site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema eekhoorns: Logisch denken

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 21 nov 2024

In deze blog geef ik je lessuggesties voor in de kring rondom logisch denken bij het thema eekhoorns.


Tegenstellingen


Zinnen afmaken

Benodigdheden:

-Geen

De kinderen maken zinnen met tegenstellingen af.

Bijvoorbeeld:

Een eekhoorn woont niet samen, maar ... (alleen)

Eekhoorns zijn allemaal anders, niet eentje is ... (hetzelfde)

Een eekhoorn woont niet binnen, maar ... (buiten)

Alle nootjes zijn weg; de eekhoorn is niet blij, maar ... (verdrietig)

Een eekhoorn zit meestal boven in de boom, maar soms komt hij naar ... (beneden)

Het hol van de eekhoorn is niet breed, maar ... (smal)

Een eekhoorn zoekt overdag eten en slaapt in de ... (nacht)

Een eekhoorn laat de nootjes niet dicht, maar maakt ze ... (open)

De staart van een eekhoorn is niet dun, maar ... (dik)

De eekhoorn is niet groot, maar ... (klein)

Zijn staart is niet hard, maar ... (zacht)

De eekhoorn woont niet laag in de boom, maar ... (hoog) in de boom

De eekhoorn zoekt de nootjes niet hier, maar ... (daar)

De eekhoorn is niet jong, maar ... (oud)

In de winter slaapt de eekhoorn niet kort, maar ... (lang)

In de winter is vindt de eekhoorn het buiten niet warm, maar ... (koud)

Een eekhoorn springt niet langzaam, maar ... (snel)

De staart van een eekhoorn is niet recht, maar ... (krom)

De eekhoorn laat zijn hol niet leeg, maar stopt het helemaal ... (vol)

Een eekhoorn is niet zwaar, maar ...(licht)

De eekhoorn heeft vandaag minder nootjes gevonden, gisteren waren het er ... (meer)

Een eekhoorn is niet lelijk, maar ... (mooi)

De eekhoorn klimt niet omlaag, maar ... (omhoog)

De pootjes van de eekhoorn blijven van het graven niet schoon, maar worden ... (vies)

De eekhoorn heeft vandaag weinig nootjes gevonden, gisteren waren het er ... (veel)

 

Classificeren


Sorteren

Benodigdheden:

- Woordkaarten thema eekhoorns Download hier!

- Hoepels.

Leg een aantal of afbeeldingen in de kring. We gaan deze sorteren.

Wat hoort er bij elkaar. Classificeer de woordkaarten bijvoorbeeld op herfstmaterialen, bosdieren, lichaamsdelen van de eekhoorn enz.. Leg de woordkaarten in hoepels.

Van welke zijn er het meest/minst? Zijn er ook overlappende kenmerken? Plaats de hoepels dan een beetje over elkaar heen, zodat er een levend venndiagram ontstaat. In het overlappende deel kun je dan de materialen met overlappende kenmerken neerleggen.

Variatie: Maak het abstracter door het diagram op een papier te maken en de woordkaarten erin te leggen/plakken.


Stel je voor

Benodigdheden:

- Geen

Stel je voor....

  • Alle nootjes in het bos zijn op, wat zou de eekhoorn dan kunnen doen?

  • Het hol van de eekhoorn is ingestort. Wat zou hij dan kunnen doen?

  • De eekhoorn weet niet meer waar hij zijn nootjes heeft verstopt. Wat zou hij dan kunnen doen?


Wat hoort er wel/niet bij?

Benodigdheden:

- Woordkaarten thema eekhoorns Download hier!

Leg een aantal woordkaarten samen met woordkaarten uit een ander thema, bij elkaar en laat de kinderen zoeken welke woordkaarten er wel/niet bij eekhoorns horen en ook waarom niet.


Wat hoort bij elkaar?

Benodigdheden:

- Geen

Bij de eekhoorn hoort een...

Bij het bos hoort een...

Bij een hol hoort een...

Bij een boom hoort een...


Op de verkeerde plek

Benodigdheden

- Voorwerpen uit de klas

Leg van tevoren verschillende voorwerpen uit de klas op de verkeerde plek en laat steeds een kind zoeken naar iets wat verkeerd ligt. Waar hoort het dan wel?


Waar hoort het?

