In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema het Kleurenmonster.

Loopvormen
Bewegingsverhaal
Benodigdheden:
-Geen
De kinderen zijn allemaal Kleurenmonsters en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.
De Kleurenmonsters worden wakker. Ze rekken zich eerst goed uit.
Ieder monster is met een ander been uit bed gestapt.
Het gele Kleurenmonster is blij. Hij huppelt en hinkelt van plezier.
Het rode Kleurenmonster is boos. Hij stampt in het rond. Vooruit en achteruit.
Het zwarte Kleurenmonster is bang. Hij rent en maakt zich vervolgens klein en kruipt in het rond.
Het roze Kleurenmonster is verliefd. Hij en zijn hartje maken sprongetjes.
Het blauwe Kleurenmonster is verdrietig. Hij rolt samen met zijn tranen over de grond.
Het groene Kleurenmonster is rustig. Hij loopt zachtjes op zijn tenen en gaat daarna liggen met zijn ogen dicht. Alles beweegt in slow motion.
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
Kleurenmonsters
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn Kleurenmonsters.
Ze proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.
Wakker worden!
Benodigdheden:
- Geen
Het groene Kleurenmonster wordt wakker in zijn hangmat.
Hij begint de dag met wat rek- en strekoefeningen.
Doe maar na!
Benodigdheden:
- Een Kleurenmonsterknuffel
Het Kleurenmonster doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.
Emoties
Benodigdheden:
- Een trom
- Papieren cirkels of gekleurde dopjes, voor elk kind eentje
De kinderen zijn Kleurenmonsters en hebben een emotiecirkel in hun pootje.
Ze lopen op het ritme van de trom door de gymzaal.
Als de trom stopt voeren zij een opdracht uit:
Leg de cirkel op de grond
Ruil je cirkel met een ander Kleurenmonster
Ga liggen en leg de cirkel op je buik
Enzovoort.
Gevaar!
Benodigdheden:
- Een handtrom
De kinderen zijn bange Kleurenmonsters. Ze lopen in het rond.
Als de leerkracht op de trommel slaat is er gevaar en staan ze zo snel mogelijk stil.
Kleurenmonster Koekoek
Benodigdheden:
- Geen
Iedereen staat aan de ene kant van de zaal (of de speelplaats), op één na.
Deze persoon staat aan de andere kant van de zaal, met gezicht naar de anderen gekeerd. Op een bepaald moment draait hij zich om en zegt: "Annemaria koekoek!"
Tijdens deze periode mogen de anderen zich verplaatsen in zijn richting.
Wanneer hij zich na het uitspreken van "koekoek" echter weer omdraait, mag hij niemand zien bewegen. Wie er nog wél beweegt, is af en moet terug naar de startlijn.
Het spel gaat door tot iemand de "Annemaria koekoek"-roeper kan tikken zonder dat diegene hem heeft zien bewegen. Deze tikker krijgt in de volgende ronde de beurt om "Annemaria koekoek" te roepen. Dit spel is heel makkelijk in het thema te gieten door Annemaria te vervangen voor Kleurenmonster.
Tikspelen
Kleurtje leggen
Benodigdheden:
- Een gekleurd dopje of een gekleurde cirkel
Verander 'Zakdoekje leggen' in: 'Kleurtje leggen, niemand zeggen' enz...
Gebruik een gekleurde cirkel of een kleurendopje om neer te leggen.
Kleurenmonster, hoe laat is het?
Benodigdheden:
- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker
Een van de kinderen speelt voor Kleurenmonster en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Kleurenmonster, hoe laat is het?' Het Kleurenmonster antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting hem. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Het Kleurenmonster kan onverwacht ook roepen: 'Het is bedtijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is het volgende Kleurenmonster.
De dieven
Benodigdheden:
- Teldopjes
Een kind is het Kleurenmonster en staat in het midden van de zaal op een mat.
Hij heeft een "pot" met emoties (de teldopjes)
De andere kinderen zijn de dieven en staan in een hoepel, op afstand van de mat.
Zij moeten proberen zoveel mogelijk teldopjes naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door het Kleurenmonster. Wie getikt wordt is af.
Emotiepotjes
Benodigdheden:
- Gekleurde ballen, voor elk kind eentje
- Een grote pot
Zet de pot aan de zijkant van de gymzaal, zodat niemand er overheen kan vallen.
De kinderen rennen van de ene kant van de gymzaal, naar de andere kant. Als de kinderen zijn getikt door het Kleurenmonster, dan doen ze hun balletje in de pot.
Hoeveel emoties kan Het Kleurenmonster verzamelen?
Tikkertje met het Kleurenmonster
Benodigdheden:
- Een mat
De tikker is het Kleurenmonster. Geef de tikker een kleurige sjaal, zodat hij goed opvalt.
Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een emotiepotje.
Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!
Kleurenmonster, kom uit je hangmat!
Benodigdheden:
- Een kast of iets dergelijks
Eén kind (het Kleurenmonster) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.
De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting het Kleurenmonster en roepen: ”Kleurenmonster, kom uit je hangmat”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen. Plotseling komt het Kleurenmonster uit zijn hangmat en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.
De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.
Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten.
Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.
Steek over als...
Benodigdheden:
- Geen
Een variant op ‘Schipper mag ik overvaren?’ De kinderen zijn Kleurenmonsters en steken alleen over als zij het genoemde gemeen hebben. Als de schipper ‘ja’ antwoordt en de klas vraagt ‘hoe?’ dan zegt de schipper bijvoorbeeld: ‘Als je een blauwe trui of een groene broek of een rood shirt enz aan hebt hebt.’ (de opdrachten gaan natuurlijk over kleuren).
Deze kinderen rennen naar de overkant en de schipper probeert ze te tikken.
Kleurenmonster, pak me dan!
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is het Kleurenmonster en de tikker. De andere kinderen staan achter de streep en roepen: 'Kleurenmonster, pak me dan, als je kan!'.
Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.
In de pot
Benodigdheden:
- 4 matten
- Een hoepel of een mand
Het Kleurenmonster gaat emoties verzamelen. De kinderen worden verdeeld en hebben de rol van blij, boos en verdrietig. Ze gaan ieder op een mat in de hoek staan.
De vierde hoek blijft leeg. In het midden staat een tikker; het Kleurenmonster.
De tikker roept wat er in de emotie pot moet en het betreffende groepje probeert zo snel mogelijk naar de lege mat te rennen. De Het Kleurenmonster mag tikken.
Wie af is gaat bij de emotie pot zitten. De groep die als laatste overblijft wint.
Pionnentikkertje
Benodigdheden:
- Pionnen (de emotie pot)
- Een bal (de emotie)
Leg een bal op een pion. Eén kind gaat voor de pion staan, het andere kind is het Kleurenmonster en staat erachter. Het kind dat voor de pion staat, heeft de opdracht de emotie (bal) naar de andere kant te brengen. Zodra hij de bal aanraakt, mag het Kleurenmonster in actie komen en proberen het kind met de bal te tikken.
Kleurenmonster, ik kom in jouw emotie potje!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een grote emotie pot van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in de emotie pot te komen, zonder daarbij getikt te worden door het Kleurenmonster. De kinderen vragen: 'Kleurenmonster, mag ik in jouw emotie pot ?' Zegt het Kleurenmonster 'nee', dan gaan ze toch.
Het Kleurenmonster probeert ze te tikken.
Emotietikkertje
Benodigdheden:
- Twee matten
Een van de kinderen is het Kleurenmonster en probeert zoveel mogelijk emoties (de andere kinderen) te tikken. De andere kinderen rennen rond. Als ze getikt zijn, gaan ze in het midden op twee matten zitten. Als de leerkracht roept; ik ga slapen! stopt het spel en kan de leerkracht samen met het kind dat het Kleurenmonster was, de emoties tellen.
Het Kleurenmonster en de emoties
Je hebt nodig:
- 3 Matten
Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een Kleurenmonster te zitten. Alle andere kinderen zijn de emoties en lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal. De Kleurenmonsters mogen de emoties tikken, dan zijn ze gevangen.
De Kleurenmonsters mogen echter niet van de matten af.
Welk Kleurenmonster vangt de meeste emoties?
De Kleurenmonsters
Benodigdheden:
- Geen
Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het huisje van het rode Kleurenmonster. In de kring staat het rode Kleurenmonster.
Het gele Kleurenmonster staat buiten de kring. Hij klopt aan en vraagt: 'mag ik komen spelen?' Het rode Kleurenmonster is in een boze bui en heeft geen zin en zegt: 'nee!'.
Het gele Kleurenmonster loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen.
Het rode Kleurenmonster sluipt er achteraan en maakt het gele Kleurenmonster wakker.
Nu mag het gele Kleurenmonster het rode Kleurenmonster proberen te tikken.
Maar... als het rode Kleurenmonster weer in zijn huis is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.
In het potje
Benodigdheden:
- Hoepels
De helft van de kinderen is een emotie en krijgt een hoepel; het emotiepotje.
Een kind is het Kleurenmonster en probeert de emoties te tikken.
Deze zijn vrij als ze in hun potje (de hoepel) staan. Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 emotie plaatsnemen. Komt er een tweede bij, dan moet de eerste uit de hoepel.
Estafette
Kleurenmonsterloop
Benodigdheden:
- Lepels
- Gekleurde dopjes of kleine gekleurde ballen
De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een kleurendopje of gekleurde bal een route. Wie kan dit zonder het gekleurde dopje te laten vallen?
