Op het eerste gezicht lijkt poppenspel puur een leuk tijdverdrijf. Poppenspel biedt echter volop kansen om te leren en te ontwikkelen. In deze blog vertel ik je er meer over.

Het belang van poppenspel
Poppenspel heeft een enorme aantrekkingskracht op kinderen. Gebruik maar eens een pop tijdens de uitleg van een spel, opdracht of reken- of taalles. Kinderen zullen dan meteen aandachtig luisteren. In de jaren zeventig was de poppenkast niet weg te denken uit basisscholen en crèches. En sindsdien is de poppenkast nooit helemaal weggeweest.
Helaas is de poppenkast tegenwoordig vaak minder prominent aanwezig in de klas.
Veel leerkrachten voelen zich bij het spelen van poppenspel kwetsbaar en hebben tijdens het spelen last van een schaamtegevoel.
En dat is jammer, want poppenkast spelen is enig om te doen, kinderen genieten ervan en het kent ook veel voordelen.
Door poppenspel komen kinderen in een wereld van fantasie terecht, een wereld waar ze zich van nature uit thuis voelen.
Via een pop kun je heel goed contact krijgen met de binnenwereld van kinderen. Kinderen die zich moeilijk uiten, praten in veel gevallen makkelijker met een pop dan met een volwassene. De pop oordeelt niet en heeft geen verwachtingen, maar luistert en is aanwezig bij alle emoties van het kind. Op deze manier krijg je altijd meer zicht op wat kinderen voelen, ervaren, beleven en denken.
Kinderen kunnen met poppen hun eigen leven naspelen. In het spel kunnen ze emoties uiten en ervaringen verwerken.
Poppen stimuleren het creatieve vermogen. Kinderen proberen met poppenspel situaties uit, ze experimenteren en zoeken grenzen op. Ze leren omdat ze fouten mogen maken en dingen steeds opnieuw kunnen uitproberen.
Met poppen ontwikkelen kinderen expressieve vaardigheden. Ze experimenteren met bewegingen, gezichtsuitdrukkingen en stemgebruik. Kinderen die spelen met handpoppen zie je voluit hun stem gebruiken, heerlijk zingen en ze zijn volledig aanwezig.
Kinderen leren zichzelf en de wereld om zich heen kennen. Ze ervaren hoe ze met verschillende typen mensen kunnen omgaan. Hoe reageer jij op een kattige kat, een boze wolf of een bang schildpadje? Poppen kunnen verschillende typen mensen en emoties verbeelden.
Poppenspel stimuleert de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen ervaren bij poppenspel hoe het is om leiding te nemen, of juist te volgen, daarnaast wordt hun inlevingsvermogen ook ontwikkeld. Als poppenspeler moet je jezelf kunnen verplaatsen in de pop en in de context van het verhaal. Bij het zelf spelen is sprake van veel interactie.
Als doel of middel
Poppenkast/-spel kan worden ingezet al doel, maar ook als middel in allerlei lessen en projecten.
Poppenkast als doel Poppenkast wordt vaak gebruikt als een soort traktatie in de klas. Even iets anders dan voorlezen. Even genieten aan het eind van een drukke dag of lange week.
Poppenkast als middel Poppenkast leent zich echter ook uitstekend om te gebruiken als middel in de klas, tijdens jouw lessen. Enkele voorbeelden:
Juist omdat de kinderen zo veel van zichzelf in Jan Klaassen herkennen, kun je hem goed gebruiken om iets duidelijk te maken.
Je kunt een pop laten verdwalen, tijdens een les over kaartlezen.
In de onderbouw wordt vaak gebruik gemaakt van taal- en rekenpoppen, zoals Sjoerd de Cijferwoerd, Koning Kapitaal, Lotte Langzaam, Harry Hak en Pietje Plak en Tijm Rijm. Maar ook andere poppen kunnen natuurlijk bij interactieve taallessen een belangrijke rol spelen in de klas!
