In deze blog vind je een verzameling versjes over heksen.

Bovenop de Bokkenberg
Bovenop de Bokkenberg daar zat een oude heks
Een man vroeg: Kun je toveren? Nou tover eens wat geks!
Ze toverde twee penen, die gooiden hem met stenen
Ze toverde een touw, dat sloeg hem bont en blauw
Ze toverde een toren, die trok hem aan zijn oren
Ze toverde een maan, die op zijn voet ging staan
Ze toverde een slede, die smeet hem naar beneden
Ze toverde een hand, die joeg hem over het land
Ze toverde een muis, die sleepte hem naar huis
Ze toverde een kop, die sloot hem daar toen op
Hij schudde lang zijn hoofd
En heeft zichzelf beloofd
Nooit van zijn levensdagen
Een heks meer iets te vragen!
Bron: De Vetereter - Diet Huber, Den Haag: Leopold, 1979, p.48: Pas op met heksen
De knoeiheks Plukje Plom
De knoeiheks Plukje Plom
Die roert zo graag de modder om
Het liefst loopt ze na de regen
Door prut en modderwegen
Ze loopt te stampen door elke plas
Door iedere modderpoel
En het natte gras
En als de modder heel erg spat
Dan wordt ze heel vies en nat
De modder spat tegen haar rok
En het water loopt dan in haar sok
Zo stampt en zingt die Plukje Plom:
Fiedeldom, plets, plom
Plets, plom!
Bron: Onbekend
De laatste toverheks
Ik vertel je nu, hoe lang voorheen
De laatste toverheks verdween
Die op haar bezemsteel, heel hoog
Bij stormweer langs de daken vloog
Ze had een groene puntmuts op
haar oude grijze heksenkop
Ze had een hele grote mond
Waar nog maar ene tand in stond
Ze haalde vreemde kunsten uit
Met paddensoep en toverkruid
Op een dag maakte zij poeder klaar
Van spinnenmeel en kattenhaar
Wie daar en hap van nam verdween
En de heks riep heel gemeen:
Oh, wat ben ik toch in mijn schik
want iedereen verdwijnt, behalve ik
Ze zette de poeder in haar kast
En kookte toen haar eten alvast
Ze nam een kever en een pad
En kookte ze in kikkernat
Ze roerde goed en wilde toen
een snufje zout op haar eten doen
Ze ging naar de kast, maar oh wee
Ze pakte per ongeluk de poeder mee
Ze wierp de poeder in de pap
En nam daarna een grote hap
Toen gebeurde er iets geks...
want, FLOEP!, opeens verdween de heks
Daarna heeft men in zuid noch Noord
Ooit meer iets van die heks gehoord.
Bron: Onbekend
Eens per week
Eens per week krijgt onze klas
Bijzonder fraai bezoek
Dan stapt de slimme schoolheks
Uit het grote sprookjesboek
Ze zet ons in een heksenkring
En geeft ons rattenthee
Ze leert ons over haar tovertrucs
en roept: "Heksikidee!"
Als ze klaar is met de les
Stapt zij weer in het boek
En ook al ben ik wel wat bang
Ik hou van haar bezoek!
Bron: Onbekend
Griezeltje is jarig
Griezeltje is jarig
En krijgt daarom cadeautjes
Een soepkom vol met kwallen-pap
En spinnen op haar broodjes
Ze laat de kikkers plassen
Op de spruitjes en de sla
En stiekem stopt ze slakjes
In de grote schaal met vla
En iedereen roept lachend
als het toetje bijna op is
Er zitten stukjes in de vla
We denken dat het drop is!
Bron: Onbekend
Hannes Haas
Hannes Haas hield veel van hollen
maar hij had een hinkepoot
Het was een heks die daarvan hoorde
en de haas haar hulp aanbood
Haal hagelwitte kippeneitjes
en een druppel hamsterbloed!
Ga naar de hei en tap van de bijtjes
hun honing in een hoge hoed!
Breng me een hals-veer van de havik
en twee haren van de hermelijn!
Tot slot nog 100 hazelnoten
Dan haas, zal jij het snelste zijn!
Toen Hannes alles had verzameld
Lachte de heks hem uit en zei:
Hangoor, met al dit heerlijks ga jij
hup, in mijn hete heksenbrij
Het haasje huilde hulpeloos
en de hazelnoten vielen
De honing gleed het huisje door
Recht naar de heks haar hielen
De heks gleed uit en brak haar been
en Hannes hinkte haastig heen!
Bron: Onbekend
Heksemie
Heksemie is echt gefopt
Door een koek met peper erop
Ha-ha-hatsjie!
