We leven in een samenleving waarin verschillende culturen, tradities en leefstijlen samenkomen. Je kunt in een kleutergroep dan ook veel diversiteit tussen de culturele achtergronden, godsdiensten, gezinssamenstellingen, intelligentie, leerproblemen en -mogelijkheden van de kinderen aantreffen. Al op jonge leeftijd maken kinderen onderscheid in huidskleur. Ook ontwikkelen ze al vroeg sociale voorkeuren en ontstaan er vooroordelen gebaseerd op ras. Hoe ga je daar als leerkracht mee om?
In deze blog vertel ik je er meer over.

Diversiteit in kleutergroepen
In een doorsnee kleuterklas zitten steeds vaker kinderen met meerdere culturele en godsdienstige achtergronden, kinderen met diverse gezinssamenstellingen, kinderen met leerproblemen; hoogbegaafde kinderen; arme en rijke kinderen, en dan hebben we het nog niet over de verschillende interesses of leervoorkeuren van kinderen.
Een gemiddelde kleutergroep is vaak superdivers.
Onderscheid
Er bestaat een mythe waarbij wordt gedacht dat kinderen op jonge leeftijd geen besef hebben van verschil in huidskleur. Dat kinderen, zolang ouders en omgeving geen vooroordelen ten opzichte van mensen met een andere huidskleur laten zien, ook geen vooroordelen laten zien. Een gevolg van deze mythe is dat veel ouders en leerkrachten een gesprek over huidskleur, en dus over ras en etniciteit, met jonge kinderen het liefst mijden. Uitspraken die door jonge kinderen gedaan worden over mensen met een andere huidskleur worden vaak onder tafel geschoven. Onderzoek wijst echter uit dat baby’s al vanaf zes maanden onderscheid kunnen maken tussen mensen met een verschillende huidskleur.
Niet alleen maken baby’s en kinderen onderscheid in huidskleur. Ze ontwikkelen op jonge leeftijd ook al sociale voorkeuren. Zo blijkt uit onderzoek van Mesman (2017) dat wanneer 150 blanke kinderen, aan de hand van afbeeldingen van onbekenden, werd gevraagd met wie ze het liefst zouden willen spelen het overgrote deel van hen de voorkeur gaf aan het spelen met een blank kind. Wanneer op dezelfde manier werd gevraagd met wie ze liever niet zouden willen spelen, koos de meerderheid voor een gekleurd kind.
Sommige mensen zijn er nog steeds van overtuigd dat goed voorbeeld doet volgen.
Dat wanneer ouders thuis het juiste voorbeeld geven, kinderen dit automatisch overnemen. Hier zit wel een kern van waarheid in. Het is voor kinderen zeker van belang dat ze een goed rolmodel hebben wat betreft het omgaan met diversiteit. Kinderen die een ouder of leerkracht bijvoorbeeld ongemakkelijk zien reageren op een persoon met een andere etniciteit, blijken deze etnische groep in zijn geheel minder aardig te vinden dan kinderen die een vriendelijk voorbeeld hebben. Toch blijkt dat de houding van kinderen van drie tot vijf jaar ten opzichte van etniciteit lang niet altijd overeenkomt met die van hun ouders.
Het lijkt er dus op dat een goed voorbeeld alleen niet genoeg is en dat we diversiteit al vanaf jonge leeftijd bespreekbaar zouden moeten maken.
Diversiteit verbinden
Hoe breng je als leerkracht nu verbinding tussen de verschillende kinderen in zo’n superdiverse klas? Gelukkig is dat niet zo ingewikkeld als je zou denken.
Om die verbondenheid te creëren, hoef je als leerkracht niet zo veel te doen.
Onderzoeken hebben uitgewezen dat kinderen zelf totaal geen moeite hebben met de verschillen tussen hen en zich al spelend met elkaar verbinden.
De rol van de leerkracht is vooral om het verbinden dat kinderen van nature doen, te stimuleren. Dit kan door te zorgen voor een klas waarin uitwisseling plaats kan vinden, waarin kinderen zich gehoord en gezien weten en waarin kinderen de mogelijkheid krijgen samen de wereld te ontdekken. Leerkrachten hoeven hiervoor geen nieuwe werkvormen te ontwikkelen, want er doen zich vaak al voldoende leersituaties voor in de alledaagse dingen in de klas. Het gaat dus niet zozeer om het ontwerpen van iets wat er daarvoor nog niet was, maar vooral om het aansluiten bij de dynamieken van spelen en verbeelden die bij kinderen vanzelfsprekend zijn. De kinderen leveren dus de input, de leerkracht hoeft deze ‘slechts’ te kanaliseren. Hieronder vind je allerlei tips voor interventies om de uitwisseling tussen de kinderen te bevorderen.
Tips
Bevorder de uitwisseling tussen kinderen!
Het kan heel stimulerend zijn om leergesprekken tussen twee of drie kinderen te creëren, elkaar te laten helpen of door kinderen opdrachten te laten maken in kleine groepjes. Daardoor worden de kinderen gestimuleerd samen te werken en hun gedachten en gevoelens uit te wisselen.
Wees een rolmodel!
Geef het goede voorbeeld. Wees een rolmodel en geef zelf het goede voorbeeld. Dit kan je doen door geen vooroordelen te hebben, of deze in ieder geval niet te uiten, over kinderen, ouders en collega’s op het gebied van culturele diversiteit.
Waardeer diversiteit!
