Onder een estafette wordt een wedstrijd verstaan waarbij de deelnemers eerst iets aan een teamgenoot moeten geven voordat hij of zij mag gaan deelnemen.
Er zijn dus teams en iedere deelnemer moet bijvoorbeeld een stuk rennen.
Hij of zij kan dit gaan doen als de vorige deelnemer het stokje of lintje aan hem of haar doorgeeft. Het team wat als eerste alle deelnemers heeft gehad heeft dus gewonnen.
In de blog geef ik je suggesties voor estafette spelletjes met kleuters.
Estafette spelletjes
Lepelloop
Benodigdheden:
- Lepels
- Een klein voorwerp
De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een klein voorwerp een route.
Wie kan dit zonder het te laten vallen?
Slakkenrace
Benodigdheden:
- Geen
Alle kinderen staan op een rij naast elkaar. Bij een startsein moeten ze zo langzaam mogelijk naar de andere kant van de gymzaal of richting een eindstreep lopen. De winnaar is degene die als laatste over de eindstreep is, maar de voeten moeten wel continu in beweging blijven, anders zijn ze af. Je mag ook niet ter plaatse trappelen of achteruit lopen.
Wasmandenloop
Benodigdheden:
- Een wasmand
De kinderen (ze zijn bijvoorbeeld slakken, schildpadden o.i.d.) lopen in tweetallen met een wasmand op hun rug een route. Wie kan dit zonder de wasmand te laten vallen?
Hoepelschaatsen
Benodigdheden:
- Hoepels
- Spullen om een parcours te maken
Maak een parcours met banken, pionnen, kasten, matten enz. Leg twee hoepels (de schaatsen) aan het begin van het parcours en laat het kind met elke voet in een hoepel staan. Het kind schuift nu de hoepels met zijn voeten al schaatsend door het parcours.
Blokkenestafette
Benodigdheden:
- Blokken, per team 10
Verdeel de klas in groepjes. Welk groepje brengt als eerste 10 blokken naar de overkant en stapelt er een toren mee?
Estafette
- Duplo/Lego
- Een lepel
- Een parcours van verschillende toestellen/materialen
Houd een Duplo of Lego-estafette. Laat de kinderen een blokje op een lepel leggen en een korte parcours met de lepel in hun hand of mond lopen. Als ze hun blokje laten vallen, moeten ze deze opnieuw beginnen. Wie haalt het eerst de finish?
Aan de haak
Benodigdheden:
- Een aantal piratenhaken (of maak ze zelf van een beker en een kledinghanger)
- Een aantal kettingen
- Schatkisten (dit kunnen ook dozen zijn)
Maak teams. Leg kettingen neer. De kinderen (piraten) moeten deze aan hun haak slaan en zo snel mogelijk naar de schatkist rennen.
Welk team heeft als eerste alle kettingen in de schatkist?
De etalagepop
Benodigdheden:
- Allerlei kledingstukken
Verdeel de klas in verschillende teams. Ieder team heeft een kind die de etalagepop voorstelt. Die staat aan de andere kant van de zaal. De teams hebben evenveel kledingstukken voor zich liggen. Bij het startsein loopt het eerste kind met een kledingstuk naar de etalagepop, trekt deze aan en loopt weer terug. Dan vertrekt het tweede kind met een tweede kledingstuk. Welk team heeft als eerste zijn etalagepop aangekleed?
Slangenrace
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen liggen languit op de grond met hun handen op hun rug.
Na het startsein moeten ze zo snel mogelijk naar de finishlijn kruipen, zonder hun handen te gebruiken. Wie is het snelst?
Ezelstaartenrace
Benodigdheden:
- Touwen
- Blokjes
- Suikerklontjes
Hang de blokjes aan een touw. Alle kinderen gaan op een rij staan. Voor hen ligt een suikerklontje op de grond. Vijf meter verderop is de eindstreep. De bedoeling is dat ze het suikerklontje met behulp van hun zwierende staart naar de eindstreep brengen.
De overtocht
Benodigdheden:
- Lakens
Ga samen (in kleine groepen) op een laken staan of zitten.