De poppenkast
Zorg bij het poppenkast spelen voor een poppenkast met een doek, waarachter je je als leerkracht kunt verstoppen. Op die manier kunnen de kinderen de spelers achter de poppenkast niet zien en haal je voor kinderen de illusie niet weg. Op het doek kun je bijvoorbeeld afbeeldingen plakken. Zorg ook voor gordijnen. Deze zijn bij aanvang nog gesloten. Een signaal dat het theater nog niet begonnen is.
Je kunt een kant-en-klare poppenkast lopen, maar het is ook niet zo moeilijk om zélf een poppenkast te maken, die wat gebruiksvriendelijker is dan de kant-en-klare.
Of speel je poppenspel aan een tafel: sta achter de tafel tijdens het poppenspel en kom naar voren tijdens de stopmomenten terwijl je poppen in ‘freeze’ gaan. Zo maak je voor je kleuters het verschil duidelijk tussen het poppenspel en de besprekingen.
In feite bestaat een poppenkast uit drie stukken triplex, die met scharnieren aan elkaar zitten. Het breedste stuk, in het midden, heeft een uitsparing om “in te spelen”.
Bij een zelfgemaakte poppenkast kun je aan deze simpele uitvoering enkele dingen toevoegen, die de poppenkast in de speelgoedwinkel meestal niet heeft.
Denk bijvoorbeeld aan:
Een plank te installeren, waarop je de poppen en eventuele rekwisieten kunt klaarleggen. Deze plank kunt u ook gebruiken om met uw armen op te leunen tijdens het spelen.
Haakjes, vlak onder de uitsparing, boven de poppenplank, waaraan je jouw spelschema kunt hangen.
Gordijntjes of een decor in de speelruimte. Hiervoor bevestig je stokhouders in beide zijkanten van de poppenkast. In die houders kun je dan een stok hangen, waaraan een doek hangt, met daarop een geschilderd tafereeltje. Als de voorste gordijntjes (bij de uitsparing) tussen twee scènes door dicht zijn, kun je van decor wisselen, zonder dat het publiek het ziet. Het decordoek kan simpelweg om de stok worden opgerold.
Afhankelijk van jouw eigen lengte en de plaats van het publiek (op de grond, op stoelen of op een tribune) moet je de hoogte van de poppenkast bepalen. De kinderen moeten natuurlijk gemakkelijk naar de poppen kunnen kijken. Dus de uitsparing mag, vanuit het publiek gezien, niet te hoog zitten. Maar ook spelen sommige spelers het liefst staand, terwijl andere spelers juist liever op een krukje of op een lage stoel zitten. Al deze aspecten bepalen de hoogte van de poppenkast.
Een andere oplossing is de tafelpoppenkast. Die kun je kopen in de betere speelgoedwinkel. Maar natuurlijk kun je die ook zelf maken. Het principe is hetzelfde als bij de reguliere poppenkast, alleen de tafelpoppenkast is veel korter. Het is eigenlijk een halve poppenkast. Om te spelen, zet je de poppenkast op een tafel.
Over de tafel gooi je eerst een doek, zodat het publiek jouw benen niet kan zien.
Op de tafel kun je jouw poppen en andere benodigdheden klaarleggen. Het voordeel is natuurlijk, dat de tafelpoppenkast minder ruimte inneemt dan een gewone en dat je hem daardoor gemakkelijker kunt vervoeren.
Een alternatieve poppenkast, die je ook gemakkelijk mee kunt nemen, is een stoffen poppenkast, die je in een deuropening kunt hangen. Om ervoor te zorgen dat het publiek je niet kan zien, maak je van dikke stof een “voorgevel”, die net zo breed is als de deuropening. Aan voor gemonteerde haakjes, boven in de deuropening, hang je de “voorgevel” op. Halverwege de deur is een uitsparing, waarin je speelt.
Aan de achterkant, vlak boven de uitsparing, kun je een elastiek (of een dun stokje) vastnaaien, waaraan gordijntjes kunnen hangen.
Zo kun je tóch tussen twee scènes door de gordijntjes dichtdoen.
Heb je geen poppenkast voorhanden, dan kun je ook poppenspel spelen zonder een poppenkast of gewoon achter een kast (met een doek eroverheen) gaan zitten.