Benodigdheden:

- Een aantal spullen uit de klas

Leg een aantal spullen uit de klas in de kring. Wat kun je ermee doen? Waar hoort het? Vraag steeds een kind het terug te brengen naar de juiste plek.


Iedere keer anders

Benodigdheden:

- Een nootje

Leg een voorwerp in de kring. Vraag de kinderen wat een eekhoorn met dit nootje zou kunnen doen. Een kind dat een idee heeft stapt naar voren en doet een handeling met het nootje (bouwen, voetballen, opeten enz...). Hierna stapt een ander kind de kring in. Hij/zij bedenkt iets anders en laat dit zien. Elk idee moet anders zijn.


Verschillen en overeenkomsten zoeken

Benodigdheden:

- Twee hoepels

- Twee verschillende afbeeldingen van eekhoorns (of twee nootjes)

Leg de hoepels op de grond, deels over elkaar. Bekijk de afbeeldingen: Hoe zien ze eruit? Wat hebben beide afbeeldingen hetzelfde en wat is er anders? Schrijf teken de overeenkomsten en verschillen en leg deze op de juiste plek:

Overeenkomsten in het overlappende deel van de hoepels.


Goed of fout?

Benodigdheden:

- Geen

Geef de kinderen een stelling. Is het goed dan mogen ze hun duim omhoog doen. Is het fout, dan doen ze hun duim omlaag. Bijvoorbeeld:

  • Een eekhoorn is paars - Fout

  • Een eekhoorn eet nootjes - Goed

  • Een eekhoorn houdt een winterrust - Goed

  • Een eekhoorn houdt een winterslaap - Fout

 

Meten en seriëren


Maten zijn abstracte begrippen. Het is daarom belangrijk dat kinderen een beeld van die maten krijgen, zodat zij zich er een concrete voorstelling bij kunnen maken.

Die voorstelling ontstaat niet door erover te praten, maar door ermee te handelen.

Begin daarbij met concrete maten en ga pas later over naar een abstracter niveau, in de vorm van echte meetinstrumenten.


Meter

Benodigdheden:

- Een bord liniaal

- Wol

- Scharen

- Een eekhoornknuffel

Hoe groot zou de knuffel zijn? Zou hij een meter groot zijn?

Wat is dat eigenlijk, een meter? Verken samen met de kinderen de centrale maat waarvan alle maten zijn afgeleid: de meter. Wat is dat een meter? Heeft iemand een idee?

Laat kort een bordliniaal zien en vertel dat dat een meter is. Dit geeft de kinderen een beeld. Laat kinderen deze meter ook lijfelijk ervaren. Kunnen zij bijvoorbeeld een stap zetten die precies een meter is? Of kunnen zij met twee benen naast elkaar een meter springen? Zet de liniaal ook eens verticaal tegen de muur.

Lukt het de kinderen om met hun voeten de punt van de liniaal aan te raken?

Zou de knuffel dat ook kunnen? Kunnen de kinderen een pittenzak van de ene naar de andere kant van de liniaal werpen? Door actief te handelen krijgen kinderen steeds meer grip op het begrip 'meter'. Doe de liniaal daarna weer weg en vraag de kinderen of zij van een bolletje wol een meter kunnen afknippen. Vergelijk deze daarna naast de liniaal.

Wie komt er dichtbij in de buurt? Geef de kinderen daarna allemaal een stukje wol van precies een meter. en laat ze in de klas op zoek gaan naar voorwerpen die precies een meter zijn. Hoeveel keer past de knuffel of het voorwerp in de meter?


Meten met bouwmaterialen

Benodigdheden:

- Bouwmaterialen

- Een eekhoorn

Meet met behulp van bouwmaterialen een pluchen eekhoorn.


Van klein naar groot

Benodigdheden:

- Afbeeldingen of eekhoornknuffels in verschillende groottes

Laat de kinderen eekhoorns van verschillende groottes van klein naar groot leggen. Vraag een kind de kleinste te pakken en neer te zetten.

Welke van de overgebleven is nu de kleinste enz. Ga zo door totdat er een logische volgorde ontstaat. De kinderen kunnen ook ordenen op van dik naar dun of van lang naar kort. Laat de kinderen de ogen sluiten en wissel twee eekhoorns om van plek.

Welke zijn er verwisseld? Vraag het kind om de rij weer goed te zetten.

Variatie 1: Geef ieder kind een afbeelding van een eekhoorn, variërend in grootte.

