site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Thema kippen: Gymles

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 31 mrt 2024

In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema kippen.



Loopvormen


Bewegingsverhaal

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn allemaal kippen en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.

De kippen zitten op hun stok te slapen. Ze schrikken opeens van de haan die roept

(KUKELEKUU!!!), en vallen van hun stok af!

Kippen zijn altijd vroeg uit de veren.

Ze rekken zich eerst goed uit en starten de dag met kippengymnastiek.

  • Ze bewegen hun lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar

  • Ze klappen hun vleugels achter hun rug en voor hun buik tegen elkaar aan. Doe maar mee. Achter, voor, achter, voor …

  • Ze spreiden hun vleugels

  • Breng nu één vleugel in de lucht, de andere naar beneden en wissel af.

  • Ze strekken hun pootjes, naar voren en naar achteren

  • Soms gaan ze ook even op één poot staan met opgetrokken knie. Ze slaan dan beide vleugels onder hun poot tegen elkaar aan. Daarna wisselen ze. Ze brengen hun andere poot de lucht in en slaan opnieuw hun vleugels onder hun poot tegen elkaar aan. Links, rechts, links, rechts …

  • De kippen hinkelen op 1 been de trap van de kippenren af

  • Ze raken met hun snaveltjes hun knie, voet enz... aan

  • De kippen moeten aan het werk. Ze lopen hun hok uit. Loop maar als een kip!

  • Oh jee, daar is de vos; de kippen rennen weg

  • Ze zoeken eten. Hoe eet een kip? Laat maar zien!

  • Ze vangen het voer aan de linkerkant en aan de rechterkant

  • De buikjes zijn weer vol en de kippen wandelen hun hok weer in. Ze zijn klaar om eitjes te leggen. Voorzichtig lopen ze over hun stok (op de tenen lopen).

  • En dan gaat het echte werk gebeuren: eitjes leggen! De kippen zorgen er eerst voor dat ze goed zitten, en dan gaan ze beginnen. Als een eitje klaar is, schudden de kippen goed met hun veren en ze maken zich klaar voor het volgende ei.

  • Ze knielen neer in hun nest.

  • Ze poetsen hun verenpak op en gaan met de snavel langs hun lijfje

  • Ze tikken beurtelings hun knieën of voeten met hun snavel aan

  • Nu zijn de kippen moe, alles beweegt in slow motion

  • De kippen gaan weer slapen.

  • Ze steken hun kop tussen hun veren en staan stil, op 1 been, met hun ogen dicht.


Eitjes

Benodigdheden:

- Een trom

- Nootjes

De kinderen zijn kippen en hebben een eitje in hun pootje.

Ze lopen op het ritme van de trom door de gymzaal.

Als de trom stopt voeren zij een opdracht uit:

  • Leg het eitje op de grond

  • Ruil je eitje met een andere kip

  • Ga liggen en leg het eitje op je buik


Reactiespel

Benodigdheden:

- Geen

Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.

Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.

Jij bent de boer en de kinderen zijn de kippen.

Aan de ene kant van de grens is het hok en aan de andere kant is de kippenren.

Als de jij 'kippenhok' zegt moet iedereen naar de hokkant springen.

Als jij 'kippenren' zegt, springen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'kip zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een kip op 1 been gaan staan.


Gevaar!

Benodigdheden:

- Een handtrom

De kinderen zijn kippen. Ze huppen in het rond.

Als de leerkracht op de trommel slaat is er gevaar en staan ze zo snel mogelijk stil.


De achtervolging

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan in tweetallen staan. Ze zijn kippen en kuikens.

Het ene kind (het kuiken) achtervolgt het andere kind (de kip).

Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer.

Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.

Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.


Kippen

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn de kippen en proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.


Doe maar na!

Benodigdheden:

- Een kippenknuffel

De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.


In het ei

Benodigdheden:

- Hoepels

- Een handtrom

De kinderen zijn kuikens en liggen opgerold in hun hoepel; hun ei.

Ze willen eruit en beginnen te duwen en te spartelen, totdat het ei breekt.

De kuikens kijken verbaasd rond, knipperen met hun ogen en schrikken van alles wat ze zien. Ze willen recht staan, maar vallen steeds op hun billen. Ze gaan op onderzoek uit, maar als er gevaar dreigt (handtrom) lopen ze terug naar moeder kip.