Ha-ha-hatsjie!
Dat is de kriebelneus van Heksemie
Ze is boos en roept heel luid:
Sapperdeboeren, wie legt mij hier in de loeren?
Bron: Onbekend
Heksenhuisje
Heksenhuisje
Heksenmuisje
Heksenwratje
Heksenkatje
Heksenrokje
Heksenstokje
Heksenkransje
Heksendansje
Heksenhoedje
Heksentoetje
Heksenliedje
Heksenfeest!
En ik
En ik
En ik ben daar
Naar toe geweest...
Bron: Onbekend
Heksenverjaardag
Een maandagheks die doet vaak raar
Een dinsdagheks kamt nooit haar haar
Een woensdagheks heeft een lange neus
Geloof je het niet? Nou het is heus!
Een donderdagheks heeft een teen teveel
Een vrijdagheks bakt met kaneel
Zaterdagheksen, wat een schrik!
Die hebben een gemene blik
En is een heks een zondagskind?
Dan stinkt ze uren in de wind!
Bron: Onbekend
Heks, heks, zeg wat je eet!
Heks, heks, zeg wat je eet!
Spinnen en torren, gekookt en goed heet.
Heks, heks, zeg wat je drinkt!
Vleermuizenbloed met een scheut rode inkt
Heks, heks, wat heb je aan?
Spinrag met veel dode vliegjes eraan
Heks, heks, wat ga je doen?
Ik ga jou veranderen in een meloen!
Bron: Onbekend
Heksje Ie
Heksje Ie, heksje wie?
Het mooiste van de drie
Is gisteren verjaard
Zonder koek en zonder taart
Want haar moeder kan niet bakken
En haar vader was gaan vliegen
Zei ze zelf, zei ze mij
Maar of dat waar is weet ik niet
Want heksje Ie, heksje wie?
De mooiste van de drie
Kan ook heel goed liegen
Bron: Onbekend
Heksje Lieverlee
Het kleine heksje Lieverlee die heeft de pest aan rekenen
Ook taal is niet haar favoriet, laat Lieverlee maar tekenen!
Daar pakt ze al haar tekendoos en een helder wit papier
Ze tekent er een poesje op, het is een prachtig dier
Heks Lieverlee gaat toveren, van hocus pocus pas!
Op staat staat een echte poes, een heel bijzonder ras
Het heksje zoekt haar moeder op en laat het poesje zien
Die gooit haar hoed hoog in de lucht en roept: Jij krijgt een 10!
Bron: Onbekend
Het klinkt geheimzinnig
Het klinkt geheimzinnig
Wat zou dat door toch zijn?
Is het vreselijk eng daar?
Of is het juist fijn?
Tja, heksen zijn heksen
Je weet het maar nooit
Wie weet wat voor poedertje
Daar is gestrooid
Bron: Onbekend
Ik ben een heks
Ik ben een heks met een kromme neus
Nee, ik zal niet bijten heus!
Kijk, hoe ik vlieg een schreeuw
Vanaf mijn mooie bezemsteel
Soms vlieg ik hoog, soms vlieg ik laag
Soms vlieg ik vlug, soms vlieg ik traag
En....wie mag ik opeten vandaag?
Bron: Onbekend
Ik ken een heks
Ik ken een heks
Rommelsedommelsedeks
Met een neus van een reus
Rommelsedommelsedeus
En op die neus, heus!
Groeit een haar, waar!
Rommelsedommelsedeks
Haast je weg!
Daar is die heks!
Bron: Onbekend
Ik vertel je nu
Ik vertel je nu, hoe lang voorheen
De laatste toverheks verdween
Die op haar bezemsteel, heel hoog
Bij stormweer langs de daken vloog
Zij had een grote puntmuts op
Haar oude grijze heksenkop
Ze had een hele grote mond
Waar nog maar ene tand in stond
Zij haalde vreemde kunsten uit
Met paddensoep en toverkruid
Op een dag maakte zij poeder klaar
Van spinnenmeel en kattenhaar
Wie daar een hap van nam, verdween
En de heks riep heel gemeen:
Oh, wat ben ik toch in mijn schik
Want iedereen verdwijnt, behalve ik
Zij zette de poeder in haar kast
En kookte toen haar eten alvast
Ze nam een kever en een pad
En kookte ze in kikkernat
Zij roerde goed en wilde toen
Een snufje zout op haar eten doen
Ze ging naar de kast, maar o wee!
