site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema eekhoorns: Gecijferdheid

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 17 nov 2024

In deze blog geef ik je suggesties voor rekenactiviteiten bij het thema eekhoorns.



Tellen met je lijf


In de war

Benodigdheden:

- Een eekhoornhandpop

- Nootjes

De handpop start met het tellen van zijn nootjes, maar dat gaat niet helemaal goed!

Hij haalt getallen door elkaar, slaat getallen over enzovoorts.

De kinderen zullen hierop reageren. Vraag ze jou te helpen.

Tel een stuk en laat de kinderen verder tellen.

Tel en sla een getal over. Vraag welk getal je overgeslagen hebt.


Springen

Benodigdheden:

-Een eekhoornhandpop

De handpop houdt van springen, dat doet hij de hele dag! Vandaag gaan we zijn sprongen eens tellen. Hij springt door de kring. De kinderen tellen hardop mee. Tel tot 10, tel tot 20.

Kan de handpop ook achteruit springen? Hij springt terug de kring door, van 10 naar 0 of van 20 naar 0. Nu wil de handpop naar een bepaald kind toe springen. In hoeveel sprongen zou hij bij dat kind zijn? Wat denkt de klas? We gaan eens tellen hoeveel sprongen de handpop nodig heeft. Hebben we het goed geraden? Nu springt de handpop weer terug naar de stoel van de juf/ meester. Hij springt achteruit en wij tellen achteruit terug.

Als dat goed lukt, wil de handpop wel eens verder springen. Hij springt naar het eerste kind (bijv. 6 spongen) en daarna springt hij door naar het volgende kind. We oefenen het verder tellen vanaf een bepaald getal (in dit geval vanaf 6). Spelletje ter afsluiting: de handpop springt door de kring, máár, de kinderen mogen nu niet hardop meetellen.

Ze tellen de sprongen in hun hoofd. Als de handpop stopt met springen, mogen de kinderen raden hoeveel sprongen hij gemaakt heeft.


Sprongenspel

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zitten in de kring. Jij begint en zegt dat je een eekhoorn bent en springt door de kring. Je telt hardop 1, 2, 3, 4. Dan tik je een kind aan. Dit kind gaat verder waar jij gebleven was 5, 6, 7... net zolang totdat het kind een ander kind aantikt of tot jij het genoeg vindt en in je handen klapt.

Tot hoeveel kunnen jullie doorgaan?

 

Tellen met concrete voorwerpen


Genoeg?

Benodigdheden:

- Afbeeldingen van eekhoorns of nootjes

- Vouwcirkels

Leg vijf holletjes voor de eekhoorns neer (de vouwcirkels)

Verdeel zes nootjes of afbeeldingen van de eekhoorns. Laat de kinderen deze over de holletjes verdelen. Er blijft er eentje over. Hoeveel holletjes moeten erbij? Herhaal dit en laat de aantallen verschillen (te weinig of juist teveel holletjes). Hoeveel moeten erbij of eraf?


Splitsen met nootjes

- Een mandje (het hol van de eekhoorn)

- Munten

Leg enkele nootjes op de tafel. Laat een leerling ze tellen. De kinderen mogen vervolgens de ogen dichtdoen. Een van de kinderen (de eekhoorn) mag evenveel nootjes in de mand doen als het aantal vingers dat de leerkracht opsteekt. De kinderen doen vervolgens hun ogen open. Hoeveel nootjes liggen er nu nog op de tafel?

Hoeveel zouden er dan in de mand zitten?

Variatie: Leg er een paar nootjes bij als de kinderen hun ogen dicht hebben. Hoeveel lagen er eerst? Hoeveel liggen er nu? Hoeveel zijn er bij gekomen?


Tellen en groeperen

Benodigdheden:

- Een grote stapel nootjes

- Papier en potloden

Leg een grote stapel nootjes in de kring en laat de kinderen schatten hoeveel het er zijn.

Ze noteren het aantal op een blaadje. Daarna ga je tellen. Wie zat er het meest dichtbij?

Leg daarna alle nootjes weer op een hoop en ga ze sorteren op soort. Tel de groepjes en vertaal het aantal naar een staafdiagram. Waarvan zijn er de meeste/minste?


