Het is misschien wel een van de meest lastige bewegingen om kleuters te leren: hinkelen en huppelen. Waar de ene kleuter uit zichzelf zo een eind weg hinkelt en huppelt, vind de andere kleuter het maar wat lastig om op 1 been te balanceren, laat staan er ook nog een eindje op te springen of gecoördineerd te huppelen. In deze blog geef ik je suggesties voor activiteiten om te leren hinkelen en huppelen met kleuters.
Leren hinkelen en huppelen
Het hinkelen is een combinatie van goed kunnen springen en weten hoe je je lichaam (op een been) moet bewegen om een stukje van de grond te komen en het goed kunnen houden van evenwicht (op een been). Springen gebeurt vaak met twee benen tegelijk.
Het voordeel van hinkelen is dat het een eenbenige oefening is, waardoor de belasting groter is.
Als kinderen rond 3,5 – 4 jaar oud zijn, zijn ze in staat om drie keer te hinkelen, zowel op het linkerbeen als op het rechterbeen. Meestal rond 5 – 5,5 jaar oud kunnen ze dit tien keer achter elkaar, zowel links als rechts.
Het is best belangrijk dat je de juiste opbouw hanteert naar het hinkelen toe.
Eén van de voorwaarden om het hinkelen onder de knie te krijgen is dat het evenwicht en de balans bij een kind goed zit. Start daarom met evenwichtsoefeningen. Evenwichtsoefeningen kun je in vele vormen en op vele manieren in je les toepassen.
Het is ook erg belangrijk om dat te doen, vooral ook om het te blijven herhalen.
Ook moeten kinderen vertrouwd zijn met op 1 been staan. Speel bijvoorbeeld tikkertje: als de kinderen getikt worden moeten zijn op 1 been staan totdat ze bevrijd worden door een vriendje. Maak het nog moeilijker door de kinderen de ogen te laten sluiten.
Vervolgens ga je hinkelen. Wissel het hinkelen steeds af+ eerst op links, dan op rechts.
Daarna volgt het huppelen pas. Huppelen is eigenlijk een combinatie van hinkelen en de aansluitpas. Ieder kind is anders en leert in zijn of haar eigen tempo.
Er zullen ook altijd kinderen tussen zitten die in een andere volgorde werken en wellicht misschien al het huppelen onder de knie hebben, maar waarbij je merkt dat ze nog niet eens op één been kunnen staan. Uitzonderingen zijn er natuurlijk altijd.
Als je zelf meedoet is het gemakkelijker om alle kinderen mee te krijgen.
Het is erg belangrijk voor kinderen om te leren hinkelen. Het evenwichtsvermogen wordt hierdoor gestimuleerd. Ook worden de (been)spieren sterker, wat belangrijk is tijdens de groeifase. Wanneer je hinkelt wordt je steunvlak kleiner, want je staat op één been in plaats van op twee benen. Hierdoor verschuift je massamiddelpunt. Dit houdt in dat je gewicht gaat ‘leunen’ op een kleiner gebied, waardoor er meer druk op je gewrichten van dat betreffende been komt te staan. Er is dus meer spierkracht nodig voor deze bewegingen.
Activiteiten met hinkelen
Tellen en verzamelen
Benodigdheden:
- Een hinkelbaan
Teken voor de start van deze activiteiten eerst met krijt een hinkelbaan op het plein.
Je kunt dit op allerlei manieren doen. Van een standaard baan met tien vakken tot variaties in de vorm van een slang, raket of een bloem.
De kinderen kijken naar de getallen op de hinkelbaan. Ze gaan op de speelplaats op zoek naar voorwerpen en leggen op elk getal het juiste aantal.
Monsterbaan
Benodigdheden:
- Gekleurd papier
- Een schaar
- Tape
Teken de omtrek van een monsterpoot (een grote ovaal aan de onderkant en vervolgens vier puntige klauwen aan de bovenkant) op allerlei kleuren papier en knip deze uit
Plaats de monsterpoten op de grond en tape ze in verschillende richtingen vast.
De kinderen volgen al springend/hinkelend het spoor.
Een hinkelparcours
Benodigdheden:
- Hoepels
- Matten
- Blokjes
- Pionnen met een stok
Zet een hinkelparcours uit. Hinkel door de hoepels heen, wissel van been bij een andere kleur hoepel. Wissel af met vooruit en achteruit springen.
Hinkel over de matten, wissel per mat van been. Springen tussen en over de hordes heen. Voor extra uitdaging; ga achteruit over de hordes.
Springende dieren
Benodigdheden:
- Een hinkelbaan
De kinderen staan voor de hinkelbaan. Het eerste kind bedenkt een dier, bijvoorbeeld een kangoeroe, en springt als dit dier over het parcours. De andere kinderen volgen en imiteren hetzelfde dier. Hierna bedenkt het volgende kind een dier.
Opdrachten
Benodigdheden:
- Een hinkelbaan
De kinderen staan elk op een vak van de hinkelbaan. Ze kijken goed op welk getal ze staan. Noem een korte opdracht, zoals ‘Ren een rondje om het klimhuisje’ en noem hierna een getal. Het kind dat op dit getal staat, voert de opdracht uit. Alle kinderen zullen goed naar de opdrachten moeten luisteren. Het kan zomaar gebeuren dat ze deze uit moeten voeren! Suggesties: Ren een rondje om de zandbak. tik het duikelrek aan, zoek een takje, ren naar de buitendeur en draai daar een rondje, hinkel naar de zandbak en spring daar vijf keer enz.
Na-apen
Benodigdheden:
- Een hinkelbaan
Ga met de kinderen rondom de hinkelbaan staan. Het eerste kind gaat op het cijfer 1 staan en bedenkt een beweging. Het tweede kind doet de beweging na en gaat op de 2 staan. Daarna bedenkt hij een nieuwe beweging. Het derde kind doet dit na en gaat naar de 3. Hij bedenkt weer een beweging die het vierde kind nadoet. Zo gaat het verder tot op elk vak van de baan een kind staat.
Dobbelen
Benodigdheden:
- Drie hinkelbanen
- Twee dobbelstenen
Teken drie hinkelpaden. De kinderen gaan elk voor een hinkelbaan staan. Om de beurt gooien ze met twee dobbelstenen. Als op een van de dobbelstenen het getal 1 verschijnt, hinkelt het kind naar dit vak en blijft hier staan. Nu moet het getal 2 gegooid worden, voordat het kind verder mag. Zo legt elk kind het pad in de volgorde van de getallenrij af. Wie staat het eerst op de 6?
Slakkenhuis
Benodigdheden:
- Stoepkrijt
Teken met krijt een slakkenhuis op de tegels.
Om beurten proberen de spelers het hele slakkenhuis uit te hinkelen.
De kinderen proberen het slakkenhuis foutloos uit te hinkelen, zonder de lijnen te raken.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
Bronnen
.
.
Kommentare