Er bestond heel lang geen goede definitie wat hoogsensitiviteit nu eigenlijk is.
Het was de Amerikaanse psychologe Elaine Aron, die met haar onderzoek en het boek 'Het hoogsensitieve kind' in 1991 voor het eerst bekendheid heeft gegeven aan hoogsensitiviteit. In deze blog vertel ik je wat hoogsensitiviteit is.

Hoogsensitiviteit versus hooggevoeligheid
Hoogsensitiviteit wordt ook wel aangeduid met "fijngevoeligheid, "hooggevoeligheid" of "HSP" (afgeleid van High Sensitive Person). Deze begrippen worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is hooggevoeligheid niet helemaal hetzelfde als hoogsensitiviteit.
Bij hooggevoeligheid gaat het namelijk alleen over overgevoeligheid; alle emoties die je voelt en die een loopje met je kunnen nemen. Dat hoeft niet gepaard te gaan met een diepgaande informatieverwerking en komt bijvoorbeeld ook veel voor bij traumaverwerking.
Hoogsensitiviteit is ook niet hetzelfde als alleen maar prikkelgevoelig zijn.
Prikkelgevoelig zijn hoort wel bij hoogsensitief zijn, maar een kind dat prikkelgevoelig is hoeft niet automatisch hoogsensitief te zijn. Prikkelgevoeligheid hoort namelijk ook bij ADHD, ADD en autisme gerelateerde stoornissen. En hoogsensitiviteit is geen deelaspect van deze stoornissen, maar een op zichzelf staande karaktereigenschap.
Hoogsensitiviteit komt bij ongeveer 1 op de 5 kinderen voor.
Hoewel we vaak de indruk hebben dat er meer hoogsensitieve meisjes, dan jongens zijn, komt hoogsensitiviteit in gelijke mate bij jongens en meisjes voor. Hoogsensitiviteit bij jongens wordt vaak wel lastiger ontdekt, omdat jongens hun gevoeligheid door maatschappelijke veroordelen vaak proberen te verbergen.
Elaine Aron
Er bestond heel lang geen goede definitie wat hoogsensitiviteit nu eigenlijk is.
Het was de Amerikaanse psychologe Elaine Aron, die met haar onderzoek en het boek 'Het hoogsensitieve kind' in 1991 voor het eerst bekendheid heeft gegeven aan hoogsensitiviteit. Zij was de grondlegger van de plek voor hoogsensitiviteit in de psychologie en de wetenschap daarover. In haar eerste boek staat een lijst met 23 indicatieve vragen om vast te stellen of een kind hoogsensitief is:
Het kind schrikt snel
Het kind heeft last van kleren die kriebelen, naden in sokken of kledingmerkjes tegen zijn/haar huid
Het kind houdt over het algemeen niet van grote verrassingen
Het kind leert meer van een vriendelijke terechtwijzing dan van strenge straf
Het kind lijkt mijn gedachten te kunnen lezen
Het kind gebruikt moeilijke woorden voor zijn/haar leeftijd
Het kind ruikt elk vreemd geurtje
Het kind heeft een scherpzinnig gevoel voor humor
Het kind lijkt zeer intuïtief
Het kind is moeilijk in slaap te krijgen na een opwindende dag
Het kind heeft moeite met grote veranderingen
Het kind wil zich snel verkleden als zijn/haar kleren nat of zanderig zijn
Het kind stelt veel vragen
Het kind is een perfectionist
Het kind heeft oog voor het verdriet van anderen
Het kind houdt meer van rustige spelletjes
Het kind stelt diepzinnige, beschouwende vragen
Het kind is zeer gevoelig voor pijn
Het kind kan slecht tegen een luidruchtige omgeving
Het kind heeft oog voor details (iets dat van plaats is veranderd, een verandering in iemands uiterlijk enz.)
Het kind kijkt eerst of het veilig is alvorens ergens in te klimmen
Het kind presteert het best wanneer er geen vreemden bij zijn
Het kind beleeft de dingen intensief
Wanneer een kind voor 13 vragen of meer, meer dan gemiddeld scoort, is het volgens Aron zeer waarschijnlijk hoogsensitief.
Deze vragenlijst is inmiddels door veel internetpagina's overgenomen, echter meestal zonder de context van de informatie uit het boek, die nodig is om de vragen in het juiste verband te plaatsen, omdat deze anders gemakkelijk toepasbaar zijn op kinderen met ADHD/ADD of een stoornis uit het autistisch spectrum.
