top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

De weekendkring

Bijgewerkt op: 4 dagen geleden

Na een weekend of vakantie barsten de kinderen van de enthousiaste verhalen.

Maar met bijna dertig leerlingen in de groep kan zo'n weekendgesprek erg lang duren.

In deze blog geef ik je suggesties voor een alternatieve weekopening.



De weekendkring


Als leerkracht is het goed om te weten wat de kinderen buiten school ondernemen. Daarnaast heeft de weekendkring meerdere doelen:

  • Kinderen vertellen en verwoorden een verhaal.

  • Ze ontwikkelen een actieve luisterhouding.

  • Ze geven en ontvangen feedback.

Veel leerkrachten willen alle kinderen de gelegenheid geven te vertellen wat ze in het weekend hebben gedaan. Dit duurt vaak veel te lang en maakt veel kinderen onrustig.

Het luisteren naar groepsgenoten is voor jonge kinderen bovendien al moeilijk genoeg.

Niet alleen vanwege de geringe variatie aan inhouden, maar ook omdat sommige kinderen nogal onsamenhangend vertellen. Sommige kinderen kunnen ook moeilijk tot een afronding komen. “Nee, nee, ik ben nog niet klaar,” zeggen ze dan.


Iedereen aan het woord laten tijdens een weekendkring, lukt vaak niet.

Zelfs als je de kring verdeelt over meerdere momenten.

Alternatieve werkvormen kunnen dan meer ruimte bieden, zodat iedereen kan vertellen. Bovendien activeert het de kinderen die wat minder graag op de voorgrond treden om toch hun verhaal te delen met de rest van de groep. Hieronder tref je diverse suggesties.

 

De binnen- en buitenkring


Start met denktijd van een halve of hele minuut lang, waarin de kinderen bedenken wat ze hebben gedaan in het afgelopen weekend. Als kinderen dat nog moeilijk vinden, mogen ze ook bedenken wat ze het leukste vonden afgelopen weekend.

Laat de helft van de klas in de kring zitten. De andere helft van de klas zoekt een plekje tegenover deze kinderen. Wanneer je dit elke week doet, zal dit steeds sneller lukken.

Check wel of er niemand alleen staat. Zet in dat geval drie kinderen bij elkaar.

De kinderen van de binnenkring mogen beginnen met vertellen.

Een minuut vertellen is meer dan voldoende om de aandacht vast te kunnen houden.

Zet een timer, zodat de kinderen weten wanneer de minuut voorbij is.

De buitenkring mag vragen stellen aan de binnenkring als de kinderen van de binnenkring niet meer weten wat ze moeten vertellen. Oefen van tevoren een aantal vragen, die ze zouden kunne stellen aan elkaar. Als de timer afgaat mogen een aantal kinderen van de buitenkring vertellen wat hun maatje van de binnenkring heeft verteld.

Daarna wisselen je om en mag de buitenkring dus vertellen.

Let ik elke week specifiek op iets, zoals de luisterhouding, de vertelhouding of wat er verteld wordt. Geef hier ook direct feedback op.

 

Wandel en wissel uit


Gebruik een timer en laat de kinderen door de klas lopen zonder elkaar aan te raken.

Op jouw teken zoeken de kinderen contact met de dichtstbijzijnde klasgenoot.

Ze wisselen hun verhalen gedurende een paar minuten uit.

Op jouw teken start vervolgens een tweede ronde.

Moedig de kinderen aan om elkaar vragen te stellen.

Bepaal zelf of een derde ronde mogelijk is.

Zorg dat er tijd overblijft voor het terugkoppelen en vraag aan een paar kinderen wie ze hebben gesproken en wat die kinderen hebben gedaan.

 

Snel tekenen


Geef alle kinderen een vel wit A4-papier. Ze vouwen het blad in vieren.

Voor elk vakje krijgen ze drie minuten de tijd om er een weekendactiviteit in te tekenen. Voor de kinderen die dit lastig vinden: dit kan ook een maaltijd zijn, een film of spelletje.

Na twaalf minuten krijgen ze nog drie minuten om de leukste activiteit mooi in te kleuren of af te maken. Laat de kinderen hun tekening met hun tafelgroepje delen.