Kleuters worden nogal eens overschat. ’Vertel gewoon wat er is gebeurd en waarom je zo moet huilen’ is nogal een opgave voor een kind van 4 of 5 jaar oud. Het kleuterbrein is nog onvoldoende ontwikkeld om hun eigen emoties te kunnen begrijpen, te uiten en te controleren. Zij moeten emotioneel nog groeien. In deze blog lees je er meer over.

De taal van emoties
Zolang kinderen nog niet kunnen praten, zijn kinderen volledig op lichaamstaal aangewezen om hun bedoelingen duidelijk te maken. Gelukkig beschikken ze van nature over een hele reeks van zintuiglijke en waarnemingsvaardigheden om te kunnen communiceren.
Het lijkt alsof ze in dit opzicht ‘voorgeprogrammeerd’ zijn.
Vooral door huilen en door hun gezichtsuitdrukking geven ze aan wat hen beweegt.
Hoe ouder kinderen worden, hoe beter kinderen zich verbaal kunnen uitdrukken.
Maar ook dan is hun body language vaak veelzeggender dan hun woorden, al was het alleen maar omdat taal vooral gebruiken om feiten over te brengen (‘Ik moet naar de wc’) Bovendien liegt de lichaamstaal van kinderen nooit. Ze hebben nog niet geleerd ermee te manipuleren. Volwassenen weten dat zij zich verraden als ze iemand tegen wie ze staan te liegen niet aankijken. Zij zullen diegene daarom eerder te strak en te direct in de ogen kijken dan dat ze de blik ontwijken. Kinderen niet: die zijn nog niet in staat om hun onbewuste fysieke reacties te verhullen. Zij gaan blozen, slaan hun hand voor de mond of kijken krampachtig de andere kant op.
Maar goed kunnen praten is weliswaar helpend, maar wel een andere vaardigheid dan je gevoelens verwoorden. Het vraagt om een andere 'taal'.
Kleuters kunnen dit vaak nog niet en hebben hun ouders en leerkracht hiervoor hard nodig.
Uiten is belangrijk!
Het is enorm belangrijk dat een kind zijn emoties leert te begrijpen en te benoemen, en erover leert te praten. Kinderen kunnen zich soms overspoeld voelen door hun gevoelens. Door het te benoemen en erover te praten, neemt de overrompeling en de druk van de gevoelens een beetje af. Daarnaast leert een kind dat er woorden voor gevoelens zijn, waardoor de gevoelens begrijpelijker worden. Hierdoor leert een kind zich ook beter in anderen kinderen verplaatsen.
De ontwikkeling van jezelf leren uiten
Om je emoties te kunnen uiten (en onder controle houden) moet je emoties eerst kunnen herkennen en jezelf bewust zijn van hoe je je voelt.
Meer hierover lees je in mijn blog: Emoties herkennen en benoemen
Dat is voor jonge kinderen nog erg lastig. Daardoor kunnen peuters en jonge kleuters hun emoties nog niet adequaat uiten en hebben ze regelmatig een driftbui.
Dit wordt iets makkelijker naarmate het kind ouder wordt.
In de praktijk zie je dat de beginsituaties van kleuters op dit gebied al wel heel erg veel kunnen verschillen. De ene kleuter die net op school komt kan zich al beter emotioneel uiten dan de andere. Het gebruik van ontwikkellijnen is bij het observeren van deze vaardigheden een handig hulpmiddel. Je vindt ze in mijn blog: De emotionele ontwikkeling van kleuters
Vanaf ongeveer vijf jaar kan een kind vertellen dat het blij, bang, boos of verdrietig is.
Het is dan nog wel steeds lastig om deze emoties beheerst te uiten.
Dat heeft te maken met de ontwikkeling van het kleuterbrein.
Meer hierover lees je in mijn blog: Het kleuterbrein en emoties
Vanaf een jaar of 9 krijgen kinderen steeds beter in de gaten wat ze met hun lichaamstaal teweeg brengen. En daarmee ontstaat ook de kunst ermee te spelen en emoties voor te wenden: de dochter die bewust koketteert met haar vader om iets van hem gedaan te krijgen, de zoon die zijn moeder schuin aankijkt om haar gunstig te stemmen.
Toch blijft hun lichaamstaal ‘lekken’. Het onthult vaak de ware gevoelens die achter de woorden schuilgaan.