Ook een goede manier om snel een poppenkast te maken, is een touw te spannen tussen twee punten en daar dan een laken overheen te gooien. Je speelt dan boven het laken.
Je kunt het best een klein krukje achter de geïmproviseerde poppenkast zetten, waarop je de benodigdheden klaarlegt.
De poppen
Zorg voor een basisset poppenkastpoppen. Deze zijn in veel speelgoedwinkels te koop.
Dit zijn veelal plastic poppen, die een wat goedkope uitstraling hebben.
Ze zijn dan ook niet duur. Je moet even kritisch kijken naar welke poppen er in die set zitten, zodat je er veel verschillende verhalen mee kunt spelen.
Kinderen zijn vaak dol op Jan Klaassen. Hij heeft goede bedoelingen, maar bijna altijd loopt alles mis. Hij maakt fouten, doet domme dingen en krijgt regelmatig op zijn kop van Katrijn of van de agent. Kortom: Jan Klaassen lijkt op een kind!
Kinderen, maar ook veel volwassenen, kunnen zich gemakkelijk met hem identificeren.
Zodra Jan Klaassen verschijnt, kiest het publiek zijn kant. Ze zullen hem toeroepen om hem te waarschuwen of te helpen. En ze roepen “boe” als de heks of Katrijn achter hem aan zit. Met Jan Klaassen krijg je dus meteen interactief spel in de klas!
Gebruik niet te veel personages in je poppenspel en hou je verhaal eenvoudig.
Gebruik bij voorkeur grote handpoppen om zo meer betrokkenheid te creëren bij je kleuters. Ook kan je grote handpoppen gemakkelijker in stilstand zetten tijdens de stopmomenten.
Zorg daarnaast ook voor aanvulling op de basisset.
In de kleinere, luxe speelgoedwinkels, waar je onder andere veel houten speelgoed kunt vinden, verkoopt men vaak heel mooie poppen, die gemaakt zijn van hout.
Kijk welke pop goed bij jou past en probeer deze uit. Ligt de pop lekker in jouw handen?
Overigens is het echt niet nodig om een hele verzameling poppen aan te leggen.
Wanneer je met minder poppen hoeft te spelen kunnen jij en de pop ook eerder een eenheid gaan vormen.
Poppen hoeven ook niet duur te zijn. Het is niet lastig om zelf poppen te maken. Bovendien is het een fantastische activiteit om in de klas met de kinderen te doen. Enkele mogelijkheden:
Sokpoppen
Voor sokpoppen heb je oude sokken en stukjes vilt nodig. Knip de voet van de sokken open en naai daarin een rond stukje vilt vast. Plak eventueel in het midden van de voet (van een andere kleur vilt) een tong. De bek is af. Plak bewegende ogen op de sok of maak deze met verschillende kleurtjes vilt. Van draden wol kunnen gekke kapsels worden gemaakt.
Piepschuimen balletjes
Als je poppen wilt maken, die er realistischer uitzien en die ook kleding aan hebben, dan kun je die bijvoorbeeld met balletjes van piepschuim maken. Maak onder in het balletje een gat. Van karton maak je een rolletje, dat je in dat gat steekt. Het rolletje moet ruim genoeg zijn om uw vinger in te steken. Hiermee kun je straks de kop van de pop bewegen.
Om het balletje van piepschuim span je een stukje huidkleurige panty, dat je onderaan met een touwtje vastzet. Met stukjes vilt (of kant-en-klare onderdelen uit de knutselwinkel) maak je het gezicht. Denk daarbij aan de gezichtsuitdrukking, die je aan de pop wilt geven.
De vorm van de mond en de afmeting van de ogen kunnen een personage een boze of juist een vriendelijke uitstraling geven.
Papier-maché of klei
Maak hiermee koppen op een hol rolletje karton. Met deze materialen is het gemakkelijker om een pop bijvoorbeeld een uitgesproken neus, grote oren of vragende wenkbrauwen te geven.
Een pollepelpop.
Verf de pollepel in de gewenste kleur, of laat ’m naturel. Teken er een gezichtje op als de verf droog is. Vlecht haren van draad, maak een hoedje of hoofddoekje en een cape of knip oortjes van stukjes stof, vilt, draad, strikjes, knoopjes, pailletten enz. Lijm alles goed vast.

