top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Het kleuterbrein

Bijgewerkt op: 18 dec. 2022

Het kleuterbrein is nog volop in ontwikkeling. Door te begrijpen wat er in het brein van kleuters gebeurt, kun je jouw handelen nauwkeuriger afstemmen op wat kleuters nodig hebben. In deze blog vertel ik je er meer over.



Het kleuterbrein wil spelen


Jonge kinderen zijn intrinsiek gedreven. Hun jonge brein heeft honger naar nieuwe kennis en ervaringen. Zij willen het liefst direct handelend actief aan de slag gaan met de dingen in het hier en nu die hun interesse wekken. Ze leren door te kijken en imiteren, ontdekken en doen en te herhalen en oefenen.


Jonge kinderen willen zijn, doen en kunnen wat de groten in hun omgeving kunnen en er nadrukkelijk bijhoren. Onder dit streven liggen drie psychologische behoeften:

  1. De behoefte aan sociale relaties

  2. De behoefte aan competentie (dit kan ik)

  3. De behoefte aan autonomie (onafhankelijkheid)


Voor jonge kinderen zijn spel en activiteiten die ze zelf kiezen daarom bij uitstek de activiteit waar hun specifieke eigenschappen van leren en intrinsieke motivatie samenkomen.

 

De ontwikkeling van het brein


Door te begrijpen wat er in het brein van kleuters gebeurt, kun je je handelen nauwkeuriger afstemmen op wat kleuters nodig hebben.


De ontwikkeling van het kinderbrein is enorm fascinerend. Het is als een computer in wording, waarvan de hardware tussen 0-6 jaar wordt opgebouwd.

Die hardware wordt gevormd door de primair sensorische hersengebieden en bestaat uit het vermogen tot aandachtig kijken en luisteren. Verder wordt het spraakvermogen geactiveerd en wordt een geheugen opgebouwd. Bovendien bestaat de hardware uit motorische vaardigheden die het mogelijk maken om de complexe vaardigheden van sporten en schrijven te kunnen uitvoeren.


Pas als het kind de hardware heeft opgebouwd (vroeger heette dat schoolrijpheid) kan aan de installatie van de softwarepakketten worden begonnen, kortom alle schoolvakken.

Dan krijgt de tweede fase in de breinontwikkeling vorm: de ontwikkeling van de associatie gebieden ( tot ongeveer 12 jaar).


Daarna volgt het puberende brein, waarin de prefrontale cortex zich uit ontwikkelt en het waarden en normen systeem zich interneert.

Deze zijn bij kleuters dus nog nauwelijks ontwikkeld.


Als je een kijkje in het brein neemt, dan zie je allerlei verbindingen tussen de verschillende hersendelen. Opvallend hierbij is dat er, met name in de eerste levensjaren, enorm veel verbindingen bijkomen. Zo rond de leeftijd van 2 à 3 jaar zijn er meer verbindingen dan bij een volwassene! Dit komt doordat vanaf de leeftijd van ongeveer 10 jaar het aantal verbindingen weer af gaat nemen tot aan de volwassen leeftijd. Verbindingen die minder of niet efficiënt zijn worden namelijk verwijderd. Super slim dus, dat kinderbrein. Zo gaat een dreumes van een wankelend loopje met veel overbodige bewegingen naar een zekere looppas. Van uitproberen, vallen en opstaan, naar efficiëntie.


Onderzoeken naar het kinderbrein laten zien dat de ontwikkeling van het brein doorgaat tot ongeveer het vijfentwintigste levensjaar. Hersenonderzoek laat ook zien dat je door het mogen ervaren van driedimensionale eigenschappen op jongere leeftijd dieper leert en de synaptische activiteit in de hersenen een blijvende band zal creëren (in tegenstelling tot wanneer je iets op een oppervlakkige manier leert). Met andere woorden, spelen en driedimensionale eigenschappen mogen ervaren, zal een blijvend pad in de hersenen creëren en een dieper begrip.

 

Schools leren past niet bij een kleuter!


Helaas leven we in een maatschappij waarin de speelmogelijkheden voor jonge kinderen steeds verder afnemen en waarbij de functie van spel bij het leren vaak wordt onderschat en het schoolse leren vaak erg wordt overschat.


Er worden bij kleuters nog te vaak werkvormen ingezet die niet passen bij jonge kinderen, zoals werkbladen, tweedimensionale schermen, klassikale lesjes in de grote kring en toetsen, in plaats van dat zij op een speelse manier driedimensionale sensorische ervaringen op mogen doen. Lerend spelen is op veel plekken ook eerder spelend leren geworden: een manier om kleuters opbrengstgericht letterkennis, cijferkennis en dergelijke bij te brengen via begeleid spel. In deze settingen leren jonge kinderen echter vooral nadoen wat de juf of meester voordoet. Dit past echter niet bij de breinontwikkeling van jonge kinderen.

De inhoud ervan gaat vaak aan hen voorbij en van echte ontwikkeling is dan bij de meeste kinderen geen sprake. Werkbladen of activiteiten die direct gericht zijn op het volgen van de instructies van de leerkracht komen het jonge kind dus niet ten goede.

Dat jonge kinderen die abstracte werkbladen en leerkracht gestuurde werkjes toch maken, is omdat ze nieuwsgierig zijn naar het ma