Kleuters houden van rituelen. Het geeft ze duidelijkheid en veiligheid.
In een kleuterklas is het gebruikelijk de dag met een vast ochtendritueel te starten.
In deze blog vertel ik je er meer over.

Klaar voor de start!
De start van de dag is voor kinderen en zeker kleuters erg belangrijk.
Kleuters hechten veel waarde aan vaste routines.
Bedenk daarom vooraf hoe jij graag je dag opstart. Houd daarbij rekening dat een dag opstarten al begint met het binnenkomen van de kinderen.
Verwelkom de kinderen bij de deur. Geef ze bijvoorbeeld een handje en zeg "goedemorgen". Op die manier heb je meteen even contact en zie je meteen hoe de kinderen naar binnen komen.
Zorg ervoor dat de kinderen duidelijk weten waar ze hun jas, tas, eten en drinkspulletjes kunnen laten. Heb je een bak in de klas klaar staan waar alles in kan? Of misschien kies je er wel voor om buiten de klas een bak neer te zetten voor het eten en drinken. Wat ook handig kan zijn is een aparte bak voor bekers (waar ze rechtop kunnen staan) en een aparte bak voor fruit. Of misschien kies je ervoor om de spullen gewoon in de tas te laten.
Als de kinderen binnenkomen laat je ze dan een plekje in de kring zoeken of start je met een spelinloop? Als je start in de kring dan kun je ervoor kiezen om een bak met boeken neer te zetten. Als de kinderen iets te doen hebben, neem je een hoop onrust uit de klas weg.
Goedemorgen allemaal!
Start het ochtendritueel met alle kinderen een goedemorgen te wensen.
Ga daarna na of alle kinderen aanwezig zijn. Dat kan op verschillende manieren:
De namen opnoemen en de kinderen laten reageren daarop met bijvoorbeeld "ja juf", "goedemorgen" in een andere taal, een rijmwoord enz
Je kunt ook de achternaam of het adres van een kind opnoemen
De kinderen laten tellen hoeveel kinderen er zijn
De kinderen goed laten kijken wie we vandaag missen
Nog meer voorbeelden vind je op Klasvanjuflinda.nl
Zing er ook een welkomliedje bij.
Voorbeelden hiervan vind je in mijn blog Routineliedjes om elkaar te begroeten
Hulpjes kiezen
Kies vervolgens twee hulpjes uit, die de hele dag naast jou mogen zitten, vooraan in de rij mogen staan en die allerlei taakjes mogen doen. Laat de hulpjes op een speciale stoel zitten en maak eventueel visueel wie de hulpjes zijn. Dat kan bijvoorbeeld met een foto op je planbord of door middel van een ketting die ze de hele dag aan mogen doen.
Of schrijf de namen van de kinderen op de omtrek van hun een (helpende) hand, lamineer ze, maak twee gelijke stapels en haal er een ringetje doorheen.
Degene die bovenaan hangen zijn de hulpjes.

Je kunt er ook voor kiezen om hulptaken te verdelen.
Denk bijvoorbeeld eens aan de volgende taken:
Rij bewaker: Ervoor zorgen dat de rij netjes staat en vooraan in de rij staan
Veeghulpje: De klas netjes vegen na het eten
Buitenspelhulpje: De karren en fietsen uitdelen en opruimen
Plantenverzorger: De planten water geven
Poetshulpje: De tafels na het eten en werken poetsen
Deurenhulpje: De deur openhouden en dichtdoen
Lichthulpje: Het licht aan-/uitdoen
Kalenderhulpje: De kalender goed hangen
Boekenhulpje: De boekenkar netjes houden/opruimen
Fruithulpje: Fruit uitdelen
Jassenhulpje: Jassen dichtdoen
Aankleedhulpje: Helpen met aan- en uitkleden
Veterhulpje: Helpen met veters strikken
Gymschoenenhulpje: De gymschoenen uitdelen
Dierenverzorger: Een dier in de klas verzorgen
Postbezorger: Een boodschapje (bij een andere leerkracht) doen
Weerhulpje: Vertellen over het weer
Tijdsbewaker: De tijd bewaken
Troosthulpje: Kinderen helpen, die verdrietig zijn
Papierhulpje: De papierbak legen
Vuilnishulpje: Troepjes zoeken op de grond en de vuilniszak opruimen
Speurneus: Helpen zoeken als iets kwijt is
Probleemoplosser: Problemen oplossen
Potloodhulpje: De potloden slijpen
Telhulpje: Tellen of alle kinderen aanwezig zijn (of andere dingen tellen)
Stoelenhulpje: De stoelen op de tafel zetten en kijken of ze zijn aangeschoven
Tassenhulpje: Kijken of de tassen aan de kapstok hangen
Afwashulpje: De kwasten wassen
Nieuw vriendje: Buddy zijn van een nieuwe kleuter
Hulpje van de leerkracht: Deze krijgt allerlei taken en mag naast de leerkracht zitten
Een vrije week: Geen taak
Mattenhulp: Helpen om de mat uit te kloppen/op te ruimen
Opruimhulp zand-/watertafel: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp kasten: De kasten nalopen om te kijken of deze goed zijn opgeruimd
Opruimhulp bouwhoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp constructiehoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp huishoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp verfbord: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp leeshoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp taalhoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp rekenhoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp ontdekhoek: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
Opruimhulp atelier: Deze hoek nalopen om te kijken of het goed is opgeruimd
De geluidsbewaker: Het geluidlevel bewaken

Maak deze taken visueel en knijp bijvoorbeeld een wasknijper met de naam van het kind erop bij de betreffende taak. Je kunt ook gebruik maken van ijslollystokjes en vakjes (bijvoorbeeld: enveloppen of een fotogordijn).
Wissel deze taken niet om de dag, maar per week af. Kinderen hebben namelijk wat tijd nodig om te leren hoe ze een taak goed kunnen uitvoeren.
Je kunt de takenkaartjes ook lamineren en aan een sleutelkoord hangen en deze 's morgens uitdelen. Het is voor de kinderen nog meer tastbaar als ze dit koord dragen welke taak ze hebben (deze fungeert meteen als geheugensteun). Ik raad wel aan om meerdere koorden achter de hand te hebben voor als er eentje stuk gaat of kwijtraakt.
Kleuters zullen het geweldig vinden om hun eigen taakje in de klas te hebben en het stimuleert ze om samen verantwoordelijkheid te dragen voor het lokaal.
Het helpt kinderen bovendien om leiderschapsvaardigheden op te bouwen.
Besteed tijdens de eerste weken van het schooljaar tijd aan het introduceren van iedere taak. Bespreek wat elke taak inhoudt en wat je verwacht bij de uitvoering van de taken.

De kalender
Bespreek vervolgens welke dag het vandaag is.
Hoeveel keer moeten de kinderen naar school?
Vraag ook naar gisteren, morgen en eergisteren en overmorgen.
Hoeveel nachtjes is het nog slapen totdat...?
Bespreek de maand en de seizoenen en eventueel ook de datum.
Bespreek het weer
Maak alles visueel met afbeeldingen. Hang bijvoorbeeld de dagen van de week naast elkaar op en vergezel deze van een herkenbare afbeelding.
Of gebruik een eenvoudige echte bureaukalender. Teken daarop speciale gebeurtenissen en kruis daarop steeds de dag door die voorbij is, door. Door een echte kalender te gebruiken maak je een zinvolle verbinding met het echte leven. Kinderen zien hierop de voortgang van links naar rechts en van boven naar beneden, wat belangrijk is voor voorlezers.
Zing er ook een liedje bij. Hierdoor onthouden de kinderen het beter.
Suggesties hiervoor vind je in mijn blogs Routineliedjes om de dagen van de week te oefenen en Routineliedjes om de maanden van het jaar te oefenen
Neem ook in ze routine weer veel beweging op. Laat kinderen voor elke dag van de week bijvoorbeeld springen of gebaren maken.
Het is goed om je hierbij te realiseren, dat kinderen van het concrete naar het abstracte leren en dat tijd voor hen een heel abstract begrip is. Ze kunnen de tijd niet zien, dus het is heel moeilijk voor hen om te begrijpen. Voor een jong kind kan gisteren vorige week, vorige maand of zelfs vorig jaar betekenen. Voor hen betekent gisteren gewoon het verleden.
Een kleuter kan je zelfs vertellen dat zijn/haar verjaardag morgen is, terwijl het eigenlijk twee maanden weg is. Je kunt kleuters leren om de dagen van de week en maanden van het jaar op te zeggen, maar ze begrijpen niet echt wat het betekent.
Stel bij het bespreken van het weer bijvoorbeeld een weerman-/vrouw aan, die uit het raam kijkt om over het weer te vertellen en vervolgens een afbeelding zoekt die daarbij past.
Je zou ook een leuk liedje kunnen zingen over het weer in deze tijd.
Je hoeft dit niet dagelijks te doen.
Wat gaan we doen vandaag?
Bekijk samen met de kinderen wat jullie die ochtend gaan doen.
Door een herkenbaar dagritme leren de kinderen de structuur van een dag herkennen en kunnen ze zich voorbereiden op een volgende activiteit in de dag.
Maak dit inzichtelijk door het gebruik van dagritme kaartjes, waarop herkenbare momenten van de dag vastgelegd zijn, zoals de kring, het buiten spelen, de gym of een verjaardag.
Dagritmekaarten bieden kinderen een overzicht welke activiteiten er zijn.
Als je dagritmekaartjes gebruikt zul je merken dat kinderen minder vaak komen vragen: juf, wat gaan we dadelijk doen? En je kunt ze laten zien wanneer papa of mama weer komt om het kind op te halen. Door dit inzichtelijk te maken creëer je meer rust bij kinderen.
