In deze blog vind je een verzameling versjes over lief en stout.

De aapjes in bananenland
De aapjes in Bananenland, dat is niet zo netjes
Die kruipen 's avonds stilletjes, uit hun warme bedjes
Ze sluipen naar de waterkant en eten een banaan
Genieten bovenin de boom, van de volle maan
De aapjes in Bananenland, doen ontzettend zachtjes
Niemand van hun moedertjes, weet van die lange nachtjes
Ze zitten aan de waterkant, stiekempjes te gapen
En pas als de zon verschijnt, gaan ze zoetjes slapen
De aapjes in Bananenland, zijn op school wat slapjes
Maken foute sommetjes en lachen niet om grapjes
Maar...als het weer avond wordt, dan krijgen ze de geest
Elke avond aan de waterkant is het Aapjes-Maan-Nachtfeest
Bron: Onbekend
De drakenmevrouw
De drakenmevrouw van der Dittemedat
Die kreeg op een ochtend een kindje
Zijn bekje zat scheef en zijn neusje was plat
Zijn buik had een wonderlijk tintje
Maar: Ach! riep de moeder, wat is het een schat!
Ze pakte hem op met haar klauwen
Ze deed hem direct in 't moeras in het bad
En gaf hem een vuurtje te kauwen
En kijk eens! Daar kwam een mooi wolkje van rook
Uit baby'tjes neusgat gedreven
Hij sloeg al wat rond met z'n vleugeltjes ook
Hij wou al gaan vliegen en zweven
Wat lief! zei de moeder, ja gauw is hij groot
Dan kan hij prinsessen gaan stelen
Dan geeft hij een ridder een lel met zijn poot
En meer van die aardige spelen
Niet aardig gedacht he, zo lijkt het misschien
Maar is het niet net als bij mensen?
Die ook in hun kindje het mooiere zien
En daarvoor het beste wensen?
Bron: De vetereter - Diet Huber, Den Haag: Leopold, 1979, p.27: De drakenmevrouw
De twee kikkertjes
Bron: Versjes voor het slapengaan - Marianne Busser en Ron Schroder,
The House of Books BV, 2009
Een aapje
Een aapje wou eens lollig zijn
En beet in de neus van de kapitein
De kapitein werd vreselijk boos
En stopte de aap in een hoedendoos
De hoedendoos ging open
En het aapje kon weer lopen
Het aapje kon weer zien
1,2,3,4,5,6,7,8,9,10!
Bron: Onbekend
Een kleine stoute muis
Een kleine stoute muis
Liep heel ver van huis
Hij beet in een stukje spek
Die stoute lekkerbek
Pang! Opeens een knal
zat in de val
Och, och, wat een verdriet
Maar moeder muis die wist het niet
Piep, piep, zei de muis
Het is met mij niet pluis
Nu kan ik, arme muis
Niet meer terug naar huis
Bron: Onbekend
Er waren eens...
Er waren eens drie kabouters
In het grote groene bos
Die lagen eens te slapen
Op het zachte warme mos
Er kwam een heel klein vogeltje
Een echt brutaaltje, heus!
Die pikte ieder kaboutertje
Heel even in zijn neus
Toen zijn de drie kabouters
Heel driftig opgestaan
Ze riepen: Het is verschrikkelijk!
Wie heeft dat gedaan?
Het hele kleine vogeltje
Die stoute, stoute guit
Die lachte op de boomtak
De kaboutertjes hartelijk uit
Bron: Onbekend
Er waren eens...
Er waren eens zeven kaboutertjes
Dat waren zulke stouterdjes
De eerste stampte op de grond
En blafte als een kwade hond
De tweede had, ja heus!
Van het jokken, een hele lange neus
En nummer drie stond maar niet stil
Hij viel en gaf een harde gil
De vierde deed zijn benen wijd
En hield zijn armen allebei gespreid
De vijfde ging er maar bij zitten
Want hij had zo'n last van de hitte
En wat deed, denk je, nummer zes?
Hij nam stiekem een slokje uit de fles
En dan had je nog nummer zeven
Die zong heel hard: Lang zal ik leven!
En toen begonnen ze te gapen:
Welterusten, ga maar lekker slapen!
Bron: Onbekend
Er was eens...
Er was eens een kaboutertje
Dat was me toch een stouterdje!
Hij heette Plukkebaardje
Soms kwam zijn vriendje op bezoek
dan bakte hij een boterkoek
en soms ook wel een taartje
Eens op een keer had hij zo'n zin
die Plukkebaard dacht: Ik begin
alvast maar wat te eten
maar toen zijn vriendje bij hem kwam
kreeg hij alleen een boterham
want de rest was opgegeten
Bron: Onbekend
Er was eens...
Er was eens een kaboutertje
Geen lieve hoor, maar een stouterdje
Op het puntje van de bruine tak
Toen kwam Jan de Wind en sprak:
He mannetje Puk, verdwijn met spoed!
Want ik geloof dat ik niezen moet
Maar het was al te laat: hatsjie meneer!
En het mannetje Puk was nergens meer...
Bron: Onbekend
Het aller stoutste eekhoorntje
Bron: Versjes voor het slapengaan - Marianne Busser en Ron Schroder,
The House of Books BV, 2009
Ik wil zo graag
Ik wil zo graag
Van alles wat niet mag vandaag
En zeggen ze: Nee, niet doen
Of wat erg en wat heb je gedaan?
Dan kijk ik ze heel boos aan!
Bron: Onbekend
Ik word later...
Ik word later dierenjuffrouw
Met een eigen dierenklas
Dan leer ik de ezels netjes schrijven
En de koe de hinkelpas
Tijgers, geiten en konijnen
Alles zet ik door elkaar
Een wasbeer maakt het bord schoon
En een poes die speelt gitaar
De zeehond bouwt een torentje
En het nijlpaard leest een boek
En een olifant die stout is geweest
Zet ik in de hoek
Bron: Onbekend
Klein Jantje
Klein Jantje stak zijn handje
In de volle suikerpot
En hij likte en hij slikte
Al die lekkere suiker op
Maar tante Keetje keek door het spleetje
Van de grote kamerdeur
Foei, klein Jantje! We dat handje!
Oh, wat kreeg die Jan een kleur!
Bron: Onbekend
Moeder
Moeder kleedt heel vlug en netjes
Al haar kleine beertjes aan
Want het is tijd en ze moeten gauw nu
Naar het berenschooltje gaan
Kijk, daar gaat het hele troepje
In een rijtje, twee aan twee
Vader, die strakjes naar zijn werk gaat
Loopt tot het schooltje met hen mee
Daar krijgt vader nog een zoentje
Van zijn beertjes-twaalftal
Hoor eens jongens, leer maar vlijtig
Dat je heel wat leren zal!
Beertjes leren pootjes geven
En netjes zitten zoals het hoort
Maar dat kleine berenschooltje
Wordt soms vreselijk verstoord
Brombeer, zit niet zo te likken!
Bruintje, houd je staart eens stil!
Dikkerd, jij gaat in de hoek hoor!
Als je nu eens niet luisteren wil
Wat een bengels zijn die beertjes
Dan wordt de bel geluid
De beertjes zijn niet om te houden
En hollen snel het schooltje uit
Bron: Onbekend
Muisje Piep
Muisje Piep, nog zo klein
Wilde ongehoorzaam zijn
Stiekem liep hij weg van moe
Naar de grote zolder toe
Muisje Piep, een lekkerbek
Hapte in een stukje spek
Maar, oh jee, een harde knal
Hij zat in een muizenval
Hoe zijn moeder hem oo riep:
Muisje Piep, muisje Piep!
Muisje Piep keerde nooit weerom
Oh, wat was dat muisje dom!
Bron: Onbekend
Mijn kat Patat
Mijn kat Patat
Dat is me wat!