Tellen met een eierdoos

Benodigdheden:

- Een eierdoos voor 10 eieren, gevuld met noten

Laat de dichte doos aan de kinderen zien en laat de kinderen raden hoeveel noten erin zitten. Sommige kinderen zullen weten dat er altijd 10 eieren in een doosje zitten of lezen dat op het etiket. Hoeveel noten zijn er nog als er één weg gaat? En als er 2 weg gaan?

Haal de noten nog niet uit de doos, maar laat de kinderen eerst nadenken en antwoorden. Daarna worden de noten uit de doos gehaald en kijken de kinderen of het antwoord klopt. Vervolgens haal je een noot weg uit één rij van 5 noten. In die rij zitten nu 4 noten, in de andere rij 5. Waar zijn er meer? Waar zijn er minder? Nu haal je in 1 rij 3 voorwerpen weg. Waar zijn er meer? Waar minder? De kinderen oefenen zo meer en minder.

Vraag de kinderen ook wat de helft is. Je kunt dat makkelijk zien omdat er aan allebei de kanten 5 noten zitten. 5 erbij 5 is 10. Laat dat maar eens zien met de handen.

Kunnen de kinderen ook 6 vingers laten zien? En 3, en 2?

Sluit af met het volgende spelletje: alle kinderen hebben de ogen dicht.

Er zitten 10 noten in het eierdoosje. Eén kind mag er wat noten uithalen en achter zich leggen. De kinderen doen de ogen open. De doos gaat rond in de kring. Hoeveel noten zijn er weg? Sommige kinderen zullen gaan tellen, anderen zien dit in één oogopslag.


Splitsen

Benodigdheden:

- Een eierdoos

- Noten

Oefen het splitsen met een eierdoos. Neem een aantal noten, bijvoorbeeld zeven.

Laat het kind tellen hoeveel het er zijn. Nu zeg je dat je een aantal noten in de eierdoos zult stoppen. Je laat niet zien hoeveel en u doet de doos weer dicht.

Nu laat je zien hoeveel noten je nog over hebt. De vraag is: hoeveel noten zitten er in de doos? Het kind geeft het antwoord en mag daarna tellen of het klopt. Dit kunnen kinderen ook in tweetallen spelen. Je kunt ook de eierdoos in twee kleuren verven: bijvoorbeeld links rood en rechts geel. Het kind mag nu een aantal noten in de doos doen. De deksel gaat erop en de doos wordt geschud. Als de doos weer opengaat, mag het kind tellen hoeveel er in het rode gedeelte liggen en hoeveel in het gele gedeelte. Dit kun je ook laten noteren op een werkblad met een splitsschema.


De dieven:

Benodigdheden:

- 5-10 nootjes

De eekhoorn is in slaap gevallen. Er liggen 5-10 noten om hem/haar heen.

De kinderen mogen als de leerkracht ze aanwijst een noot weghalen.

Kan de eekhoorn raden hoeveel noten er gestolen zijn?


Verstopspel

Benodigdheden:

- 5-10 noten

Tel de noten met de kinderen.

Leg nu 2 noten op tafel. Bedek 1 noot onder een doek.

Hoeveel noten liggen er onder de doek? Hoe weet je dat? Hoeveelnoten kun je zien?

Leg 3 noten op tafel en bedek er 2 en stel weer vragen aan de kinderen.

Uiteindelijk doe je dit met 5-10 noten.


Noten tellen:

Je hebt nodig:

- Een heleboel noten

Leg alle noten op een grote berg in de kring. Hoeveel zouden er nu liggen?

Laat de kinderen schatten. Vraag of de kinderen ook precies te weten kunnen komen hoeveel er liggen. Hoe doe je dat? Door te tellen!

Is het makkelijk om noten, die op een hoopje liggen te tellen?

Hoe kun je het makkelijker tellen, zonder dat je dubbel telt of iets vergeet.

Welke is het grootst? Welke is het kleinst?

Leg een rijtje noten op volgorde van groot naar klein.


Verkort tellen

Benodigdheden:

- Noten

- Twee afbeeldingen van eekhoorns

Leg de twee afbeeldingen naast elkaar en leg bij beide een noot.

