top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Curlingouders

Bijgewerkt op: 17 dec. 2022

De term curlingouders, waarmee over beschermende ouders worden bedoeld, raakte bekend door de goedlopende televisieserie De Luizenmoeder, maar bestaat al sinds 2004.

In deze blog lees je wat het precies inhoudt en hoe je ermee omgaat.



De term curlingouders


De term curlingouders werd in 2004 door de Deense psycholoog Bent Hougaard bedacht. Hij trok de vergelijking met de gelijknamige Olympische sport curling, omdat ouders die binnen dit kader vallen door alle mogelijke obstakels uit de weg te ruimen óók de baan proberen te effenen voor hun kind.


Het lijkt wel alsof ouders tegenwoordig bezorgder dan ooit zijn om hun kinderen.

Dat komt deels doordat ouders minder kinderen hebben dan vroeger en er dus meer aandacht is voor elk kind apart. Daarbij zijn ouders van nu assertiever en geloven ze meer in de maakbaarheid van het leven: elk kind moet vooral leuk, slim en geslaagd zijn.

En alles moet daartoe aangereikt worden. De opvoedstijl is ook veranderd: ouders willen vooral graag leuk gevonden worden door hun kinderen. En ze voelen bovendien de sociale druk van de mensen om zich heen om het goed te doen. De technologie van tegenwoordig zorgt ook nog eens dat kinderen minder worden losgelaten: via mobieltjes met GPS kunnen ouders hun kroost altijd en overal in de gaten houden.


Het percentage onderwijszaken die bij de rechtsbijstand terechtkomen is de laatste jaren ook erg toegenomen.


 

Wat doen curlingouders?


Curlingouders staan bij ieder akkefietje en vermeende vlaag van tegenwind op hoge poten naast hun kind om het te ondersteunen en uit die wind te houden.

Ze bellen en regelen wat af en spannen, als dat nodig wordt geacht, zonder schaamte een rechtszaak aan tegen de de school.


Wat je vaak ziet is dat dit type ouders:

  • Namens het kind vragen stellen en beslissingen nemen.

  • Overal bovenop zitten. Ze zijn bang dat er iets misgaat en willen dat vervolgens voorkomen. Ze roepen bijvoorbeeld steeds dat het kind moet uitkijken, blijven overal naast staan of lopen overal achteraan.

  • De ruzies van hun kind oplossen.

  • Hun kind alles uit handen nemen.

  • De wil van het kind als wet zien en het altijd zijn zin geven.

  • Overal bij willen zijn. En als dat niet kan controleren ze continu door bijvoorbeeld vragen te stellen.

  • Het schoolwerk van hun kind maken.

  • Niet vertrouwen op de kundigheid van de leerkracht en het gezag ondermijnen van andere volwassenen die voor hun kind zorgen. Ouders die bijvoorbeeld verhaal bij je komen halen als een kind niet naast een vriendje in de klas zit.

  • Als een soort Big Brother boven hun kind cirkelen.

  • Anderen de schuld geven wanneer hun kind verdriet ervaart.

  • Over grenzen gaan en erg veeleisend zijn.

 

Wat zijn de gevolgen?


De hersenen van kinderen moeten zich nog ontwikkelen. Ze veranderen door invloeden van binnenuit en van buitenaf. Door alles wat een kind meemaakt ontstaan nieuwe verbindingen tussen hersencellen. Al die verbindingen vormen een netwerk waarin leerervaringen liggen opgeslagen. Wanneer ouders alle problemen voorkomt of voor het kind oplost, leert het kind niet om de situatie zelf op te lossen. De oplossing voor het probleem wordt niet zelf bedacht en de hersenen krijgen dan niet die leerervaring, die nieuwe verbindingen.

Het kind kan zich de oplossing voor dit probleem daardoor op een later moment ook niet (goed) herinneren. Kinderen moeten dus zelf ervaringen opdoen, anders kunnen ze niet leren hoe het moet en slaan ze die handelingen niet op.


Een overbeschermende opvoedstijl, waarbij ouders alle minder mooie dingen bij kinderen continu probeert weg te poetsen of helemaal bij ze weghalen, kan flinke negatieve en schadelijke effecten op de ontwikkeling van kinderen hebben. Vaak werkt deze bescherming alleen op de korte termijn, maar niet op langere termijn. Door het wegnemen van obstakels kan het kind namelijk niet genoeg oefenen met fouten maken of omgaan met frustraties, teleurstellingen en faalmomenten.

Een kind leert op die manier op langere termijn minder goed: