site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Engels met kleuters, hoe pak je dat aan?

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Bijgewerkt op: 3 mei 2024

Engels geven aan jonge kinderen is leuk, nuttig en populair. Hoewel het niet verplicht is in de onderbouw, zijn er steeds meer scholen die ook in groep 1-2 al Engels aanbieden.

In deze blog leg ik je uit hoe je dit aanpakt in de praktijk.




Kleuters pikken vreemde talen snel op


Studies hebben aangetoond dat een volwassene het snelst een taal leert in een land waar de taal gesproken wordt. Dit is omdat een volwassene in staat is om efficiënter te werken en de taal kan leren door het proces van leren en verwerven te combineren.


Een jong kind kan dat niet. Wat een jong kind echter wel heeft, is het vermogen om ongeremd, spontaan, zonder schaamte, een taal in zijn gevoel, klank en tongval te verwerven. Kinderen hebben langere tijd nodig om een vreemde taal te leren, omdat ze nu eenmaal voor alles wat ze leren meer tijd nodig hebben. Maar ze leren het op de manier waarop ze hun moedertaal leren: ze ervaren de zinsopbouw (de woordvolgorde is minder problematisch), ze horen en gebruiken grammatica (i.p.v. regels leren en stampen), ze ontwikkelen een uitgebreid vocabulaire (i.p.v. rijtjes woorden leren), ze luisteren en kijken (net als een baby dat doet) naar de mond van de leerkracht om de klank na te bootsen, waardoor ze de vreemde taal met een natuurlijke uitspraak leren.

 

De rol van de leerkracht


Kleuters kunnen een vreemde taal nog niet zelf leren. Dat wil zeggen dat ze niet eerst klassikaal instructie kunnen krijgen en daarna aan het werk kunnen gaan.

Kleuters leren een vreemde taal in dezelfde volgorde op als in hun eigen taal:

  1. Door de taal te horen

  2. Daarna te produceren

  3. Door te herhalen

  4. Vervolgens te produceren door activiteiten

  5. En uiteindelijk te produceren uit zichzelf.

De rol van de leerkracht is cruciaal. Als leerkracht geef je sturing.

Door de taal te modelen geef je aan wat de leerlingen gaan horen, zeggen en leren.

Samen herhaal je de geleerde taal. Door een activiteit met de leerlingen uit te voeren, geef je ze de kans om de taal te gebruiken. Uiteindelijk geef je de leerlingen ruimte om de taal in spontane situaties te gebruiken.



Hoe leren kleuters het beste Engels?


Er wordt vaak heel moeilijk gedaan over Engels met kleuters. Dan moet er meteen een methode aangeschaft worden, het liefst voor het digibord, want dan hoeft de leerkracht zelf niet zoveel te doen. Maar voor kleuters is deze manier van werken echt ongeschikt.

Van het aanwijzen van het juist plaatje op het digibord gaan zij echt de taal niet leren.


Een jong kind en zijn jonge brein leert de taal door die te ervaren. Kleuters leren contextrijk, door actief zijn, te spelen, door te bewegen, door betrokkenheid, door dingen te ervaren. Het aanleren van een vreemde taal verandert hier niets aan. Dus ook Engels biedt je aan op de manier waarop je alle andere vakken aanbiedt. Leren door te doen!

Het is dus belangrijk dat de input, het taalaanbod, rijk en uitgebreid is en toch overeenkomt met de belevingswereld.


Om de geheugenpaden van een jong kind te versterken met het aanbieden van een vreemde taal, is het 't best om de input te linken aan wat een kind al weet in het Nederlands en de woorden en zinnen in een betekenisvolle context aan te bieden.

In feite verbind je de ene taal met de andere. In de praktijk is het zo dat na het zien van een voorwerp, plaatje of flashcard, een kind het woord zegt in het Nederlands, en als leerkracht herhaal je het woord (in dit geval) in het Engels. Daarbij gebruik je alleen mondeling de Engelse taal. Schriftelijk Engels belemmert kleuters in het leren van de taal. Bovendien is het verwarrend, omdat sommige klanken anders worden uitgesproken dan in het Nederlands.

 

Thematisch Engels


Onderwijs voor kleuters wordt hoofdzakelijk thematisch aangeboden.

Basisbegrippen zoals tellen, vormen en letters maken altijd deel uit van een thema.

