Het verwerken van zintuiglijke prikkels gebeurt in een aantal stappen.
De eerste schakel in dat proces zijn onze zeven zintuigen. Het oor is daar ééntje van.
In deze blog vertel ik je hoe het gehoor werkt en welke invloed het gehoor heeft op ons dagelijks leven, onze prikkelverwerking en ons gedrag.
Hoe werkt het gehoor?
Geluiden zijn niets meer dan trillingen van lucht. Deze trillingen worden door het oor opgevangen en in het slakkenhuis (dat is een opgerold buisje in je oren, dat met vloeistof is gevuld) omgezet in een elektrisch signaal. De gehoorzenuw brengt dit signaal naar de hersenen. Hier wordt het geluid verder verwerkt. Na deze auditieve verwerking herken en begrijp je wat je hoort. Zo hoor je het verschil tussen het blaffen van een hond en het fluiten van een vogel, maar ook het verschil tussen een "b" en een "p".
In het oor zitten ook twee spieren, die het oor beschermen tegen te harde geluiden.
Eén daarvan zorgt ervoor dat het trommelvlies geen te grote bewegingen kan maken.
Daarnaast zit in het middenoor de stijgbeugelspier (of met een moeilijk woord 'de musculus stapedius'. Wanneer geluiden te hard worden, spant deze spier zich aan en dempt daardoor geluiden om ons gehoor te beschermen. Ook wanneer we praten spant deze spier zich aan om ons te beschermen tegen het geluid van onze eigen stem.
We leven in een wereld, waarin het zelden echt stil is. Geluidsprikkels zijn er overal en in tegenstelling tot onze ogen kunnen we onze oren niet sluiten. We wennen hierdoor gemakkelijk aan steeds hogere geluidsniveaus. Soms zijn deze zo hoog dat ze ons gehoor beschadigen. Omdat we zo gewend zijn aan lawaai kan het ook heel lastig zijn om gericht en geconcentreerd te luisteren. Het aanbieden van auditieve activiteiten rondom geluid zonder bijkomende visuele prikkels, maakt het mogelijk de aandacht puur te richten op het geluid en dat kan de concentratie en het bewust luisteren bevorderen.
De rol van gehoor in ons dagelijks leven
Het gehoor wordt vaak als tweede belangrijkste zintuig gezien. Het is essentieel voor de taalontwikkeling van een kind. Kinderen met gehoorverlies hebben vaak moeilijkheden met leren praten, lezen en schrijven. Kritisch leren luisteren is een belangrijke voorwaarde om het fonologische en fonemisch bewustzijn (het klankbewustzijn) te kunnen ontwikkelen.
De focus in het klankonderwijs ligt in het begin namelijk op auditieve discriminatie, dat wil zeggen: het goed leren onderscheiden van klanken in het Nederlands.
Pas als kinderen die klanken goed kunnen onderscheiden en uitspreken, leren kinderen de klanken koppelen aan letters. Het gehoor van het kind heeft dan ook een grote invloed op de ontwikkeling van de taal en de spraak.
Mensen maken verschillende keuzes, die te maken hebben met geluid.
Sommige mensen vinden geluiden heel erg prettig en voelen zich niet prettig wanneer er stilte is. Ze hebben bijvoorbeeld graag de radio of de televisie (hard) aan en voelen zich heel prettig te midden van veel geluid. Zij wonen of zijn bijvoorbeeld graag in een grote drukke stad. Sommige mensen vinden geluiden juist minder prettig. Zij trekken zich regelmatig even terug, vinden het prettiger als de radio of televisie zacht of niet aanstaat en bivakkeren of wonen liever in een rustige omgeving.
Onze voorkeur voor bepaalde muziek hoeft niet perse cultureel bepaald te zijn, maar kan ook iets te maken hebben met hoe gevoelig het kind voor bepaalde prikkels is en hoe hij deze muziek waarneemt. Veel auditief overprikkelde kinderen hebben bijvoorbeeld een voorkeur voor lage, zachte en langzame klanken. En veel auditief onderprikkelde kinderen hebben een grotere voorkeur voor hoge, harde en snelle muziek.
Overigens staat muziek erom bekend dat het ons kan helpen onze emoties te reguleren, onze stemming te beïnvloeden en onze fysieke toestand te veranderen door ons hartritme te verhogen of te verlagen. Uit onderzoeken is gebleken dat muziek ons koopgedrag kan beïnvloeden. Kopers doen bijvoorbeeld meer impulsinkopen wanneer ze harde muziek horen, omdat het leidt tot een zintuiglijke overload, wat resulteert in een zwakkere zelfbeheersing. Ook is gebleken dat mensen meer tijd in een restaurant willen doorbrengen en er meer geld uitgeven, wanneer er langzame muziek speelt.
De akoestiek in een ruimte kan per plaats verschillen. Daardoor kan het zijn dat je op bepaalde plekken iets beter kunt horen dan op een andere.
Wist je trouwens dat mensen vanaf hun 35e levensjaar de hoogste tonen niet meer horen en geluiden dus anders waarnemen dan kinderen?
