site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Bewegend leren: logisch denken

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 4 feb

Jonge kinderen hebben een enorme bewegingsdrang.

Op een actieve en bewegende manier leren is niet alleen leuk en gezond, maar zorgt ook voor een hoge betrokkenheid en voedt het jonge brein, waardoor het leren en onthouden vaak ook makkelijker gaat. In deze blog geef ik je suggesties om in groep 1-2 bewegend met logisch denken aan de slag te gaan.



Meten


Verspringen/gooien

Benodigdheden:

- Gekleurd plakband

- Pittenzakken

- Meetmaterialen

Plak, op een niet al te grote afstand van elkaar, twee strepen met plakband, zodat de meeste kinderen deze met een loopsprong kunnen overbruggen.

Vraag de kinderen een aanloop te nemen en van de ene over de andere streep te springen.

Als ze gesprongen hebben vraag je wie er gewonnen heeft. Die vraag past natuurlijk niet bij de situatie. Waarom niet? Bij welke situatie past deze vraag dan wel? Juist, wanneer je weet wie er het verst heeft gesprongen. Hoe meet je dat nauwkeurig? Wie springt het verst?

Variatie: Laat de kinderen ook andere wedstrijdjes doen zoals vergooien met pittenzakken, wie kan de pittenzak het verst schuiven, wie maakt de grootste kikkersprong? Enz.

Variatie: Wie schopt de bal het verst?


Pittenzak gooien

Benodigdheden:

- Een pittenzak

De kinderen proberen zo ver mogelijk met een stokje te gooien.


Vliegtuigrace

Benodigdheden:

- Vouwblaadjes

- Stoepkrijt

- Papier om de score op te noteren

De kinderen vouwen eerst een vliegtuigje. Teken dan met stoepkrijt de landingsbaan door een aantal horizontale strepen op de stoep te tekenen. Nu kan de vlucht beginnen!

Om en om laat iedereen zijn/ haar vliegtuigje vliegen in de richting van de verste streep. Welk vliegtuigje vliegt het verst?

Variatie 1: Koppel de opdracht aan gecijferdheid. Landingsbaan 1 levert een punt op, landingsbaan 2 levert twee punten op enz. Winnaar is het kind met de hoogste score.

Variatie 2: Maak twee groepen en geef iedere groep een ander kleur vliegtuig. Laat ze tegen elkaar wedijveren. Welke kleur heeft het verste gevlogen?

Variatie 3: Maak voor iedere landingsbaan een ander kleur vliegtuigje. Leg er een kleurencirkel in. De kinderen proberen dezelfde kleur vliegtuig op de landingsbaan te laten landen. Wie lukt dat?


Hoe ver?

Benodigdheden:

- Stokken, touwen, blokken, linialen

Hoe ver is het van het ene kind naar het andere kind, van de ene muur naar de andere muur, of van het ene voorwerp naar het andere in de ruimte? De kinderen meten het met voetstappen, sprongen, hun eigen lichaamslengte, stokken, touwen en/of linialen.

De kinderen kunnen deze afstand steeds overbruggen door bijvoorbeeld blokken neer te leggen. Je kunt de afstand ook in de hoogte zien: Wat is bijvoorbeeld de afstand vanaf de grond tot een touw? Kun je onder een touw door lopen, kruipen, rollen, zonder het aan te raken? Kun je een bal net zo hoog als het touw gooien?


Grote en kleine beren

Benodigdheden:

- Muziek

- Een grote en een kleine beer

Ga samen in de kring zitten. Neem een grote en een kleine speelgoedbeer op schoot.

De kinderen benoemen verschillen tussen de beren. Zouden deze beren op dezelfde manier bewegen? De kinderen zoeken een plek in het lokaal en lopen vervolgens als beren, op hun achterpoten, door de ruimte op een muziekfragment met verschillende ritmes. Beurtelings zijn ze de grote en de kleine beer. De grote beer doet alles langzaam en maakt grote passen. De kleine beer doet alles snel met kleine pasjes. De kinderen moeten goed luisteren: op het geluid van de trom of een ander zwaar instrument zijn ze de grote beer, horen ze het andere, lichtere ritme of geluid in de muziek, dan zijn ze de kleine beer.

Vertel hoe de beren hun ochtendgymnastiek doen: hoe ze bewegen met hun voorpoten (bijvoorbeeld wapperen), hun achterpoten (bijvoorbeeld stampen) en billen (bijvoorbeeld draaien). Doe zo weinig mogelijk voor en laat vooral de kinderen zelf experimenteren.

Na de ochtendgym zijn de beren wakker genoeg voor een tocht door het bos.

Ze lopen tussen de bomen door, duiken weg voor laaghangende takken, klauteren over boomstammen, schuren hun rug tegen de bomen, rollen door de herfstbladeren en zoeken overal naar eten. Samen proberen de kinderen dit uit. Eerst als de grote beer, die alles op zijn gemak doet, daarna als de kleine beer, speels en ondeugend.


Touwschoppen

Benodigdheden:

- Een touw

Twee kinderen houden een touw vast. De andere kinderen proberen om beurten tegen het touw te schoppen. Als iedereen is geweest gaat het touw steeds iets hoger.

Wie het touw niet kan raken is af.

 

Op zoek naar meer


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog aanvullingen of suggesties? Laat dan een reactie achter!

 

Boeken









.

.



123 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page