In deze blog vind je suggesties voor kringactiviteiten om de sociale vaardigheden bij het thema de winkel te stimuleren.

Samenwerken
De boodschappenmandje
Benodigdheden:
- Een hoepel met vier touwen eraan
- Een voorwerp uit de winkel
Leg het voorwerp in het midden. Maak een groep van vier kinderen en geef deze de opdracht om de hoepel (het winkelmandje) met behulp van de touwen over het voorwerp te leggen, zonder de hoepel zelf aan te raken.
Mix en ruil
Benodigdheden
- Afbeeldingen van de winkel (minimaal vier verschillende)
Geef alle kinderen vier kaartjes. Zorg ervoor dat ze dubbele kaarten hebben.
De kinderen moeten nu gaan wandelen door de kring en ruilen en ervoor zorgen dat ze vier verschillende plaatjes verzamelen. Dubbele kaarten worden geruild.
Leg uit dat ruilen betekent dat je iets geeft, maar ook iets terug krijgt van de ander.
Als het gelukt is mag een kind gaan zitten. Het spel gaat net zo lang door totdat iedereen zit. Bespreek het na: Lukte het? Waarom wel/niet?
Help!
Benodigdheden:
- Geen
De verkoper helpt de klanten in de winkel.
Houd een gesprek over iemand helpen.
Wat is helpen?
Hoe en waarmee helpt een verkoper de klanten?
Wanneer hebben de kinderen wel eens hulp nodig?
Krijgen ze dat altijd?
Hoe regel je dat?
Wie moeten ze helpen: Een dief? Iemand die blind is? Een oude opa? Een eekhoorn? Een poes? Papa en mama? De juf? Andere kinderen? Een baby?
Waarom?
Is iedereen het daarmee eens?
Moet je altijd iemand helpen?
Hoe kun je iemand helpen?
Vraag de kinderen wie zij deze week willen helpen en hoe?
Stel gedurende de week daarop steeds de vraag of ze iemand hebben geholpen en hoe?
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een klein voorwerp uit de winkel (bijvoorbeeld een plastic appel)
Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen. Hierna leggen ze samen een parcours af.
Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?
De baas
Benodigdheden:
- Geen
In de winkel werkt ook een baas. Waarom?
De kinderen gaan in tweetallen staan. Eentje van hen speelt de baas.
Hij deelt bevelen uit die het andere kind opvolgt. Bijv. 'Ga zitten!', 'strik mijn veter!' of 'Spring!'. Er mogen geen vervelende opdrachten worden gegeven, die gemeen zijn of pijn doen. Na een paar minuten worden de rollen omgedraaid. Wat vonden de kinderen ervan om de baas te spelen? Wat vonden de kinderen ervan om te moeten doen wat de ander zei?
Kris-kras-kaart
Benodigdheden:
- Afbeeldingen van de winkel
Scheur een aantal ansichtkaarten in stukjes. Verdeel de kinderen in groepjes.
Hoe snel kan ieder groepje de kaart weer compleet maken?
Doorgeefding
Benodigdheden:
- Geen
Ga met de kinderen in een kring staan en geef een denkbeeldig product door, zoals een zwaar pak, een ballon, een appel of iets dergelijks.
Een lange rij
Benodigdheden:
- Geen
Soms staat er in de winkel een lange rij. Laat de kinderen elkaar bij de hand vasthouden. Loop, zonder los te laten, een route door de klas. Deze kan ook over stoelen en tafels heen gaan. Gaat dit goed, dan houden de kinderen tijdens het lopen elkaars broekpijp vast.
Bingo!
Benodigdheden:
- Bingokaarten met daarop foto's van producten uit de winkel
Laat de kinderen tweetallen vormen, liefst met een kind dat ze nog niet goed kennen.
Elk tweetal krijgt een bingokaart en gaat naar de producten op zoek. Als ze iets vinden, kruisen het af op de kaart. Als ze alles gevonden hebben, gaan ze in de kring zitten.
Lukt het iedereen om de hele kaart vol te krijgen? Bespreek in de kring wat de kinderen waar gevonden hebben en hoe het samenwerken ging. Dit spel kun je ook tijdens een bezoek aan de winkel spelen.
in het mandje
Benodigdheden:
- Touw, tape of afzetlint
De groep moet passen in een vooraf gestelde kleine ruimte; het winkelmandje.
Zet de ruimte af met touw, tape of afzetlint. Je kunt de ruimte steeds kleiner maken.
Mix en ruil
Benodigdheden
- Afbeeldingen van winkelspullen (minimaal vier verschillende)
Wat zie je allemaal in een winkel en wat niet?
Geef vervolgens alle kinderen vier kaartjes met daarop een afbeelding van iets wat bij de winkel hoort. Zorg ervoor dat ze dubbele kaarten hebben.
De kinderen moeten nu gaan wandelen door de kring en ruilen en ervoor zorgen dat ze alle vier de verschillende winkelspullen verzamelen. Dubbele kaarten worden geruild.
Leg uit dat ruilen betekent dat je iets geeft, maar ook iets terug krijgt van de ander.
Als het gelukt is mag een kind gaan zitten. Het spel gaat net zo lang door totdat iedereen zit. Bespreek het na: Lukte het? Waarom wel/niet?

