Jonge kinderen hebben een enorme bewegingsdrang. Op een actieve en bewegende manier leren is niet alleen leuk en gezond, maar zorgt ook voor een hoge betrokkenheid en voedt het jonge brein, waardoor het leren en onthouden vaak ook makkelijker gaat. In deze blog geef ik je suggesties om bewegend met klankbewustzijn aan de slag te gaan bij het thema het Kleurenmonster.

Luisterhouding en concentratie
Hoepeldans
Benodigdheden:
- Hoepels (voor alle kinderen eentje min 1 of 2)
- Een trommel of muziek
Leg de hoepels neer. De kinderen lopen en/of dansen op de muziek of het ritme van de trommel. De leerkracht noemt stellingen, bijv. "Het gele Kleurenmonster voelt verdriet".
Is het fout? Dan doen de kinderen niets. Is het goed? Dan springen zij snel in een hoepel. Wie geen hoepel heeft is af. Haal steeds meer hoepels weg, zodat de kinderen aan de kant niet te lang hoeven te wachten. Wie blijft er over?
Geluid lokaliseren
In het emotiepotje
Benodigdheden:
- Bal
- Blinddoek
De kinderen staan wijdbeens met de voeten naast elkaar, tegen elkaar aan in de kring.
Een kind is het Kleurenmonster staat in het midden van de kring met een blinddoek om en een bal (de emotie). De leerkracht loopt rond en geeft een kind een tikje.
Dit kind zegt luid zijn/haar naam een paar keer. Het kind in het midden luistert goed waar dat geluid vandaan komt en probeert de bal door de benen te rollen.
Als het lukt om de emotie (bal) in het juiste emotiepotje (onder de benen) te rollen, dan mogen beide kinderen van plek ruilen.
Rijmen
Het ren-je-rot rijmspel
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
Hang of leg de afbeeldingen van rijmwoorden verspreid door de gymzaal.
Noem een woord en laat de kinderen als een kip naar het juiste rijmwoord hippen.
Mocht je het spel met een groep kinderen spelen, laat hen elkaar dan opdrachten geven: ‘Wat rijmt er op ...?’ De andere kinderen rennen naar de afbeelding van het rijmwoord.
Het kind dat de opdracht heeft gegeven, controleert of het rijmwoord goed is.
Daarna wordt er van beurt gewisseld.
Dansen
Benodigdheden:
- Een vrolijk muziekje
- Hoepels
- Eventueel gele linten
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
Leg de kaarten verspreid door de speelzaal in de hoepels. Zet een vrolijk muziekje op.
De kinderen dansen (eventueel met een geel lint in hun handen). Als de muziek stopt roep je een rijmwoord en rennen de kinderen zo snel mogelijk naar de juiste hoepel.
Mikken
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
- Hoepels of het klimrek
- Pittenzakken of een bal
Leg hoepels neer en leg de kaarten erin.
Of hang de hoepels met een draad aan het plafond en een afbeelding eraan op.
Of span een lijn en hang daar kranten overheen, waarop je de kaarten hangt.
Een andere mogelijkheid: Hang de kaarten aan de treden van een klimrek.
De kinderen krijgen vervolgens een pittenzakje of een bal.
Noem nu een woord dat rijmt op een kaart. De kinderen proberen hun pittenzak of bal in de juiste hoepel of het vak met het rijmwoord te mikken. Raak? Dan heb je een punt!
Maak het eventueel moeilijker door het rijmwoord te verstoppen in een zin, zoals: 'Het Kleurenmonster is bang, want hij ziet een '...de kinderen moeten dan naar de slang gooien.
Estafette
Benodigdheden:
- Zet tien emmers of bakken in een rij, met steeds twee tot drie meter ruimte ertussen.
Op elke emmer of bak staat een woord.
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
De kinderen beginnen ongeveer vijf meter voor de emmer/bak, achter een streep.
Elk team krijgt 25 opdrachtenkaartjes, die ze zo snel mogelijk naar de juiste emmer/bak moeten brengen. Het eerste kind pakt één kaartje, roept het bijbehorende woord, rent naar de emmer/bak met het rijmwoord en gooit het kaartje daarin.
Als het eerste kind terug is, mag het tweede kind beginnen.
Het team wat als eerste klaar is heeft gewonnen.
Hoepel springen
Benodigdheden:
- Leg voor elk team tien hoepels op een rij
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
Leg in elke hoepel een woordkaart van het Kleurenmonster.
Het eerste kind begint en springt met twee voeten tegelijk van hoepel naar hoepel.
Hij/zij zegt daarbij steeds een bijbehorend rijmwoord van het woord dat in de hoepel staat.