Geef ze de opdracht iemand te zoeken die een afbeelding heeft die even groot is.

Deze kinderen gaan bij elkaar staan.

Variatie 2: Geef ieder kind een afbeelding van een eekhoorn, variërend in grootte. Geef ze de opdracht groepjes te vormen met vijf plaatjes van klein naar groot.


Een omtrek meten

Benodigdheden:

- Touw

- Wasknijpers

- Een eekhoornknuffel

Geef de kinderen een stuk touw en een wasknijper en laat ze de omtrek van de eekhoorn meten door het touw er omheen te leggen. Leg uit dat omtrek betekent dat je om een vorm heen gaat en omsluit. Laat ze het eerst schatten en de wasknijper op de plek plaatsten tot waar ze denken dat ze deze er omheen moeten leggen en daarna bepalen door het te meten. De wasknijper knijpen ze op de plek van het touw tot waar ze het hebben gemeten. Het belang van de opdracht schuilt erin dat kinderen leren omtrek te associëren met lengte.


Groot of klein?

Benodigdheden:

- Grote en kleine afbeeldingen van eekhoorns

Laat de kinderen voorwerpen of afbeeldingen sorteren op klein of groot.


In het echt

Benodigdheden:

- Een boek of afbeelding van een eekhoorn

Hoe groot zou de eekhoorn in het boek of op de afbeelding in het echt zijn? Hoe kunnen we daar achter komen? Staan er bijvoorbeeld ook afbeeldingen in het boek of op de afbeelding van personages waarvan we de maat in het echt wel weten?

Kunnen we die maat gebruiken om erachter te komen hoe groot het personage of voorwerp dan is? Hoe? Bijvoorbeeld door te kijken hoeveel keer deze daarin past en dan de echte maat ook zoveel keer achter elkaar te leggen.


Hoogte

Benodigdheden:

- Een dennenappel

- Eekhoornknuffels

Zet de dennenappel op de tafel. Is de eekhoornknuffel groot genoeg om deze te pakken? (Zorg ervoor dat dat niet het geval is). Pak er een andere knuffel bij.

Als deze knuffel op de schouders van de andere knuffel gaat zitten, kan hij er dan bij? Laat een kind de knuffel vasthouden.

Lukt het nu? Hoeveel knuffels zouden er nodig zijn om de dennenappel te kunnen pakken?

Plaats de dennenappel nu op een hogere kast en ga opnieuw op onderzoek.

Zet het stapsgewijs een beetje hoger. Je kan de opdracht makkelijker maken met grotere knuffels en moeilijker met kleinere.


Hoe ver?

Benodigdheden:

- Een eekhoornhol van papier

- Een eekhoornknuffel

Ga staan en zeg: "Ik ga meten hoe ver het is naar. het hol". Loop naar het hol door steeds de ene schoen voor de andere te zetten. Tel hardop: 1 schoen, twee schoenen enz.

Laat een kind hetzelfde doen. Doe het vervolgens met een eekhoornknuffel.

Hoe kan het dat dezelfde afstand de ene keer minder voetstappen is dan de andere keer?


Meten met een schoenveter

Benodigdheden:

- Schoenveters

- Noten

- Een eekhoornknuffel

Leg een paar noten verspreid door de kring, Welke noten liggen het dichtst bij de eekhoorn en welke het verst, denken zij? Vraag de kinderen om de afstand tussen de eekhoorn en de noten na te meten met behulp van een schoenveter.


Eekhoorn heeft een probleem

Benodigdheden:

- Een eekhoornknuffel

- Een tak

- Een dennenappel

- De overige materialen zijn afhankelijk van de uitvoering

Eekhoorn heeft een probleem. Hij wil de dennenappel of eikel die in de klas aan een tak aan het plafond hangt, maar hij kan er niet bij, want hij heeft zijn staartje bezeerd en kan nu niet zo goed springen. Kunnen de kinderen een oplossing bedenken? Laat ze in tweetallen ideeën bedenken. Ze mogen deze tijdens de werkles ook uitvoeren. Bijv. Een trap bouwen of maken, met een voorwerp de dennenappel of nootje eraf proberen te gooien, een lasso maken, een groot voorwerp zoals de bezemsteel zoeken waarmee ze de dennenappel of het nootje eraf kunnen tikken. Laat de kinderen hun oplossing presenteren.

