site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Kleuters en zindelijkheid

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 15 feb 2024

Elk kind is anders en wordt dus ook anders zindelijk. Na het vierde jaar blijven kinderen overdag meestal droog. Toch gaat het bij sommige kleuters af en toe nog mis, vooral als ze druk aan het spelen zijn. Gemiddeld zijn er twee kinderen per kleuterklas nog niet zindelijk. In deze blog lees je er meer over!



Zindelijkheid


Voordat een kind naar de basisschool gaat, moet het zindelijk zijn.

Volgens de onderwijsraad mogen basisscholen kinderen weigeren die nog niet zindelijk zijn. De reden hiervoor is dat leerkrachten er zijn om onderwijs te geven, niet om luiers te verschonen.


Wanneer kinderen precies zindelijk worden, is enorm verschillend. Gemiddeld zijn kinderen tussen de twee en drie (overdag) zindelijk.

De meeste kleuters zijn overdag dus zindelijk als ze voor het eerst naar school komen.

Toch is lang niet elk kind helemaal zindelijk als hij vier jaar is. Op de leeftijd van 5 jaar zijn 97 van de 100 kinderen zindelijk. Wel heeft één op de 14 kinderen tussen de leeftijd van 4 en 7 jaar in meer of mindere last van urineverlies overdag.


Sommige kinderen zijn overdag wel droog. maar 's nachts nog niet.

De meeste kinderen worden in de nacht zindelijk tussen de leeftijd van 2 en 7 jaar.

Op de leeftijd van 5 jaar plast één op de 6 kinderen nog wel eens in bed.

Als ze ouder worden, verdwijnt het bedplassen meestal vanzelf.

Ook komt het voor dat wat oudere kinderen wel al zindelijk zijn qua plassen, maar toch nog in hun broek poepen. Daar kan dan een fysiek probleem aan ten grondslag liggen.

Het is verstandig om dit te bespreken met de huisarts of het consultatiebureau.

Wanneer kleuters nog in hun broek poepen, hebben ze meestal last van verstopping (obstipatie). De ontlasting is dan hard en droog waardoor het poepen zeer doet. Een kind gaat dan liever niet naar de wc en houdt het op.


Wees je ervan bewust dat zindelijk worden niet van de ene op de andere dag gebeurt.

Het is een proces. Het kan ook gebeuren dat een kind In een spannende tijd weer in zijn broek of bed plast. Bijvoorbeeld als het bijna jarig is of als Sinterklaas in het land is.

Meestal wordt een nieuwe kleuter, die nog niet helemaal zindelijk is, onder invloed van de structuur en de klasgenootjes binnen no-time alsnog zindelijk in groep 1.

Meisjes zijn meestal eerder zindelijk dan jongens.

 

Problemen met zindelijk worden


Uit onderzoeken is gebleken dat Nederlandse kinderen gemiddeld steeds later zindelijk zijn. In de jaren 80 was één op de elf kleuters nog niet zindelijk in de eerste groep van de basisschool. Nu is dat naar schatting één op de 5 of 6. Een kind wordt niet uit zichzelf zindelijk, hij heeft daar de hulp bij nodig van zijn ouders of verzorgers.


Daarnaast spelen andere fysieke factoren mee. Voor het zindelijk worden is namelijk ook een goed samenspel tussen de blaas, de endeldarm, de spieren van de bekkenbodem en de zenuwen in de buik, het ruggenmerg en de hersenen nodig. De verbinding tussen deze gebieden worden in de eerste levensjaren na de geboorte aangelegd. Wanneer deze gebieden zo ver uitgerijpt zijn dat ze met elkaar kunnen samenwerken, dan is het kind in staat te leren om zindelijk te worden.


Aangeboren afwijkingen van de blaas, de plasbuis, de nieren of de darmen (ziekte van Hirschsprung, coeliakie) kunnen er ook voor zorgen dat zindelijkheid uitblijft.


Verstopping van de darmen is ook een veel voorkomende reden waarom zindelijk worden niet lukt. Door de verstopte darmen, voelen kinderen niet goed wanneer de blaas vol raakt. Ook kan de blaas door de verstopte darmen minder goed leeg geplast worden.

Het behandelen van deze verstopping kan ervoor zorgen dat zindelijk worden wel lukt.

Ook kunnen kinderen met een verborgen vorm van een open ruggetje of een gekluisterd ruggenmerg moeite hebben met het zindelijk worden. De zenuwen in de rug die betrokken zijn bij het aansturen van de blaas en de darmen kunnen hun werk niet goed doen.


Kinderen met een ontwikkelingsachterstand hebben ook vaak meer moeite om zindelijk te worden. Dit kan meerdere redenen hebben, sommige kinderen voelen niet dat hun blaas vol zit, ook kunnen kinderen het moeilijk vinden om een verband te leggen met het gevoel dat de blaas vol zit en besef te hebben om te moeten gaan plassen op een potje of op het toilet. Ook kunnen kinderen moeite hebben om hun aandacht langere tijd bij een taak te houden.