Karakter, ervaringen en omgeving
Buiten het gegeven dat een kleuter zijn/haar emotionele vaardigheden nog erg aan het ontwikkelen is, heeft het uiten van gevoelens ook te maken met karakter.
Sommige kinderen worden juist heel driftig of druk als ze onder spanning komen te staan, anderen klappen juist helemaal dicht en willen er niet over praten.
Iedereen uit zich namelijk op een andere manier.
Introverte en verlegen kinderen hebben van nature vaak wat meer moeite om openlijk hun emoties te uiten en erover te praten. In mijn blog: Verlegen en introverte kleuters lees je er meer over!
Sommige kinderen zijn juist heel temperamentvol en uiten zich heel uitbundig en intens. Zij lachen tot ze er bij neervallen, maar ervaren negatieve emoties ook heftiger. In mijn blog: Temperamentvolle kleuters lees je er meer over!
Het kan dus zo zijn dat een kind van nature introvert is, en daarom liever niet zo openlijk over zijn gevoel praat.
Daarnaast spelen ervaringen ook een grote rol. Als er iets vervelends is gebeurd dan kan een kind van slag maken waardoor hij dicht kan klappen.
Daarnaast heeft het uiten van gevoelens ook te maken met de omgeving van een kind. Bijvoorbeeld met het gegeven in hoeverre mogen gevoelens er zijn.
Of misschien voelt het kind zich niet op zijn/haar gemak in zijn of haar omgeving.
Wanneer een kind zich weinig uit, dan moeten gehoorproblemen ook worden uitgesloten.
Een kind dat voor enige tijd slecht hoort, kan natuurlijk een achterstand in de taalontwikkeling oplopen. In de eerste 4 levensjaren leert een kind een enorme schat aan nieuwe woorden en gaat deze ook steeds meer gebruiken. Wanneer een kind slecht hoort, raakt deze ontwikkeling verstoord en kan hij of zij erg stil zijn.
Tips voor de begeleiding
Het uiten van gevoelens kun je bij kleuters bijvoorbeeld op de volgende manieren oefenen:
Leer het kind zijn gevoelens herkennen en benoemen!
Om gevoelens adequaat te leren uiten moet je deze eerst leren kennen en benoemen.
Tips hiervoor lees je in mijn blog: Emoties herkennen en benoemen.
Praat veel over gevoelens!
Praat veel over gevoelens, zodat kinderen zich kunnen uiten, woorden leren geven aan hun gevoel, meer inzicht krijgen in hun emoties en eventueel vervelende emoties los kunnen loslaten, waardoor emoties niet te snel hoog oplopen.
Neem elke dag bijvoorbeeld een ‘vertelmoment’. Bijvoorbeeld in de vorm van een emotiedagboekje. In dit vertelmoment kan het kind vertellen (en eventueel tekenen) waar het over nadenkt of mee zit.
Of maak een gevoelsdoos: maak een gleuf in een doosje en laat het kind het doosje versieren. Op briefjes kan het kind tekenen hoe het zich voelt en deze in het doosje stoppen.
Of maak een troostboom als uitlaatklep: Hang een stuk behang op een plek waar iedereen bij kan, maar waar je ook afstand van kunt nemen. Bijvoorbeeld in de gang. Teken er samen een grote boom met takken op. Versier de boom eventueel met verf, echte bladeren enz. Leg ook tekenmaterialen klaar. Geef het voorbeeld door als eerste iets op te hangen. Teken bijvoorbeeld waar je vandaag verdrietig van werd.
Probeer de ’emotionele vulkaan’-theorie!
Teken een vulkaan en vertel dat iedereen de hele dag door verschillende emoties voelt. Wanneer je nooit over die emoties praat, blijven ze zitten in de vulkaan totdat die uitbarst. Dan explodeert de boel en ontstaat huilen, schoppen en slaan. Veel volwassenen zien dat gedrag aan voor een gedragsprobleem, maar vaak is het niet meer dan het oppotten van gevoelens. Daarom is het zo belangrijk dat kinderen leren daar over te praten.
Geef woorden aan gevoel!