Na de laatste hoepel mag hij/zij zo hard als hij kan terugrennen en als hij/zij terug is mag de volgende vertrekken. Het team dat als eerste klaar is heeft gewonnen.
Stuiteren
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
- Pionnen
- Een bal
Zet de pionnen steeds drie meter uit elkaar en leg er een kaart naast.
Laat de kinderen in slalom stuiterend langs de pionnen lopen.
Als ze langs een kaart lopen dan roepen ze een rijmwoord bij wat erop de kaart staat.
Rollen
Benodigdheden:
- Een bal
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
Dit spel speel je in tweetallen. Geef ieder duo een bal (het ei) en laat ze met hun benen wijd tegenover elkaar zitten. Geef de kinderen een woordkaart.
Steeds wanneer ze de bal naar de overkant rollen roepen ze er een rijmwoord bij (dat nog niet is genoemd). Hoe ver kunnen ze komen?
Kegelen
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema het Kleurenmonster >Download: Het Kleurenmonster 38-Rijmkaarten
- Omgekeerde pionnen of kegels
- Een bal
- Een omgekeerde bank
Plak de rijmkaarten op de pionnen of kegels en zet ze aan de ene kant van de gymzaal.
De kinderen gaan hier tegenover staan.
Laat de kinderen met de bal de pionnen of kegels omrollen of gooien.
Gebruik bij het rollen een omgekeerde bank als kegelbaan. Op deze manier rolt de bal de juiste kant op. Welke kaart hebben ze omgegooid? Roep er een rijmwoord bij!
Nu geef je opdrachten. Deel bijvoorbeeld opdrachtkaarten uit of roep welke pion of kegel de kinderen moeten proberen te raken. Lukt het? Dan mag de pion of kegel blijven liggen.
Analyse/synthese
Klanken springen
Benodigdheden:
- Drie hoepels
Zeg steeds een woord dat bestaat uit drie klanken en laat een kind in de hoepels springen, terwijl hij de klanken benoemt. Wissel af en toe ook van rol, laat het kind woorden met drie klanken bedenken en spring dan zelf. Woorden die je zou kunnen gebruiken: r-oo-d, g-ee-l, b-l-ij en b-oo-s. Gaat het goed, gebruik dan meer hoepels en langere woorden.
Blij!
Benodigdheden:
- Een vrolijk muziekje
- Hoepels
- Eventueel gele linten
- Woordkaarten >Download: het Kleurenmonster 32-Woordkaarten
Leg de kaarten verspreid door de speelzaal in de hoepels. Zet een vrolijk muziekje op.
De kinderen dansen (eventueel met een geel lint in hun handen). Als de muziek stopt hakje een woord en rennen de kinderen zo snel mogelijk naar de juiste hoepel.
Hak, ren en plak
Benodigdheden:
- Woordkaarten >Download: het Kleurenmonster 32-Woordkaarten
Verdeel de kinderen in duo’s. Kind 1 start bij het startpunt, ander kind staat bij tussenpunt.
Op de route naar het tussenpunt kun je ook nog wat beweegmoeilijkheden toevoegen om het extra spannend te maken (een bank, hoepel, blokjes enz...).
Kind 1 pakt bij het startpunt een kaartje met een woordkaart, bekijkt hem en rent naar kind 2 bij het tussenpunt. Kind 1 laat de kaart niet zien maar mag zelf wel nog een keer kijken.
Hij hakt vervolgens het woord in klanken. Kind twee plakt de woorden vervolgens tot een woord en zegt het woord. Is het goed? Kind 1 laat dan de afbeelding zien.
Kind twee rent met de afbeelding naar het startpunt en hakt het woord voor de leerkracht. Na goedkeuring rent leerling twee naar het beginpunt en start het proces weer opnieuw.
Mikken
Benodigdheden:
- Hoepels
- Pittenzakken of een bal
- Woordkaarten >Download: het Kleurenmonster 32-Woordkaarten
Leg hoepels neer en leg de kaarten erin.
De kinderen krijgen vervolgens een pittenzakje.
Noem nu een woord in stukjes, De kinderen proberen hun pittenzak naar het bijbehorende woord in de juiste hoepel te mikken. Raak? Dan heb je een punt!
Woorden gooien
Benodigdheden:
- Manden
- Woordkaarten >Download: het Kleurenmonster 32-Woordkaarten
Bevestig de woordkaarten op de manden. Leg proppen papier neer, roep een woord in stukjes en laat de kinderen de prop in de juiste mand bij het woord gooien.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog aanvullingen of suggesties? Laat dan een reactie achter!
Downloads

Comentários