Samenwerken en spelen is het bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door het inzetten van je eigen kwaliteiten en behulpzaam zijn voor de ander. Samenwerken en spelen vereist wel een aantal competenties, die voor veel kleuters nog lastig zijn. In deze blog vertel ik je er meer over en geef ik je suggesties voor activiteiten om het samenwerken te stimuleren.

Samenwerken en spelen
Samenwerken en spelen is het bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door het inzetten van je eigen kwaliteiten en behulpzaam zijn voor de ander. Samenwerken en spelen vereist wel een aantal competenties, die voor veel kleuters nog lastig zijn, zoals
Kunnen luisteren naar een ander
Op elkaar letten
Aanwijzingen en opdrachten kunnen opvolgen
Initiatief durven nemen
Niet opgeven
Kunnen volgen
Strategieën kunnen bedenken
Kunnen meedenken
Overleggen
Flexibel zijn
Creatief denken
Leiding geven
Helpen
Doorzetten
Jezelf kunnen focussen
Communicatieve vaardigheden
Door deze vaardigheden op elkaar af te stemmen en het groepsproces boven je eigen succes te plaatsen ontstaat er een samenwerking.
Basisvaardigheden, die je de kinderen kunt leren bij het samenwerken zijn:
Elkaars naam gebruiken
Elkaar aankijken tijdens het praten
Vriendelijk op elkaar reageren
Elkaar gelegenheid geven om mee te doen
Een inbreng durven te hebben
Duidelijk praten, zodat anderen je kunnen verstaan
Meewerken aan een groepsopdracht
Naar elkaar luisteren
Elkaar uit laten praten
De inbreng van een ander accepteren
Bij je groepje blijven
Rustig praten en werken
Materialen met elkaar delen
Om de beurt praten
Aan de taak doorwerken totdat deze af is
Voortgezette vaardigheden, die je de kinderen kunt leren bij het samenwerken zijn:
Vragen stellen aan elkaar
Reageren op wat de ander zegt
Af en toe herhalen wat de ander zegt
Elkaar vragen hardop te denken
Elkaar aanmoedigen mee te doen
Elkaar een complimentje geven
Ondersteunende opmerkingen maken
Met alle groepsleden samenwerken
Elkaar aanbieden iets uit te leggen
Hulp vragen aan een ander
Elkaar helpen zonder het voor te zeggen
Het werk plannen
Richting geven aan de uitvoering van de taak
Af en toe de voortgang samenvatten
Elkaar herinneren aan de opdracht
Gevorderde vaardigheden, die je de kinderen kunt leren bij het samenwerken zijn:
Je in het standpunt van de ander verplaatsen
Verschillen van mening accepteren
Ook op langere termijn een goede relatie behouden
Overeenstemming met elkaar bereiken
Kritiek formuleren op ideeën in plaats van personen
Met elkaar problemen oplossen
Op een vriendelijke manier vertellen dat je het ergens niet mee eens bent
Verschillende ideeën integreren
De groep stimuleren en motiveren
Samenwerken en spelen is niet hetzelfde als vriendschap.
Je kunt met veel mensen samenwerken, zonder bevriend te zijn.
Wel vergroot samenwerking de kans op onderlinge vriendschappen.
Doe wel alleen groepsvormende activiteiten, waarbij kinderen met elkaar tot een goed resultaat moeten komen door samen te werken en die zodoende de groepsgeest bevorderen. Geef geen coöperatieve opdrachten die concurrentie bevorderen tussen individuele kinderen of tussen sub groepjes. Laat kinderen ook in veel wisselende combinaties samenwerken en spelen.
SEO/bewegend leren
Hoepelkwartet
Benodigdheden:
- Hoepels in vier verschillende kleuren.
Maak vier groepen en geef iedere groep 4 verschillende kleuren hoepels. De kinderen van ieder viertallen maken een slinger en lopen samen door de ruimte. De opdracht is om vier hoepels in dezelfde kleur te verzamelen. Dit doen ze door op een andere groep af te stappen en een hoepel eerlijk te ruilen tegen een andere. Hierna lopen ze door naar de volgende groep en ruilen wederom een hoepel. Ze gaan door totdat ze vier hoepels in dezelfde kleur hebben.
Ballonspel
Benodigdheden:
- Ballonnen
De kinderen proberen de ballonnen zo lang mogelijk in de lucht te houden met hun hand, hoofd, armen, benen, armen, voeten, knieën of andere lichaamsdelen.
Variatie: De kinderen gaan in een kring staan met de handen vast en proberen de ballon samen hoog te houden zonder los te laten.
Gevangen!
Benodigdheden:
- 4 hoepels
- 4 touwen
- Een knuffel
Voor deze opdracht moeten de kinderen goed samenwerken. Bevestig de touwen aan de hoepel en vraag vier kinderen om ieder een uiteinde van het touw vast te pakken.
Leg een knuffel of ander voorwerp in het midden, vlakbij de hoepel.