De vraag ‘Waarom werd je nou zo boos?’ is een lastige vraag voor kinderen om te beantwoorden. Dit komt omdat een jong kind nog weinig inzicht heeft in zijn emoties en het ‘waarom’ achter zijn gevoelens. Help het kind daarom bij het verwoorden van zijn gevoel. Geef met woorden aan wat het kind mogelijk voelt. Zeg bijvoorbeeld: ‘Volgens mij voel jij je verdrietig omdat je niet kunt spelen’. Door de emoties van het kind te benoemen en er achteraf over te praten, krijgt het kind langzamerhand meer inzicht in zijn gevoelens en leert hij/zij zichzelf steeds beter te begrijpen en te uiten. Ook voelt het kind zich op die manier begrepen en gezien, waardoor het makkelijker kan omschakelen.
Ga wel steeds na of jouw invulling klopt door te vragen: 'Klopt dat?'
Heb ook oog voor het non-verbale gedrag van kinderen!
Bij kinderen speelt de non-verbale taal een nog belangrijker rol in de communicatie dan bij volwassenen. Hoe ouder ze worden, hoe beter kinderen zich verbaal kunnen uitdrukken. Maar ook dan is hun lichaamstaal vaak veelzeggender dan hun woorden, al was het alleen maar omdat ze taal vooral nog gebruiken om feiten over te brengen (‘Ik moet naar de wc’) Bovendien liegt de lichaamstaal van kinderen nooit. Let dus op gezichtsuitdrukkingen, houdingen (in elkaar gedoken, hangende schouders enz.) en maniertjes.
Zo leer je steeds beter de signalen kennen van wanneer een kind bijvoorbeeld boos of verdrietig is. Benoem dit ook: ‘Je knijpt met je ogen. Ben je boos?’
Hang echter niet meteen een conclusie aan de gezichtsuitdrukking van het kind, maar geef het kind zelf de kans uit te leggen hoe het zich voelt. Zeg niet ‘wees niet zo gefrustreerd’, maar: ‘Je kijkt niet blij. Wat is er aan de hand?’ Het is goed kinderen zelf na te laten denken over hoe ze zich voelen dan het al helemaal voor ze in te vullen.
Geef ruimte aan alle gevoelens!
Emoties uiten en reguleren begint met emoties accepteren. Het is makkelijker om om te gaan met blije kinderen. Volwassenen worden echter vaak ongemakkelijk als een kind huilt of boos is en zijn vaak geneigd om kinderen zo snel mogelijk uit hun boosheid te halen. maar deze gevoelens hebben ook een goede functie. Door meer naar de positieve kanten van dit soort gevoelens te kijken leer je op een andere manier naar het kind kijken. Hierdoor zul je ook anders met het kind omgaan. Wanneer je deze gevoelens zo snel mogelijk weg wil hebben, dan zeg je hiermee eigenlijk dat je het ‘slechte gevoel’ weg wil stoppen en zal een kind zich onbegrepen voelen en alleen maar langer in de emotie blijven hangen.
Accepteer en erken dus ook deze gevoelens! Kinderen moeten leren dat boosheid en woede normale emoties zijn ('ik mag me zo voelen'), waar je op verschillende manieren mee om kunt gaan zonder agressief te worden.
Gebruik emotiekaarten!
Zet emotiekaarten in. Tips voor activiteiten met emotiekaarten vind je in mijn blog: Activiteiten met emotiekaarten

Stel niet te algemene vragen!
Stel ook niet al te algemene vragen omdat de antwoorden daarop meestal maar weinig informatie opleveren. In plaats van te vragen of het leuk was, kun je ook vragen wat het leukste of minste leuke was.
Kies bij introverte kinderen voor een indirecte benadering!
Met introverte kinderen is het beter het kind voorzichtig te benaderen, en niet te veel nadruk te leggen op het loskrijgen van wat ze nu voelen. Een indirecte benadering werkt bij deze kinderen veel beter, dan ze op een directe manier te vragen hun emoties uit te drukken. Probeer bijvoorbeeld eens voor een boekje te kiezen waarin hun gevoelens aan bod komen en haak er dan op in. Of begin er op een subtiele manier over tijdens het knutselen of tekenen. Op dat soort momenten is het veel makkelijker voor een kind om zich te uiten, en ligt er niet te veel nadruk op het praten over zijn emoties.
In mijn blog: Verlegen kleuters geef ik je nog meer tips voor verlegen, introverte kinderen!
Laat het kind zich op creatieve manieren uitdrukken!
Is je kind écht geen prater? Dan kan het soms beter helpen het kind zijn gevoelens te laten tekenen, uitbeelden, dansen, muzikaal te uiten of op te schrijven op briefjes en die in een zelf geknutselde ‘emotiedoos’ te stoppen.