Inmiddels is er zoveel wetenschappelijk onderzoek naar hoogsensitiviteit gedaan, dat hier ook veel meer over te zeggen is.
Een karaktereigenschap
Hoogsensitiviteit is geen ziekte, stoornis of diagnostisch begrip, dat genezen moet worden, zoals bijvoorbeeld ADHD en PDD-NOS, maar een temperament en karaktereigenschap, een manier van 'zijn', zoals vriendelijkheid en ambitie ook karaktereigenschappen zijn.
Hoogsensitiviteit is gebaseerd op de aanname dat er mensen zijn met een uitzonderlijke gevoeligheid, afgezet tegen een groep, die geldt als gemiddeld gevoelig.
Door die normativiteit is hoogsensitiviteit niet altijd makkelijk vast te stellen.
Daar hoogsensitiviteit een karaktereigenschap en geen stoornis is, kan deze ook niet officieel worden getest en gediagnosticeerd door bijvoorbeeld een psycholoog.
Er bestaan, in tegenstelling tot stoornissen zoals ADHD/ADD en autisme geen vaststaande diagnostische criteria voor in de DSM-IV.
Naar hoogsensitiviteit is wel veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en deze karaktereigenschap is ook wel degelijk wetenschappelijk bewezen.
Niettemin beschouwen velen hoogsensitiviteit wel degelijk als een label en heeft het in dat opzicht enige affiniteit met stoornissen zoals bijvoorbeeld ADHD en PDD-NOS.
Het zijn allemaal termen die aangeven dat kinderen anders of niet gemiddeld zijn, van wat als normaal wordt gezien.
Kinderen krijgen tegenwoordig heel wat labels opgeplakt. Tegenstanders van labels, zeggen dat door kinderen in een hokje te plaatsen het gevaar bestaat dat er alleen nog maar naar dat hokje wordt gekeken en naar wat daar theoretisch gezien allemaal bij hoort, in plaats van naar de unieke mens in zijn/haar geheel. Daarbij blijken labels vaak het gebruik van zware middelen, zoals Ritalin, te rechtvaardigen. Een verontrustende ontwikkeling, omdat onbekend is wat daarvan de gevolgen op lange termijn zijn.
Het benoemen van specifieke eigenschappen van een kind door middel van een label kan echter ook voordelen hebben. Je anders voelen en niet begrijpen waarom, kan een kind erg ongelukkig maken. Met behulp van een label kan een gevoel van tekort schieten helder benoemd worden als een bepaald onvermogen in gedrag en met de juiste begeleiding kan vervolgens een stabiel 'ik' en een positief zelfbeeld worden opgebouwd. Het kan ook de druk verlichten, die bij ouders is komen te liggen, als zou het gedrag van hun kind een gevolg zijn van een verkeerde opvoeding. Deze voordelen gelden natuurlijk alleen wanneer een juiste diagnose is gesteld, zodat de juiste interventies kunnen worden ingezet.
Een diagnose is echter geen eindpunt, maar een eerste stap naar een beter omkadering van het kind. Daarbij is het belangrijk om naar het individu te blijven kijken en niet te stigmatiseren.
De diagnoses autisme, ADHD/ADD, PDD-NOS enzovoort, kunnen wel alleen worden gesteld nadat het kind allerlei testen heeft ondergaan. Bij het afnemen van deze testen wordt ook rekening gehouden met andere factoren, zoals: is het kind gevoelig voor presteren onder druk? Zijn er problemen binnen het gezin? Is het kind zenuwachtig?
Een test blijft altijd een momentopname en wordt dus vaak vertekend door vele randfactoren. Daarbij kennen veel labels ook nogal wat overlap, waardoor het niet altijd eenvoudig is om een eenduidige diagnose te stellen en nogal eens misdiagnoses plaatsvinden. Het gebeurt ook regelmatig dat hoogsensitieve kinderen een andere diagnose krijgen en soms kiezen ouders er bewust voor om zich toch een andere diagnose te laten aanmeten, ook al hebben zij het vermoeden dat het om iets anders gaat, om een toegangsbewijs tot extra hulpverlening te kunnen krijgen.
Het is ook niet altijd een kwestie van of/of. Hoogsensitiviteit komt immers soms ook voor in combinatie met een stoornis zoals autisme of ADHD/ADD. Dit is een dubbeldiagnose.
Oorzaken
Een mogelijke verklaring voor hoogsensitiviteit is te vinden in het centraal zenuwstelsel.
