In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema het paard van Sinterklaas.

Loopvormen
Kruip in de rol van het paard van Sinterklaas
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn allemaal het paard van de Sint en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.
Kruip vervolgens met allerlei beweegopdrachten in de rol van het paard.
Wakker worden.
Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen (ze worden om de beurt wakker)
Slap staan en stevig staan
Lopen als als een paard, zijwaarts, achterwaarts, voorwaarts, in galop
Lopen en stilstaan (op 1 voet, op handen voeten, op 2 handen en 1 voet enz...)
Lopen en stil liggen (op je buik of rug)
Sluipen over het dak
Kruipen
Kruipen met een kind (de Sint) op je rug
Springen op twee voeten
Rollen, liggend op de grond (alleen of samen
Rennen en omkeren (wendbaar zijn)
Slapen
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
Deze loopvormen worden in alle richtingen gedaan zodat de kinderen ook leren wat vooruit, achteruit, zijwaarts, links en rechts is.
Varieer het ritme, aangepast aan de beweging die je van de kinderen vraagt.
Het paard
Benodigdheden:
- Een handtrom
De kinderen zijn paarden. Ze huppen en springen in het rond.
Als de leerkracht op de trommel slaat staan ze zo snel mogelijk stil.
Reactie spel
Benodigdheden:
- Geen
Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.
Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.
Jij bent de Sint en de kinderen zijn de paarden.
Aan de ene kant van de grens is de stal en aan de andere kant is de stoomboot.
Als de jij 'stal' zegt moet iedereen naar de stalkant springen.
Als jij 'stoomboot' zegt, springen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'paard' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een paard op vier poten gaan staan.
Paardrijden
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen gaan in tweetallen staan. Het ene kind is de Sint en achtervolgt het andere kind; het paard. Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer. Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.
Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan (de Sint) en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.
Doe maar na!
Benodigdheden:
- Een paardenknuffel
De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.
Niet botsen!
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn paarden en proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.
Stoeien en contactspelletjes
Het paard
Benodigdheden:
- Een mat
De kinderen zitten op handen en knieën als een paard op de mat (de stal). Op een teken van de leerkracht proberen ze elkaar er vanaf te duwen. Als een kind van de mat af wordt geduwd, gaat hij aan de kant zitten. Wie niet op handen en voeten blijft zitten is ook af.
Het spel stopt als er 1 kind over is.
Paardrijden
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is Sinterklaas en gaat op de rug van een lopend of kruipend kind zitten.
Het paard loopt een stukje of een parcours met het kind op zijn rug.
Over het paard springen
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is het paard gaat gebogen staan, met zijn handen op de knieën.
Een ander kind is de paardenpiet. Hij neemt een aanloop, zet zijn handen op de rug en springt er met gespreide benen overheen.
Kriebelkruip
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen kruipen als een paard achter elkaar een route door de gymzaal.
Ze houden elkaar daarbij aan de onderbenen vast.
Maak het parcours spannender door onder tafels en stoelen door te gaan.
Volg het paard!
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen lopen in tweetallen door de ruimte. Het ene kind is het paard en leidt het andere kind; de Sint, eventueel langs een parcours, door de handen op de heupen of schouders te leggen.
Tikspelen
Worteltje leggen
Benodigdheden:
- Een zakdoek
Dit bekende spel behoeft verder geen uitleg.
Verander 'Zakdoekje' in een worteltje. Het paard probeert te tikken.
Aan het werk!
Benodigdheden:
- Een staf of een stok
Een kind is Sinterklaas en heeft de staf vast. De andere kinderen zijn Paardenpieten en staan in de kring. Sinterklaas loopt om de kring heen en steekt de staf tussen twee Paardenpieten in, die aan het werk moeten. Deze Paardenpieten rennen zo snel ze kunnen een rondje om de kring. De Paardenpiet, die als eerste terug is bij de staf, wordt de volgende Sint.
Paardentikkertje
Benodigdheden:
- Een mat
- Een mijter
De tikker is Sinterklaas de andere kinderen zijn de paarden.
Geef de tikker een mijter, zodat hij goed opvalt.
Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een stal.
Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!
Paardentikkertje met verlos
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de paardenpiet. De andere kinderen zijn paarden. Als de paardenpiet een paard heeft getikt, dan moet dit kind met de benen wijd gaan staan en mag hij door een paard, die onder zijn benen door kruipt weer verlost worden. Welke paardenpiet kan alle paarden vangen?
Paard, kom uit je stal!
Benodigdheden:
- Een kast of iets dergelijks
Eén kind (het paard) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.
De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting het paard en roepen: ”Paard, kom uit je stal”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.
Plotseling komt het paard uit zijn stal en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.
De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.
Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten.
Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.
Staartenroof
Benodigdheden:
- Linten
- Hoepels
Elk kind heeft een lint in zijn of haar broek; de staart van het paard van Sinterklaas.
Een kind probeert de linten te roven.
In een aantal hoepels aan de zijkant van de zaal liggen extra linten. Die mogen de kinderen die hun lintje kwijt zijn pakken. Ben je je staart kwijt en zijn er geen extra linten meer?
Dan kom je aan de kant zitten! De staarten/linten worden na afloop steeds geteld.
Paard, ik kom in je stal!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een stal van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in de stal te komen, zonder daarbij getikt te worden door de paardenpiet, die in de stal aan het werk is. De kinderen vragen: 'Paardenpiet mag ik in de stal?' Zegt de paardenpiet 'nee', dan gaan ze toch. De paardenpiet probeert ze te tikken.
Sint op het paard
Benodigdheden:
- Een lang touw of een paardentuigje
Een kind is het paard en krijgt een lang touw om zijn middel, dat wordt vastgehouden door een ander kind; Sinterklaas. Wie door hem gepakt wordt is af.
Paard, word eens wakker!
Benodigdheden:
- Een mat
Het paard ligt te slapen in zijn stal (de mat).
De paardenpieten proberen hem wakker te maken, sluipen naar hem toe en zeggen: "Ozosnel, word eens wakker!". Het paard wordt wakker en probeert de paardenpieten te pakken voor ze terug thuis zijn!
Estafette
Stokpaardenrace
Benodigdheden:
- Twee stokpaarden
- Hindernissen
- Rozetten
De kinderen rijden op een stokpaard om verschillende hindernissen heen.
Creëer een paardenparcours, waarbij de paarden over hoge en lage hindernissen moeten springen. Deel na het parcours een eerste, tweede, derde prijs uit (rozet).
Sint en het paard
Benodigdheden:
- Geen
Elk team bestaat uit een Sint en een aantal paarden. Er is een renbaan uitgezet.
Op een startsein springt Sint op de rug van een paard, die Sint zo snel mogelijk naar de andere kant brengt. Daar springt Sint van zijn paard en rent zo snel mogelijk terug naar het volgende paard. Welke Sint bereikt als eerste op alle paarden het eindpunt?
Variatie: De Sint gaat op de rug van een kind zitten. Het paard kruipt vervolgens over het parcours met de Sint op de rug.
Ozo-langzaam
Benodigdheden:
- Geen
Ozosnel is vandaag een beetje langzaam. Alle kinderen staan op een rij naast elkaar.
Bij een startsein moeten ze zo langzaam mogelijk naar de andere kant van de gymzaal of richting een eindstreep lopen. De winnaar is degene die als laatste over de eindstreep is, maar de voeten moeten wel continu in beweging blijven, anders zijn ze af. Je mag ook niet ter plaatse trappelen of achteruit lopen.
Ozosnel-staartenrace
Benodigdheden:
- Touwen
- Blokjes
- Suikerklontjes
Hang de blokjes aan een touw. Alle kinderen gaan op een rij staan. Voor hen ligt een suikerklontje op de grond. Vijf meter verderop is de eindstreep. De bedoeling is dat ze het suikerklontje met behulp van hun zwierende staart naar de eindstreep brengen.
Van dak naar dak
Benodigdheden:
- Vellen papier of hoepels
De kinderen zijn paarden. Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee vellen papier of hoepels (de daken). Op 1 papier of hoepel gaan ze staan. Ze leggen het tweede vel papier of de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze het andere papier of de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Een wortel
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen zijn paardenpieten en staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven de wortel onder hun benen door.
Welke groep legt dewortel het eerste in de hoepel?
Variatie: Geef de wortel boven je hoofd door.
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een wortel
De kinderen zijn paarden en lopen in tweetallen met het voorwerp op hun rug of hoofd een route. Wie kan dit zonder de wortel te laten vallen?
Balvaardigheid/mikken
Het paard heeft honger
Benodigdheden:
- Kleine ballen of pittenzakken
- Verander een doos in een paard Snijd er een gat voor de bek uit.
De kinderen proberen hier de kleine bal of een pittenzak in te mikken.
Kleine materialen/pittenzakken
Ozosnel
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen zijn paarden en gaan op handen en knieën zitten met een pittenzak (pakje) op hun rug. Daarna kruipen ze door het lokaal. Wie lukt dat zonder de pittenzak te laten vallen?
Variatie: Gebruik een lijn in de gymzaal of leg een touw neer. Dit is de nok van het dak.
De kinderen leggen een pittenzakje op hun rug en volgen de lijn.
Lukt dit zonder het zakje te laten vallen?
Kleine materialen/hoepels
Paardje spelen
Benodigdheden:
- Hoepels
Er staan twee kinderen in de hoepel. De één met zijn buik tegen de voorkant van de hoepel (dit is het paard) en de ander met zijn rug tegen de achterkant van de hoepel (dit is de Sint). Loop of ren zo rondjes door de ruimte. De twee kinderen moeten tijdens dit onderdeel samenwerken om vooruit te kunnen komen.
Variatie: Laat het paard in de hoepel (de teugels) staan en laat Sint de hoepel vasthouden. Ze lopen zo een rondje over toestellen, springen over obstakels die ze onderweg tegenkomen (bijv. pittenzakken) enz..
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
- Een handtrom
De hoepels zijn de stallen. In elke stal zit een paard.
Op een teken gaan de paarden op pad. Ze lopen om de stallen heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de paarden zo snel mogelijk naar een stal.
Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn.
De paarden die geen stal hebben, zijn af.
Kleine materialen/overige
Paardrijden
Benodigdheden:
- Stokken of isolatiebuizen
Laat de kinderen op een stok rond galopperen en op die manier obstakels nemen (springen over voorwerpen die op de vloer liggen, over toestellen lopen enz.)
Variatie: Samen op een stok rondgalopperen.
Grote materialen/de matten
Over de daken springen
Benodigdheden:
- Matten
- Pakjes of zakken
- Pionnen
Leg enkele matten een stukje uit elkaar. Dit zijn de daken.
De kinderen springen als een Paard met een pakje of zak in hun hand, van mat naar mat (dak naar dak) zonder naar beneden te vallen. Zet een pion bij het begin.
Grote materialen/de kast
Van het dak af springen
Benodigdheden:
- Een kast en eventueel een bank
- Een mat
- Een pion
Zet een kast (eventueel met een bank eraan) neer. Leg er een mat achter.
De kinderen zijn paarden en klimmen het dak op en springen er aan de andere kant weer vanaf. Zet een pion op de plek waar de kinderen de wachtrij moeten maken en spreek af dat ze pas springen als het vorige kind van de mat af is.
Grote materialen/de banken
Over het dak
Benodigdheden:
- Een balanceerbalk
- Een bank
De kinderen zijn paarden en balanceren over de daken (balk of bank) naar de overkant.
Afsluiting
Daar zat een klein paardje
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.
Verander het in 'Daar zat een klein paardje, huilend in zijn stal'.
Stiltespel
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is het paard en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal paardenpieten aan die achter hem gaan zitten. Hoeveel paardenpieten zitten er achter het paard?
Variatie: Vervang de paardenpieten door wortels en laat het paard raden hoeveel wortels er achter hem liggen.
Het paard wil los
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in de kring en houden elkaars handen stevig vast. Dit is de paardenstal.
In het midden staat een paard. Zal het hem lukken uit de stal te ontsnappen.
De dief
Benodigdheden:
- Een hoepel
- Een paardenknuffel
Een kind is de paardenpiet en zit in een hoepel met een voorwerp achter zich.
Hij/zij is in slap gevallen en heeft de ogen dicht. Een ander kind is de paardendief en probeert het paard te pakken.
Als het kind in de hoepel hoort dat het paard gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken.
Ra, ra, ra, waar is het paard ...?
Benodigdheden:
- Een paardenknuffel
In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.
Zij geven achter hun rug een paardenknuffel door en zingen ondertussen een Sinterklaasliedje. Als het liedje geëindigd is mag het kind raden wie het paard heeft.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
Comentários