Kleding kun je zo eenvoudig laten of zo mooi maken als je zelf wilt.
Het kan soms al genoeg zijn om een stuk stof rond het kartonnen rolletje onder de kop te bevestigen. Als je twee lijfjes met armen in één keer uit een dubbelgevouwen stuk vilt knipt en die lijfjes daarna aan elkaar stikt (rijgt of naait), dan kun je straks met twee vingers de armen van de pop bespelen. En natuurlijk is het ook niet moeilijk om handjes te knippen uit een stukje vilt en die handjes daarna aan de mouwen te naaien.
Door een klein stukje klittenband aan de handjes te naaien, kun je later gemakkelijk rekwisieten, die óók voorzien zijn van klittenband, door de pop laten “vasthouden”.
Koop je liever een (hand)pop? Koop er dan in ieder geval eentje waar jij direct iets bij voelt: een pop die bij je past, die goed voelt en waarvan je creativiteit meteen gaat stromen. Geef de pop een karakter. Kijk naar je pop: is de pop blij, verbaasd, angstig of juist een durfal. Geef de pop ook een naam die bij hem en zijn karakter past. Als je een pop eenmaal een specifieke rol hebt gegeven, dan is het aan te raden de pop deze rol te blijven geven. Het is voor kinderen heel onduidelijk als een pop opeens een andere rol heeft of een rol een andere pop. Bepaal de stem die bij je pop past. Kies een stem die je makkelijk kunt volhouden. En bedenk ook: hoe meer karakter je pop heeft in gezichtsexpressie en non-verbale communicatie, hoe minder je hoeft te spreken.
Organisatie en speltechnieken
Poppenkast spelen is niet moeilijk. Het is voor veel mensen gemakkelijker dan toneelspelen, omdat je immers zelf niet zichtbaar bent. Je kunt in feite spelen, terwijl je verscholen zit achter de kast. En dat is een betrekkelijk veilige manier van spelen.
Maar… het vereist wél wat aan techniek. Enkele aandachtspunten hierbij:
Leg alles klaar! Leg van tevoren alle benodigdheden klaar. Het liefst in volgorde van gebruik.
Denk hierbij aan de poppen, rekwisieten, het decor en muziek. Achter de poppenkast kun je een cd-speler klaarzetten, die u snel aan- en uit kunt zetten. Want het laten horen van muziek tussen de scènes door geeft een theatraal effect.
Zorg voor een volwassene in het publiek!
Jonge kinderen vinden het moeilijk om schijn en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden. Ze zien jou de poppenkast in gaan. Maar als ze even later Jan Klaassen tevoorschijn zien komen, kan het zomaar gebeuren, dat ze zich niet meer realiseren dat jij Jan Klaassen speelt. Het overkomt veel poppenkastspelers dan ook, dat ineens de halve klas met de neuzen in de poppenkast hangt, om te kijken wie er allemaal in de kast wonen! Zorg daarom dat er altijd iemand (een volwassene) aanwezig is, die de kinderen tegenhoudt, die naar voren willen stormen. Of leg van tevoren aan de kinderen goed uit, dat ze allemaal op hun stoel moeten blijven zitten en niet in de poppenkast mogen kijken, totdat je klaar bent met het spelen van uw verhaal.
Speel altijd vanuit de belevingswereld van het kind.
Laat de pop geen volwassene zijn, maar een vriendje dat op gelijk niveau staat; een vriendje met wie het kind een verbond kan sluiten.
Geef de pop een eigen karakter!
Maak de (hand-)pop ook geen onderdeel van jezelf. De pop heeft een eigen karakter en eigen wensen. De pop staat op één lijn met de groep of het kind, hij is het kind tussen de kinderen. De pop is het dus ook niet altijd met de juf eens. Leg in contact en communicatie een lijn tussen jezelf en de pop, tussen jou en het kind en laat de communicatie tussen het kind en de pop ontstaan. Laat de pop een emotie verbeelden die voor kinderen herkenbaar is.
Zorg voor een opening!