 

Wegen


Licht en zwaar

Benodigdheden:

- Een mandje met heel veel nootjes

Laat verschillende kinderen het mandje tillen en vraag wat ze ervan vinden: zwaar of licht? Haal nu erg veel noten eruit, zodat het als heel licht ervaren wordt.

Vraag de kinderen weer wat ze ervan vinden.

Wat moeten we doen om het niet té licht en niet té zwaar te maken?


Een kilo

Benodigdheden:

- Een eekhoornknuffel

- Dingen die 1 kg wegen, bijvoorbeeld een pak suiker

- Een weegschaal of balans

Hoe zwaar is de eekhoornknuffel? Zou hij een kilo wegen? Meer of minder misschien?

De kilo is een abstract begrip, waar kleuters vaak nog geen concreet beeld bij hebben.

Dit beeld kun je ontwikkelen door het ze zelf te laten ervaren. Geef ze dus letterlijk voorwerpen van een kilo (bijv. een pak suiker) in hun handen, zodat ze een kilo kunnen voelen. Laat de kinderen daarna op zoek gaan naar voorwerpen in de klas waarvan zij ook denken dat het een kilo weegt. Laat ze het verschil in gewicht tussen beide voorwerpen beide handen voelen. Voelt het hetzelfde? Hoe kunnen we dat precies meten?

Weeg de voorwerpen op een weegschaal of balans.

Bespreek wanneer voorwerpen evenveel wegen of ze ook dezelfde vorm hebben.

Wie kan tenslotte iets vinden dat even zwaar is als de knuffel?


Wegen

Benodigdheden:

- Blokjes en een eekhoornknuffel

- Een weegschaal

Gebruik een weegschaal. Leg aan de ene kant een eekhoornknuffel

Hoeveel blokjes zijn er nodig om de weegschaal in balans te krijgen?


Wegen met een weegschaal

Benodigdheden:

- Een weegschaal (balans)

- Herfstvruchten

- Een eekhoornknuffel

Zet de weegschaal in de kring en kijk met de kinderen hoe zwaar allerlei voorwerpen wegen. Laat de begrippen zwaar en licht aan bod komen door te kijken wat zwaarder is en wat lichter etc.

  • Neem twee voorwerpen en laat de kinderen raden welke zwaarder is. Hoe kunnen we dit controleren? Laat de kinderen de voorwerpen wegen.

  • Als je gewichtjes hebt, kun je aan de ene kant een voorwerp op de balans leggen en aan de andere kant een gewicht. Welke gewicht weegt ongeveer even zwaar als het voorwerp? Plak getallen op de gewichtjes. Een 1 op het lichtste gewicht, een 2 op het op een na lichtste gewicht etc. Als het voorwerp net zoveel weegt als het gewicht met de 2, dan kost het voorwerp 2 euro. De kinderen kunnen de balans op deze manier ook in de winkelhoek gebruiken. Zet de voorwerpen van licht naar zwaar.

  • Weten de kinderen hoeveel een voorwerp weegt? Hoeveel iemand weegt kun je niet zien. Hoe kun je dit dan toch te weten komen? Laat de kinderen met antwoorden komen (weegschaal).Vraag de kinderen vervolgens om drie voorwerpen, die ongeveer even groot zijn (zodat de lengte minder een rol speelt) op volgorde te zetten van licht naar zwaar. Maak daarbij in eerste instantie nog geen gebruik van de weegschaal. Hoe kun je zeker weten dat deze volgorde klopt? Laat de kinderen met het antwoord komen. Laat de kinderen of voorwerpen daarna op de weegschaal staan/zetten en oefen met het aflezen van een weegschaal. Zet de kinderen of voorwerpen daarna samen weer in de juiste volgorde. Herhaal dit met drie andere kinderen of voorwerpen.

 

Inhoud


Vullen

Benodigdheden:

- Allerlei voorwerpen waar je nootjes in kunt doen (flesjes, bakjes, potjes). Kies er ook een aantal met een andere vorm, waar evenveel inhoud in past.

- Nootjes

Zet een aantal voorwerpen op een rijtje. Waar passen de meeste nootjes in volgens de kinderen? Laat ze op het oog seriëren van weinig inhoud tot veel.