De kinderen trekken aan de touwen, zodat de hoepel van de grond komt en proberen samen de hoepel over de knuffel te laten vallen.
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een klein voorwerp (bijvoorbeeld een potlood)
Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen. Hierna leggen ze samen een parcours af.
Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?
SEO/hoekenspel
Imiteren
Benodigdheden:
- Papier
- Potloden
De kinderen gaan bij een maatje zitten en moeten proberen hun maatje precies dezelfde tekening te laten tekenen als die het maatje van de leerkracht heeft gekregen. Het maatje mag alleen niets zien en je mag ook niets aanwijzen. De kinderen mogen alleen hun mond gebruiken om alles heel precies te vertellen.
SEO/kring
Samen spelen, samen delen
Benodigdheden:
- Geen
Stel vragen over samenwerken en over samen delen. Bijvoorbeeld:
Wat doen de kinderen als ze iets graag willen hebben.
Wat doen ze als dat niet lukt?
Hebben ze ook wel eens ruzie over het samen delen van spullen?
Hoe lossen zij het op als ze met hetzelfde willen spelen als een vriendje of een broer/zus?
In de knoop
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel met kleinere groepjes. De kinderen doen hun ogen dicht en steken hun armen gekruist naar het midden. Daarna proberen ze met elke hand een hand van twee andere kinderen vast te pakken, zodat alle armen door de war zitten. De kinderen doen hun ogen weer open en proberen, zonder elkaar los te laten, uit de knoop te komen.
Mix en ruil
Benodigdheden
- Afbeeldingen (minimaal vier verschillende)
Geef alle kinderen vier kaartjes. Zorg ervoor dat ze dubbele kaarten hebben.
De kinderen moeten nu gaan wandelen door de kring en ruilen en ervoor zorgen dat ze vier verschillende plaatjes verzamelen. Dubbele kaarten worden geruild.
Leg uit dat ruilen betekent dat je iets geeft, maar ook iets terug krijgt van de ander.
Als het gelukt is mag een kind gaan zitten. Het spel gaat net zo lang door totdat iedereen zit. Bespreek het na: Lukte het? Waarom wel/niet?

In balans
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zitten in een kring met hun billen op de grond en hun handen vast.
Op een signaal proberen ze zonder hun handen los te laten, als groep op te staan.
Daarna proberen ze als groep, zonder de handen los te laten, weer te gaan zitten.
Variatie: De kinderen proberen na het opstaan naar achteren te gaan hangen, zonder uit balans te raken. Wijs ook een aantal kinderen aan die juist naar voren mogen gaan hangen.
Help!
Benodigdheden:
- Geen
Houd een gesprek over iemand helpen.
Schets bijvoorbeeld situaties en vraag de kinderen of dit prettiger is om alleen te doen of samen, bijv. Je fruit opeten, voetballen, naar de wc gaan, tikkertje spelen enz...
Wat is helpen?
Wanneer hebben zij hulp nodig?
Krijgen ze dat altijd?
Hoe regel je dat?
Wie moeten ze helpen: Een dief? Iemand die blind is? Een oude opa? Een eekhoorn? Een poes? Papa en mama? De juf? Andere kinderen? Een baby?
Waarom?
Is iedereen het daarmee eens?
Moet je altijd iemand helpen?
Hoe kun je iemand helpen?
Vraag de kinderen wie zij deze week willen helpen en hoe?
Stel gedurende de week daarop steeds de vraag of ze iemand hebben geholpen en hoe?
Op de brug
Benodigdheden:
- Stoelen
De kinderen zitten op stoelen in een kring en schuiven de stoelen zo dicht mogelijk tegen elkaar. Nu gaan de kinderen op de stoelen staan en lopen over de brug.
De leerkracht haalt telkens een stoel weg. De kinderen moeten nu bij elkaar op de stoel gaan staan en elkaar stevig vasthouden. De kinderen moeten erop vertrouwen dat ze elkaar niet laten vallen. Het spel stopt wanneer iemand gevallen/verdronken is.
Zonder handen!
Benodigdheden:
- Een knuffel
Laat de knuffel de kring doorgaan. De kinderen krijgen daarbij de opdracht dat ze hun handen niet mogen gebruiken en de knuffel niet mogen laten vallen.
Hoe kan dat? Lukt het?
Stilletjes:
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen krijgen een gezamenlijke opdracht die ze geluidloos moeten uitvoeren, bijvoorbeeld: alle stoelen in de kring zetten, allemaal op 1 been gaan staan, allemaal de jas pakken enz. Benoem een kind tot oppasser. Als de oppasser toch een geluidje hoort, klapt het kind in de handen en wordt het spel gestopt.
De baas
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen gaan in tweetallen staan. Eentje van hen speelt de baas.
Hij deelt bevelen uit die het andere kind opvolgt. Bijv. 'Ga zitten!', 'strik mijn veter!' of 'Spring!'. Er mogen geen vervelende opdrachten worden gegeven, die gemeen zijn of pijn doen. Na een paar minuten worden de rollen omgedraaid. Wat vonden de kinderen ervan om de baas te spelen? Wat vonden de kinderen ervan om te moeten doen wat de ander zei?