Binnen de thema’s staat het spelenderwijs leren centraal. K

leuters zijn onbewust onbevangen in hun spel. Door spelenderwijs te leren komt de leerstof bij een kleuter binnen. Je bent dus vakoverstijgend aan het werken.

Verbind de Engelse les ook aan de Nederlandse thema’s in de klas, omdat dit leeft in de groep. Kort gezegd zijn de werkvormen die bij een Nederlandse les passen ook geschikt voor een les in het Engels.


Is er even geen thema? Leg de focus dan op de basisbegrippen, zoals de dagen van de week, de kleuren, de vormen, tegenstellingen en tellen.

Kies circa 5 woorden per week, die je in het Engels gaat aanbieden.

 

Methodes


Er bestaan ook allerlei methodes om Engels aan kleuters te geven. Sommige methodes zijn helemaal digitaal, zoals:


Er zijn verder ook lesmethodes ‘op papier’ verkrijgbaar, zoals de methode:


Als er op school toch een methode voor Engels gebruikt wordt, is het belangrijk dat je als groepsleerkracht of native speaker de methode slechts gebruikt als kapstok.

Daaromheen breng je de taal tot leven door middel van spelletjes, liedjes, drama, websites, film, muziek, gym.

 

Ruim voldoende tijd in


De tijd die je aan de Engelse les gaat besteden is van groot belang.

Een uur per week is bijvoorbeeld veel minder effectief dan iedere dag 10 minuten.

Wil je iets bereiken met het geven van Engels aan kleuters, dan moet je hier in totaal wel tenminste één uur per week aan besteden. Heb je zoveel tijd niet?

Terugkerende bezigheden, zoals het eten en drinken, in de rij staan, jassen aandoen en dergelijke kunnen ook regelmatig in het Engels aangestuurd worden.

En om te voorkomen dat Engels ten koste gaat van andere zaken op het rooster, kan het ook een optie zijn om andere vakken in het Engels te geven.

 

Spreek Engels


Spreek langzaam en bij voorkeur de hele les alleen maar Engels.

Het is wel belangrijk dat de kinderen weten wanneer ze met Engels beginnen.

Geef dit bijvoorbeeld aan met een symbool in de vorm van een hoed, sjaal, vlag, ketting of ander voorwerp. Zodra de kinderen het symbool zien, weten ze dat u Engels gaat praten.

Je kunt ook een groepsknuffel gebruiken die Engels spreekt of een Engels liedje zingen ter introductie. Voor de kinderen is het zo duidelijk dat dit het moment is waarop Engels gesproken en geleerd wordt. Omdat de hersenen van het jonge kind nog niet zo bezig zijn met het vertalen naar de moedertaal, kunnen zij een andere taal op geheel natuurlijk wijze leren. Als kinderen aangeven dat ze het lastig vinden te begrijpen wat er wordt gezegd, geef dan voordat je begint een korte inleiding in het Nederlands waarin je uitlegt dat het belangrijk is de activiteit alleen in het Engels te doen, omdat de kinderen anders niet veel Engels leren. Als kinderen het niet meteen snappen, is dat niet erg. Ze kunnen gewoon kijken en nadoen. Fouten maken geeft niet, daar leer je van.

Merk je dat een kind niet begrijpt wat je vraagt? Dan is ook echt niet erg als je de zin even in het Nederlands zegt. Als je de zin daarna dan maar weer in het Engels herhaalt.

Dit voorkomt frustratie bij zowel jezelf als het kind. Wanneer een kind antwoord geeft in het Nederlands, herhaal je dit antwoord in het Engels.

Gebruik ook als je meertalige kinderen in de klas hebt Engels als voertaal tijdens de Engelse les. Het is juist fijn voor meertalige kinderen: als er niet vertaald wordt naar het Nederlands, kan er ook geen verwarring ontstaan.

 

Gebruik kort, eenvoudig en volledig Engels


In het begin is het belangrijk in korte zinnen te spreken en niet te veel te willen zeggen. Gebruik eenvoudig Engels waarbij je alles laat zien wat wordt gezegd. Gebruik alleen de woorden die de kinderen al geleerd hebben. Nieuwe woorden leer je ze aan door middel van een voorbeeld, echt of een plaatje: "This is a car. A car. Say it with me: a car."

Maak volledige zinnen. Wanneer je bijvoorbeeld een afbeelding van een aap laat zien, zeg je dus geen 'monkey', maar 'this is a monkey'. De taal, die wordt gebruikt naast het aanbod van themawoorden is namelijk van groot belang, omdat kinderen daar hun taalbegrip uit halen. Zo leren ze zinsconstructies en grammatica zonder zich daarvan bewust te zijn.

Bij de kleuters ben je verder overigens nog niet bezig met het geven van Engelse spelling en grammatica.

 

Gebruik beeldmateriaal en gebaren


Taal leren is voor jonge kinderen woorden verbinden met een concept door het te zien.

Een kind leert het woord ‘hond’ bijvoorbeeld door een hond te zien.

Ondersteun de aangeboden woorden daarom zoveel mogelijk met plaatjes.

Gebruik bijvoorbeeld een babble box: een doos die je vult met voorwerpen die in de Engelse lessen aan bod komen. Oefen de woordenschat aan de hand van deze voorwerpen; het verhoogt de beleving en draagt bij aan het woordbegrip.

Maak ook gebruik van woordkaarten. Gebruik hiervoor wel Nederlandse woordkaarten of kaarten zonder een woord erop. Het is voor de meeste kinderen namelijk pas beter om later te starten met het lezen van Engelse woorden, om verwarring te voorkomen, daar Engels geen klankzuivere taal is. Speel er spelletje mee. Deel de kaarten bijv. uit en benoem ze.

Zeg daarna: stand up if you have a... Houd het tempo daarbij hoog en laat de kaarten regelmatig doorgeven, zodat ze een andere kaart hebben.

Ondersteun de Engelse woorden ook zoveel mogelijk met gebaren en laat de kinderen de woorden met deze ondersteunende bewegingen herhalen.

 

Stimuleer actief taalgebruik


In het begin ben jezelf vooral bezig met aanbieden. Als je wilt dat kinderen overgaan tot taalproductie, dan doe je dit door eenvoudige aanwijsvragen of yes-no-vragen of keuzevragen te stellen. Maak het makkelijk door een deel van het antwoord in de vraag te verwerken. Bijvoorbeeld: "Is this green? No, this is not green. This is red". Ga later over naar: "What colour is this?"In eerste instantie zullen kinderen misschien non-verbaal reageren door te knikken of te reageren in het Nederlands. Dit is niet erg, want ze laten betrokkenheid zien en doen op hun manier mee. Deze stille periode hoort bij het verwerven van een nieuwe taal. Prijs de inbreng van leerlingen en verwoord in het Engels de handelingen die het kind uitvoert of wat het kind bedoelt.

Wanneer kinderen al gedeeltelijk in het Engels reageren, kun je hun uitingen herhalen in de correcte vorm en eventueel uitbreiden. Dit heet 'recast'. Zegt een kind: "I have hunger", dan reageer jij met: "So you are hungry? I am hungry too".

Kinderen die al verder zijn, kun je meer open vragen stellen en deze leerlingen stimuleren in hele zinnen te antwoorden. Ook hier kun je herhalen in de juiste vorm en uitbreiden.

 

Modelen


Jonge kinderen doen vaker wat je doet dan wat je zegt.

Modelen is dan ook een belangrijke manier om nieuw te leren woordenschat of zinnen aan te bieden bij kleuters. Ze horen ze eerst, zeggen ze na, en gebruiken ze vervolgens in een leeractiviteit. Modelen is ook een geschikte manier om taalfouten van leerlingen te corrigeren, in plaats van de ‘fout’ te benadrukken.

In de simpelste vorm is modeling bij kleuters het aanbieden van een woord, zoals ‘cow’ door het woord te zeggen, te tonen met een plaatje of speelgoed koe, en het woord vervolgens te herhalen met de leerlingen. Als een kleuter toch ‘koe’ zegt, help je hem door te zeggen: ‘Yes, a cow.’ Het inprenten kan door een activiteit waarmee het woord meerdere malen door de kinderen wordt herhaald. Een kort gesprek met standaardzinnen kan met modelen ook voorgedaan worden. Bijvoorbeeld door twee poppen te gebruiken, of door zelf als leerkracht in gesprek te gaan met één pop. Korte zinnen als ‘Hello. How are you?’ ‘Fine, thanks.’ / ‘Hi, I’m Suzy. What’s your name?’ werken uitstekend.


