In deze blog vind je een verzameling versjes over het cijfer 2.

Alle draken
Alle draken kunnen spugen
En de meesten spugen vuur
Kleintjes maar een paar minuten
Maar de grote wel een uur
Als twee draken willen trouwen
En de draak zijn vrouwtje kust
Komt de brandweer altijd helpen
Ieder kusje wordt geblust
Bron: Onbekend
Als slakjes worden geboren
Als slakjes worden geboren
Zo klein als een speldenknop
Dan hebben ze van voren
Twee voelsprietjes op hun kop
Ze gaan dan meteen aan het eten
Ook al zijn ze nog zo klein
Ze schijnen ook precies te weten
Wat lekkere blaadjes zijn
En kijk toch eens, die kleine slakjes
Groeien als kool, allemaal
Maar in mijn tuintje zijn straks wel
Een heleboel plantjes kaal
Bron: Onbekend
De twee kikkertjes
Bron: Versjes voor het slapengaan - Marianne Busser en Ron Schroder,
The House of Books BV, 2009
Dit is het wiegje van 2
Dit is het wiegje, het wiegje van 2
Wie zouden erin slapen? Heb jij een idee?
2 neusjes, 2 mondjes, 2 oogjes heel klein
Ik denk dat het echt wel een tweeling moet zijn
2 potjes, 2 beertjes, voor ieder een slab
En 2 kleine flesjes met melk of met pap
En als die straks leeg zijn, dan hoor je meteen
2 piepkleine boertjes, van elk kindje 1
Slaap zacht, kleine kindjes! Droom met me mee
Daar in dat wiegje, dat wiegje van 2
Bron: Onbekend
Een kipje
Een kipje en een kuikentje
Die liepen uit het hok
Piep, piep, zei het kleine kuikentje
En de kip zei: tok, tok, tok
En vader haan dacht bij zichzelf:
Wat moet dat met die twee?
Die kip met dat kleine kuikentje
Ik ga wel met ze mee
Zo liepen zij te wandelen
Van je kukeleku, tok, tok
Maar plotseling kwam de boer eraan
En joeg ze terug in het hok
Bron: Onbekend
Een vrouwtje en een mannetje
Een vrouwtje en een mannetje
Kabouters wel te verstaan
Die wilden met z'n tweetjes
Trouwen gaan
Een handje en een kusje
Op het puntje van hun neus
En het was gebeurd: ja heus!
De burgemeester kwam erbij
Met ringetjes van goud
Hij schoof ze aan hun vingertjes
Toen waren ze getrouwd
Ze kregen zeven kindertjes
Kaboutertjes, zoals je ziet
Weet jij waar ze nu wonen?
Ikke niet!
Bron: Onbekend
Er stonden in de dierentuin
Er stonden in de dierentuin
Twee prachtige giraffen
Ze piepten niet, ze kwaakten niet
Ze stonden maar te blaffen
De dokter van de dierentuin zei:
Dat klinkt ongezond!
Ze zijn nogal verkouden
En ze hebben rode hond
Hij haalde dus wat pillen
En een drankje uit zijn tas
En gaf ze een recept mee
Voor een wollen winterjas
Bron: Onbekend
Er waren eens...
Er waren eens twee koningen
Een groen en een gele
Ze woonden in een groot paleis
En moesten alles delen
Ze hadden maar 1 lepeltje
Dus om de beurt een hapje
En samen twee pantoffeltjes
Dus om de beurt een stapje
Ze hadden ook 1 meisje lief
Dus om de beurt een kusje
Maar gelukkig had dat meisje nog
Een aardig tweelingzusje
Bron: Onbekend
Er waren eens...
Er waren eens twee witte muizen
die wilden plotseling verhuizen
want de kater van de buren
zat steeds stiekem in hun holletje te gluren
De meubeltjes en ook hun bed
werden naast de deur gezet
Maar er was daar iets niet pluis
De muizen hadden nog geen ander huis
De meubeltjes gingen weer naar binnen
Want zonder nieuw huis konden ze niets beginnen
Maar nu is 't mooiste van dit hele geval:
De kat is verhuisd. Of wist je dat al?
Bron: Onbekend
Er werden in het ziekenhuis 2 baby'tjes geboren
Er werden in het ziekenhuis 2 jongetjes geboren
Precies dezelfde ogen en precies dezelfde oren
Precies dezelfde neusjes en precies dezelfde mond
Precies dezelfde haartjes en helemaal gezond
Ze werden door hun ouders de Dubbeltjes genoemd
En worden met zo'n mooie naam vast vreselijk beroemd
Bron: Onbekend
Ik heb
(Vingerversje)
Ik heb twee kriebel de krabbeltjes
Ze kriebelen hier, ze kriebelen daar
Ze zijn altijd bij elkaar
Maar als ik blaas: pffff...
En als ik zeg: zeg...