Kleurenestafette
Benodigdheden:
- Gekleurde vellen papier.
- (Afbeeldingen van) kleurenpotjes
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee gekleurde papieren.
ze gaan op het eerste vel papier staan. Ze leggen het tweede vel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze het andere papier weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal.
Welk Kleurenmonster komt er als eerste aan bij het emotiepotje aan de overkant?
Kalme race
Benodigdheden:
- Geen
Alle kinderen staan op een rij naast elkaar. Bij een startsein moeten ze zo langzaam mogelijk naar de andere kant van de gymzaal of richting een eindstreep lopen. De winnaar is degene die als laatste over de eindstreep is, maar de voeten moeten wel continu in beweging blijven, anders zijn ze af. Je mag ook niet ter plaatse trappelen of achteruit lopen.
In de hangmat
Benodigdheden:
- Lakens
Verdeel de klas in groepjes. Geef ieder groepje een laken.
Een van de kinderen is het kalme Kleurenmonster en gaat in de hangmat liggen.
De andere kinderen dragen hem in het laken en lopen naar de overkant.
Ze zorgen ervoor dat Het Kleurenmonster er niet afvalt.
Emoties verzamelen
Benodigdheden:
- Manden
- Gekleurde balletjes
Aan de ene kant van de gymzaal ligt een verzameling gekleurde balletjes.
Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met 1 balletje in de hand naar de mand lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start. Welk groepje verzamelt de meeste emoties in een minuut?
Samenwerken
Benodigdheden:
- Gekleurde dopjes
Twee kinderen houden het dopje (de emotiecirkel) vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het hangen.
Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het het dopje te laten vallen?
Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Emotiepotjes met gekleurde dopjes erin
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het potje onder hun benen door.
Welke groep legt het potje het eerste in de hoepel?
Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een gekleurd dopje (de emotiecirkel)
De kinderen lopen in tweetallen met de dop op hun rug of hoofd een route.
Wie kan dit zonder de dop te laten vallen?
Balvaardigheid/algemeen
De bal doorgeven
Benodigdheden:
- Een bal
Verdeel de klas in groepjes van 3-5 kinderen. Probeer de groepjes even groot te maken.
De kinderen gaan achter elkaar in een rij staan. Ze zijn Kleurenmonsters en proberen de bal (emotie) naar het potje te krijgen. De achterste geeft de bal over het hoofd door naar degene die ervoor staat. Is de bal vooraan, dan rent de voorste met de bal naar de achterste plek in de rij en geeft de bal opnieuw door. Op die manier proberen ze zo snel mogelijk naar de andere kant van het lokaal te komen.
Balvaardigheid/rollen
Bowlen
Benodigdheden:
- Een bal
- Een aantal plastic flessen (verander deze in Kleurenmonsters)
Zet een aantal flessen op een rij en rol er met een bal naar. Hoeveel vallen er om?
Rollebal
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen gaan met gespreide benen in een kring staan (de voeten tegen de voeten van de buurman) en vormen zo een emotiepotje. In het midden staat een kind met de bal; het Kleurenmonster. Deze probeert rollend de bal (de emotie) door een poortje uit het potje heen te krijgen. De andere kinderen mogen dit met hun handen tegenhouden, maar hun voeten niet verplaatsen. De speler die de bal toch doorlaat moet in het midden gaan staan.
Kegelvoetbal
Benodigdheden:
- Een grote bal
- Gekleurde kegels (verander deze in Kleurenmonsters)
De kinderen zetten elk een kegel in een veld. Er wordt een bal in het spel gebracht. De kinderen proberen de kegel van een ander team met de bal om te schoppen en verdedigen ondertussen hun eigen kegel. Welk team blijft het langst in het spel?
Balvaardigheid/gooien en vangen
Emotieregen
Benodigdheden:
- Een mand
- Een heleboel gekleurde ballen
Een variatie op het spel 'Ballenregen': het Kleurenmonster is in de war. Hij gooit de ballen 1 voor 1 uit zijn emotie pot (de mand). De andere kinderen proberen ze snel op te rapen en terug te stoppen. Lukt het 't Kleurenmonster om de pot leeg te krijgen?
Variatie: Maak manden met verschillende kleuretiketten. De kinderen moeten de ballen bij de juiste kleur terugleggen.
Lummelen
Benodigdheden:
- Een bal
Twee kinderen zijn Kleurenmonsters. Zij staan ongeveer 10 meter van elkaar vandaan. In het midden staat de lummel. Hij probeert de bal (emotie) te vangen, die de twee kinderen naar elkaar overgooien of rollen. Lukt dat dan wordt een ander kind de lummel.