Het poppenspel in de poppenkast start met het openen van de gordijnen.
Dit kun je op verschillende manieren doen, maar zorg er in ieder geval wel voor dat daarbij geen handen te zien zijn. Laat de pop de gordijnen openen of loop met de pop even de poppenkast uit en doe de gordijnen open. Op die manier zien de kinderen dat de juf er gewoon bij is en is het minder spannend. Laat de pop niet vanaf onderen, maar vanaf de zijkant opkomen. De poppenkast is het huis van de poppen en die verschijnen niet ineens vanuit de grond. Dat kan alleen als het passend is in het verhaal.
Om een poppenkastvoorstelling compleet te maken kun je de kinderen een toegangskaartje geven en bij binnenkomst laten afstempelen. Zet ook alvast een sfeermuziekje aan.
Speel in kleine groepjes!
Speel en bespreek je poppenspel in kleine groepen zodat je meer betrokkenheid kan creëren.
Maak het interactief!
Maak er een interactief spel van. Kinderen reageren op de poppen.
Probeer goed te luisteren naar wat er in het publiek gebeurt.
Speel vrij en praat met de kinderen. Knoop losse, vriendelijke, open gesprekjes aan.
Voed de kinderen door aandachtig te luisteren en tussen neus en lippen door gerichte vragen te stellen. Je zult soms ook even moeten wachten, voordat je opnieuw tekst kunt zeggen. Naarmate je vaker speelt, zal het gemakkelijker zijn om in te spelen op het commentaar van de kinderen. Interactie met het publiek is ontzettend belangrijk!
Voorkom vermoeidheid!
Bij poppenkast spelen speel je vaak boven jouw hoofd. En dus boven jouw macht. Dat is soms best vermoeiend. Veel poppenspelers merken niet dat ze halverwege het spel, als ze moe worden, de poppen te veel laten zakken. Oefen af en toe met iemand in het publiek, die jou daarop attendeert. Of gebruik een poppenplankje in de poppenkast als steuntje.
Overdrijf de bewegingen!
Denk eraan, dat je jouw bewegingen een beetje overdrijft. Met één vinger bespeel je de kop en met twee andere vingers de armen en de handen van de pop. Oefen een paar keer voor de spiegel hoe groot jouw bewegingen moeten zijn, om duidelijk te zijn voor het publiek.
Zorg ervoor dat de kinderen je verstaan!
Als je achter de poppenkast zit, dan betekent dat ook, dat er hout (of stof) tussen jouw mond en de oren van het publiek zit. Je moet dus heel duidelijk praten, om verstaanbaar te blijven. Praat ook langzamer/rustiger dan je wellicht gewend bent en praat luid.
Goed articuleren is belangrijk.
Varieer met stemmetjes!
De poppen hebben natuurlijk niet allemaal dezelfde stem. Het is niet gemakkelijk om een overdreven accent of een heel andere stem dan uw eigen stem vol te houden.
Zoek het daarom in kleine verschillen. De ene pop praat bijvoorbeeld iets langzamer en lager dan de andere, die wat sneller en hoger praat. Laat een van de poppen steeds giechelen of een raar snurkgeluid maken na een zin.
Het publiek denkt hierdoor dat deze pop heel anders klinkt dan alle andere poppen!
Het “schakelen” tussen de verschillende stemmetjes kost wat oefening.
Zorg voor een assistent!
In een poppenkast moet je vaak veel tegelijk doen: Je speelt met twee handen (twee poppen), je pakt af en toe ook nog rekwisieten én je wisselt van pop. Dit alles vereist wel enige handigheid. Als je genoeg ruimte achter de kast hebt, is het wellicht een idee om een assistent naast je te hebben, die poppen van jouw hand trekt, andere poppen op jouw hand zet, rekwisieten aangeeft en op het juiste moment de gordijntjes dichttrekt.
Geef de assistent eventueel zwarte handschoenen aan.
Het verhaal
Er zijn allerlei poppenkastboeken op de markt, waarin je goede ideeën vindt voor verhalen.