Het is de kunst van de leerkracht om kinderen diversiteit te laten waarderen, maar tegelijkertijd gelijkheid te benadrukken. Zo leren kinderen dat iedereen anders is.
Dat iedereen verschillende ideeën heeft, maar dat ze juist ook van deze verschillende ideeën kunnen leren. Interactie en niet buitensluiten zijn hierin twee belangrijke pijlers die goed bespreekbaar gemaakt kunnen worden binnen de kleuterklas. Zo zou je als leerkracht aan het begin van het schooljaar samen met de klas afspraken over samenspelen en niet buitensluiten kunnen opstellen en deze ergens in de klas op kunnen hangen.
Wanneer niet voldaan wordt aan deze afspraken, kun je hier gemakkelijk en snel naar terugverwijzen.
Maak omgangsafspraken!
Maak samen met de kinderen afspraken over hoe we met elkaar in de klas omgaan.
Hang deze zichtbaar in je lokaal, zodat hier later naar kan worden terugverwezen.
Stimuleer de taalontwikkeling!
Taalbarrières zijn het belangrijkste struikelblok als jonge kinderen met elkaar willen communiceren. Ruim deze taalbarrières dus op door kinderen te helpen bij het vertalen. Help ze hun gedachten of mening onder woorden te brengen of op een beeldende of spelende manier tot uitdrukking te brengen.
Deel kennis, creëer begrip! Wanneer volwassenen elkaar beter willen leren begrijpen, helpt het vaak om achterliggende gedachten van bepaalde tradities, gewoonten of overtuigingen te ontdekken.
Door bijvoorbeeld niet alleen te weten dat sommige moslimvrouwen een hoofddoek dragen, maar ook waarom zij deze dragen, wordt een stukje kennis gedeeld en begrip gecreëerd. Ditzelfde geldt in zekere zin eigenlijk ook voor kleuters. We moeten kleuters het waarom van iets leren. Kleuters zitten vaak van nature al in de ‘waarom-fase’.
Sluit daarop aan en leg gewoon aan ze uit waarom mensen verschillen van huidskleur.
Of waarom sommige kinderen bidden en anderen niet? Waarom sommige kinderen geen varkensvlees mogen eten en anderen geen rundvlees? Juist door deze waaromvragen in de klas aan de orde te stellen, zullen kinderen een steeds groter wereldbeeld ontwikkelen.
Of organiseer bijvoorbeeld eens een les waarin kinderen over hun achtergrond en zichzelf kunnen vertellen. Wanneer kinderen meer van elkaars leefwereld weten zullen ze elkaar beter begrijpen en opzoeken.
Zet kinderen in hun kracht!
Creëer situaties waarin kinderen zichzelf kunnen en durven laten zien, door hen te complimenteren en in hun kracht te zetten. Dat geeft kinderen het gevoel erbij te horen. Geef bijvoorbeeld een kind een compliment wanneer het iets probeert te zeggen in een taal die niet zijn eigen moedertaal is en ondersteun hem daarbij.
Als de leerkracht belangstelling en waardering toont, dan krijgen andere kinderen meer waardering voor het betreffende kind.
Richt je lokaal multicultureel in!
Veel van onze (spel-)materialen hebben een eenzijdige westerse uitstraling. Wanneer we veel meer diversiteit brengen in de inrichting, materialen, activiteiten, voorleesboeken, muziek en rolmodellen kunnen kinderen zich herkennen en identificeren. Het geeft hen het gevoel: ik hoor erbij, ik mag er zijn. Het draagt bij aan het vormen van een positief zelfbeeld. Het maakt het voor kinderen die opgroeien in twee culturen ook makkelijker om de thuiscultuur en de (voor)school cultuur met elkaar te integreren.
Denk daarbij aan:
Voorwerpen uit andere culturen. Denk bijvoorbeeld aan: exotisch fruit, doosjes en potjes voor kruiden, een Marokkaanse theeservies enz....
Kleding uit andere culturen. Denk bijvoorbeeld aan een djellaba, Indiaanse sari, Surinaamse koto en daarbij passende hoofddoeken, sluiers, Chinese hoeden of Russische (nep)bontmutsen. Bij de kringloopwinkel zijn deze spullen makkelijker te vinden.
Poppen (en/of poppenkleding) met verschillende culturele uitstralingen in je huishoek. Deze vind je bijvoorbeeld op Homelanddolls
Boeken die diversiteit uitstralen, zoals boeken waarin getinte hoofdpersonen voorkomen. Bespreek de boeken samen en laat de situaties en personages daarin uitspelen. Het daadwerkelijk ervaren van situaties helpt kinderen elkaar te begrijpen. Kinderboeken die divers en inclusief zijn kunnen ook een bijdrage leveren aan het afbreken en voorkomen van vooroordelen.
Bespreek met ouders dat je graag aandacht wilt besteden aan de thuiscultuur en waarom je dat wilt. Geef aan dat je interesse hebt in de cultuur van de kinderen en hier een plek voor wilt geven op de groep. Hebben ouders misschien daar ideeën voor? Hieronder staan een hoop tips waar je aan kunt denken. Maar het mooiste is als dit in samenspraak gaat met ouders. Let er wel op dat je duidelijk bent dat het echt dingen moeten zijn die ze wegdoen. Anders brengen ouders uit beleefdheid de mooiste spullen mee.
Gebruik versjes, liedjes en muziek uit andere culturen. Als het liedje moeilijk is om goed uit te spreken, kun je het liedje ook opnemen of afspelen via YouTube.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
.
Comentarios