In deze blog geef ik je suggesties rondom gecijferdheid bij het thema het Kleurenmonster.
Tellen met concrete voorwerpen
Splitsen met emoties
- Een potje
- Gekleurde dopjes (de emoties)
Leg enkele ‘emoties’ op de tafel. Laat een leerling ze tellen. De kinderen mogen vervolgens de ogen dichtdoen. Een van de kinderen (het Kleurenmonster) mag evenveel dopjes in de pot doen als het aantal vingers dat de leerkracht opsteekt. De kinderen doen vervolgens hun ogen open. Hoeveel dopjes liggen er nu nog op de tafel?
Hoeveel zouden er dan in de pot zitten?
Variatie: Leg er een paar dopjes bij als de kinderen hun ogen dicht hebben.
Hoeveel lagen er eerst? Hoeveel liggen er nu? Hoeveel zijn er bij gekomen?
Tellen en groeperen
Benodigdheden:
- Een grote stapel gekleurde teldopjes (de emoties)
- Papier en potloden
Leg een grote stapel teldopjes in de kring en laat de kinderen schatten hoeveel het er zijn. Ze noteren het aantal op een blaadje. Daarna ga je tellen. Wie zat er het meest dichtbij?
Leg daarna alle teldopjes weer op een hoop en ga ze sorteren op kleur. Tel de groepjes en vertaal het aantal naar een staafdiagram. Waarvan zijn er de meeste/minste?
In de war
Benodigdheden:
- Eventueel een Kleurenmonsterknuffel
- Gekleurde dopjes
- Potjes
Het Kleurenmonster is de tel kwijt. Hoeveel emoties had hij nu in zijn potje?
De hele nacht heeft hij geteld en toen hij bijna klaar was, vergat hij waar hij was gebleven. Speel dat jij het Kleurenmonster bent of gebruik een knuffel en stap de klas in.
Start met tellen, maar dat gaat niet helemaal goed! Haal getallen door elkaar, sla getallen over enzovoorts. De kinderen zullen hierop reageren. Vraag ze jou te helpen.
Tel alle gekleurde dopjes, tel ze één voor één, leg ze in een rij, geef elk kind een dopje, maak groepjes van vijf of tien, verdeel dopjes over de potjes, tel een stukje en laat de kinderen verder tellen, tel en sla een getal over enz.
De geheime cirkel/het geheime potje
Benodigdheden:
- Gekleurde cirkels, die corresponderen met de kleuren van het Kleurenmonster (of gekleurde potjes)
Leg de cirkels in het midden van de kring op een rij.
Wanneer de kinderen gewoon in de ronde kring zitten, spreek je af welke cirkel de eerste is en welke het laatste. Je kunt de kinderen ook allemaal zo laten zitten dat ze de cirkels vanuit de juiste richting zien. De helft van de kinderen gaat dan op de grond, voor een ander kind zitten. Eén kind gaat naar de gang. De klas spreekt af welke cirkel de geheime cirkel is.
Laat de kinderen deze kleur benoemen. Is het de eerste? De zesde of de laatste?
Het kind komt van de gang terug de klas in en mag een kleur pakken. Is dit de geheime cirkel niet, dan blijft het stil in de klas. Het kind mag deze cirkel op zijn/haar stoel leggen.
Dan mag het kind een volgende cirkel pakken. Net zolang tot het kind de geheime cirkel vastpakt. De hele klas roept dan iets, bijv. 'BOEM!' Deze cirkel moet teruggelegd worden en het kind mag niets meer pakken. Hoeveel cirkels heeft het kind kunnen pakken?
Vraag regelmatig welke cirkel het kind nu pakt, de tweede of de derde?
En hoeveel cirkels het kind al heeft kunnen pakken.
Nu mag er iemand anders naar de gang en wordt het spel opnieuw gespeeld.
Wie heeft er de meeste cirkels gepakt? Wie de minste?
Speel het spel een aantal keer. Herhaal de rangtelwoorden en de begrippen meer, minder, evenveel, meeste en minste.