Ze bijt mijn rode laarsjes stuk
Bij Troetel doet ze haartje pluk
Ze jaagt op duif en mees en mus
Ze steelt het eten van mijn zus
Ze krabt en klauwt
Ze krijst, miauwt
Ze rent en sluipt
En klimt en kruipt
Pas als ze moe is, komt ze even
Op mijn schoot een likje geven
Bron: Onbekend
Ons hondje
Ons hondje deed een plasje
Tegen het keukenkastje
Toen kreeg hij een standje
En moest hij in zijn mandje
Toen kreeg hij twee tikken
En begon te snikken
Moeder aaide hem over zijn snoet
En toen was alles weer goed
Bron: Onbekend
Stoute Kareltje
Stoute Kareltje de Groot
Trekt een tijger aan zijn poot
Oei, oei, oei, de tijger brult
Ik eet je op hoor! Eigen schuld!
Bron: Onbekend
Tineke Teus
Tineke Teus, stop!
Hou op!
Pulk niet in je neus!
Wat ben jij een smeerkees zeg!
Haal dat ding met een zakdoek weg!
Tineke Teus, pulk niet in je neus!
Bron: Onbekend
Twee kleine ettertjes
Twee kleine ettertjes die kregen een hondje
Die hadden hun opa en oma gekocht
De ettertjes waren er vreselijk blij mee
En leerden hem alles wat niet mocht
Ze leerden hem blaffen als iedereen stil was
Ze leerden hem plasjes doen op de mat
Ze leerden hem happen naar postbode-benen
En hoopjes te doen op de rand van het bad
De postbode ging het aan opa vertellen
Die pakte geschrokken het hondje weer af
Bron: Riet onbekend
Twee kleine ettertjes
Twee kleine ettertjes mochten een dagje
Mee naar de dierentuin. Joepie! Wat fijn!
En de twee ettertjes, nou die beloofden
De hele dag lief en verstandig te zijn
Maar toen ze daar in de dierentuin waren
Was dat verstandige heel snel voorbij
Ze deden de deur van de apenkooi open
En lieten de apen toen voor een uur vrij
Twee oppassers gingen de ettertjes zoeken
Die zaten verstopt in een schuurtje met hooi
Maar het duurde niet lang of ze waren gevonden
En nu zitten de ettertjes zelf in een kooi
Bron: Onbekend
Twee kleine ettertjes
Twee kleine ettertjes moesten logeren
Maar ze hadden geen zin
Ze smeerden modder en zand in hun haren
Ze zochten een sloot en sprongen erin
Ze rolden echt schaterend rond in de modder
En werden verschrikkelijk vies alle twee
Toen kwam hun oom, die moest erom lachen
En nam de twee viespeuken doodgewoon mee
We zijn er! Zei oom. Kom maar gauw uit de auto!
Hier mag je logeren, op mijn boerderij
En zie je dat hok met die smerige varkens?
Daar kunnen twee ettertjes echt nog wel bij!
Bron: Onbekend
Twee kleine ettertjes wilden gaan voeren
Twee kleine ettertjes wilden gaan voeren
En mochten met brood naar de vijver toe gaan
Maar toen ze daar eindelijk waren gekomen
Zwom in het water een prachtige zwaan
De twee kleine ettertjes gooiden met stenen
Gooiden met stokken en gooiden met zand
Gooiden ermee naar de zwaan in de vijver
En die werd woedend en zwom naar de kant
De ettertjes waren ontzettend geschrokken
Want de woedende zwaan kwam recht op hen af
Hij gaf ze een tik met zijn stevige snavel
Zo kregen de ettertjes tikken voor straf!
Bron: Onbekend
Weet je?
Weet je hoe mijn beste oom heet?
Mijn beste oom heet Piet
Als ik geen zin heb om te eten
Nou, dan hoeft het lekker niet
Ik mag van alles
Stampen, janken, rennen, smijten
Snoepen, spugen, krabben, bijten
Leuke oom he, die oom Piet?
Wat zit je met je hoofd te schudden
Geloof je me soms niet?
Bron: Onbekend
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
.
Comments