 

Stoeien en contactspelletjes


Hanengevecht

Benodigdheden:

- Geen

Dit spel wordt gespeeld in tweetallen. De kinderen veranderen in hanen.

Ze kruisen hun armen over de borst en leggen hun linkervoet in de knieholte van hun rechterbeen. Als de leerkracht "ten aanval" roept, proberen de twee hanen elkaar uit evenwicht te brengen door tegen elkaar aan te duwen.

De eerste die zijn linkervoet op de grond moet zetten, verliest het gevecht. De winnende hanen kunnen het daarna opnemen tegen elkaar, totdat er uiteindelijk een winnaar is.

 

Tikspelen


Eitje leggen

Benodigdheden:

- Een plastic ei

Speel dit spel als 'Zakdoekje leggen' , maar verander dit in: 'Eitje leggen, niemand zeggen'


De eierdieven

Benodigdheden:

- Plastic eieren

Een kind is de kip en staat in het midden van de zaal op een mat.

De andere kinderen zijn de eierdieven en staan in een hoepel, op afstand van de mat.

Zij moeten proberen zoveel mogelijk eieren naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de kip. Wie getikt wordt is af.


De haan

Benodigdheden:

- Een rood lint

Een kind is de haan, de andere kinderen zijn de kippen. De kippen staan aan de smalle zijde van het speellokaal. De haan staat in het midden. De haan roept 'Kukeleku, zo kraait de haan, een bakje water, een bakje graan. Kippen, vlieg nu wat je kan, wie ik pak, die draagt mij dan!' De kippen rennen nu naar de overkant en proberen niet gepakt te worden door de haan. Tikt de haan een kip aan, dan moet de kip de haan op zijn rug naar de overkant brengen. Deze kip is dan de nieuwe haan.


Kip, ik kom in jouw nest!

Benodigdheden:

- Matten

Maak een groot kippennest van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in het nest te komen, zonder daarbij getikt te worden door de kip, die op het nest zit te broeden. De kinderen vragen: 'Kip, mag ik in jouw nest?' Zegt de kip 'nee', dan gaan ze toch. De kip probeert ze te tikken.


Pionnentikkertje

Benodigdheden:

- Pionnen

- Een bal; dit is het ei

Leg een bal op een pion. Eén kind is de boer en gaat voor de pion staan, het andere kind is de kip en staat erachter. Het kind dat voor de pion staat, heeft de opdracht het ei (de bal) naar de andere kant van de gymzaal te brengen. Zodra hij de bal aanraakt, mag het andere kind in actie komen en proberen het kind met de bal te tikken.


Moeder, moeder, hoe laat is het?

Benodigdheden:

- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker

Een van de kinderen speelt voor moeder kip en kijkt naar de muur. De andere kinderen zijn de kuikens en staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Moeder, moeder, hoe laat is het?' Moeder antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting moeder. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Moeder kan onverwacht ook roepen: 'Het is bedtijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende moeder kip.


Tikkertje met de haan

Benodigdheden:

- Een mat

De tikker is de haan de andere kinderen zijn de kippen.

Geef de tikker een rode staart (lint), zodat hij goed opvalt.

Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een kippenhok.

Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!


Pak me dan, als je kan!

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is de tikker. Hij/zij is de boer. De andere kinderen zijn de ontsnapte kippen.

Zij staan achter de streep en roepen: 'Pak me dan, als je kan!'.

Ze proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.


Kippentikkertje

Benodigdheden:

- Twee matten

Een van de kinderen is de boer en probeert zoveel mogelijk kippen te tikken. De andere kinderen zijn de kippen en rennen rond. Als ze getikt zijn, gaan ze in het midden op twee matten zitten. Als de leerkracht roept; ik ga slapen! stopt het spel en kan de leerkracht samen met het kind dat de boer was, de kippen tellen.


De boer en de kippen

Benodigdheden:

- 3 Matten

Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een boer te zitten.

De andere kinderen zijn de kippen. Alle kippen lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal. De boeren mogen de kippen tikken, dan zijn ze gevangen.

De boeren mogen echter niet van de matten af. Welke boer vangt de meeste kippen?


De boer en de kip

Benodigdheden:

- Geen

Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het kippenhok. In de kring staat de kip. De boer staat buiten de kring. Hij klopt aan en vraagt: 'mag ik eieren komen rapen?' De kip heeft geen zin en zegt: 'nee!'. De boer loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen. De kip sluipt er achteraan en maakt de boer wakker. Nu mag de boer de kip proberen te tikken. Maar... als de kip weer in zijn hok is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.


Kip, kom uit je hok!

Benodigdheden:

- Een kast of iets dergelijks

Eén kind (de kip) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.

De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de kip en roepen: ”Kip, kom uit je hok”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.

Plotseling komt de kip uit zijn hok en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.

De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.

Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten.

Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.


Wie durft?

Benodigdheden:

- Geen

De helft van de groep vormt een kring. De andere helft zijn kippen en lopen om de kring heen. In het midden ligt de vos. De kring maakt poortjes. De kippen proberen door de kring te lopen zonder getikt te worden door de vos.

Variatie: Speel het spel omgekeerd, met de kippen in het hok (de kring) en de vos die buiten de kring op de loer ligt voor het hok. Zet de kring niet in het midden van de zaal, zodat er genoeg ruimte is om te rennen. Als de vos slaapt gaan alle kippen het hok uit. Als de vos weer wakker wordt probeert hij ze te tikken.

Variatie: Speel het spel met 1 vos en 1 kip.

Variatie: De vos moet in de kring blijven, maar de kip mag langs de gaten erin en eruit. De kippen die getikt zijn gaan in een poortje zitten. De kring kan de kippen en/of de vos helpen of juist weerstand bieden.


Kip en vossenspel

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen vormen een kring. Ze zijn de vossen. Een kind zit in het midden van de kring en is de kip. De kip gaat om de kring heenlopen en tikt onder een luid getok een van de vossen aan. Vervolgens rent de kip met de wijzers van de klok mee om de kring heen. De vos gaat er in dezelfde richting achteraan. Wie het eerste weer op het lege plekje van de kip in de kring heeft is heeft gewonnen.

Variatie: Kan de kip zijn hok terugvinden zonder getikt te worden door de vos?

Variatie: Als de kip om de kring loopt tikt hij zachtjes op de rug van ieder kind en roept daarbij bijvoorbeeld: bos, bos, bos, vos. Degene die de vos is springt op en probeert de lege plek te veroveren.


In een hok

Benodigdheden:

- Hoepels

De helft van de kinderen is kip en krijgt een hoepel. Een kind is de vos en probeert de kippen te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun hok(de hoepel) staan.

Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 kip plaatsnemen.

Komt er een tweede kip bij, dan moet de eerste kip uit de hoepel.

 

Estafette


Eierloop

Benodigdheden:

- Lepels

- Eieren

De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een plastic ei een route.

Wie kan dit zonder het ei te laten vallen?


Samenwerken

Benodigdheden:

- Een plastic ei

Twee kinderen houden het ei vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het ei hangen.

Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het ei te laten vallen?


Eieren verzamelen

Benodigdheden:

- Manden

- Plastic eieren

Aan de ene kant van de gymzaal ligt een stapel eieren.

Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met 1 ei in de hand naar de mand lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start.

Welk groepje verzamelt de meeste eieren in een minuut?


Eiermandenloop

Benodigdheden:

- Een mand met plastic eieren

De kinderen lopen in tweetallen met een eiermand op hun rug een route.

Wie kan dit zonder de eiermand te laten vallen?


Doorgeefspel

Benodigdheden:

- Plastic eieren of een mandje

- Hoepels

Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het voorwerp onder hun benen door.

Welke groep legt het voorwerp het eerste in de hoepel?

Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.


Balanceren

Benodigdheden:

- Een plastic ei

De kinderen lopen in tweetallen met het ei op hun rug of hoofd een route.

Wie kan dit zonder het ei te laten vallen?

 

Balvaardigheid/mikken


Mikken

Benodigdheden:

- Plastic eieren, kleine ballen of een korf

- Verander een doos in een nest of gebruik een korf/mand.

De kinderen proberen hier de kleine bal, plastic eieren of een pittenzak in te mikken.


Blikgooien

Benodigdheden:

- Blikken

Pittenzakken of balletjes

Verander de blikken in kippen. Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien.

