Organiseren is een vaardigheid die onder de executieve functies valt. Deze functie in je brein maakt het mogelijk om je leren te sturen (zelfsturing). In deze blog vertel ik je hoe deze functie zich ontwikkelt en waarom het trainen van de organiatie-vaardigheden ook bij kleuters heel belangrijk is. Tevens geef ik je suggesties hoe je dit kunt doen.

Wat zijn executieve functies?
Executieve functies sturen je gedrag, gedachten en emoties aan.
Het zijn functies die vanuit je hersenen worden geregeld en aangestuurd en die zorgen voor doelgericht en aangepast gedrag. Executieve functies zijn nodig om een koers te bepalen en koers te houden en worden gezien als de 'dirigent' van de cognitieve vaardigheden.
Wetenschappers onderscheiden in totaal elf verschillende executieve functies.
Ze zijn te verdelen in denkfuncties en gedragsfuncties. Deze functies staan ook niet op zichzelf, maar werken met elkaar samen en hebben elkaar ook nodig.
Een van deze functies is organiseren.
Organiseren
Organisatie is het vermogen om systemen te ontwikkelen en onderhouden om op de hoogte te blijven van informatie en benodigde materialen. Deze vaardigheid richt zich niet alleen maar activiteiten en verantwoordelijkheden, maar ook op gedachten en ideeën én gevoelens en emoties.
Organiseren heeft een kleuter bijvoorbeeld nodig bij:
Het opruimen (waar moet alles staan?)
Het overzichtelijk houden van de werkplek
Ordening en overzicht houden in het werk
Efficiënt kunnen werken
Problemen oplossen
Het niet vergeten of kwijtraken van spullen
Het werken in een boekje (op de goede bladzijde)
Wanneer je ouder wordt moet je school, studie, werk zelfstandiger organiseren.
Daarom is het belangrijk dat een kind leert zich te organiseren. Het voordeel is wanneer je overzicht houdt, dat je daardoor beter en sneller beslissingen kunt nemen en dat je geen of minder fouten maakt. Het levert dus tijdwinst en mogelijk ook een beter resultaat.
Deze vaardigheid gaat ook samen met andere executieve functies.
Goede organisatie leidt ook tot betere planning en prioritering.
Het bevordert de doelgerichtheid en ondersteunt de metacognitie op het eigen handelen.
Organiseren bij kleuters
Bij kleuters zijn nog niet alle executieve functies ontwikkeld, omdat het brein pas rond het 25e levensjaar uitontwikkeld is. Van kleuters kunnen we dus niet dezelfde executieve functies verwachten als van oudere kinderen en volwassenen.
Hoewel de executieve functies bij jonge kinderen dus nog niet allemaal (in ontwikkeling) aanwezig zijn, is het wel belangrijk om deze juist in de kleuterleeftijd al te trainen, te versterken en te leren besturen. Juist omdat deze functies essentieel zijn om tot leren te komen en het kleuterbrein nog erg kneedbaar is.
De ontwikkeling van het organiseren ontwikkelt zich tussen de leeftijd van 3 tot 10 jaar.
Een kleuter kan, na aansporing, speelgoed op de juiste plaats terugleggen.
Organiseren bij kleuters trainen
Organiseren is als een spier die getraind moet worden. Spierkracht kan afnemen als je een langere periode niet sport of niet goed beweegt. Datzelfde geldt voor organiseren.
Je moet het opbouwen en dan regelmatig blijven oefenen.
Dat kan bij kleuters bijvoorbeeld op de volgende manieren:
Interactie en organisatie:
Leer kinderen netjes opruimen.
Als leerkracht houdt je iedere dag toezicht bij het opruimen. Loop na het werken de speelplekken consequent na. Wanneer je hier in het begin van het schooljaar tijd en energie in stopt, kun je er na een aantal maanden veel profijt van hebben omdat de leerlingen de dingen dan zelf regelen.
Zorg dat duidelijk is waar de materialen liggen die leerlingen mogen pakken. Plak foto's in de kasten van hoe het materiaal moet liggen, als een voorbeeld hoe kinderen de materialen weer netjes kunnen opruimen.