Kris-kras-kaart
Benodigdheden:
- Ansichtkaarten of afbeeldingen
Scheur een aantal ansichtkaarten in stukjes. Verdeel de kinderen in groepjes.
Hoe snel kan ieder groepje de kaart weer compleet maken?
Klip, klak, stamp
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in een kring. Een kind maakt een geluid met zijn lichaam, zoals knippen met de vingers, klakken met de tong of stampen met de voeten. De anderen doet dit na.
Zo wordt de kring rondgegaan.
Groepsfiguur
Benodigdheden:
- Geen
Op een teken van de leerkracht vormt de groep een figuur, zonder daarbij met elkaar te praten. Gebaren mogen wel worden gebruikt. Figuren die gevormd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: een vierkant, een huis, de letter S. Laat het figuur ook op het digibord zien.
Doorgeefding
Benodigdheden:
- Geen
Ga met de kinderen in een kring staan en geef een denkbeeldig voorwerp door, zoals een zwaar pak, een ballon, appel of iets dergelijks.
Een lange rij
Benodigdheden:
- Geen
Laat de kinderen elkaar bij de hand vasthouden. Loop, zonder los te laten, een route door de klas. Deze kan ook over stoelen en tafels heen gaan. Gaat dit goed, dan houden de kinderen tijdens het lopen elkaars broekpijp vast.
Hoepel door de kring
Benodigdheden:
- Een hoepel
De kinderen staan in de kring en houden elkaars handen vast. Steek jouw hand door een hoepel en houd dan de hand van het kind naast je vast. De hoepel zit nu vast in de kring. Geef hem de kring rond. Laat de kinderen zelf bedenken hoe ze dit kunnen doen.
Ze zullen elkaar soms ook mogen helpen. Maar er is één regel: de handen mogen niet los gaan! Lukt het om de hoepel de hele kring door te geven?
In de knoop
Benodigdheden:
- Geen
Alle kinderen geven elkaar één hand en één kind gaat even naar de gang.
De kinderen proberen flink in de knoop te raken door onder elkaar door te kruipen en over elkaar heen te stappen. Ze laten elkaars handen niet los!
Het kind op de gang komt terug en probeert de groep uit de knoop te halen.
Zo licht als een veertje
Benodigdheden:
- Veertjes
Geef de kinderen per twee- of viertal een veertje.
Ze moeten dit in de lucht houden door te blazen.
Als het veertje de grond raakt, gaan de kinderen zitten.
Welk groepje houdt dit het langst vol?
Bingo!
Benodigdheden:
- Bingokaarten met daarop foto's van voorwerpen uit de klas.
Laat de kinderen tweetallen vormen, liefst met een kind dat ze nog niet goed kennen.
Elk tweetal krijgt een bingokaart en gaat naar de voorwerpen op zoek. Als ze iets vinden, kruisen het af op de kaart. Als ze alles gevonden hebben, gaan ze in de kring zitten.
Lukt het iedereen om de hele kaart vol te krijgen? Bespreek in de kring wat de kinderen waar gevonden hebben en hoe het samenwerken ging.
Auditief geheugen
Benodigdheden:
- Geen
Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen.
Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen.
Maak tweetallen. Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.
Levend memory
Benodigdheden:
- Geen
Leg het spelprincipe van memory uit. Laat daarna vier kinderen, in duo’s van twee, naar de gang gaan. In de klas maken de andere kinderen tweetallen. Tip: doe zelf mee bij een oneven aantal kinderen in de groep. Elk tweetal spreekt samen een gebaar of beweging af, bijvoorbeeld: linkervoet optillen, duim omhoog enz. Vervolgens gaan de kinderen in een halve cirkel door elkaar zitten. Ze leggen hun beide handen op hun benen.
De twee spelduo’s komen terug van de gang. Om de beurt wijst een duo na elkaar twee kinderen aan (‘de levende memorykaartjes’) die het afgesproken gebaar maken.
Welk van de twee spelduo’s ‘wint’ de meeste kinderen?
Aan boord!
Benodigdheden:
- Touw, tape of afzetlint
De groep moet passen in een vooraf gestelde kleine ruimte.
Zet de ruimte af met touw, tape of afzetlint. Je kunt de ruimte steeds kleiner maken.
De laserroom
Benodigdheden:
- Wol
Wikkel een web van een heleboel wol om de kinderen heen en laat ze in tweetallen samenwerken om dit weer uit de war te krijgen.
Variatie: Maak met touw nep laserstralen en laat de kinderen hierbij zoveel mogelijk helpen. Als het parcours eenmaal is uitgezet kan het spel beginnen.
Het is de bedoeling dat ieder kind de overkant haalt zonder een laserstraal te raken.
De kinderen moeten samenwerken door elkaar zo goed mogelijk aanwijzingen te geven.

Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
Comments