Ook op internet is veel te vinden. Eigenlijk kun je elk verhaal of sprookje spelen, als je maar goed in de gaten houdt hoeveel personages er tegelijk in een scène voorkomen. Je hebt met twee handen natuurlijk slechts de mogelijkheid om twee, hooguit drie personages tegelijk te bespelen. Voor de duidelijkheid van de scène zijn meer personages ook niet wenselijk. Maar als er in een bepaald verhaal tóch meer dan twee (of drie) personages nodig zijn, dan heb je dus een tweede speler nodig.
Poppenkast leent zich uitstekend voor improviseren tijdens het spel. Vooral omdat poppenkast reacties van kinderen uitlokt, is het goed om met die reacties wat te doen in het spel. Zo betrek je de kinderen er nog beter bij. Om de draad niet kwijt te raken, kun je het verloop van het verhaal in het kort opschrijven. Zo’n spelschema hang je aan een haakje in de kast, zodat je het altijd bij de hand hebt.
Zelf poppenkast spelen
Er zijn verschillende manieren om met poppenspel bezig te gaan met je kinderen.
Je kunt zelf poppenkast of poppenspel spelen, maar de kinderen kunnen ook zelf spelen.
Een goede manier om dit te begeleiden is door elke pop zijn eigen emoties uit te laten leggen. Laat bijvoorbeeld de verdrietige pop vertellen waarom de pop verdrietig is geworden. Waarom is de pop verdrietig en wat kan de vrolijke pop doen om de verdrietige pop op te vrolijken. Vervolgens vertellen bijvoorbeeld een boze en blije pop waarom ze zich zo voelen. Op deze manier leren kinderen spelenderwijs over gevoelens praten en elkaar beter begrijpen. Bovenal zullen ze deze eenvoudige vorm van poppenspel leuk vinden.
Natuurlijk lijkt poppenkast vooral iets voor de onderbouw en de middenbouw, maar kinderen in de bovenbouw zijn ook nog enthousiast over poppenkast en kunnen er op een andere manier mee aan de slag dan de jongere kinderen. Zij kunnen bijvoorbeeld zelf poppen en verhalen maken en deze bijvoorbeeld weer voor de onderbouw spelen.
Poppenkast blijft lang leuk!
Voorlezen in combinatie met poppenspel
Poppenspel hoeft niet perse plaats te vinden in een poppenkast en kan ook gewoon in de kring, bijvoorbeeld tijdens het lezen van een verhaal. Voorlezen in combinatie met poppenspel geeft je de mogelijkheid een extra dimensie aan het verhaal toe te voegen, waarmee je het vertellen verrijkt en een blijvende indruk achterlaat bij jonge kinderen.
Zorg voor een boek met een duidelijke rode draad. Op die manier kun je het verhaal makkelijker overbrengen. Het maakt niet uit als de kinderen het boek al kennen, want de pop geeft een extra dimensie aan het verhaal en kleuters zijn dol op herhalen.
De pop zorgt ervoor dat je de kinderen naar je toehaalt. Je kunt het overigens bij eentje laten. Meerdere poppen gebruiken maakt het voor de kinderen vaak allen maar verwarrender. Introduceer de pop door hem langzaam tot leven te brengen.
Vertel de kinderen bijvoorbeeld dat de pop een lief vriendje van je is, die jij beweegt.
Laat de pop ook uitleggen dat jij voor de pop praat. Dit geeft rust en veiligheid.
Er is anders ook altijd wel een kind die dat opmerkt. Hiermee stel je dat kind in zijn gelijk zonder een discussie aan te moeten gaan, die ervoor zorgt dat de kinderen hun aandacht verliezen. Houd de pop in eerste instantie op afstand en houd het rustig en klein.
Voel gedurende het voorlezen aan wanneer je met de pop dichterbij kan komen.
Laat de pop ook grapjes uithalen en woordversprekingen maken. Het zorgt voor een stukje vermaak, maar ook voor modellen. Laat de pop jou bijvoorbeeld onderbreken en leer de kinderen zo spelenderwijs de regels rondom het luisteren naar een verhaal aan.
Of laat de pop een beetje doof zijn en andere woorden maken van de woorden die worden voorgelezen.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer inspiratie ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!

Comments