Juf Angelique
Een portfolio bij kleuters
Bijgewerkt op: 17 dec. 2022
Het woord “portfolio” komt oorspronkelijk van het Italiaanse Portare Foglio, dat “dragen van papieren” betekent. In het (speciaal) basisonderwijs heeft een portfolio het doel om de ontwikkeling van leerlingen zichtbaar te maken. Dat heet: portfolioleren. In deze blog lees je wat portfolioleren is en wat deze manier van werken betekent voor jou als leerkracht.

Wat is een portfolio?
Op veel scholen wordt gewerkt met een portfolio. De kinderen verzamelen hierin werk dat ze willen laten zien. Met een goede begeleiding en duidelijke visie is een portfolio een prachtig middel om krachtige leervaardigheden te ontwikkelen.
Portfolioleren daagt kinderen uit om zélf de regie te voeren bij het leren.
De kern van het werken met portfolio is om naar het werk van kinderen te kijken en met kinderen in gesprek te gaan over de dingen die ze gemaakt hebben. Dat gesprek verdiept de leerervaring en geeft zicht op de betekenis die het kind geeft aan activiteiten en op wat een kind al kan en nog niet kan.
De leervaardigheden waar je aan kunt werken met een portfolio zijn:
Jezelf leren kennen.
Kennis over brein en leren.
Kunnen reflecteren op eigen werk.
Jezelf kunnen verbeteren.
Moeilijkheden overwinnen.
Doelen stellen.
Een portfolio maakt de ontwikkeling van leerlingen heel goed zichtbaar.
Het mooie aan portfolio’s is dat kinderen niet worden vergeleken met elkaar, maar uitsluitend met zichzelf. Dat geeft zelfvertrouwen en draagt bij aan de motivatie om te leren.
De leerkracht volgt natuurlijk samen met de leerling het hele leerproces.
Sommige scholen werken ook met een rapportfolio. Hierin zitten naast de werkjes waar de kinderen trots op zijn ook een uitdraai van het leerlingvolgsysteem
Een portfolio bij kleuters
Portfoliogebruik bij jonge kinderen vraagt soms om andere benaderingen dan portfoliogebruik bij oudere kinderen. Jonge kinderen zijn ontzettend nieuwsgierig en leergierig. Ze leren via activiteiten en spel in verschillende situaties, daarom heeft het onderwijs en ook het portfoliogebruik in de onderbouw een eigen dynamiek.
De leerkracht heeft vaak een observerende rol.
Het mooiste is als de observaties van de leerkracht en het verhaal wat de leerling vertelt samen één verhaal vertellen over de ontwikkeling van de leerling.
In de onderbouw gaat veel werk vaak aan het einde van de ochtend mee naar huis.
Met het gebruik van portfolio’s hoeft dit niet altijd meer zo te zijn. Het is goed om jonge leerlingen aan dit idee te laten wennen door geregeld over het portfolio te praten.
Aan het begin van het jaar kun je zelf bijvoorbeeld een portfolio voorbeeld meenemen (bijvoorbeeld een fotoalbum). Aan de hand daarvan kun je de jonge kinderen vertellen waarom de geselecteerde foto’s in het album zitten en bewaard zijn.
Op die manier krijgt een portfoliomap een betekenis voor leerlingen en heeft deze ook daadwerkelijk een functie.
Doelen opstellen
Bij het leren in het basisonderwijs staan de kerndoelen centraal.
De uitdaging is, om een dusdanige sturing aan het portfolioleren te geven, dat het invulling geeft aan die kerndoelen. Niet alle jonge leerlingen kunnen alleen (persoonlijke) doelen opstellen maar hebben daarbij soms hulp nodig van de leerkracht. Daarnaast vinden zij het soms lastig om ver vooruit te denken en te plannen, wat soms nodig is voor het opstellen van doelen. Per dag een of meerdere doelen opstellen kan daarom bij kleuters handig zijn.
Een mogelijkheid om dit te doen, zonder hier veel tijd per leerling aan kwijt te zijn, is door in een gezamenlijke kringactiviteit te inventariseren wie al een plan of idee voor de dag heeft, of het kind dat alleen of met anderen wil doen, wat hij of zij daarbij nodig heeft en waar hij of zij hulp bij wil. Aan het einde van de dag kunnen leerlingen opnieuw in de kring vertellen wat ze die dag hebben gedaan of gemaakt. Als de mogelijkheid er is kunnen leerlingen vertellen over eventuele problemen die ze tegenkwamen gedurende de dag, of ze deze hebben opgelost en of ze er nog verder aan gaan werken. Op die manier raken jonge kinderen gewend aan het reflecteren op opgedane ervaringen en hun leerproces.
Dit verhoogt het eigenaarschap.