Tel af en spring tegelijk omhoog. Verplaats het laken op die manier steeds een stukje.
Tel weer af en spring. De groep probeert op deze manier aan de overkant te komen.
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een klein voorwerp (bijvoorbeeld een potlood)
Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen.
Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?
Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen.
Stokpaardenrace
Benodigdheden:
- Twee stokpaarden
- Hindernissen
- Rozetten
De kinderen rijden op een stokpaard om verschillende hindernissen heen.
Creëer een paardenparcours, waarbij de paarden over hoge en lage hindernissen moeten springen. Deel na het parcours een eerste, tweede, derde prijs uit (rozet).
Samen zaklopen
Benodigdheden:
- Zakloopzakken.
Twee kinderen stappen samen in een zak. Het ene kind met het rechterbeen en het andere kind met het linkerbeen. Zo leggen ze een parcours af.
In de hangmat
Benodigdheden:
- Lakens
Verdeel de klas in groepjes. Geef ieder groepje een laken.
Een van de kinderen gaat in de hangmat (het laken) liggen. De andere kinderen dragen hem in het laken en lopen naar de overkant. Ze zorgen ervoor dat het kind er niet afvalt.
Boodschappen verzamelen
Benodigdheden:
- Boodschappenkratten
- Plastic fruit/groente
Aan de ene kant van de gymzaal ligt een stapel boodschappen (Plastic fruit/groente).
Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met 1 boodschap in de hand naar de boodschappenkrat lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start. Welk groepje verzamelt de meeste boodschappen in een minuut?
Naar de overkant
Benodigdheden:
- Vellen papier of hoepels
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee vellen papier of hoepels.
Op 1 papier of hoepel gaan ze staan. Ze leggen het tweede vel papier of de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze het andere papier of de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Een klein voorwerp, passende bij je thema
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het voorwerp onder hun benen door. Welke groep legt het voorwerp het eerste in de hoepel? Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een voorwerp, passende bij je thema
De kinderen lopen in tweetallen met het voorwerp op hun rug of hoofd een route.
Wie kan dit zonder het voorwerp te laten vallen?
Tuinkabouters:
Benodigdheden:
- Harkjes
- Kastanjes
De kabouters leggen met een hark en kastanjes een parcours af (bijv. in slalom langs pionnen). Ze duwen daarbij een kastanje vooruit. Bespreek van tevoren dat het niet de bedoeling is dat ze een kastanje wegslaan.
Kabouterparcours
Benodigdheden:
- Pionnen
Zet een pion op je hoofd en loop er een parcours mee. Als je puntmuts afvalt moet je stoppen. Welke kabouter komt het verst?
Klompenrace
Benodigdheden:
- Klompen
Bouw een hindernisparcours en laat de kinderen deze op klompen nemen.
Wie is het snelst?
Variatie: Vervang de klompen voor zwemvliezen.
Paard en ruiter
Benodigdheden:
- Geen
Elk team bestaat uit een ruiter en een aantal paarden. Er is een renbaan uitgezet. Op een startsein springen de ruiters op de rug van een paard, die de ruiter zo snel mogelijk naar de andere kant brengt. Daar springt de ruiter van zijn paard en rent zo snel mogelijk terug naar het volgende paard. Welke ruiter bereikt als eerste op alle paarden het eindpunt?
Variatie: De ruiter gaat op de rug van een kind zitten. Het paard kruipt vervolgens over het parcours met de ruiter op de rug.
Touwtrekken
Benodigdheden
- Een touw
Welke piraten zijn de sterkste?
Maak twee groepen en laat beide groepen aan een andere kant van het touw trekken.
Dukaat lopen
Benodigdheden:
- Een zwaard
- Een munt
De kinderen zijn piraten en leggen met een munt op een zwaard een parcours af.
Vastgebonden
Benodigdheden:
- Piratendoekjes
Maak twee kinderen met behulp van een piratendoekje bij de benen aan elkaar vast en laat ze op die manier een parcours lopen.
Touwtrekken
Benodigdheden
- Een touw
Welke piraten zijn de sterkste?
Maak twee groepen en laat beide groepen aan een andere kant van het touw trekken.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments