Onderling vertrouwen is een belangrijke voorwaarde om op een fijne manier met elkaar om te gaan en elkaar ook aan te kunnen spreken wanneer je iets niet prettig vindt.
In deze blog vertel ik je hoe je als leerkracht dit onderlinge vertrouwen binnen jouw groep kan stimuleren en geef ik je suggesties voor activiteiten om het onderlinge vertrouwen te bespreken en te vergroten.
Onderling vertrouwen
Onderling vertrouwen is een belangrijke voorwaarde om op een fijne manier met elkaar om te gaan en elkaar ook aan te kunnen spreken wanneer je iets niet prettig vindt.
Onderling vertrouwen geeft een kleuter een gevoel van veiligheid.
Zet dus regelmatig activiteiten rondom het elkaar leren vertrouwen in.
Vertrouwensoefeningen gaan o.a. over competenties, zoals:
Leren samenwerken
Dichtbij komen
Vertrouwen geven en ervaren
Je grenzen aangeven
Aangeven wat je fijn vindt
De ontwikkeling van de motoriek
Positieve aanrakingen
Elkaar helpen
Doen wat je belooft
Praten en luisteren naar elkaar
Leiding geven en leiding opvolgen
SEO/kring
Te vertrouwen zijn
Benodigdheden:
- Een pictogram van een duim omlaag of rode smiley en een pictogram met een duim omhoog of een groene smiley.
Vraag de kinderen wat het betekent als je te vertrouwen bent? Hoe doe je dat?
Als je te vertrouwen bent. Dan zeg je eigenlijk dat je het wil doen op een manier die fijn is voor jezelf en anderen. Kinderen die te vertrouwen willen zijn, zijn meestal blije kinderen, ze houden niet van ruzie en hun papa, mama en de leerkracht zijn trots. Vraag wie er te vertrouwen wilt zijn? Ga dan aan de kant van de groene smiley/duim omhoog staan. Kinderen die niet te vertrouwen willen zijn, willen boos en gemeen doen en hun papa/mama of leerkracht maken zich vaak zorgen. Vraag wie er niet te vertrouwen wil zijn?
Ga dan aan de kant van de rode smiley/duim omlaag staan. De kinderen mogen hun eigen plek kiezen. Als ze positie hebben ingenomen, zullen waarschijnlijk (bijna) alle kinderen aan de kant van de groene smiley/duim omhoog zijn gaan staan, omdat de meeste kinderen te vertrouwen willen zijn. Geef aan dat je blij bent dat ze aan die kant zijn gaan staan.
Op die manier geef je als leerkracht goed gedrag 'benzine'.
Als er toch kinderen aan de andere kant zijn gaan staan, vraag je deze kinderen of ze je kunnen uitleggen waarom ze aan die kant zijn gaan staan. Misschien geven ze aan dat ze het wel willen, maar dat het niet altijd lukt. Verwijs ze dan alsnog naar de andere kant, omdat ze wel te vertrouwen willen zijn. Oordeel verder niet en geef het kind de ruimte om zijn mening te geven. Het komt wel eens voor dat een kind meent er status aan te ontlenen als het aangeeft dat het geen rekening houdt met anderen. Tegen dat kind zeg je dat je daar later in een 1 op 1 gesprek graag meer over wil weten. Blijft een kind dan in de negatieve intenties hangen, dan doe je er goed aan aan dit te delen met ouders
Stel kinderen ook de vraag of het ook altijd lukt? Of doen ze ook wel eens iets stouts, zoals stiekem een koekje of een snoepje pakken, speelgoed afpakken of iets anders?
Als dat zo is, dan ga je bij de rode smiley/duim omlaag staan.
Leg vervolgens de link dat we graag allemaal te vertrouwen willen zijn, maar dat er soms toch iets mis kan gaan en dat je dan dus best rustig 'wil je ermee stoppen, want ik vind dit vervelend' tegen een klasgenoot kan zeggen, want je weet nu dat je klasgenoot dat eigenlijk niet wil en dat het dus gewoon een beetje mis gaat.
Herinner kinderen aan hun keuze als het even mis gaat met het gedrag. Reageer hierop met: 'Ik weet dat jij helemaal niet wil. Hoe zou je het op een andere manier kunnen oplossen? Kinderen worden zich op die manier bewust van hun eigen positieve intenties. Daarnaast wordt door deze oefening ook zichtbaar dat de klasgenoten óók te vertrouwen willen zijn. Het kan een opluchting zijn voor kleuters als ze dat ontdekken.