Wie gooit de meeste blikken omver? Hoeveel vallen er om?


De vos en de kippen

Benodigdheden:

- Een bal

De kippen staan in de kring, de vos in het midden.

Hij probeert de bal te ontwijken, waarmee de kippen hem proberen te raken.

Wie de vos raakt, mag zijn plaats innemen.

 

Balvaardigheid/algemeen


Laat het ei niet vallen!

Je hebt nodig:

- Ballen

- Lakens

Verdeel de klas in groepjes kippen(-boeren). Geef ieder groepje een laken en een bal. Het ei. De kinderen leggen de bal op het laken en lopen naar de overkant. Ze zorgen ervoor dat de bal er niet afvalt. Kunnen ze de bal omhoog gooien en weer opvangen.


Ei doorgeven

Je hebt nodig:

- Een bal (of in plaats daarvan een plastic ei)

Verdeel de klas in groepjes van 3-5 kinderen. Probeer de groepjes even groot te maken.

De kinderen gaan achter elkaar in een rij staan. De achterste geeft de bal (het kippenei) over het hoofd door naar degene die ervoor staat. Is de bal vooraan, dan rent de voorste met de bal naar de achterste plek in de rij en geeft de bal opnieuw door.

Op die manier proberen ze zo snel mogelijk naar de andere kant van het lokaal te komen.

 

Balvaardigheid/gooien en vangen


Gooien en vangen

Benodigdheden:

- Geef de kinderen een bal (het kippenei)of een stuiter-ei.

Stuiter de ei naar een ander kind.


Lummelen

Benodigdheden:

- Een bal

Twee kinderen zijn kippen. Zij staan ongeveer 10 meter van elkaar vandaan. In het midden staat de lummel (de boer). Hij probeert de bal (het ei) te vangen, die de twee kinderen naar elkaar overgooien of rollen. Lukt dat dan wordt een ander kind de lummel.

 

Balvaardigheid/rollen


Een rollend ei

Benodigdheden:

- Een bal

Laat een kind voorover op handen en voeten staan. Ze zijn kippen. De andere kinderen kruipen er onderdoor en gaan achter het laatste kind ook op handen en voeten staan.

Zo wordt het een lange tunnel. De kinderen proberen er een bal doorheen te rollen. Het ei.


Rollebal

Benodigdheden:

- Een bal

De kinderen gaan met gespreide benen in een kring staan (de voeten tegen de voeten van de buurman) en vormen zo het nest van de kip. In het midden staat een kind met de bal; de kip met het ei. Deze probeert rollend het ei (de bal) door een poortje heen te krijgen en zo zijn nest uit te rollen. De andere kinderen mogen dit met hun handen tegenhouden, maar hun voeten niet verplaatsen.

De speler die de bal toch doorlaat moet in het midden gaan staan.

 

Kleine materialen/pittenzakken


Kippen voeren

Benodigdheden:

- Pittenzakjes

De kinderen zijn boeren, die de kippen gaan voeren. Ze leggen een pittenzakje op hun hoofd en lopen door de gymzaal. Lukt dit zonder het zakje te laten vallen? Als het pittenzakje valt bevriezen ze. Een ander kind kan het kind ontdooien door het pittenzakje op te rapen en terug te geven. De kinderen laten het pittenzakje tenslotte op een lichaamsdeel (voet, knie, bovenbeen, hoofd, hand, schouder) balanceren. Wie houdt dit het langst vol?


In het nestje

Benodigdheden:

- 3 Hoepels

- 3 Pittenzakjes

Leg drie hoepels achter elkaar. Dit zijn de nesten. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken. De kinderen zijn boeren. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakje (het kippenvoer )s. Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien?

Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.


Kippen voeren

Benodigdheden:

- Pittenzakken, voor elk kind eentje

- Een mat

Leg de mat (het kippenhok) aan de zijkant van de gymzaal, zodat niemand er overheen kan vallen. De kinderen zijn boeren en rennen van de ene kant van de gymzaal, naar de andere kant. Als de kinderen zijn getikt, dan doen ze hun pittenzakje (het kippenvoer) in het kippenhok. Hoeveel zakjes kippenvoer kan de tikker verzamelen?