Ze pakte per ongeluk de poeder mee
Ze wierp het poeder in de pap
En nam daarna een grote hap
Toen gebeurde er iets geks
Want floep! Opeens verdween de heks
Daarna heeft men in zuid noch noord
Ooit meer van die heks gehoord!
Bron: Onbekend
Ken jij Katang Kata?
Ken jij Katang Kata, de heks?
Die tovert elke dag wat geks
's Morgens vroeg kookt zij haar soep
zo vies, zo bruin, als hondenpoep
Ze giet uit een kannetje
Wat water in het pannetje
Ze schudt uit de peperbus
Scherpe zwarte peper dus
Een handjevol zand en klei
En drie schepjes honing nog erbij
Even roeren, de soep is klaar
Nu gebeurt het, luister maar!
Katangkata, Katangkatee
Wordt een een olifant, joehee!
Bron: Onbekend
Krikke-krakke-kroeken
Krikke-krakke-kroeken
Een heks met gaten doeken
Een heks met jubeltenen
Een heks met kromme benen
Krik-krak-krok
Sjokke-sjokke-sjok
Krikke-krakke-mikke
Een heks met een kromme neus
Met stekels en met prikken
Met vingers om te pikken
Krik-krak-krok
Sjokke-sjokke-sjok
Krikke-krakke-krukken
Een heks met dikke pukken
Een heks met randen tanden
Een heks met vorken handen
Krik-krak-krok
Sjokke-sjokke-sjok
Krikke-krakke-krieken
Een heks met haren pieken
Een heks met spinne-ogen
Een heks met regenbogen
Krik-krak-krok
Sjokke-sjokke-sjok
Krikke-krakke-krokken
Een heks met rafelrokken
Met knibbel-knabbel-knuisjes
Met hokus-pokus-huisjes
Krik-krak-krok
Sjokke-sjokke-sjok
Bron: J.Jansse e.a., Praatspel, Taalactiviteiten voor kinderen van 4-7 jaar
(Malmberg, Den Bosch)
Mijn tante Sophie
Mijn tante Sophie is een schat van een vrouw
Maar ze zit propvol nare grappen
Laatst nam ze mijn arme oom Ferdinand
Zo vreselijk te pakken!
Ze zette een kromme feestneus op
Met een snorretje en een wrat
Ze knoopte een oude theedoek om
Vol vlekken en een gat
Mijn brave oom Ferdinand kwam
's avonds thuis uit kantoor
Hij riep: Sophie, ben je daar?
Ze krijste: Joehoe, loop maar door!
Hij liep verbaasd naar de slaapkamer toe
En toen gebeurde er iets geks....
Hij brulde van schrik en dook in een kast
Want in zijn bed daar lag een heks!
Hij herkende haar niet, ze droeg een hoed
En ze kakelde: Ferdinand!
Ik ben de heks van Snibbeda
Krijg ik een kus of een hand?
Mijn arme oom was zo bleek als een doek
Hij kon een dag lang niet praten
Mijn tante Sophie is een schat van een vrouw
Maar die grapjes kan ze beter laten!
Bron: Onbekend
Toverles
Mijn naam is heks Amalia
In iedere vingertop
heb ik enorme toverkracht
dus let nu maar goed op!
Eerst tover ik een poes die blaft
Een ridder zonder zwaard
Een koe die limonade geeft
Een baby met een baard
Dan tover is een slagroomsoes
Een hand met zeven vingers
Een knuffelbeest dat zingen kan
En een klas vol slingers
Bron: Onbekend
Wat is dat voor geks?
He, wat is dat voor geks?
Vliegt daar een vogel, vliegt daar een vliegtuig?
He, wat is dat voor geks?
Het is geen vogel, maar een heks!
Vader pakt de ragebol
Kssst....weg heks, naar je heksenhol!
Bron: Onbekend
Zeven zeer gemene heksen
Zeven zeer gemene heksen
komen elke nacht bijeen
Ze zitten in een grote cirkel
om een warm vuurtje heen
Met hun harde, schelle stemmen
zingen zij een heksenlied
Roepen, schreeuwen, in het duister
Abracadabra, acrabiet!
Ze nemen om de beurt een slokje
van een bitterzoete brij
Die zo goed is voor het vliegen
en voor al hun tovenarij
Tegen vieren gaan de heksen
op hun bezems er vandoor
Op het plekje waar ze zaten
zie je nu geen enkel spoor
Als de herfst is aangebroken
komt er opeens iets uit de grond
Zeven, bruine paddenstoelen
groeien keurig in het rond
En hoe noemen wij zo'n ding?
Juist, dat is een heksenkring!
Bron: Onbekend
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

.
.
Comments