Kinderen met suikerziekte (diabetes mellitus) of diabetes insipidus moeten meer plassen dan gebruikelijk, waardoor het voor hen ook lastiger kan zijn om zindelijk te worden.

Ook moeten kinderen die een zogenaamde spastische blaas hebben vaker plassen dan gebruikelijk. Een blaasontsteking kan tijdelijk er voor zorgen dat kinderen vaker moeten plassen dan gebruikelijk.


Tot slot kunnen kinderen die aanleg hebben om gemakkelijk angstig te worden, ook moeite hebben om zindelijk te worden. En dat kan allerlei redenen hebben: een kind is bang om in de wc te vallen, wil zijn drol niet wegspoelen of heeft iets traumatisch meegemaakt.

Zij kunnen angst hebben voor het potje of het toilet of angst hebben voor gevoelens in hun eigen buik. Zij hebben veel geduld en vertrouwen nodig om zindelijk te kunnen worden.


Als het echt niet beter wordt, verwijs een ouder dan naar de huisarts met het kind.

De kinderarts stelt vragen en doet lichamelijk onderzoek om te kijken wat de oorzaak is van het niet zindelijk worden.

De huisarts kan het kind eventueel doorverwijzen naar een plas- en poeppoli.

Soms is een gespecialiseerde dokter nodig, een kinderuroloog, een dokter die alles weet van de nieren en de blaas. De kinderuroloog kan een urodynamisch onderzoek doen om te kijken hoe de blaas en de spieren van de bekkenbodem werken.

 

Tips voor broekplassers


Heb je een kleuter, die overdag nog vaak plasongelukjes heeft?

Je kunt daarbij de volgende tips gebruiken:


Stuur het kind naar de wc!

Misschien voelt het kind nog niet goed dat zijn/haar blaas vol is? Of misschien voelt het kind dat wel, maar gaat hij/zij niet meteen? Uitstel kan tot een natte broek leiden.

Stuur het kind naar de wc als het bijvoorbeeld meer dan twee uur niet geplast heeft.


Zorg voor regelmaat!

Laat het kind op vaste tijden naar de wc gaan. Zo voorkom je dat het kind vergeet naar de wc te gaan tijdens het spelen. Een speciaal plashorloge kan een signaal af geven zodat het kind weet dat het tijd is om naar het toilet toe te gaan. Per kind zal moeten worden gekeken welke tijdsperiode om naar het toilet toe te gaan nodig is om tussentijds verlies van urine of ontlasting te voorkomen. De tijdsperiode varieert vaak tussen de 1 en 4 uur.


Verdeel de drinkmomenten!

Probeer het drinken zo goed mogelijk te verdelen over de dag, maar het meest voor vier uur 's middags.


Leg het uit!

Ook kan het helpen het kind mee te nemen naar de toilet en alle stappen die horen bij zindelijkheid te benoemen (loop naar het toilet, doe broek en onderbroek omlaag, ga goed zitten, plassen, afvegen, broek omhoog, wc doortrekken en handen wassen


Leer het kind een goede zithouding!

Meisjes én jongens leren zittend beter om op de wc te ontspannen en de blaas helemaal leeg te maken. Zorg er ook voor dat het kind ontspannen op de wc kan zitten met de voeten op de grond of een krukje. Als het kind met de voeten boven de grond bungelt, dan is het kind meer bezig met evenwicht houden, dan met ontspannen.


Leer het kind om niet te persen!

Dan is de buik ontspannen. Vindt het kind dit lastig? Dan kun je vragen of het zachtjes kan uitblazen of neuriën.


Neem de tijd!

Leg het kind uit dat het zo goed mogelijk helemaal uit moet plassen. Dat zorgt ervoor dat het daarna niet snel weer moet en voorkomt blaasontsteking.

Wees zelf ook geduldig! Voorkom zindelijkheidsstress!


Word niet boos bij een ongelukje!

Laat het kind zelf een schone broek aantrekken en de vuile in de wasmand doen. Geef een complimentje als een kind dit goed heeft geregeld.


Beloon alle gedrag wat past bij zindelijkheid!

De kern van de zindelijkheidstraining is het positief belonen van gedrag wat past bij het zindelijk worden, zoals het geven van een sticker, het tekenen van een zonnetje op een plaskaart of het geven van een knuffel.


Laat een ander kind meelopen!

Is een kind bang om te gaan? Laat dan een ander kind meelopen.


Lees boeken over zindelijkheid!

Samen boekjes lezen over het zindelijk worden is heel nuttig.

 

Op zoek naar meer?


Kijk dan ook eens op mijn Pinterest

Hoe bevorder jij de zelfredzaamheid van jouw kleuters? Deel ze met andere kleuterleerkrachten en laat een reactie achter onder deze blog!

 

Bronnen



.

.

381 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentarios

Obtuvo 0 de 5 estrellas.
Aún no hay calificaciones

Agrega una calificación

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page