Ook helpt het om met pictogrammen, stickers of kleurcodes te werken op de opruimplekken van materialen.
Het is belangrijk dat je één systeem bedenkt en toepast. Wanneer je iedere keer een ander systeem gebruikt, is dit voor de kinderen erg verwarrend en zullen ze moeite blijven hebben met organiseren.
Pak bepaalde kringactiviteiten ook altijd op dezelfde manier aan, zodat kinderen doorzien wat waar bij hoort. Bijv. gebruik een bepaalde handpop, bijvoorbeeld Mien de Meetmuis altijd bij lessen die over meten en meetkunde gaan.
Maak samen met het kind een planning voor de organisatie. Bijvoorbeeld bij het binnenkomen: de jas en tas aan de kapstok, fruit en drinken op de afgesproken plek zetten.
Maak een visuele dagplanning.
Breng structuur aan, zodat het kind bewust leert handelen. Op het moment dat het kind leert binnen het gestructureerde kader te werken, richt het de aandacht op het zelfstandig aan de slag gaan hiermee. Het gaat er dus vooral om het kind zelf eigenaar te laten worden van de aangeboden structuur. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van de vier beertjes van Meichenbaum. Die beertjes inzetten is een middel om kinderen extra aandacht te laten geven aan hun werkhouding en taakgerichtheid. De basisprincipes steunen op de cognitieve methode; het kind leert om bewust zijn handelingen te sturen. De vier beertjes zetten elk een stap:
Wat moet ik doen? (ik kijk goed naar de taak, zodat ik weet hoe ik moet werken).
Hoe ga ik het doen? (ik maak een plan, zodat ik de opdracht beter oplossen kan).
Ik ga volgens plan aan het werk (ik doe mijn werk Ik maak mijn werk stap voor stap, dan weet ik zeker dat ik elke stap snap).
Wat vind ik van mijn werk? (Ik kijk mijn werk na, voor ik mijn werk inleveren ga. Pas als ik zeg: mijn werk is oké, ben ik er klaar mee).

Die vier stappen kunnen kinderen prima helpen om stap voor stap hun werk aan te pakken. Je zou er de volgende twee stappen uit de theorie van zelfregulerend leren aan kunnen toevoegen om het compleet te maken:
Voorafgaande aan stap 1: Voorkennis activeren
Wat weet ik al? Ik denk eerst na en vertel daarna wat ik al weet.
Ook kijk en luister ik goed naar hoe de meester of juf de opdracht doet.
Na stap 5: Zelfreflectie
Ik denk na: wat ging er goed en wat is er wat ik een volgende keer verbeteren moet?
Geschikte activiteiten:
Speel gezelschapsspelen. Dat een goede organisatie van je spullen en materialen voordelen oplevert weten alle volwassenen. Een echt goede organisatie komt pas uit een kind zelf als het de noodzaak ervan ziet. Je kunt dit een kind het meest efficiënt laten oefenen in een situatie waar het hem duidelijk voordeel oplevert, in plaats van situaties waarin organiseren, voor het gevoel van een kind, alleen maar een hoop tijd kost. Bij een spel is het effect meestal heel snel zichtbaar omdat je bij de complexere spellen veel spelmateriaal hebt. Dit moet geordend worden op een systematische manier. Je moet voorraad en spelmateriaal uit elkaar houden, spullen moeten niet op de grond belanden, je moet systematisch je score bijhouden. Wanneer je kinderen met veel verschillende spellen in aanraking brengt, moeten ze ook telkens een nieuw systeem bedenken, passend bij het spel.
Na het lezen van deze blog denk je misschien 'maar dat doe ik toch allemaal al?"
Vaak doe je onbewust inderdaad al veel aan de executieve functies zonder extra inzet of materiaal. Door bij de themavoorbereiding even extra bewust stil te staan hoe het in je thema naar voren komt kun je het nog meer een plekje geven binnen je onderwijs.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
.
Opmerkingen