Laat de kinderen emoties zingen!
Maak kaartjes met de vier basisemoties; blij, boos, bang en verdrietig.
Leg ze op een rij. Zing samen een bekend lied. Na afloop mag 1 kind een kaartje kiezen.
Hij/zij kijkt naar de emotie op het kaartje en zingt met deze emotie.
Variaties: Zing met de hele groep samen in de emotie van het kaartje.
Of maak er een raadspel van; de kinderen zien niet welk kaartje wordt gepakt en raden met welke emotie het lied gezongen wordt.
Of verzin samen met de kinderen andere manieren van zingen en maak er kaartjes van (bijvoorbeeld deftig, zo langzaam als een slak, zo snel als een haas enz.).
Laat het kind tekenen over zijn/haar gevoelens!
Als het kind van tekenen houdt, kun je samen een tekening maken zijn/haar gevoelens en daar meteen over praten. In een getekende fantasiewereld is alles mogelijk.
Er kunnen mensen in voorkomen die in het echte leven vaak afwezig zijn of er helemaal niet meer zijn. Je kunt wensen en verlangens verbeelden, spoken verjagen en vijanden onschadelijk maken. En in een wereld vol vlinders en bloemen is het fijn schuilen.
Mogelijke tekenopdrachten kunnen zijn:
Vraag aan het kind: “Hoe voel je je vandaag?” Laat het kind vervolgens in een spiegel kijken en het gezicht trekken dat bij het gevoel van vandaag hoort. Dan moet het kind zijn (of haar) gezicht in die gemoedstoestand tekenen.
Vraag aan het kind om het gezicht van papa (mama, broertje, of zusje) te tekenen als ze blij (angstig, verdrietig, of boos) zijn.
Laat het kind een situatie bedenken waarbij het zich vrolijk (angstig, verdrietig, of boos) voelt. (Bijvoorbeeld: “Ik teken over mijn verjaardag, want door word ik vrolijk van.” Of: “Ik teken een spin, want die vind ik eng.”)
Vraag het kind te tekenen hoe zijn fantasiewereld eruitziet. Wie woont daar? Zijn er dieren? Gewone of fabeldieren? Leven er mensen of fantasiewezens? Is het er warm, koud, groen of kaal? Hoe zien de huizen eruit? Zijn er bergen, bossen? Wie ben jij in die wereld? Is er een koning? Zijn er monsters? Ridders? Elfjes?
Praat ook samen over de tekening. Benoem wat je ziet zonder erover te oordelen. Dus niet zeggen: ‘Je boom is rood, dat kan toch niet!’ Maar: ‘Ik zie een rode boom.’ Dan kan het kind uit zichzelf iets vertellen.
Gebruik vertelstenen of emotieballen!
Over je emoties praten is niet altijd gemakkelijk, zeker niet voor kinderen.
Vertelstenen of ballen met emoties erop afgebeeld kunnen dan een hulpmiddel zijn om kinderen een stukje op weg te zetten om te vertellen hoe ze zich voelen.
Of maak een armbandje met emotiekralen.
Koppel emoties aan kleuren!
Kleuren roepen emoties op. Ze drukken gevoelens uit. Er zijn vrolijke kleuren (rood, wit, geel, oranje, roze en alle zachte pasteltinten), sombere kleuren (donkere kleuren, paars, grijs, zwart, donkerblauw, donkergroen, bruin), enge kleuren (zwart, paars, aubergine, grijs) en agressieve kleuren (rood, zwart). Geef de kinderen de opdracht om met kleuren een vrolijk (somber, eng, of agressief) schilderij te maken.
Laat de kinderen bouwen met gevoel!
Koppel het spel in de hoeken eens aan gevoel. Laat vier kinderen aan de bouwtafel of in de bouwhoek verschillende bouwwerken maken. Ieder kind moet een keuze maken uit de volgende onderwerpen: een bioscoop, een ziekenhuis, een gevangenis, je eigen huis, het politiebureau, de school, het zwembad, of het dokterscentrum. Er mag slechts één bouwwerk van iedere soort gebouwd worden!
Vraag dan na afloop van de les: “Hoe zou jij je daar voelen?” Laat het kind uitleggen wat het bij het bouwwerk voelt. Vraag ook of het kind in het bouwwerk zou willen zijn.