Verkort tellen
Benodigdheden:
- Afbeeldingen van Kleurenmonsters. Download hier!
- Een grote cirkel
Leg twee Kleurenmonsters naast elkaar en vraag de kinderen hoeveel het er zijn.
Leg er zonder dat de kinderen het zien, twee Kleurenmonsters bij. Zorg ervoor dat ze netjes twee aan twee liggen. Vraag hoeveel er nu liggen.
Leg er steeds twee Kleurenmonsters twee aan twee bij.
Laat de kinderen met sprongen van twee meetellen.
Variatie: Leg twee Kleurenmonsters op en onder een cirkel.
Vertel de kinderen dat er evenveel Kleurenmonsters onder het blad liggen als erop liggen. Hoeveel Kleurenmonsters liggen er in totaal?
Leg vervolgens 3 Kleurenmonsters onder en op de cirkel, daarna 4 en vervolgens 5.
Zoek de indringer!
Benodigdheden:
- Een grote emotie-pot van papier Download hier!
- Stiften of vlechtstroken
- Dopjes
Verdeel de papieren pot met de stift of vlechtstroken in 6 vakken en leg in ieder vak evenveel dopjes. In 1 vak leg je er eentje meer. Dit is de indringer. Zien de kinderen in 1 oogopslag waar de indringer zich steeds bevindt?
Laat de indringer zich lastig ontdekken? Hoe komt dat?
Hoe kunnen we dit spel nog moeilijker maken?
Je kunt het ook omdraaien en in 1 vak 1 materiaal minder neerleggen.
Laat de kinderen vervolgens zoeken naar de wegloper.
Hoeveel gekleurde dopjes (of Kleurenmonsters) liggen er achter je?
Benodigdheden:
- Teldopjes
- Een potje
Een kind is Het Kleurenmonster en zit met een blinddoek op in de kring.
Er komt steeds een kind een gekleurd dopje achter hem in zijn potje leggen.
Kan het kind raden hoeveel er achter hem liggen?
Variatie: Een kind gaat op handen en knieën zitten. Wijs steeds een kind aan.
Deze gaat een dopje op zijn rug leggen.
Weet het kind hoeveel er op zijn rug zijn gelegd? Help het kind door bijvoorbeeld vijf dopjes naast hem neer te leggen. Na afloop kijkt en telt hij dan hoeveel er nog liggen en vertelt hoeveel er dan dus op zijn rug liggen.
Tellen met een eierdoos
Benodigdheden:
- Een eierdoos voor 10 eieren, gevuld met gekleurde (tel-)dopjes.
Laat de dichte doos aan de kinderen zien en laat de kinderen raden hoeveel dopjes erin zitten. Sommige kinderen zullen weten dat er normaal gesproken altijd 10 eieren in een doosje zitten of lezen dat op het etiket. Als er verschillende kleuren dopjes in de doos zitten, kun je vragen hoeveel er van iedere kleur zijn. Hoeveel dopjes zijn er nog als er één weg gaat? En als er 2 weg gaan? Haal de dopjes nog niet uit de doos, maar laat de kinderen eerst nadenken en antwoorden. Daarna worden de dopjes uit de doos gehaald en kijken de kinderen of het antwoord klopt. Vervolgens haal je een dopje weg uit één rij van 5 dopjes.
In die rij zitten nu 4 dopjes, in de andere rij 5. Waar zijn er meer? Waar zijn er minder?
Nu haal je in 1 rij 3 dopjes weg. Waar zijn er meer? Waar minder?
De kinderen oefenen zo meer en minder. Vraag de kinderen ook wat de helft is.
Je kan dat makkelijk zien omdat er aan allebei de kanten 5 dopjes zitten. 5 erbij 5 is 10.
Laat dat maar eens zien met de handen. Kunnen de kinderen ook 6 vingers laten zien? \En 3, en 2? Sluit af met het volgende spelletje: alle kinderen hebben de ogen dicht.
