site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema eenden: Gymles

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 31 mrt 2024

In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema eenden.



Loopvormen


Kruip in de rol van een eend.

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn allemaal een eendje. Kruip vervolgens met allerlei beweegopdrachten in de rol van...

  • Wakker worden. Ze rekken zich eerst goed uit en ze strekken hun pootjes, helemaal naar voren en helemaal naar achter

  • Ze poetsen hun verenpak op en gaan met de snavel langs hun lijfje

  • Ze spreiden hun vleugels

  • Lopen/waggelen als een eend zijwaarts, achteruit naar het water: hun benen staan recht en ver uit elkaar en hun voeten wijzen naar binnen. Hun kop staat helemaal naar voren.

  • Ze waggelen in een rij achter elkaar aan

  • Op je tenen lopen

  • Sluipen

  • Rondvliegen, onder de brug door.

  • Springen/plonsen in het water

  • Zwemmen als een eend, met je buik op de grond

  • Ze vangen het voer aan de linkerkant en aan de rechterkant

  • Rennen en omkeren (wendbaar zijn)

  • Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen

  • Beurtelings je knieën of voeten met je snavel aantikken

  • Slapen; ze steken hun kop tussen hun veren en staan stil, op 1 been, met hun ogen dicht.


Gevaar!

Benodigdheden:

- Een handtrom

De kinderen zijn eenden. Ze waggelen in het rond. Als de leerkracht op de trommel slaat is er gevaar en staan ze zo snel mogelijk stil.


Reactiespel

Benodigdheden:

- Geen

Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.

Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.

De kinderen zijn de eenden. Aan de ene kant van de grens is de slott en aan de andere kant is het land. Als de jij 'land' zegt moet iedereen naar de landkant springen. Als jij 'sloot' zegt, lopen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'eend' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een eend op de grond gaan liggen en zwembewegingen maken.


Kriebelkruip

Benodigdheden:

- Geen

Eenden lopen altijd in een rijtje achter elkaar. De kinderen zijn eenden en kruipen achter elkaar een route door de gymzaal. Ze houden elkaar daarbij aan de onderbenen vast.

Maak het parcours spannender door onder tafels en stoelen door te gaan.


De achtervolging

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn eenden en gaan in tweetallen staan. Het ene kind achtervolgt het andere kind.

Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer.

Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.

Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.


Doe maar na!

Benodigdheden:

- Een eenden knuffel

De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.


Niet botsen!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn eenden en proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.


In het ei

Benodigdheden:

- Hoepels

- Een handtrom

De kinderen zijn eenden en liggen opgerold in hun hoepel; hun ei.

Ze willen eruit en beginnen te duwen en te spartelen, totdat het ei breekt.

De eendenkuikens kijken verbaasd rond, knipperen met hun ogen en schrikken van alles wat ze zien. Ze willen recht staan, maar vallen steeds op hun billen. Ze gaan op onderzoek uit, maar als er gevaar dreigt (handtrom) lopen ze terug naar moeder eend.

 

Tikspelen


Zakdoekje leggen

Benodigdheden:

- Een badeend

Dit bekende spel behoeft verder geen uitleg.

Variatie: Verander 'Zakdoekje' in eendje'


Moeder, moeder, hoe laat is het?

Benodigdheden:

- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker

Een van de kinderen speelt voor moeder eend en kijkt naar de muur. De andere kinderen zijn kuikens en staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Moeder, moeder, hoe laat is het?' Moeder antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting moeder. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Moeder kan onverwacht ook roepen: 'Het is etenstijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende moeder.


Tikkertje met de eendjes

Benodigdheden:

- Een mat

De tikker is de moeder eend de andere kinderen zijn de jonge eendjes.

Geef de tikker een gele sjaal, zodat hij goed opvalt.

Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een sloot.

Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!


Eend, kom uit je nest!

Benodigdheden:

- Een kast of iets dergelijks

Eén kind (de eend) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.

De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de eend en roepen: ”Eend, kom uit je nest”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.

Plotseling komt de eend uit zijn nest en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.

De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.

Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten.

Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.


Pionnentikkertje

Benodigdheden:

- Pionnen

- Een badeend

Leg een badeend op een pion. Eén kind gaat voor de pion staan, het andere kind erachter.

Het kind dat voor de pion staat, heeft de opdracht de badeend naar de andere kant te laten zwemmen. Zodra hij de badeend aanraakt, mag het andere kind in actie komen en proberen het kind met de bal te tikken.


Eend, ik kom in je sloot!

Benodigdheden:

- Matten

Maak een grote sloot van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten. Ze proberen in de sloot te komen, zonder daarbij getikt te worden door de eend, die in de sloot aan het zwemmen is. De kinderen vragen: 'Eend, mag ik in je sloot?' Zegt de eend 'nee', dan gaan ze toch. De eend probeert ze te tikken.

 

Estafette


Lepelloop

Benodigdheden:

- Lepels

- Een badeend

De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een badeend een route.