Auditief geheugen
Benodigdheden:
- Geen
Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen.
Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen. Maak tweetallen.
Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die met de winkel te maken hebben en die het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.
Vertrouwen
Laden en lossen
Benodigdheden:
- Stoelen
De kinderen gaan met de knieën tegen elkaar aan, tegenover elkaar zitten, op een stoel zonder leuningen. Een kind wordt al liggende op zijn rug doorgegeven.
Hij wordt aan het einde van de rij 'opgevangen' door de leerkracht en neemt aan het eind van de rij plaats. Daarna wordt het volgende kind doorgegeven.
Gedrag en regels
In je spaarpot
Benodigdheden
- Zorg voor een doorzichtig potje of een spaarpot voor elk kind.
- Speelgeld
Laat de kinderen als beloning voor goed gedrag "geld" verdienen. Wanneer hun pot vol is, mogen ze "winkelen" in een klassenwinkel om iets te kopen als beloning voor hun werk.
Die beloning kan ook een activiteit met een bepaalde waarde zijn.
Is het kanjer?
Benodigdheden:
- 2 pictogrammen (duim omhoog/omlaag)
Hang de pictogrammen op 2 verschillende plekken. Bespreek ze met de kinderen.
Leg de eerste situatie voor: iets meenemen zonder te betalen, is dat kanjer of niet?
Ga bij de betreffende pictogram staan. Laat de kinderen vertellen waarom ze op die positie zijn gaan staan. Leg vervolgens nog andere situaties voor, zoals: per ongeluk iets laten vallen in de winkel, voordringen in de rij, tot ziens zeggen.
Verboden toegang!
Benodigdheden:
Zijn er in een winkel plekken waar je niet mag komen? Welke? Waarom niet?
Waar zijn meer plekken waar je niet mag komen? Thuis of op school?
Hoe kun je zien of iets verboden terrein is? Laat een verboden toegangsbord zien.
Zijn er andere dingen die niet mogen in een winkel?
Ondeugende dingen:
Benodigdheden:
- Knuffels
- Een fotocamera
Maak een winkeltje in de klas. ’s Nachts komen de knuffels ‘tot leven’ en halen ze allerlei ondeugende dingen in de winkel uit, zoals:
Ze maken rommel
Ze maken iets kapot
Ze rollen de wc rollen over de grond
Ze eten stiekem alle koekjes op
Ze eten een hele snoep pot op en laten de papiertjes overal slingeren
Ze gooien het fruit uit de kisten en gaan er zelf in liggen slapen
Ze houden een feestje
Ze pakken dingen in
Ze lezen tijdschriften en laten deze op de grond slingeren
Ze plakken de kassa dicht met plakband
Ze barricaderen de winkeldeur met linten
Ze spelen met zeepsop en laten de winkel onder de sop lopen
De kinderen vinden de knuffels iedere ochtend in een ondeugende situatie terug (of een foto ervan). Bespreek zo spelenderwijs de regels.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

Commenti