Ga nu de proef op de som stellen. Neem het voorwerp waarvan de kinderen denken dat er de minste inhoud in past en vul deze tot de rand met nootjes. Doe de nootjes daarna over in het volgende voorwerp. Als de nootjes na het overgieten niet tot de rand komen, dan hebben de kinderen het goed geraden. Ga zo verder. Kunnen de kinderen ook een paar vinden? In welk voorwerp past evenveel denken zij? Daag kinderen uit om na te denken over de drie dimensies van inhoud: lengte, breedte en hoogte.

 

Grafieken


Turven

Benodigdheden:

- Papier

- Een stift

Turven is heel handig bij grote hoeveelheden die niet gegroepeerd zijn, waardoor je niet meteen in 1 oogopslag ziet hoeveel van iedere soort er zijn.

Turf samen met de kinderen hoeveel kinderen wel eens een eekhoorn in het echt hebben gezien. Maak tekeningen hiervan en begin met turven.

Zien de kinderen waarvan er de meeste, minste of evenveel zijn?

Laat ze ook verwoorden hoe ze dat zien!


Een staafdiagram

Benodigdheden:

- Papier

- Een stift

- Blokken

Turf hoeveel kinderen wel eens een eekhoorn in het echt hebben gezien en maak er een staafdiagram van. Zulke diagrammen zijn abstract, maar wanneer je stapsgewijs van een concrete handeling naar een abstracte weergave toewerkt, goed te begrijpen.

Begin bijvoorbeeld met een levend staafdiagram.

Laat de kinderen bijvoorbeeld bij een pictogram van hun lievelingsdier staan.

Dit kun je wat abstracter maken door de kinderen een diagram te laten maken met concreet materiaal, zoals blokjes of wasknijpers aan een strook.

Tenslotte kun je de diagram op abstract niveau aanbieden door de kinderen bijvoorbeeld eerst hun naamkaartje neer te laten leggen en tenslotte door evenveel kruisjes in een papieren staafdiagram te laten zetten. Bespreek hoe een staafdiagram eruit ziet en vraag kolommen er dan nodig zijn? Wat moet er onder de kolommen staan? Wat duiden de blokjes in de staafdiagram aan? Zien de kinderen waarvan er de meeste, minste of evenveel zijn? Laat ze ook verwoorden hoe ze dat zien! Kunnen ze een vraag bedenken die ze met behulp van de staafdiagram kunnen beantwoorden?

 

Probleemoplossend denken


Problemen oplossen

Benodigdheden:

- Geen

Soms komen eekhoorns problemen tegen. Welke problemen bijvoorbeeld?

En hoe zou je die kunnen oplossen? Bespreek dit met de kinderen.

Bijvoorbeeld:

  • De eekhoorn heeft hoogtevrees.

  • De eekhoorn heeft zijn poot gebroken.

  • De eekhoorn kan geen nootjes vinden.


Vragen bedenken

Benodigdheden:

- Geen

Daag de kinderen met allerlei vragen uit om oplossingen te bedenken. Bijvoorbeeld:

  • Bedenk vragen waarop alleen het antwoord: “eekhoorn” mogelijk is.

  • Bedenk vragen met het woord ‘eekhoorn’ waarop alleen het antwoord: “Ja, maar niet als hij slaapt” mogelijk is.


Wellus nietus

Benodigdheden:

- Geen

Daag de kinderen met allerlei wellus-nietus vragen uit om antwoorden te bedenken. Bijvoorbeeld:

  • Wat eet een eekhoorn nooit?

  • Wat zal eeen eekhoorn nooit doen met noten?

  • Op welke vraag zal een eekhoorn nooit het antwoord ‘nee’ geven?

  • Op welke vraag zal een eekhoorn nooit het antwoord "ja" geven?


Argumenten

Benodigdheden:

- Geen

Laat de kinderen allerlei tegenargumenten bedenken bij stellingen. Bijvoorbeeld:

  • Bedenk argumenten om de volgende uitspraak te verdedigen: "Eekhoorns blijven voortaan het hele jaar in hun holletje".

  • Bedenk argumenten om de volgende uitspraak te verdedigen: "Eekhoorns kunnen beter stoppen met het verzamelen van noten".

  • Bedenk argumenten om de volgende uitspraak te verdedigen: "Nootjes moeten niet worden verstopt".


Maar dan anders...

Benodigdheden:

- Geen

Daag de kinderen om bij bestaande voorwerpen te bedenken wat je er nog meer mee zou kunnen doen:

  • Waar zou je een nootje nog meer voor kunnen gebruiken?

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.

.




127 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page