Dan zijn die kriebelende krabbeltjes weg
Bron: Onbekend
Ik ken twee kleine spinnetjes
(Vingerversje)
Ik ken twee kleine spinnetjes
Twee dikke spinvriendinnetjes
De ene heet Lies
De andere Mies
(Blaas) Weg is Lies!
(Blaas) Weg is Mies!
Daar komen ze allebei weer aan!
Bron: Onbekend
In Harlingen
In Harlingen woont een tweeling
De tweeling Pim en Piet
Maar wie nu Pim is en wie Piet
Dat zie je bijna niet
Allebei hebben ze twee oren, twee ogen, een neus en een mond
En allebei hebben ze witte tanden en hun wangen zijn rood en rond
Bijna kun je ze niet herkennen, aan een ding zie je het slechts
Het is Pim die zijn scheiding links heeft en Piet heeft zijn scheiding rechts
Bron: Onbekend
Je ligt in je wiegje te slapen
Je ligt in je wiegje te slapen
En kijk ik daar eventjes in
Dan zie ik je mondje, je oogjes
Je neusje, je wangen, je kin
Twee beentjes met schattige voetjes
Vijf teentjes aan iedere kant
Twee armpjes met piepkleine handjes
Vijf vingers aan iedere kant
En nu lig je lekker te dromen
Zo lief en zo zacht en zo klein
Ik kan je niet vaak genoeg zeggen
Hoe blij we wel niet met jou zijn!
Bron: Onbekend
Twee blote beentjes
Twee blote beentjes
Tien roze teentjes
Klein spartelhandje
Uit het wiegenmandje
Piep, dat is Jantje!
Bron: Onbekend
Twee kleine Chineesjes
Twee kleine Chineesjes
Tjing Tjing en Wang Wang
Beplakken hun kamer
Met prachtig behang
Eerst snijden, dan keren
Met plaksel besmeren
Dan hoepsa ertegen
En netjes glad vegen
Maar wat is dat?
Waar is Wang Wang?
Hij zit vast tussen de muur
en het behang
Bron: Onbekend
Twee kleine ettertjes
Twee kleine ettertjes die kregen een hondje
Die hadden hun opa en oma gekocht
De ettertjes waren er vreselijk blij mee
En leerden hem alles wat niet mocht
Ze leerden hem blaffen als iedereen stil was
Ze leerden hem plasjes doen op de mat
Ze leerden hem happen naar postbode-benen
En hoopjes te doen op de rand van het bad
De postbode ging het aan opa vertellen
Die pakte geschrokken het hondje weer af
Bron: Riet onbekend
Twee kleine ettertjes
Twee kleine ettertjes mochten een dagje
Mee naar de dierentuin. Joepie! Wat fijn!
En de twee ettertjes, nou die beloofden
De hele dag lief en verstandig te zijn
Maar toen ze daar in de dierentuin waren
Was dat verstandige heel snel voorbij
Ze deden de deur van de apenkooi open
En lieten de apen toen voor een uur vrij
Twee oppassers gingen de ettertjes zoeken
Die zaten verstopt in een schuurtje met hooi
Maar het duurde niet lang of ze waren gevonden
En nu zitten de ettertjes zelf in een kooi
Bron: Onbekend
Twee kleine ettertjes
Twee kleine ettertjes moesten logeren
Maar ze hadden geen zin
Ze smeerden modder en zand in hun haren
Ze zochten een sloot en sprongen erin
Ze rolden echt schaterend rond in de modder
En werden verschrikkelijk vies alle twee
Toen kwam hun oom, die moest erom lachen
En nam de twee viespeuken doodgewoon mee
We zijn er! Zei oom. Kom maar gauw uit de auto!
Hier mag je logeren, op mijn boerderij
En zie je dat hok met die smerige varkens?
Daar kunnen twee ettertjes echt nog wel bij!
Bron: Onbekend
Twee kleine ettertjes wilden gaan voeren
Twee kleine ettertjes wilden gaan voeren
En mochten met brood naar de vijver toe gaan
Maar toen ze daar eindelijk waren gekomen
Zwom in het water een prachtige zwaan
De twee kleine ettertjes gooiden met stenen
Gooiden met stokken en gooiden met zand
Gooiden ermee naar de zwaan in de vijver
En die werd woedend en zwom naar de kant
De ettertjes waren ontzettend geschrokken
Want de woedende zwaan kwam recht op hen af
Hij gaf ze een tik met zijn stevige snavel
Zo kregen de ettertjes tikken voor straf!
Bron: Onbekend
Twee kleine slakjes
Twee kleine slakjes
hielden van elkaar
Ze gingen samen trouwen
toen werden ze een paar
Ze hebben toen hun huisjes
op elkaar gezet
Nu wonen ze gezellig
samen in een flat
Bron: Onbekend
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
.
Comments