Daarnaast geven dagritmekaarten ook aanleiding om erover te praten, om woorden aan de dag te geven.
Je kunt ze zelf maken door foto's te nemen van diverse dagelijkse activiteiten, deze te lamineren en elke dag in de juiste volgorde te hangen. Wanneer je de kinderen zelf ook op de foto zet, dan zijn de dagritmekaarten extra herkenbaar voor kinderen. Deze eigenheid zorgt voor eigenaarschap. Op Internet kun je eventueel ook allerlei kant-en-klare dagritmepakketten vinden. En soms kun je dagritmekaarten ook uit een methode halen.
Deze zijn vaak wel wat minder herkenbaar voor de kleuters.
Je kunt de dagritmekaarten op verschillende manieren ophangen:
Hang ze met wasknijpers aan een draad voor het raam of de muur.
Koop een magneetlijst. Bevestig deze aan de muur. Maak de dagritmekaarten magnetisch met magneetstrip/magneettape of hang ze met magneten op.
Hang de kaartjes op een prikbord
Hang de kaartjes met punaises in een houten lat of wand.
Hang de dagritmekaarten op een whiteboard. Maak ze magnetisch of gebruik losse magneten.
Bespreek de dagritmekaarten meteen bij de start van het schooljaar. Wat is erop te zien en voor welke activiteit staan ze? Zet de eerste twee weken van het schooljaar elke dag 1-2 dagritmekaarten centraal en bespreek de inhoud ervan met de kinderen. Bijvoorbeeld bij het eten en drinken: hoe doen we dat? Welke afspraken gelden daarbij? Hoe ruim je op? Wat doe je als je eten en drinken op is? Enzovoort. Doen zich gedurende het schooljaar nieuwe activiteiten voor, bijvoorbeeld bij feestdagen, laat de kinderen er dan een kaartje voor tekenen of bedenken.
Tip: Heb jij een kleuter in de klas, die ontroostbaar is bij het afscheid nemen? Plak dan een foto van het kind op een wasknijper en plak een foto van zijn vader en moeder aan het eind van de dag. Verhang de foto van het kind steeds bij iedere activiteit, zodat het kind kan zien dat hij of zij gedurende de dag steeds een stapje dichterbij komt.
Dit geeft een kind inzicht in het verloop van de tijd en een gevoel van veiligheid.
Iets vertellen/laten zien
Geef de kinderen ook ruimte om iets te laten zien.
Zijn er bijvoorbeeld veel nieuwe schoenen. Vertel dan dat iedereen die zijn/haar nieuwe schoenen wil laten zien mag gaan staan en rondlopen.
Zing vervolgens een lied , bijvoorbeeld "Stapperdestap, daar kom ik aan!"
De tekst van nieuwe schoenen kun je vervolgend vervangen voor de tekst: nieuwe kleren aan, of nieuwe spullen mee.
Als het lied uit is, gaat iedereen weer zitten.
Geef kinderen die iets willen vertellen hier kort de ruimte voor. Geef bijvoorbeeld drie kinderen kort de beurt. Vertel de kinderen dat niet iedereen een beurt kan krijgen, omdat ze dan veel te lang in de kring moeten zitten en zeg dat ze je tijdens het buitenspelen ook dingen tegen je mogen komen vertellen.
Begin positief!
Een goed begin is het halve werk. Begin de dag dus positief!
Geef de kinderen een compliment of laat ze elkaar een compliment geven.
Of zing het volgende liedje samen:
Houd het kort!
Na de kring kun je verder gaan met een gewone kringactiviteit, zoals een taallesje of een rekenles. Je kunt ook iets anders gaan doen, zoals buitenspelen of spelen/werken.
Kleuters hebben veel beweging nodig. Probeer je ochtendroutine daarom zo kort mogelijk te houden. Probeer in totaal echt niet langer dan 20 minuten achter elkaar in de kring te zitten en laat de kinderen daarbij veel bewegen.
Jongste kleuters kunnen gemiddeld genomen slechts 5 minuten achter elkaar geconcentreerd luisteren en oudste kleuters 10 minuten.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Werk jij zelf met een spelinloop en heb je nog tips?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën in een reactie op deze blog te delen!
Bronnen

.
.
Comments