Ieder kind legt vervolgens ook de bijbehorende emotiekaart bij het bouwwerk.
Of stel dezelfde vraag aan de hele groep, om alle kinderen erbij te betrekken.
Laat de kinderen emoties met poppen uitdrukken!
Geef bij de knutseltafel de opdracht om poppenkastpoppen te maken, die de verschillende basisemoties weergeven. Met deze poppen kun je (of kunnen de kinderen) in de kring zelfbedachte, bijpassende verhaaltjes of situaties uitspelen.
Als je dit regelmatig doet, worden kleuters daar zeer bedreven in.
Uiteraard moet je het spel wel goed begeleiden. Zo moet bijvoorbeeld de emotie die de pop weergeeft, passen bij het spel, of passen in het verhaal.
Speel emotionele situaties uit!
Ga bijvoorbeeld emoties uitbeelden of maak foto's van de kinderen met verschillende gezichtsuitdrukkingen en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitbeeldt.
Of gebruik een gevoelsdobbelsteen. Gooi de gevoelsdobbelsteen hoog in de lucht en doe het gevoel van de bovenkant na. Knutsel er zelf eentje. Heb je een vakjesdobbelsteen?
Stop daar dan afbeeldingen in van de emoties. Dit kan met de emotiekaarten, maar ook met foto's van de kinderen waarop ze zelf de emotie uitbeelden. Of laat kinderen zelf of in de poppenkast zelfbedachte, of door jou geschetste (emotionele) situaties uitspelen.
Houd de instructie kort en simpel. Bijvoorbeeld: “De poppen zijn boos.
Ze maken ruzie om speelgoed. De mama pop komt binnen.
Zij zorgt ervoor dat het speelgoed verdeeld wordt. Dan is het weer gezellig in huis.”
Benoem je eigen gevoelens!
Geef zelf het voorbeeld door jouw gevoel regelmatig te benoemen. Bijvoorbeeld: ‘Ik ben vrolijk omdat we morgen op schoolreis gaan’ of 'Ik was geschrokken omdat je zo schreeuwde. Daarom werd ik ook even een beetje boos.'
Geef eenduidige non-verbale en verbale boodschappen af!
Lichaamstaal leren kinderen van volwassenen. Er bestaan immers geen vaste regels of woordenboeken waarin ze de betekenis van onuitgesproken boodschappen kunnen opzoeken. Daarom is het belangrijk dat volwassenen zelf zoveel mogelijk eenduidige signalen afgeven. Een ‘congruente boodschap overbrengen’ heet dat in vakjargon: lichaamstaal en gesproken taal moeten hetzelfde zeggen. Als een huilende volwassene tegen een kind zegt dat ‘er echt niets aan de hand is’ zal een kind in de war raken.
Huilen betekent toch verdriet? Heeft hij het dan altijd fout gehad?
Maak kinderen bewust van de betekenis van hun verborgen boodschappen.
Snauw een kind ook niet toe dat hij rechtop moet gaan zitten, maar leg hem duidelijk uit dat het een ongeïnteresseerde indruk wekt als hij onderuitgezakt in zijn stoel zit.
Reflecteer op jezelf!
Hoe ga jij zelf om met emoties uiten en welk voorbeeld geef jij kinderen dus in het uiten van emoties? Misschien spiegelt hij jou in jouw gedrag.
Leer kinderen hun emoties te reguleren!
Wanneer je je emoties kunt herkennen, benoemen en uiten moet je ze leren reguleren.
Leer kinderen om hun emoties op een adequate manier te uiten.
Tips hiervoor vind je in mijn blog: Kleuters en emotieregulatie
Zoek, indien nodig, externe hulp!
Als je merkt dat er geen verbetering optreedt, is het goed om met ouders de mogelijkheden om eventueel professionele hulp in te schakelen te bespreken.
Bied structureel activiteiten rondom emoties benoem aan!
Suggesties hiervoor vind je in mijn blog: Activiteiten om de emotionele ontwikkeling te stimuleren
Op zoek naar meer?
Boekentips:
Heb je zelf ook nog aanvullingen of suggesties? Laat dan een reactie achter!
Bronnen
JM Ouders. (2021). De lichaamstaal van kinderen liegt nooit. Zo kun je ze beter begrijpen.
Geraadpleegd op 24 december 2022.

コメント