Dit wordt ook wel de TPR-techniek genoemd. Deze techniek komt neer op voordoen-nadoen en maakt gebruik van de natuurlijke verbindingen van taal met o.a. beweging, muziek, klank, en emotie in het brein.

Bij het leren van een vreemde taal is TPR onmisbaar. Als leerkracht gebruik je het bij de instructie: ‘Listen’ en je wijst naar je oor. Je gebruikt het ook om duidelijk te maken wat de kinderen moeten doen: je zegt ‘stand up’, maakt een gebaar en staat ook op.

Je kunt ook een werkwoord duidelijk maken: je zegt een woord zoals ‘walk’, ‘sleep’ of ‘read’ en maakt een gebaar om het woord uit te beelden. Je zegt een woord en wijst of beeldt de actie uit, de kinderen doen je na. Bijvoorbeeld: "Run to the tree. Skip to the door. Walk to the window." Begin met korte instructies, herhaal en doe voor. Vraag ook eens: "Is this the door? No, that’s not the door. That is the window". Door prikkels te geven in de vorm van o.a. beweging en emotie maak je het brein duidelijk dat er opgelet moet worden. Hang bijvoorbeeld eens woordkaarten op en laat de kinderen er naar toe rennen, huppelen, hinkelen of springen of teken buiten vakken met stoepkrijt en geef opdrachten, zoals: "Run to the blue circle!" Stel het stoepkrijt daarna ook beschikbaar voor vrij spel.

 

Kies voor veel beweging


Taal wordt geleerd door ‘te doen’, maar ook is het belangrijk dat de verschillende soorten geheugen in het brein worden gevoed met informatie. Het expliciet leren van een vreemde taal is daarom cruciaal. De volgorde is dan ook als volgt: eerst beginnen met expliciet leren. Daarna wil een jong kind niet leren, maar doen. Percentages zijn er niet, maar uit al het onderzoek blijkt dat expliciet leren een klein deel inneemt van het geheel. Het is voor een jong kind belangrijker om te doen.

De taak voor een leerkracht is het ‘doen’ op zoveel mogelijk manieren aan te bieden, zodat de verschillende geheugenpaden versterken. Kies dan ook voor multimodale leervormen, zoals leren met de zintuigen, met bewegen, en met audio- en videomateriaal. In het volgende hoofdstuk krijg je verschillende voorbeelden uit de praktijk te zien.


Het gebruik van Engelstalige energizers is een leuke en zinvolle manier om meer momenten per week bezig te zijn met Engels. In een vol leerprogramma gaan kinderen regelmatig van de ene les meteen door naar de andere. Het risico bestaat dan dat ze niet meer geconcentreerd zijn en het moeilijk vinden hun aandacht bij de les te houden.

Ze hebben dan even een opfrismoment nodig. Ook kun je met energizers werken aan een beter groepsklimaat, omdat kinderen op verschillende manieren met elkaar samenwerken.

Kinderen leren ook makkelijker Engels wanneer ze erbij bewegen.

 

Zet boeken in


Lees (Engelse) prentenboeken voor. Het liefst boeken die de kinderen al in het Nederlands kennen en boeken met veel herhaling. Je kunt natuurlijk ook gewoon Nederlandstalige prentenboeken gebruiken en deze zelf ter plekke in het Engels vertalen. Maar nog leuker is het als je er als leerkracht een echte voorstelling van maakt.

Zet ook eens praatplaten of zoekboeken (bij voorkeur in de kleine kring) in. Laat de kinderen er in tweetallen mee werken en elkaar opdrachten geven: "Can you find a ...?' Het andere kind zoekt en stelt vervolgens een nieuwe vraag. Op die manier lok je kinderen uit om te luister en te spreken, waardoor hun woordenschat zich verder ontwikkelt.

Beschik je over een digibord? Zoek dan eens op internet naar digitale engelse prentenboeken.

 

Gebruik rijmpjes en liedjes


Bied rijmwoorden aan. Kinderen raken zo bekend met de klanken en soms helpt het hen ook bij het aanleren van nieuwe woorden. Rijmwoorden zorgen ervoor dat de woorden sneller blijven hangen. Ook rijmpjes en vingerversjes zijn leuk om te doen.

Een vreemde taal leer je makkelijker met behulp van liedjes. Zing dus veel Engelse liedjes (bijvoorbeeld van Super Simple songs of uit het boek Zinglish).