Er zitten 10 dopjes in het eierdoosje. Eén kind mag er wat dopjes uithalen en achter zich leggen. De kinderen doen de ogen open. De doos gaat rond in de kring. Hoeveel dopjes zijn er weg? Sommige kinderen zullen gaan tellen, anderen zien dit in één oogopslag.
Splitsen
Benodigdheden:
- Een eierdoos
- Gekleurde teldopjes (de emoties)
Oefen het splitsen met een eierdoos. Neem een aantal dopjes. Laat het kind tellen hoeveel het er zijn. Nu zeg je dat je een aantal dopjes in de eierdoos zult stoppen.
Je laat niet zien hoeveel en u doet de doos weer dicht. Nu laat je zien hoeveel dopjes je nog over hebt. De vraag is: hoeveel dopjes zitten er in de doos? Het kind geeft het antwoord en mag daarna tellen of het klopt. Dit kunnen kinderen ook in tweetallen spelen.
Je kunt ook de eierdoos in twee kleuren verven: bijvoorbeeld links rood en rechts geel.
Het kind mag nu een aantal voorwerpen in de doos doen, bijvoorbeeld zeven dopjes.
De deksel gaat erop en de doos wordt geschud. Als de doos weer opengaat, mag het kind tellen hoeveel er in het rode gedeelte liggen en hoeveel in het gele gedeelte.
Dit kun je laten noteren op een werkblad met een splitsschema.
Tellen in sprongen van 2
Benodigdheden:
- Een eierdoos
- Kleine materialen
Om het tellen in sprongen van 2 te oefenen, knip je de deksels van twee dozen voor tien eieren af. Het kind mag de dozen voor zich op tafel zetten, met de korte kant naar zich toe. Het kind pakt steeds met elke hand één voorwerp en doet deze in de bovenste twee vakjes. Daarbij zegt het ‘twee’. Nu zijn de volgende twee vakjes aan de beurt, hierin komen ook twee voorwerpen. Het kind zegt ‘vier’. Zo werkt het kind verder, tot het bij 20 is.
Het werken met twee handen tegelijk is ook nog eens een goede motorische oefening!
De dief
Benodigdheden:
- Gekleurde dopjes
Een kind is een Kleurenmonster. Hij heeft een verzameling gekleurde dopjes en zijn ogen dicht. Van achter de struiken gluurt de dief. De dief sluipt naar het kind toe en pakt een paar gekleurde dopjes weg. Het kind weer kijken. Hoeveel dopjes liggen er nog?
Hoeveel dopjeszijn er weg?
Variatie: De hele klas doet zijn ogen dicht.
Kleurenmonsters verstoppen
Benodigdheden:
- Pluchen Kleurenmonsters
- Of als je die niet hebt: afbeeldingen van Kleurenmonsters. Download hier!
Tel de Kleurenmonsters met de kinderen.
Leg nu 2 Kleurenmonsters op tafel. Bedek 1 Kleurenmonster onder een doek.
Hoeveel liggen er onder de doek? Hoe weet je dat? Hoeveel Kleurenmonsters kun je zien? Leg 3 Kleurenmonsters op tafel en bedek er 2 en stel weer vragen aan de kinderen. Uiteindelijk doe je dit met 5 Kleurenmonsters of, wanneer de klas dit kan, met 10.
Gekleurde cirkels/dopjes tellen
Benodigdheden:
- Een heleboel cirkels/dopjes van verschillende kleur en grootte.
Leg de cirkels in de kring. Het Kleurenmonster is in de war.
Kunnen de kinderen hem helpen?
Leg alle cirkels/dopjes op een grote berg in de kring. Hoeveel zouden er nu liggen?
Laat de kinderen schatten. Vraag of de kinderen ook precies te weten kunnen komen hoeveel er liggen. Hoe doe je dat? Door te tellen!
Is het makkelijk om cirkels/dopjes, die op een hoopje liggen te tellen?
Hoe kun je het makkelijker tellen, zonder dat je dubbel telt of iets vergeet.
Hoeveel cirkels/dopjes zijn er? Welke is het grootst? Welke is het kleinst?
Leg een rijtje cirkels op volgorde van groot naar klein.
Sorteer de cirkels/dopjes op kleur! Hoeveel rode zijn er? Hoeveel groene? etc.
Van welke zijn er het meest? Van welke het minst?
De kinderen doen nu hun ogen dicht. Eén kind is een bepaalde kleur Kleurenmonster.
Dit kind haalt de kleur weg, die bij hem hoort (het verdrietige Kleurenmonster haalt bijv. de blauwe cirkels/dopjes weg). De kinderen kijken weer. Wat is er weg?
Delen
Benodigdheden:
- Gekleurde dopjes
- Twee emotiepotjes van papier. Download hier!
- De cijfers 1-12
Laat de kinderen ontdekken welke hoeveelheden tot 12 eerlijk door 2 gedeeld kunnen worden. Begin met concreet materiaal: De dopjes en de potten. Op die manier kunnen kinderen manipulerend allerlei ontdekkingen doen. Van daaruit probeer je tot een dieper inzicht te komen. Zit er een patroon in het wel/niet deelbaar zijn door twee? Leg kaarten met de getallen 1-12 neer en schuif de getallen die wel deelbaar zijn door 2 naar beneden.
Op die manier zien kinderen het patroon van even en oneven nummers ontstaan.
Tellen met getalbeelden
Emotiepotjes
Benodigdheden:
- Gekleurde cirkels
- Een dobbelsteen
- Een hoepel
Gooi met een dobbelsteen en tel samen het aantal stippen. Vertel dat de kinderen evenveel cirkels als stippen in de hoepel (het emotiepotje van het Kleurenmonster) moeten leggen. Begin makkelijk en wijs een kind aan. Geef de opdracht vervolgens ook eens aan twee kinderen tegelijk, die het samen moeten doen en bij vier aan vier kinderen. Hoeveel cirkels moeten ze pakken als iedereen er eentje moet pakken? Laat de cirkels net zo neerleggen als de stippen op de dobbelsteen.
Dobbelsteenspel
Benodigdheden:
- Een Kleurenmonsterdobbelsteen. Download hier!
Spreek bij elke worp die je met de dobbelsteen kunt gooien een emotie af.
Noteer deze met pictogrammen op een whiteboard. Een kind gooit vervolgens met de dobbelsteen. Hoeveel ogen zijn zichtbaar en wat hoort daarbij?
De kinderen beelden deze emotie uit.
Ga verder. Haal op een gegeven moment de pictogrammen één voor één weg. Weten de kinderen nog wat ze moeten doen?
Emoties verzamelen
Benodigdheden:
- Groene, rode en oranje vouwbladen
- Een dobbelsteen
- Teldopjes en potjes (de emotiepotjes)
- Poppen of afbeeldingen (de Kleurenmonsters)
Verdeel de klas in 2-4 groepen. Iedere groep krijgt een leeg emotiepotje.
Maak een spelbord van vouwblaadjes in de kring.
De groepen gooien om beurten met de dobbelsteen en verzetten hun Kleurenmonster (iedere groep heeft een andere kleur Kleurenmonster) evenveel stappen vooruit als het aantal gegooide ogen. Komt deze op een rood vouwblad, dan mag deze evenveel teldopjes pakken als het aantal ogen op de dobbelsteen.
Bij groen gebeurt er niets. Bij oranje moet de groep een teldopje aan een andere groep geven. Wie verzamelt de meeste emoties? Hoeveel? En van welke kleur heb je de meeste/minste? Haal ze daarvoor eerst uit de war (laat de kinderen ze op kleur sorteren). Beeld deze emotie met je groepje uit!
Dobbelspel
Benodigdheden:
- Een Kleurenmonsterdobbelsteen. Download hier!
- 40 (vouw-)cirkels/gekleurde doppen
- 2 manden
Verdeel de klas in twee groepen en laat ze om de beurt met de dobbelsteen gooien. Gooien ze 3, dan mogen ze 3 cirkels in hun mand leggen.
Gooien ze 2, dan gebeurt er niks. Gooien ze 1, dan moeten ze een cirkel terugleggen.
Ga door totdat alle cirkels op zijn. Welke groep heeft de meeste?
Emotiepotjes
Benodigdheden:
- Twee emotiepotjes
- Teldopjes
- Een dobbelsteen
Verdeel de klas in twee teams en laat de teams om beurten met een dobbelsteen gooien.
Ze mogen evenveel teldopjes bij hun emotiepotje leggen als het aantal ogen op de dobbelsteen. In welke pot zitten na drie beurten de meeste emoties?
Tellen met een getalbeelden en cijfers
De getallenlijn
Benodigdheden:
- Kroonstroken (10 tot 20)
- Ronde vouwblaadjes (11 of 21)
- Cijferkaartjes t/m 10 of 20. Download hier!
- Een Kleurenmonsterdobbelsteen Download hier!
- Twee Kleurenmonsterknuffels of als je die niet hebt twee afbeeldingen van Kleurenmonsters Download hier!
Veel kinderen kunnen de telrij opzeggen, maar dat betekent nog niet dat ze inzicht hebben in de getallenlijn. Maak er eentje, bijvoorbeeld met kroonstroken en vouwcirkels. Plak de kroonstroken aan elkaar en schrijf het cijfer 0 op de eerste en 10 of 20 op de laatste. Afhankelijk van het niveau van de kinderen en je doel. Geef de kinderen een cijferkaartje. Waar moeten ze deze leggen op de getallenlijn? Is dat nog ver tot 10 of 20? Hoeveel stappen moet je dan nog zetten? Maak op die manier tenslotte bijvoorbeeld samen een levend ganzenbord en laat twee knuffels een wedstrijd tegen elkaar lopen. Gooi met de dobbelsteen. De knuffel mag zoveel plekken vooruit. Wie wint? Leg de getallenlijn, de cijferkaartjes en de dobbelsteen daarna ook eens neer voor je werkles en laat de kinderen in twee- of drietallen zo'n levend ganzenbord spelen.
Dobbelsteenspel
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
- Twee dobbelstenen
- 12 gekleurde cirkels
Nummer 12 gekleurde cirkels met de cijferkaarten 1 t/m 12. Leg de voorwerpen in de juiste volgorde en tel ze. Tel ook eens verder vanaf een bepaald getal, tel terug, tel met sprongen. Gooi vervolgens met 2 dobbelstenen. Kijk wat je gegooid hebt en pak het desbetreffende voorwerp.
Levend ganzenbord
Benodigdheden:
- Cirkels met cijfers erop
- Een dobbelsteen
- Een Kleurenmonsterknuffel of als je die niet hebt: Een afbeelding van een Kleurenmonster. Download hier!
Leg de cirkels op de vloer. Leg ze in eerste instantie in de verkeerde volgorde/in de war. Kunnen de kinderen ze op de goede volgorde leggen.
Daarna rollen de kinderen om beurten met een dobbelsteen en plaatsen een Kleurenmonster knuffel evenveel stappen vooruit. Lukt het binnen 10 worpen?
Zoek dezelfde, maar toch anders
Benodigdheden
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
- Cijferkaarten met getalbeelden
Gebruik de cijferkaarten en kaarten met daarop het getal beeld (bijv. stippen of vingers die een aantal aangeven). Geef de helft van de groep een cijferkaart en de helft een kaart met een (bijbehorend) getal beeld. Vertel dat de kinderen met een cijferkaart op zoek moeten naar de kinderen met het getal beeld, behorende bij dit cijfer. De kinderen lopen door de kring en gaan bij het juiste kind staan. Wanneer iedereen zijn cijfer gevonden heeft, controleer je of het klopt. Andersom (het getal beeld bij een cijferkaart zoeken) kan natuurlijk ook. Laat de kinderen ook eens van kaartje wisselen en speel het spel dan opnieuw.
Tellen met cijfers
Cijferkaarten
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Je kan de cijferkaarten op allerlei manieren inzetten.
Bewegend flitsen
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Maak een stapeltje van de cijferkaarten en flits ermee. De kinderen zeggen welk getal ze zien. Spreek met de kinderen af dat het getal van de week het kaartje is waarbij ze boos mogen stampen of blij mogen springen. Steeds wanneer de kinderen het 'stamp of spring' kaartje zien, stampen ze of springen ze de lucht in.
Zoek je maatje
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier! (Print ze dubbel uit)
Print de cijferkaarten twee keer uit. De kinderen zoeken het kind met hetzelfde getal en gaan naast elkaar in de kring of op de grond zitten. Variatie: Laat ze iemand zoeken die 1 meer of 1 juist 1 minder heeft.
Rara, waar ben ik?
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
- Een afbeelding van een Kleurenmonster Download hier!
Verstop een afbeelding van een Kleurenmonster onder één van de cijferkaarten.
De kinderen raden vervolgens waar deze ligt. Ze moeten het getal eerst juist benoemen en daarna mogen ze kijken of het klopt.
De getallenrij
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
De kinderen zitten in de kring. Jij hebt de cijferkaarten vast. Je laat een willekeurig kaartje zien en legt dit kaartje in de kring. Daarna laat je het volgende kaartje zien. Waar zou dit kaartje moeten liggen. Maak samen een getallenrij van alle kaartjes in de kring.
Kaartje terugleggen
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
De kinderen zitten in de kring (op volgorde van de getallen) en hebben hun cijferkaartje vast. De leerkracht noemt een getal. Dit kind mag zijn/haar cijferkaartje in de kring komen leggen. Wanneer een kind zijn getal niet herkent of niet reageert, zullen de anderen dit misschien wel opmerken. Ze kunnen immers tellen wie welk getal heeft.
Wat klopt er niet?
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Leg de getallen in de juiste volgorde in de kring. De kinderen doen de ogen dicht. Haal een getal weg of verwissel twee getallen. Kunnen de kinderen ontdekken wat er niet goed is? Speel dit spel ook een keer met alleen de even of de oneven getallen.
We maken een kringetje
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Geef ieder kind een cijferkaart en de opdracht om in de kring te komen zitten op de juiste volgorde. Getal 1 moet naast de juf zitten, daarnaast 2, dan 3 etc. en het laatste getal, getal nummer... zit ook weer naast de juf. De kinderen zullen naar je toe komen om te vragen waar ze moeten zitten. Vertel ze dat ze hulp mogen vragen van klasgenootjes. Jij zegt niks.
Er zullen altijd kinderen zijn die gaan regelen. Als iedereen zit vertellen de kinderen één voor één welk getal ze hebben en steken dit omhoog. Zitten we allemaal goed?
Zo niet, welke kinderen moeten nog wisselen? Speel het spel nog een keer.
Verstoppertje spelen
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
- Een Kleurenmonsterknuffel
Leg de getallen in de juiste volgorde. Gebruik een knuffel waar de kinderen eerst aan moeten vertellen welke getallen ze zien. De knuffel gaat een verstopspelletje met de kinderen spelen. Hij gaat op één of meerdere getallen liggen. Welke getallen zijn bedekt? Variatie: De kinderen doen de ogen dicht. De knuffel pakt een cijferkaart weg.
De kinderen mogen weer kijken. Welk getal is er nu weg? Maak het spel moeilijker door meerdere getallen weg te halen.
Wie is er weg?
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
De kinderen zitten in de kring en hebben hun cijferkaart (in de juiste volgorde) zichtbaar in hun handen. De kinderen doen de ogen dicht. De leerkracht tikt één kind aan.
Dit kind verstopt zich met het kaartje. Dan mogen de kinderen hun ogen weer opendoen. Welk getal is verdwenen? Wordt het juiste getal genoemd, dan komt het kind dat dit kaartje heeft weer in de kring zitten. Breid dit uit door meerdere kinderen in één ronde aan te tikken. Zij verdwijnen en wanneer hun getal genoemd wordt, komen ze terug in de kring.