Opvliegende emoties
Benodigdheden:
- Ballonnen
De kinderen zijn Kleurenmonsters en proberen de ballonnen (emotiecirkels) zo lang mogelijk in de lucht te houden met hun hand, hoofd, armen, benen, armen, voeten, knieën of andere lichaamsdelen.
Variatie: De kinderen gaan in een kring staan met de handen vast en proberen de ballon samen hoog te houden zonder los te laten.
Balvaardigheid/voetballen
Kegelvoetbal
Benodigdheden:
- Een grote bal
- Kegels of blokken (Verander deze in Kleurenmonsters)
De kinderen zetten elk een kegel in een veld. Er wordt een bal in het spel gebracht.
De kinderen proberen de kegel van een ander team met de bal om te schoppen en verdedigen ondertussen hun eigen kegel. Welk team blijft het langst in het spel?
Balvaardigheid/mikken
Alle emoties in de pot
Benodigdheden:
- Een mand (de emotie pot)
- Ballen (de emoties)
Laat de kinderen op allerlei manier de ballen in de mand mikken.
Gooien met een hand
Bovenhands gooien
Onderhands gooien
Gooien met twee handen
Gooien met je ogen dicht
Achterstevoren gooien
Blikgooien
Benodigdheden:
- Blikken
Pittenzakken of balletjes
Verander de blikken in Kleurenmonsters. Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien.
Wie gooit de meeste blikken omver? Hoeveel vallen er om?
De emoties vliegen in het rond
Benodigdheden:
- Een bal
- Linten
Alle kinderen zijn Kleurenmonsters en hebben een lint om, behalve eentje. Hij is de afgooier en mag de andere kinderen met een bal (emoties) proberen te raken. Als iemand geraakt wordt dan doet hij zijn lint af en wordt ook een afgooier. Na een bepaalde tijd stopt het spel. Wie dan nog een lintje heeft, behoort bij de winnaars.
Voed het Kleurenmonster!
Benodigdheden:
- Kleine ballen of pittenzakken
- Een doos
Verander een doos in een Kleurenmonster. Snijd er een gat voor de bek uit.
De kinderen proberen hier de kleine bal of een pittenzak in te mikken.

Kleine materialen/pittenzakken
Pittenzak-balanceerspel
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen zijn kalme groene Kleurenmonsters en leggen een pittenzakje op hun hoofd . Ze lopen door de gymzaal en proberen het zakje niet te laten vallen. Als het pittenzakje valt bevriezen ze. Een ander kind kan het kind ontdooien door het pittenzakje op te rapen en terug te geven. De kinderen laten vervolgens het pittenzakje op een lichaamsdeel (voet, knie, bovenbeen, hoofd, hand, schouder) balanceren. Wie houdt dit het langst vol?
In het potje
Benodigdheden:
- 3 Hoepels
- 3 Pittenzakjes
Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken.
De kinderen zijn Kleurenmonsters. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakje (de emoties). Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien?
Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.
Kleine materialen/hoepels
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
De hoepels zijn de kleurenpotjes van het Kleurenmonster.
Bij elk potje zit een Kleurenmonster. Op een teken gaan ze wandelen.
Ze lopen om de potjes heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de Kleurenmonsters zo snel mogelijk naar een kleurenpotje. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De Kleurenmonsters die geen kleurenpotje hebben, zijn af.
Hoepeltikkertje
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen zijn Kleurenmonsters en staan in een hoepel (emotiepotje), die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de commandant. Wanneer de commandant roept: "uit de sloot!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de commandant ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten.
Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Van emotiepotje naar emotiepotje
Benodigdheden:
- Hoepels (de emotiepotjes)
- Afbeeldingen
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels. De kinderen zijn Kleurenmonsters. In 1 hoepel (de emotie pot) gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal.
Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Kleine materialen/algemeen
Voetenwerk
Benodigdheden:
- Een Kleurenmonsterknuffel
Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.
Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind de knuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.
De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.
Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?
Afsluiting
De kleurendief
Benodigdheden:
- Een hoepel
- Een potje met gekleurde voorwerpen
Het Kleurenmonster zit in een hoepel in het midden van het lokaal met een kleurenpotje achter zich. Hij heeft de ogen dicht. Als hij hoort dat het kleurenpotje gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag het kleurenpotje wel aan een ander geven.
Als het potje valt, is de dief af.
Ra, ra, ra, wie heeft het kleurenpotje?
Benodigdheden:
- Een kleurenpotje
In het midden zit een Kleurenmonster. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.
Zij geven achter hun rug een kleurenpotje door. Als het liedje geëindigd is ("Ra, ra, ra, wie heeft het potje, die mooie pot van goud?", mag Het Kleurenmonster raden wie het potje op de rug heeft.
Daar zat een klein Kleurenmonster
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.
Verander het in 'Daar zat een klein Kleurenmonster'.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

Comments