Gehoorproblemen
Veel jonge kinderen maken periodes door waarin ze minder goed horen, bijvoorbeeld wanneer ze verkouden zijn. De keel, neus en oren hebben een grote invloed op elkaar.
Wanneer de neus van een kind bijvoorbeeld een beetje verstopt zit, gaat het kind door de mond ademhalen, worden de keelamandelen vergroot en daardoor gaat de buis van Eustachius weer dichtzitten. Deze buis vormt de open verbinding tussen de keelholte en het middenoor. Als deze buis afgesloten wordt, wordt de lucht in het middenoor niet meer ververst en ontstaat er kans op middenoorontstekingen.
Dit kan pijn doen en een verminderd gehoor geven.
Als deze periodes van langer duren, kan het zijn dat een kind zich minder goed ontwikkelt op het gebied van luisteren, spraak en taal. Kinderen met gehoorverlies hebben vaak moeilijkheden met leren praten, lezen en schrijven. Gehoorverlies kan er ook toe leiden dat een kind evenwicht problemen krijgt en daardoor geïsoleerd raakt van zijn omgeving.
Indien je deze problemen signaleert is het zinvol een kind door te verwijzen voor een gehoortest of logopedie. Je kunt op een eenvoudige manier ook zelf eerst testen of een kind goed hoort: Laat het kind daarvoor de ogen sluiten, ga achter hem staan en wrijf met je duim over je vingers op een afstand van ongeveer twintig centimeter van één van de oren van het kind. Vraag het kind of hij iets hoort en zo ja bij welk oor.
Gehoorproblemen kunnen echter ook te maken hebben met onderprikkeling of overprikkeling van het gehoor.
Auditieve onderprikkeling
Iedereen neemt geluiden op een andere manier waar.
Auditief onderprikkelde kinderen, die dat niet reguleren, nemen geluiden minder bewust waar, omdat veel geluiden door de hersenen niet worden doorgestuurd naar de hersenschors. Wanneer een kind auditief onderprikkeld is en daar verder niets mee doet, is het minder alert en hoort het bepaalde dingen niet. Het kind hoort het bijvoorbeeld niet als iemand hem roept en reageert daardoor niet altijd. Ook kan het auditief onderprikkelde kind informatie missen.Het kind lijkt soms wel doof, maar is dat niet. Een voordeel daarvan is dat het kind ook geen last heeft van (harde) geluiden en daar dus niet zo snel van schrikt.
Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen kan het veel gaan praten. Het auditief onderprikkelde kind kan in een drukke ruimte ook prima een gesprek met iemand voeren. Het praat gewoon door, ook als er harde geluiden klinken, omdat hij deze geluiden gewoonweg niet opmerkt.
Hij kan ook verbaasd reageren als zijn gesprekspartner wel afgeleid raakt door datzelfde geluid en begrijpt niet goed waarom hij geen aandacht meer krijgt.
Auditieve overprikkeling
Kinderen die overwegend auditief overprikkeld zijn en dat niet reguleren. houden meer van rust en trekken zich liever terug uit de brij van geluiden. Zij zijn continu alert en moeten alle geluiden waarnemen, omdat alle informatie belangrijk is om te kunnen overleven.
Het auditief overprikkelde kind kan zich daardoor niet afsluiten voor geluiden.
Het hoort veel en alles, ook geluiden, die anderen niet eens of opmerken, zoals het tikken van de klok, en raakt er snel door afgeleid. Het auditief overprikkelde kind kan ook erg schrikken van geluiden en daar nog lang last van kan hebben.
Auditief overprikkelde kinderen kunnen het op school erg lastig hebben, daar er gedurende de gehele dag vaak veel geluiden tegelijk zijn en er weinig ruimtes zijn waar het stil is.
In het ergste geval kunnen geluiden ook pijn doen, waardoor het stress oplevert en je in een vecht-, vlucht- of verstarmodus kunt komen. Het auditief overprikkelde kind kan daar heel heftig op reageren, omdat er door zo'n hard geluid meer adrenaline vrijkomt dan bij een gemiddeld gevoelig kind. Het lichaam gaat dan in de overlevingsmodus en moet het alle geluiden waarnemen, omdat alle informatie belangrijk is om te kunnen overleven.
Daardoor is een auditief overprikkeld kind continu alert op en afgeleid door alle geluiden. De stijgbeugelspier in het middenoor verliest op dat moment ook de mogelijkheid om aan te spannen.
Het kost het auditief overprikkelde kind ook meer energie om zijn taken te volbrengen, omdat zijn hersenschors zich met meer prikkels bezighoudt. Hierdoor komt het kind moeilijk aan andere dingen toe. In gesprekken vindt het kind het lastig om zich te concentreren, omdat het ook van allerlei geluiden opvangt uit de omgeving. Wanneer verschillende geluiden door elkaar lopen is het voor een auditief overprikkeld kind lastig lastig om deze te registeren en te interpreteren. Daardoor is samenwerken in groepjes ook lastiger.
Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zoekt het graag een stille plek op.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
.
Comments