Blindelings vertrouwen
Benodigdheden:
- Een blinddoek
De kinderen werken in tweetallen. Eén kind heeft de ogen dicht.
De ander leidt dit kind door het lokaal, zonder het kind ergens tegenaan te laten botsen.
De kinderen mogen elkaar aan één hand vasthouden en er niet bij praten. Daarna wisselen ze. Vonden ze het prettig om met hun ogen dicht te lopen? Wat vonden ze lastig?
Variatie: In plaats van vasthouden en niet praten mogen de kinderen nu alleen maar praten en elkaar niet vasthouden. Hoe gaat dat?
Rugtekening
Benodigdheden:
- Logiblokken
Deze oefening gaat over vertrouwen en gevoel krijgen voor lichamelijke waarneming.
De kinderen vormen tweetallen. Ze gaan met de rug naar iemand toe zitten die vervolgens iets met hun vinger op hun rug gaat tekenen. Begin gemakkelijk en pak de Logiblokken erbij. Bespreek de vier basisvormen driehoek, rechthoek, vierkant en cirkel.
Samen met een leerling die al langer bij mij in de klas zit liet ik zien wat de bedoeling was. De kinderen kiezen een vorm uit en tekenen deze bij hun maatje op de rug.
Lukt het om te raden welke vorm het is?
Variatie: Laat ze andere dingen op elkaars rug tekenen
Doolhof
Benodigdheden:
- Geen
De helft van de groep doen hun ogen dicht, de anderen zijn de leiders.
De geblinddoekte kinderen gaan even naar de gang. De leiders maken met de leerkracht een doolhof van stoelen en tafels in de klas.
Dan gaat elke leider zijn/haar maatje halen en leidt hem of haar door het doolhof.
Dit mag door het kind vast te pakken of door er tegen te praten.
De bewaker
Benodigdheden:
- Stoelen
- Een blinddoek
In de kring wordt van een aantal stoelen een grens gemaakt. Tussen de stoelen zijn één of meerdere openingen. Eén kind is de bewaker en krijgt een blinddoek om.
Een ander kind krijgt ook een blinddoek om. Hij moet door een gat zien te komen.
Dit hoeft dat kind niet alleen te doen, iemand met de ogen open mag hem/haar leiden.
Wel zonder woorden! De bewaker mag immers niet horen waar het kind zich bevindt.
Cirkel van vertrouwen
Benodigdheden:
- Geen
Laat de kinderen in een cirkel staan. Een kind staat in de cirkel en laat zich rustig achterover vallen met het vertrouwen dat hij opgevangen wordt door de anderen.
Massage
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in een kring. Ze draaien op een teken een kwartslag naar rechts.
Elk kind legt nu zijn handen op de schouders van degene die voor hem staat en begint met een massage. Eerst de schouders, dan de armen, dan zachtjes als regendruppels tokkelen op het hoofd, dan grote bewegingen op de rug maken en weer terug naar de schouders. Daarna een halve slag draaien zodat de rollen ook worden omgedraaid.
Vorm vervolgens een nieuwe kring (kinderen op andere plek) en laat weer masseren.
Nu probeert de ‘masseur’ aan te voelen wat het kan doen bij het andere kind. Harder? Zachter? Een andere beweging? Een andere plek?
Het kind dat gemasseerd wordt mag altijd STOP zeggen.
Hangen
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in tweetallen tegenover elkaar met de voeten tegen elkaar.
Ze pakken elkaars handen vast en gaan voorzichtig naar achteren hangen.
Bespreek daarna hoe het ging? Vonden de kinderen het prettig? Hoe kwam dat?
Doorgeven
Benodigdheden:
- Stoelen
De kinderen gaan met de knieën tegen elkaar aan, tegenover elkaar zitten, op een stoel zonder leuningen. Een kind wordt al liggende op zijn rug doorgegeven.
Hij wordt aan het einde van de rij 'opgevangen' door de leerkracht en neemt aan het eind van de rij plaats. Daarna wordt het volgende kind doorgegeven.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke aanvullingen of suggesties? Laat dan een reactie achter!
..
Comentários