Vertaal, eventueel met behulp van een collega, ook eens liedjes die je dagelijks zingt naar het Engels. Zorg ervoor dat de woorden één op één hetzelfde zijn. Het hoeft niet te rijmen. Denk aan liedjes voor tijdens het eten en drinken, de dagen van de week, het naar huis gaan, in de rij staan of een opruimlied. Introduceer een lied per week en blijf dit de rest van het jaar zingen.

 

Speel spelletjes


Zet een vlag op tafel en richt een Engelse spelletjeshoek in. Speel spelletjes, die je normaal ook in de klas doet in het Engels (zoals: 'How many behind me?', 'I see I see...', 'Who is it?'enz.) of gebruik spelletjes, zoals kwartet om in het Engels te spelen. Of speel bijvoorbeeld een memospel met de aangeleerde woorden of leg een ganzenbordspel neer. Spreek zelf voortdurend Engels. "It’s your turn. Who is next? What number did you throw? "

 

Speel!


Kinderen leren het meest wanneer ze actief bezig zijn. Bied Engels dan ook zo veel mogelijk in spel aan. Ga bijvoorbeeld als Engelse gast op bezoek in de huishoek. Spreek en antwoord in het Engels, ook wanneer de kinderen Nederlands terug spreken. Verstoor het spel niet. Laat de kinderen het spel leiden en spring in met relevante taal.

 

Herhaal veel!


Voor een kind een woord of begrip in zijn moedertaal zal leren, moet hij het minimaal tien keer herhalen. En om hetzelfde woord of begrip in een vreemde taal te leren, moet hij het minimaal vijftig keer herhalen Kortom: samen met de kinderen kun je woorden niet vaak genoeg herhalen. Maak er bijvoorbeeld een chant spel van: ‘Say the word three times fast. Say the word three times slowly. Clap with me and say the word.’ De kinderen hebben het nu tien keer gezegd. Nog veertig te gaan!

 

Fouten maken moet!


In alle literatuur omtrent het leren van een vreemde taal lees je dat fouten maken mag.

Er wordt soms zelfs gezegd dat fouten maken móet. Waarom? Laten we eerst eens een stap teruggaan. Hoe gaat het als een kind van 0 - 7 jaar zijn moedertaal leert?

Een kind vormt eerst zijn eigen woorden. Ze klinken bijna als het juiste woord, maar nog net niet. De omgeving (de opvoeders) zal het woord correct terugzeggen.

Er komt geen reprimande, gewoon een natuurlijke terugkoppeling met de juiste uitspraak. Dit ontwikkelt zich verder bij zinsopbouw en grammaticale structuren.

Denk bijvoorbeeld aan onregelmatige werkwoorden. Als een kind een zin zegt, spiegelen de opvoeders dit door de zin correct terug te geven. Dit is een natuurlijk proces.

Op die wijze gaat het ook bij een vreemde taal.

Jonge kinderen zullen een woord fout zeggen. Leerkrachten geven het woord op een natuurlijke wijze terug met de juiste uitspraak, grammatica of zinsopbouw.

Een kleuter leert een vreemde taal op dezelfde wijze als zijn moedertaal door klankherkenning, klankproductie, woordgeheugen en productie van zinnen.

 

Intrinsieke motivatie


Mensen leren beter onthouden wat in hun eigen interesse en kenniskaders ligt.

Prikkel dus de intrinsieke motivatie van de kinderen om een vreemde taal te leren.

De intrinsieke motivatie van een kind zit in zijn eigen opvattingen over het leren van een vreemde taal. Vindt hij het de moeite waard om de vreemde taal te leren?

Vindt hij de vreemde taal leuk, interessant, heeft hij er iets mee?

Een voor de hand liggende keuze is om te delen waar je de vreemde taal kunt gebruiken. Jonge kinderen zien de relevantie van het Engels in als ze andere jonge kinderen ontmoeten die die taal spreken, bijvoorbeeld op vakantie, en met wie ze het Engels kunnen gebruiken om te communiceren. Daarnaast zullen ze Engels koppelen aan tv (denk aan programma’s als Dora), internet en de tablet (bijvoorbeeld spelletjes waarin ze Engels horen).

 

Op zoek naar meer?


Boekentips:
















Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!

 

Bronnen





.

2.534 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page