Vraag de kinderen hoeveel het er zijn.

Leg er zonder dat de kinderen het zien, twee noten bij.

Zorg ervoor dat ze netjes twee aan twee liggen. Vraag hoeveel er nu liggen.

Leg er steeds twee noten, twee aan twee, bij.

Laat de kinderen met sprongen van twee meetellen.

Variatie: Leg twee afbeeldingen op en onder een mandje (het eekhoornhol).

Vertel de kinderen dat er evenveel noten onder liggen als erop.

Hoeveelnoten liggen er in totaal?


Hoeveel noten liggen er achter je?

Benodigdheden:

- Noten

Een kind is de eekhoorn en zit met een blinddoek op in de kring.

Er komt steeds een kind een noot achter hem leggen.

Kan het kind raden hoeveel noten er achter hem liggen?


Pluimstaart de Eekhoorn:

Benodigdheden:

- Veel herfstvruchten

- Een eekhoorn

- Voor ieder kind een touwtje en een papieren cirkel (het holletje)

Geef alle kinderen 5 herfstvruchten.

Laat de kinderen de herfstvruchten op de papieren cirkel voor zich op de grond leggen.

Dit is hun wintervoorraad. De kinderen leggen het koord om hun wintervoorraad, zodat deze veilig is.

Dan komt Pluimstaart de Eekhoorn. Hij heeft honger en is op zoek naar eten.

Hij pakt graag wat weg bij anderen. Vraag de kinderen de ogen te sluiten en haal bij enkele kinderen een herfstvrucht weg.

De kinderen openen de ogen en controleren of hun wintervoorraad nog compleet is. Kinderen waarbij dat niet het geval is, steken hun hand op, vertellen hoeveel ze missen en krijgen (zogenaamd nieuwe) herfstvruchten van jou. Herhaal deze activiteit een aantal keer.

Variatie: Stel een boswachter aan. Dit kind verlaat de kring. Haal bij verschillende wintervoorraden wat weg. Leg deze herfstvruchten bij de eekhoorn in de kring.

De boswachter komt terug en ziet hoeveel de eekhoorn gestolen heeft.

De boswachter legt alle gestolen herfstvruchten terug bij de eigenaar.

Kan de boswachter dit snel? Kan de groep een manier vinden waardoor dit sneller gaat?


In het holletje

Benodigdheden:

- Een eekhoorn

- Een doos (het holletje)

- 6 nootjes

Er zitten 6 nootjes in het holletje van de eekhoorn.

Je haalt er 4 uit en legt deze voor het holletje neer. Hoeveel zitten er nu nog in?

 

Tellen met getalbeelden


Hoeveel stippen?

Benodigdheden:

- Noten

- Een dobbelsteen

- Een hoepel (het eekhoornhol)

Gooi met een dobbelsteen en tel samen het aantal stippen. Vertel dat de kinderen evenveel noten als stippen in de hoepel moeten leggen. Begin makkelijk en wijs een kind aan.

Geef de opdracht vervolgens ook eens aan twee kinderen tegelijk, die het samen moeten doen en bij vier aan vier kinderen. Hoeveel noten moeten ze pakken als iedereen boodschappen moet doen?

Laat de voorwerpen net zo neerzetten als de stippen op de dobbelsteen.


Op boevenpad

Benodigdheden:

- Groene, rode en oranje vouwbladen

- Een dobbelsteen

- Blokjes (de noten) of gebruik echte eikeltjes

- Poppen of afbeeldingen (de eekhoorns)

Verdeel de klas in 2-4 groepen. Maak een spelbord van vouwblaadjes in de kring.

De groepen gooien om beurten met de dobbelsteen en verzetten hun pop evenveel stappen vooruit als het aantal gegooide ogen. Komt deze op een rood vouwblad, dan mag deze evenveel blokjes stelen als het aantal ogen op de dobbelsteen.

Bij groen gebeurt er niets. Bij oranje moet de groep een blokje aan een andere groep geven. Wie verzamelt de grootste wintervoorraad?


Een wintervoorraad

Benodigdheden:

- Twee eekhoorns

- Nootjes

- Een dobbelsteen

Verdeel de klas in twee teams en laat de teams om beurten met een dobbelsteen gooien.

Ze mogen evenveel nootjes bij hun eekhoorn leggen als het aantal ogen op de dobbelsteen. Welke eekhoorn heeft na 3 beurten de grootste wintervoorraad?


Welke eekhoorn is er het eerst bij de dennenappel?

Benodigdheden:

- Tape of stroken

- 2 eekhoorns

- Een dobbelsteen

- Een dennenappel.

Maak met tape of stroken een boom op de grond. Plak aan iedere kant van de stam evenveel takken. Zet de eekhoorns in de boom. Welke is hoger? Welke is lager?

Vervolgens zet je de eekhoorns bij de stam en verdeel je de klas in twee groepen die ieder aan 1 kant van de boom mogen gaan zitten.

Ze gooien om beurten met een dobbelsteen en de eekhoorn aan hun kant mag evenveel takken omhoog. Wie is er het hoogst? Hoeveel takken verschil is er?

Hoeveel moet de andere groep gooien om de eekhoorn van de andere groep in te halen? Hoeveel takken moet de eekhoorn nog? Wie is er het eerste bij de dennenappel?

De eekhoorn moet er wel precies op uitkomen, anders moet hij weer een stukje omlaag.


1 meer/minder:

Benodigdheden:

- Geef de kinderen allemaal een aantal plaatjes van eekhoorns of nootjes in de handen.

Laat ze iemand zoeken die 1 meer of 1 juist 1 minder heeft.

Je kunt ze ook een cijfer vertellen of geven dat ze moeten zoeken.

 

Tellen met getalbeelden en cijferkaarten


Zoek dezelfde, maar toch anders

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

- Cijferkaarten met een getalbeeld

Gebruik de cijferkaarten en kaarten met daarop het getalbeeld (bijv. stippen of vingers die een aantal aangeven). Geef de helft van de groep een cijferkaart en de helft een kaart met een (bijbehorend) getalbeeld. Vertel dat de kinderen met een cijferkaart op zoek moeten naar de kinderen met het getalbeeld, behorende bij dit cijfer. De kinderen lopen door de kring en gaan bij het juiste kind staan. Wanneer iedereen zijn cijfer gevonden heeft, controleer je of het klopt. Andersom (het getalbeeld bij een cijferkaart zoeken) kan natuurlijk ook. Laat de kinderen ook eens van kaartje wisselen en speel het spel dan opnieuw.


De getallenlijn:

Benodigdheden:

- Kroonstroken (10 tot 20)

- Ronde vouwblaadjes (11 of 21)

- Cijferkaartjes t/m 10 of 20

- Een dobbelsteen

- Twee eekhoornknuffels

Veel kinderen kunnen de telrij opzeggen, maar dat betekent nog niet dat ze inzicht hebben in de getallenlijn. Maak er eentje, bijvoorbeeld met kroonstroken en vouwcirkels.

Plak de kroonstroken aan elkaar en schrijf het cijfer 0 op de eerste en 10 of 20 op de laatste. Afhankelijk van het niveau van de kinderen en je doel. Geef de kinderen een cijferkaartje. Waar moeten ze deze leggen op de getallenlijn? Is dat nog ver tot 10 of 20?

Hoeveel stappen moet je dan nog zetten? Maak op die manier tenslotte bijvoorbeeld samen een levend ganzenbord en laat twee eekhoornknuffels een wedstrijd tegen elkaar lopen.

Gooi met de dobbelsteen. De knuffel mag zoveel plekken vooruit. Wie wint?

Leg de getallenlijn, de cijferkaartjes en de dobbelsteen daarna ook eens neer voor je werkles en laat de kinderen in twee- of drietallen zo'n levend ganzenbord spelen.

 

Tellen met cijfers



Drie

Benodigdheden:

- Papier

- Een stift

Het thema eekhoorns leent zich goed om de 3 centraal te stellen.

Deze zit namelijk verstopt in de eekhoorn.





Delen

Benodigdheden:

- Nootjes

- Twee mandjes

- De cijfers 1-12

Laat de kinderen ontdekken welke hoeveelheden tot 12 eerlijk door 2 gedeeld kunnen worden. Begin met concreet materiaal, zoals nootjes

Op die manier kunnen kinderen manipulerend allerlei ontdekkingen doen.

