site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken

Een prikkelmeter

Foto van schrijver: Juf AngeliqueJuf Angelique

Om een kind bewuster te leren omgaan met onder- of overprikkeling is het belangrijk dat een kind zelf zijn alertheidsniveau goed aanvoelt.

Je kunt daarbij, zowel thuis als op school, een prikkelmeter als hulpmiddel gebruiken.

In deze blog vertel ik je er meer over.


Wat is een prikkelmeter?


Alertheid is de mate waarin je in staat bent tot gerichte aandacht, afgestemd op de activiteit die je uitvoert. Iedereen kent normale schommelingen, van weinig alert en rustig, tot heel erg alert en druk of waakzaam. Voor iedere activiteit die we doen, hebben we een bepaald alertheidsniveau nodig, passend bij de activiteit die je op dat moment doet.


Je alertheid wordt beïnvloed door de manier waarop je zintuigen prikkels verwerken uit je eigen lichaam of vanuit de omgeving (sensorische informatieverwerking). Als je heel veel prikkels om je heen hebt word je daar soms heel druk van.

Van heel weinig prikkels kan je heel rustig worden.

Ook de manier waarop je je emoties verwerkt heeft grote invloed op je alertheid.


De prikkelmeter is een instrument waarmee kinderen leren wat hun prikkelbehoefte is.

Op een prikkelmeter kan een kind aangeven of het zich sloom, te rustig, precies goed, te druk of hyper is. De bedoeling daarvan is dat het kind zijn alertheidsniveau leert herkennen, signalen van over-/onderprikkeling opmerkt en zich bewust wordt van wat er nodig is om dit te reguleren. Als ouder of leerkracht kun je op die manier ook inspelen op wat een kind nodig heeft; meer of minder prikkels.


Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van de prikkelmeter in deze download:



Deze meter is overigens bewust niet te uitgebreid, omdat het dan te onoverzichtelijk wordt voor een jong kind. Het is om die reden niet aan te raden een prikkelmeter in te zetten waarop een kind heel veel gradaties kan aangeven.

Tip: Maak samen een gepersonaliseerde prikkelmeter!


Knip de prikkelmeter en de pijl uit, lamineer deze en bevestig de pijl met een splitpen in het midden van de prikkelmeter. In plaats van de pijl kun je ook een wasknijper gebruiken.


Je kunt de prikkelmeter als strategie inzetten, wanneer je denkt dat een kind niet goed doorheeft wanneer hij te veel of te weinig zintuiglijke prikkels ervaart.

 

Het gebruik van een prikkelmeter


Een prikkelmeter is geschikt voor kinderen vanaf 7-12 jaar, die hun prikkelverwerking onvoldoende (zelf) kunnen reguleren en die voldoende verbale mogelijkheden en

zelfreflectie hebben. Voor kleuters is het zelfstandig gebruik van de prikkelmeter nog wat lastiger. Je kunt de prikkelmeter bij jongere kinderen wel als visueel hulpmiddel gebruiken om als volwassene aan te geven wat je ziet en wat er nodig is. Bijvoorbeeld: een onderprikkelde kleuter hoort niet, dat je hem een paar keer hebt geroepen.

Pak de prikkelmeter er dan bij en benoem wat je zag: "ik merkte dat je me een paar keer niet hoorde toen ik je riep. Kan het zijn dat je voelt als dit egeltje?".

Wijs het bijbehorende egeltje aan op de prikkelmeter uit de download.

Kijk vervolgens wat er nodig is om wel op te kunnen letten.


Wanneer je een prikkelmeter bij kinderen vanaf 7 jaar inzet, dan is het wel verstandig hier eerst mee te oefenen.


Begin met een kindgesprek.

  • Bespreek de verschillende fasen van de prikkelgevoeligheid.

  • Bespreek wat je bij iedere fase kunt zien. Waar kun je bijvoorbeeld aan merken dat je sloom of juist hyperactief bent.

  • Bekijk samen met het kind hoe het op dat moment met het kind gesteld is: Klopt zijn prikkelbalans of niet? En als dat niet het geval is, is dat dan omdat hij prikkels tekort komt, of omdat het kind juist teveel prikkels ervaart? Stel daarbij bijvoorbeeld vragen als:

    Voel je je nu goed? Voel je je moe of juist druk? Lukt het je goed om op te letten?

    Heb je last van geluiden of bewegingen in je omgeving of iets anders?

  • Leg het principe van de prikkelmeter uit. Draai de pijl naar de prikkelfase waarin het kind zich bevindt (of plaats de wasknijper daar).

  • Wat zou je in een fase kunnen helpen om je prettig te (blijven) voelen? Vertel dat je bij de rode en oranje fase meer prikkels nodig hebt. Geef wat mogelijkheden en laat het kind aangeven welke voor hem het beste zou werken. Dit kan per kind enorm verschillen. Doe datzelfde voor de blauwe en paarse fase. Vertel het kind dat je dan iets moet doen om kalmer te worden. Geef weer wat mogelijkheden en laat het kind aangeven welke voor hem het beste zou werken. Maak de gekozen mogelijkheden visueel (schrijf ze op of teken ze naast de prikkelmeter of maak een apart kaartje met daarop de kleuren, die passen bij de fasen en schrijf of teken het daar op. Plak deze naast de prikkelmeter.).

  • Maak afspraken over deze strategieën en vertel duidelijk dat het kind zelf initiatief kan nemen om de gekozen afspraken uit te voeren, maar dat jij het ook kan aangeven als je het nodig vindt om de actie uit te voeren. Doe dit wel op een opbouwende manier. Vertel dat je het kind er graag bij wil helpen.

  • Leg de prikkelmeter en afspraken op de tafel van het kind.


Wanneer je dit een aantal keren samen hebt geoefend, dan kun je proberen of het het kind zelf lukt. Zo niet, blijf het dan gewoon oefenen. Het is niet de bedoeling dat een kind stress krijgt en zich gefaald voelt door de prikkelmeter. Het is daarom van groot belang dat je de prikkelmeter niet alleen inzet wanneer het niet goed verloopt. Gebruik deze de eerste keren juist wanneer het wel goed verloopt. Op een later tijdstip kun je de meter dan ook inzetten wanneer het kind storend gedrag laat zien.


Het is wel goed om je te realiseren dat het gebruik van een prikkelmeter om een cognitief proces vraagt, die niet passend is voor ieder kind, namelijk:

  1. Hoe voel ik me?

  2. Het besef hebben dat er een prikkelmeter bestaat.

  3. Deze raadplegen.

Op zich is dat een heel mooi principe, maar besef je wel dat dit ook te veel kan zijn op het moment van grote spanning. De stress en het onbewuste neemt het op dat moment helemaal over van je denken en een kind is dan niet meer in staat om rationeel te denken, waardoor er meteen een reactie is.


Voor een prikkelgevoelig kind met autisme kan dit ook lastig zijn, omdat het voor kinderen met autisme vaak lastig is om aan te geven hoe zij zich voelen.

Ze krijgen de nodige informatie niet of nauwelijks van hun lichaam door en vinden het daardoor ook lastig deze te interpreteren en weer te geven op een meter.

Bij kinderen met autisme werkt het vaak beter om te kunnen aanduiden of zij zich goed of slecht voelen en geen gebruik te maken van tussenliggende schalen.


 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!

 

Bronnen



.


15 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

© 2020 by juf Angelique. This website has been designed using resources from Freepik.com

bottom of page