Wie kan dit zonder het te laten vallen?


Zwemvliezenrace

Benodigdheden:

- Zwemvliezen

Bouw een hindernisparcours en laat de kinderen deze op zwemvliezen nemen.

Wie is de snelste eend?


Samenwerken

Benodigdheden:

- Een badeend

Twee kinderen houden de badeend vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het hangen.

Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder de badeend te laten vallen?

Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen


Naar de overkant

Benodigdheden:

- Vellen papier of hoepels

Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee vellen blauw papier of hoepels: de sloot. De kinderen zijn eenden. Op 1 papier of hoepel gaan ze staan.

Ze leggen het tweede vel papier of de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze het andere papier of de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal.

Wie komt er als eerste aan bij de overkant?


Doorgeefspel

Benodigdheden:

- Een badeend

- Hoepels

Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven de badeend onder hun benen door.

Welke groep legt het badeend het eerste in de hoepel?

Variatie: Geef de badeend boven je hoofd door.

 

Balvaardigheid/mikken


Mikken

Benodigdheden:

- Kleine ballen of pittenzakken

- Verander een doos in een eend. Snijd er een gat voor de bek uit. We gaan eendjes voeren.

De kinderen proberen hier de kleine bal of een pittenzak in te mikken.


Blikgooien

Benodigdheden:

- Blikken

Pittenzakken of balletjes

Verander de blikken in eenden. Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien.

Wie gooit de meeste blikken omver? Hoeveel vallen er om?

 

Kleine materialen/pittenzakken



Pittenzak werpen

Benodigdheden:

- Pittenzakken

- Een blauwe hoepel

- Een badeend

We gaan de eendjes voeren. Organiseer een wedstrijd pittenzak werpen. Wie lukt het om de pittenzakken (het brood) in de hoepel (de sloot) bij de eend te gooien te gooien?


Pittenzakje gooien

Benodigdheden:

- 3 Blauwe hoepels

- 3 Pittenzakjes

- 3 Badeenden

Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken.

Zet de eendjes erin. We gaan de eendjes voeren. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakjes. Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien?

Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.

 

Kleine materialen/hoepels


Hoepelhoppen

Benodigdheden:

- Blauwe hoepels (de sloot)

Leg een aantal hoepels achter elkaar. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt (zie foto). Spring nu als een eend met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel. Ga door tot het einde (en evt. weer terug).


Slootje wisselen

Benodigdheden:

- Hoepels

We gaan slootje wisselen spelen! De kinderen zijn eenden.

Leg de hoepels op de grond, dit zijn de slootjes. Er is 1 hoepel minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hoepel, maar één kind staat in het midden.

Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle kinderen een ander hoepel zoeken.

Het kind dat in het midden staat probeert ook een hoepel te bemachtigen.

Eén kind blijft over en die moet nu in het midden staan.


Van hoepel naar hoepel

Benodigdheden:

- Blauwe hoepels (de sloot)

Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee blauwe hoepels. Dit is de sloot.

De kinderen zijn eenden. In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal.

Wie komt er als eerste aan bij de overkant?


Hoepeltikkertje

Benodigdheden:

- Hoepels

De kinderen zijn eenden en staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de commandant. Wanneer de commandant roept: "uit de sloot!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de commandant ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.


Stoelendans met hoepels

Benodigdheden:

- Hoepels

- Een handtrom

De hoepels zijn de slootjes. In elke sloot zit een eend. Op een teken gaan de eendjes op pad. Ze lopen om de sloten heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de eendjes zo snel mogelijk naar een sloot. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De eendjes die geen sloot hebben, zijn af.

 

Kleine materialen/overige


Voetenwerk

Benodigdheden:

- Een eenden knuffel

Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.

Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind de knuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.

De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.

Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?

 

Afsluiting


Er waren eens vier eendjes

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier eendjes, zo, zo klein. Die maakten samen een rondedans, piek, piek fijn. Zeg nummer een, kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.

Wijs vier eendjes aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.


Daar zat een klein eendje

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.

Verander het in 'Daar zat een klein kaboutertje'.


Stiltespel:

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is moeder eend en doet zijn/haar ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal eendjes aan die achter hem gaan zitten. Hoeveel eendjes zitten er achter de reus?

De dief

Benodigdheden:

- Een hoepel

- Een ei

Een kind is eend en zit in een hoepel met een ei achter zich.

Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de eierdief en probeert het ei te pakken.

Als het kind in de hoepel hoort dat het ei gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken.

De dief mag het ei wel aan een ander geven.

Als het ei valt, is de dief af.


Ra, ra, ra, wie heeft de eend?

Benodigdheden:

- Een badeend

In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.

Zij geven achter hun rug een eendje door. Als het liedje geëindigd is ("Ra, ra, ra, wie heeft de bal, die mooie bal van goud?", mag het kind raden wie de eend op de rug heeft.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.

.

229 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page