Van daaruit probeer je tot een dieper inzicht te komen.

Zit er een patroon in het wel/niet deelbaar zijn door twee? Leg kaarten met de getallen 1-12 neer en schuif de getallen die wel deelbaar zijn door 2 naar beneden. Op die manier zien kinderen het patroon van even en oneven nummers ontstaan.


Bewegend flitsen

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

Maak een stapeltje van de cijferkaarten en flits ermee. De kinderen zeggen welk getal ze zien. Spreek met de kinderen af dat het getal van de week het kaartje is waarbij ze boos mogen stampen of blij mogen springen. Steeds wanneer de kinderen het 'stamp of spring' kaartje zien, stampen ze of springen ze de lucht in.


Zoek je maatje

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns. Print deze twee keer uit.

De kinderen zoeken het kind met hetzelfde getal en gaan naast elkaar in de kring of op de grond zitten. Variatie: Laat ze iemand zoeken die 1 meer of 1 juist 1 minder heeft.


Rara, waar ben ik?

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

- Een afbeelding van een eekhoorn

Verstop de afbeelding onder één van de cijferkaarten. De kinderen raden vervolgens waar deze ligt. Ze moeten het getal eerst juist benoemen en daarna mogen ze kijken of het klopt.


De getallenrij

Benodigdheden:

- Cijferkaarten. thema eekhoorns

De kinderen zitten in de kring. Jij hebt de cijferkaarten vast. Je laat een willekeurig kaartje zien en legt dit kaartje in de kring. Daarna laat je het volgende kaartje zien. Waar zou dit kaartje moeten liggen. Maak samen een getallenrij van alle kaartjes in de kring.


Kaartje terugleggen

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

De kinderen zitten in de kring (op volgorde van de getallen) en hebben hun cijferkaartje vast. De leerkracht noemt een getal. Dit kind mag zijn/haar cijferkaartje in de kring komen leggen. Wanneer een kind zijn getal niet herkent of niet reageert, zullen de anderen dit misschien wel opmerken. Ze kunnen immers tellen wie welk getal heeft.


Wat klopt er niet?

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

Leg de getallen in de juiste volgorde in de kring. De kinderen doen de ogen dicht. Haal een getal weg of verwissel twee getallen. Kunnen de kinderen ontdekken wat er niet goed is? Speel dit spel ook een keer met alleen de even of de oneven getallen.


We maken een kringetje

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

Geef ieder kind een cijferkaart en de opdracht om in de kring te komen zitten op de juiste volgorde. Getal 1 moet naast de juf zitten, daarnaast 2, dan 3 etc. en het laatste getal, getal nummer... zit ook weer naast de juf. De kinderen zullen naar je toe komen om te vragen waar ze moeten zitten. Vertel ze dat ze hulp mogen vragen van klasgenootjes. Jij zegt niks.

Er zullen altijd kinderen zijn die gaan regelen. Als iedereen zit vertellen de kinderen één voor één welk getal ze hebben en steken dit omhoog. Zitten we allemaal goed?

Zo niet, welke kinderen moeten nog wisselen? Speel het spel nog een keer.


Verstoppertje spelen

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

- Een eekhoornknuffel

Leg de getallen in de juiste volgorde. Gebruik een eekhoornknuffel waar de kinderen eerst aan moeten vertellen welke getallen ze zien. De knuffel gaat een verstopspelletje met de kinderen spelen. Hij gaat op één of meerdere getallen liggen. Welke getallen zijn bedekt? Variatie: De kinderen doen de ogen dicht. De knuffel pakt een cijferkaart weg.

De kinderen mogen weer kijken. Welk getal is er nu weg? Maak het spel moeilijker door meerdere getallen weg te halen.


Wie is er weg?

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

De kinderen zitten in de kring en hebben hun cijferkaart (in de juiste volgorde) zichtbaar in hun handen. De kinderen doen de ogen dicht. De leerkracht tikt één kind aan.