Onze zintuigen krijgen de hele dag een enorme hoeveelheid zintuiglijke prikkels te verwerken. Bij niet-hoogsensitieve kinderen worden deze prikkels automatisch gefilterd.
Bij hoogsensitieve kinderen worden deze prikkels minder goed gefilterd, waardoor de binnengekomen prikkels intensiever worden verwerkt.
Over het algemeen wordt aangenomen dat hoogsensitiviteit een aangeboren en zelfs erfelijke eigenschap is, maar dit is een vermoeden, want concreet wetenschappelijk onderzoek is hier nog niet naar gedaan. De manier waarop hoogsensitiviteit zich ontwikkelt en uit wordt grotendeels bepaald door de omgeving.
Kenmerken
Hoogsensitiviteit is een aangeboren temperament met de strategie om informatie zorgvuldig te verwerken alvorens te handelen, dat resulteert in een besef van subtiele verschillen en het snel overprikkeld raken. De hersenen van mensen met deze eigenschap functioneren op een andere manier; zij hebben een gevoeliger zenuwstelsel.
Op MRI scans is ook te zien dat bepaalde delen in het brein langer of sneller oplichten.
Om hoogsensitiviteit te begrijpen moeten we inzoomen op hoe prikkels door ons lichaam en onze hersenen worden verwerkt. Wanneer prikkels onze hersenen binnenkomen worden ze gefilterd en gelabeld als ‘belangrijk’ of ‘niet belangrijk’.
Wat niet belangrijk is, wordt weggegooid en wat belangrijk is, blijft.
Dit is een effectief systeem waardoor je in balans blijft.
Hoogsensitieve mensen merken meer op!
Hoogsensitieve mensen hebben een zeer gevoelig zenuwstelsel en merken hele subtiele prikkels en veel details, zoals geluiden, lichten, geuren, veranderingen in de ruimte en emoties van anderen op, die anderen niet waarnemen. Dit betreft zowel de prikkels van buitenaf uit de omgeving, zoals licht, geluid, emoties van andere mensen als interne prikkels, zoals gedachten en emoties.
Ze reageren vaak ook sneller op deze prikkels en kunnen ook sneller overprikkeld raken.
Ze hebben vaak sensoren voor als iemand niet lekker in z'n vel zit en in plaats van dit alleen maar waar te nemen is het vaak een hele uitdaging voor ze om dit niet te willen oplossen.
Hoogsensitieve mensen verwerken dieper!
Bij hoogsensitieve mensen is het niet zo dat de zintuigen sterker werken, maar eerder dat de verwerking van de prikkels in de hersenen sterker verloopt.
De prikkels worden bewust en onbewust, dieper verwerkt, verbonden en gefilterd.
Ze worden vaak ook eerst overdacht en gecheckt voordat er tot actie wordt overgegaan.
Hoogsensitieve mensen reageren anders!
Hoogsensitieve mensen kunnen snel overspoeld raken door alle informatie en overprikkeld raken. Hierdoor reageren ze vaak emotioneel intenser. Emoties kunnen elkaar ook snel afwisselen. Ze ervaren ook vaker meer stress.
Meer uitgebreide informatie over de kenmerken van hoogsensitiviteit vind je in mijn blog: Hoe herken je hoogsensitieve kleuters?
Vaag en zweverig?
Sommige mensen vinden hoogsensitiviteit maar een vaag en zweverig begrip.
Hoogsensitiviteit is echter een duidelijk omschreven en goed te herkennen eigenschap en daar is dus niets vaags aan. Het idee dat hoogsensitiviteit zweverig zou zijn, hangt mogelijk samen met een stroming in Nederland, die de term gebruikt voor het hebben van paranormale vermogens. Echter, in de officiële betekenis en wetenschappelijke beschrijving heeft hoogsensitiviteit geen link met paranormale vermogens.
Een gave of een opgave?
Hoogsensitiviteit hoeft geen probleem te zijn, maar kan binnen onze veeleisende, snelle en hectische maatschappij en doordat 'gevoelig zijn' binnen onze cultuur snel als soft en niet aanvaard wordt beschouwd, wel een uitdaging zijn en het algemene welbevinden sterk beïnvloeden. Als je er op gepaste wijze mee omgaat, kan hoogsensitiviteit zelfs meer voor- dan nadelen hebben. Helaas zijn veel mensen nog onvoldoende bekend met hoogsensitiviteit, zodat deze kinderen niet altijd op de juiste manier worden benaderd of de klachten die bij een foute aanpak ontstaan vaak worden vertaald in andere diagnoses.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

..
.
Comments