5: De kinderen maken de laatste bladzijde(n) van het verhaal, waarin het probleem opgelost wordt. Laat ze ook nu weer kijken naar bestaande prentenboeken. Laat de kinderen controleren of de teksten kloppen en of alle
afbeeldingen in de goede volgorde liggen. Laat ze het verhaal eens van begin tot eind hardop te lezen, om te controleren of het goed klinkt.
Dag 6: Het boek krijgt een kaft met een titel en een titelblad waarop de naam van de kinderen staan die aan het boek gewerkt hebben.
Dag 7: De kinderen mogen hun prentenboek presenteren. Je kunt de zelfgemaakte boeken daarna ook in je leeshoek leggen of laten rouleren.
Het is ook bijzonder leerzaam om met kinderen een boek over het paard van Sinterklaas te maken waarin ze zelf de hoofdrol spelen. Laat de kinderen nadenken over een interessant onderwerp. Voor kleuters is het handig om beeldmateriaal als uitgangspunt te nemen. Laat de kinderen foto’s of kopieën meenemen naar school. Ze bepalen eerst de volgorde van het verhaal dat ze willen vertellen. Welke foto komt aan het begin van het boek en welke als laatste? De foto’s kunnen leidend zijn voor het verhaal dat ze willen vertellen. Laat de kinderen beschrijven wat ze op de foto’s zien en schrijf de tekst erbij. Eventueel kunnen er nog tekeningen bij gemaakt worden. Als laatste maken de kinderen de kaft. Deze moet in één oogopslag laten zien dat het boek over dat ene kind gaat. Als alle boeken klaar zijn, kan er een boekpresentatie zijn. Plan twee keer per dag kort een moment waarop de kinderen hun boek aan de rest van de groep presenteren. Op die manier kunnen ze de keuzes die ze gemaakt hebben verantwoorden. Daarnaast kunnen de kinderen met hun boek ook anderen inspireren. Laat het een boek worden waar ze echt trots op zijn.
Een speurtocht
Organiseer een speurtocht in of rondom de school.
Enkele variaties:
Vossenjacht: Een aantal leerkrachten/volwassenen verkleden zich als een paard en lopen in en om de school heen. De kinderen zoeken de personages op. Het personage geeft ze vervolgens een letter of een deel van een plaatje. Nadat alle personages gevonden zijn, wordt de naam of het plaatje in elkaar gepuzzeld.
In de klas, school of rondom de school hangen overal afbeeldingen van het paard van Sinterklaas. De kinderen zoeken deze. Bij iedere afbeelding vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een puzzelplaatje.
De kinderen volgen een spoor van paardenhoeven. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een paardenpiet (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over het paard van Sinterklaas om voor te lezen.
Het paard van Sinterklaas is kwijt. De kinderen moeten een speurtocht doorlopen, die hen naar de vindplaats leidt. Schrijf in een brief dat de kinderen het paard van Sinterklaas moeten gaan zoeken. Laat aanwijzingen achterin de brief. Als ze die opvolgen dan zullen ze het paard van Sinterklaas kunnen vinden. Print op gekleurd papier de cijfers 1 tot en met 10 uit. Stop de cijfers in insteekhoesjes. Maak ook een foto van de vindplaats en print de foto uit en knip deze in tien stukken. Stop in ieder hoesje een stuk van de foto. Laat de kinderen in de klas of door de school op zoek gaan naar de cijfers. Zodra ze allemaal zijn gevonden maakt de groep de puzzel om de vindplaats te achterhalen.
Sinterklaas is verdrietig. Er is een dief in zijn paardenstal geweest, die tien wortels voor het paard heeft gestolen. Kunnen de kinderen deze in of rondom de klas terugvinden?
Een gast
Nodig eens een gast uit, die de kinderen meer kan vertellen over dit thema.
Denk bij dit thema eens aan:
Een eigenaar van een paard
Misschien heeft een ouder uit je groep wel een paard of kennen ze iemand?
Bedenk vooraf, samen met de kinderen leervragen, zoals:
Waar koop je een paard?
Hoe verzorg je een paard?
Wilde u altijd al een paard hebben?
Wat is er leuk aan?
Wat is er niet zo leuk aan?
Een uitstapje
Maak eens een uitstapje. De kinderen kunnen het thema dan al direct van dichtbij beleven en ervaren en er later verder over praten.
Denk bij dit thema eens aan:
Een manege
Een (kinder-)boerderij waar paarden zijn
Regel het bezoek van tevoren.
Een leergesprek
Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd.
Deze kan bijvoorbeeld geactiveerd worden door een leergesprek.
Inventariseer wat de kinderen al weten en nog willen leren over het paard van Sinterklaas.
Daarna kan er een woordveld worden gemaakt of kunnen de weetjes op stroken worden genoteerd en opgehangen bij: wat weten we al?
Dit woordveld wordt gedurende het thema verder aangevuld . Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien.
Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen.
Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren?
Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:
Waarom...?
Hoe...?
Welke...?
Wanneer....?
Wat als...?
Waar...?
Hoe kun je...?
Als....dan....?
Bespreek hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?
Deel ze eventueel daar op in:
Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?
Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?
Wat kun je zelf gaan onderzoeken?
Waar kun je iets voor ontwerpen?
Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken over het paard van Sinterklaas en tablets, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken.
Naarmate de kinderen meer over ... leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten. Verplaats deze stroken dan naar: "Dit zijn we te weten gekomen".
Een praatplaat
Je kunt ook een leergesprek voeren aan de hand van een praatplaat over het paard van Sinterklaas.
Laat de kinderen vertellen wat zij daarop zien. Stel ook vragen, zoals: waar zie je...?
Wat doet... ? Hoeveel... zijn er? enz.
Als afsluiting kun je een leuk spelletje doen, zoals "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet" of raadsels bedenken over dingen op de praatplaat.
Quiz
Organiseer een quiz over het paard van Sinterklaas. Wat weten ze al of nog van het onderwerp af?
Verzamel boeken bij het thema het paard van Sinterklaas. (bij voorkeur die in de klas voorgelezen zijn). Leg de boeken in de kring. Verdeel de kinderen in groepjes en geef elk groepje een teldopje. Speel een boekenquiz, waarbij de kinderen antwoord op een vraag geven door een dopje op een van de boeken te leggen. Suggesties voor kijkopdrachten: een gekopieerde afbeelding uit een van de boeken, een voorwerp dat in een boek voorkomt, een voorwerp dat bij een boek past enz... Suggesties voor vragen: een vraag over een verhaal of enkele kernwoorden uit een boek. De groepjes overleggen over het juiste antwoord en leggen hun dopje op het boek van hun keuze. De groepjes die goed geantwoord hebben, verdienen een snoephartje. Het groepje dat het eerst vijf snoephartjes verzameld heeft, wint de quiz.
Een feest
Sluit het thema eens feestelijk af.
Zorg voor versiering, zoals paardenslingers.
Maak een uitnodiging.
Zorg voor muziek over het paard van Sinterklaas.
Organiseer een minidisco op muziek over het paard van Sinterklaas.
Houd een playbackshow op liedjes over het paard van Sinterklaas
Houd een stoelendans op muziek over het paard van Sinterklaas.
Speel "Ezeltje prikje" met het paard van Sinterklaas en een staart. Maak op een groot bord een paard zonder staart. Die mogen de kinderen er met een blinddoek om op gaan prikken. Maak de staart uit van papier en plak er klittenband op. Vervolgens mogen de kinderen proberen de staart op de juiste plek op het bord te plakken.
Trakteer de kinderen op worteltjes
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
コメント