 

Kleine materialen/hoepels


De kip

Je hebt nodig:

- Hoepels

Een van de kinderen is de kip. De andere kinderen zijn kuikens en zitten in hoepels (eieren) die verspreid door het lokaal liggen. Telkens als de kip stopt, sluit het kind zich aan en zo wordt de rij achter moeder kip steeds langer en langer. Als de kip genoeg van het wandelen heeft gehad, gaat ze zitten en de hele rij kuikens op stok (stokstijf op 1 been staan).


Hoepeltikkertje

Benodigdheden:

- Hoepels

De kinderen zijn kippen en staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de boer. Wanneer de boer roept: "uit het hok!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de boer ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten.

Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.


Kippenhok wisselen

Benodigdheden:

- Hoepels

We gaan kippenhok wisselen spelen! De kinderen zijn kippen.

Leg de hoepels op de grond, dit zijn de hokken. Er is 1 hoepel minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hoepel, maar één kind staat in het midden.

Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle kinderen een ander hoepel zoeken.

Het kind dat in het midden staat probeert ook een hoepel te bemachtigen.

Eén kind blijft over en die moet nu in het midden staan.


Stoelendans met hoepels:

Je hebt nodig:

- Hoepels

- Handtrom

De hoepels zijn de nesten. In elk nest zit een kuiken. Op een teken gaan de kuikens op zoek naar eten. Ze kruipen om de nesten heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de kuikens zo snel mogelijk naar het nest terug. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De kuikens die geen nest hebben, zijn af.


In het hok

Benodigdheden:

- Hoepels (het kippenhok)

- Ritmestokjes

Leg de hoepels op de grond. Dat zijn de kippenhokken.

Vertel een verhaal over kippen.

  • We lopen op het ritme van de stokjes om de hokken heen

  • We gaan om de hokken heenlopen

  • We springen erin en er weer uit

  • We stampen in de hokken

  • We leggen een ei in het hok

  • We gaan op 1 been staan

  • We springen van hok naar hok en veranderen na een signaal van richting

  • We lopen op het randje van het hok. Pas op; val er niet in!


Van nest naar nest

Benodigdheden:

- Hoepels

Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels. Dit is het nest.

De kinderen zijn kippen. In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal.

Wie komt er als eerste aan bij de overkant?

 

Kleine materialen/overige


Voetenwerk

Benodigdheden:

- Een kippenknuffel of een bal

Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.

Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind een kippenknuffel of bal (een ei) tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.

De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.

Lukt het om het voorwerp langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?

 

Grote materialen/de banken


Bank

Benodigdheden:

- Een bank

Loop in een rij over de bank: mama Kip doet de beweging voor.

De kuikens achter haar doen haar na.


Over de ladder

Benodigdheden:

- Een balanceerbalk

- Een bank

De kinderen zijn kippen. Ze balanceren over de bank uit/in hun kippenhok.

 

Grote materialen/het wandrek


Het wandrek

Benodigdheden:

Een klimrek

- Een ladder

Zet een ladder tegen het klimrek. Loop als een kip het kippenhok in over een kippenladder.

 

Afsluiting


De kip wil los!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen staan in de kring en houden elkaars handen stevig vast.

In het midden staat een kip. Zal het hem lukken uit het stevige hek te ontsnappen.


De dief

Benodigdheden:

- Een hoepel

- Een plastic ei

Een kind is kip en zit in een hoepel met een plastic ei achter zich.

Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert het ei te pakken.

Als de kip hoort dat het ei gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken.

De dief mag het ei wel aan een ander geven. Als het ei valt, is de dief af.


Ra, ra, ra, wie heeft het ei?

Benodigdheden:

- Een plastic ei

In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.

Zij geven achter hun rug een voorwerp door. Als het liedje geëindigd is ("Ra, ra, ra, wie heeft de bal, die mooie bal van goud?", mag het kind raden wie het voorwerp op de rug heeft.


Er waren eens vier kippetjes

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier kippetjes, zo – zo klein. Die maakten samen een rondedans, piek – piek fijn. Zeg nummer een, kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.

Wijs vier kippen aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.


Daar zat een klein kippetje

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.

Verander het in 'Daar zat een klein kippetje'.


Stiltespel

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is kip en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal kuikens aan die achter hem gaan zitten. Hoeveel kuikens zijn er uit de eieren gekomen?

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.

.





2.342 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page