Dit kind verstopt zich met het kaartje. Dan mogen de kinderen hun ogen weer opendoen. Welk getal is verdwenen? Wordt het juiste getal genoemd, dan komt het kind dat dit kaartje heeft weer in de kring zitten. Breid dit uit door meerdere kinderen in één ronde aan te tikken. Zij verdwijnen en wanneer hun getal genoemd wordt, komen ze terug in de kring.


Het geheime getal

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

Jij neemt een getal in gedachten. De kinderen gaan allemaal op hun stoel staan, met hun cijferkaartje zichtbaar in de hand. Zorg ervoor dat de kinderen hun getal goed zichtbaar vast blijven houden. Ze mogen het geheime getal gaan raden. Als het getal bijvoorbeeld 18 is en een kind 20 raadt, zeg jij 'lager' en moeten alle kinderen die 20 of hoger dan 20 hebben gaan zitten. Nu raadt een kind 5. Jij zegt 'hoger' en alle kinderen die 5 of lager hebben gaan zitten. Wie raadt het getal?


Raad het getal

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

- Een eekhoornknuffel

Leg de getallenlijn in de kring. Zorg ervoor dat alle kinderen aan de goede kant zitten (en het spel dus niet op z'n kop zien). Leg een knuffel aan het begin van de getallenlijn (voor de 1) en een andere knuffel aan het eind (achter de 10 of 20). Neem een getal in gedachten.

De kinderen mogen raden. Vertel of het geraden getal te hoog of te laag is.

Verplaats de ene knuffel naar rechts wanneer het getal meer moet zijn en verplaats de andere naar links als het getal minder moet zijn. Bijv. Jij hebt 7 in gedachten.

Een kind raadt 4. Dit is te laag. Verplaats de knuffel, schuif hem over de 1, 2, 3 en 4.

De getallen tussen de twee knuffels kunnen nog geraden worden. Nu wordt 8 geraden.

Dit is te hoog. Verplaats de andere knuffel naar de 8. De getallen tussen 4 en 8 blijven over. Ga zo verder. Wie raadt het getal?


Hoger/lager

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

Neem een stapeltje cijferkaarten en schud ze goed. Draai de eerste kaart om.

Vraag de kinderen welk getal hierop staat. Laat de kinderen nu raden of er op de volgende kaart een hoger of lager getal staat. Draai de volgende kaart om. Is het hoger of lager?

Ga zo verder.

Variatie: Geef elk kind een kaart. Laat één van de kinderen de naam van een ander kind noemen. Heeft hij een hoger of lager getal op zijn kaart staan?


Hoeveelheden koppelen aan getallen

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

- Nootjes

Leg een aantal cijferkaarten in de kring en leg hier evenveel noten bij.


Coöperatieve opdracht

Benodigdheden:

- Cijferkaarten, thema eekhoorns

- Nootjes

Zorg voor cijferkaarten waarvan het totale aantal bij elkaar opgeteld het aantal kinderen in de klas vertegenwoordigt. Elk kind krijgt een nootje. Geef ze vervolgens de opdracht om de nootjes op de kaarten te leggen. Precies evenveel als dat het getal op de kaart aangeeft. Wijs daarna kinderen aan die dit mogen controleren.


 

Delen


Een vol hol:

Benodigdheden:

- Een aantal hoepels

- 12 nootjes

- 2-3 Eekhoorns.

- Een egel

Leg iedere eekhoorn in een hoepel. Dit zijn de holletjes. Er liggen nootjes in.

Zorg in ieder geval voor een voller en leger hol en eventueel ook nog eentje ertussen in.

Waar liggen de meeste nootjes? Waar de minste?

Kunnen de kinderen ervoor zorgen dat er in ieder hol evenveel nootjes komen te liggen?

Zien zij dingen in de klas die vol, leeg of halfvol zijn?

Er wordt aan de deur geklopt van het eekhoornhol. Egel komt op visite en heeft ook honger. Ze verdelen de nootjes opnieuw. Vervolgens kan er eventueel nog iemand aankloppen.


Eerlijk delen

Benodigdheden:

- Twee eekhoorns

- Een mand met nootjes

Knabbel en babbel hebben nootjes verzameld en nu moeten ze eerlijk worden verdeeld. Hoeveel krijgt ieder?

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!



.

.







733 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page