Het geheime getal
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Jij neemt een getal in gedachten. De kinderen gaan allemaal op hun stoel staan, met hun cijferkaartje zichtbaar in de hand. Zorg ervoor dat de kinderen hun getal goed zichtbaar vast blijven houden. Ze mogen het geheime getal gaan raden. Als het getal bijvoorbeeld 18 is en een kind 20 raadt, zeg jij 'lager' en moeten alle kinderen die 20 of hoger dan 20 hebben gaan zitten. Nu raadt een kind 5. Jij zegt 'hoger' en alle kinderen die 5 of lager hebben gaan zitten. Wie raadt het getal?
Raad het getal
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
- Kleurenmonsterknuffel
Leg de getallenlijn in de kring. Zorg ervoor dat alle kinderen aan de goede kant zitten (en het spel dus niet op z'n kop zien). Leg een Kleurenmonsterknuffel aan het begin van de getallenlijn (voor de 1) en een andere knuffel aan het eind (achter de 10 of 20). Neem een getal in gedachten. De kinderen mogen raden. Vertel of het geraden getal te hoog of te laag is. Verplaats de ene knuffel naar rechts wanneer het getal meer moet zijn en verplaats de andere naar links als het getal minder moet zijn. Bijv. Jij hebt 7 in gedachten.
Een kind raadt 4. Dit is te laag. Verplaats de knuffel, schuif hem over de 1, 2, 3 en 4.
De getallen tussen de twee knuffels kunnen nog geraden worden. Nu wordt 8 geraden.
Dit is te hoog. Verplaats de andere knuffel naar de 8. De getallen tussen 4 en 8 blijven over. Ga zo verder. Wie raadt het getal?
Hoger/lager
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Neem een stapeltje cijferkaarten en schud ze goed. Draai de eerste kaart om. Vraag de kinderen welk getal hierop staat. Laat de kinderen nu raden of er op de volgende kaart een hoger of lager getal staat. Draai de volgende kaart om. Is het hoger of lager? Ga zo verder.
* Variatie: Geef elk kind een kaart. Laat één van de kinderen de naam van een ander kind noemen. Heeft hij een hoger of lager getal op zijn kaart staan?
Hoeveelheden koppelen aan getallen
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
- Gekleurde dopjes
Leg een aantal cijferkaarten in de kring en leg hier evenveel gekleurde dopjes bij.
Coöperatieve opdracht
Benodigdheden:
- Cijferkaarten van het Kleurenmonster. Download hier!
Zorg voor cijferkaarten waarvan het totale aantal bij elkaar opgeteld het aantal kinderen in de klas vertegenwoordigt. Elk kind krijgt een gekleurd dopje. Geef ze vervolgens de opdracht om de gekleurde dopjes op de kaarten te leggen. Precies evenveel als dat het getal op de kaart aangeeft. Wijs daarna kinderen aan dit dit mogen controleren.
Delen
Een vol emotiepotje:
Benodigdheden:
- Een aantal hoepels
- 12 teldopjes of cirkels
- 2-3 Kleurenmonsters
Leg ieder Kleurenmonster in een hoepel. Dit zijn de holletjes. Er liggen teldopjes in.
Zorg in ieder geval voor een vollere en legere pot en eventueel ook nog eentje ertussen in.
Waar liggen de meeste dopjes? Waar de minste?
Kunnen de kinderen ervoor zorgen dat er in ieder potje evenveel dopjes komen te liggen?
Zien zij dingen in de klas die vol, leeg of halfvol zijn?
Er komt nog een Kleurenmonster bij. De kinderen verdelen de dopjes opnieuw.
Eerlijk delen
Benodigdheden:
- Twee Kleurenmonsters
- Een pot met teldopjes
De Kleurenmonsters hebben emoties verzameld en nu moeten ze eerlijk worden verdeeld. Hoeveel krijgt ieder?
Downloads
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
Comments