Een goed ingerichte hoek, die is afgestemd op de belevingswereld en ontwikkeling van de kinderen in je groep, kan in combinatie met de juiste begeleiding, een rijke leeromgeving vormen, die kinderen tot betrokken activiteit kan brengen en hen kan ondersteunen in hun brede ontwikkeling. Maar hoe creëer je zo'n krachtige rijke hoek, die bijdraagt aan het stimuleren van de ontwikkeling van kleuters?
In deze blog geef ik je tips voor een krachtige bouw-/constructiehoek.

Laat het perfecte plaatje los!
Het klinkt simpel: een bouwhoek inrichten. Toch is het goed om jezelf vooraf een aantal kritische vragen te stellen om ervoor te zorgen dat de hoek goed afgestemd is op de ontwikkeling van de kinderen in jouw klas.
De gedrevenheid van kinderen om grip te krijgen op de werkelijkheid, vraagt om een gevarieerd aanbod van materialen en activiteiten die kinderen écht aanspreken.
Een rijke speel-/leeromgeving is een absolute voorwaarde om kinderen betrokken te maken.
In dit Internet-tijdperk is het natuurlijk vrij eenvoudig om aan ideeën voor de inrichting van je hoeken te komen. Op Pinterest zie je bijvoorbeeld vaak fantastische hoeken staan.
Bij het inrichten van je hoeken zou je jezelf echter niet aan deze perfecte plaatjes moeten willen meten en wel om deze redenen:
Deze hoeken zijn vaak erg leerkracht gestuurd en er is weinig inbreng van de kinderen
De hoeken zijn vaak ingericht met dure prachtige materialen.
Wanneer je dit in de klas zou willen, zou je veel eigen budget moeten gebruiken.
Is dit alles waard voor het perfecte plaatje?
Het klaslokaal is geen etalage. De ruimte waarin kleuters zich begeven moet ontwikkeling bevorderend zijn. Wanneer een ruimte bijdraagt aan het stimuleren en bevorderen van ontwikkeling noemen we dat een verrijkte omgeving. Een mooie perfecte hoek betekent niet dat kinderen meer leren, ervaren en ontdekken. Een verrijkte omgeving inrichten gaat over veel meer dan een gezellige inrichting. Het gaat over het inrichten van een omgeving die ten dienste staat van de door jou uitgestippelde educatieve route. Het moet dienen als didactisch en pedagogisch verlengstuk. Om dat te realiseren moet er dus een wisselwerking zijn tussen de ontwikkelingsvragen van de groep en het complete aanbod. Blijf dus liever de kinderen uit jouw klas voor ogen houden. Wat is de belevingswereld van deze kinderen en welk materiaal is populair. Vraag jezelf ook af wat je met de hoek wilt bereiken.
Wanneer je daar antwoord op hebt, kun je op internet zoeken naar voorbeelden.
Om hoeken zo in te richten dat alle kinderen er graag in willen spelen en veel van leren houdt je bij het inrichten ervan rekening met de volgende voorwaarden:
De hoek moet de nieuwsgierigheid prikkelen. De kinderen moeten zich afvragen wat er allemaal te vinden en te doen is. Ze moeten zin hebben om aan de slag te gaan, te ontdekken en te spelen. Echter moeten we niet vergeten dat kleuters ook leren door herhalen en oefenen. Er moet dus een mooie wisselwerking zijn tussen vaste fundamenten in de groep en wisselende uitdagende variabelen. Daarbij zijn de fundamenten vaste speelplekken die aan minimale veranderingen onderhevig zijn en de variabelen alle materialen die je afwisselend aanbiedt.
De hoek moet gevuld zijn met krachtige materialen, die tot de verbeelding spreken en de fantasie prikkelen.
De grenzen en regels van de hoek moeten duidelijk zijn. De kinderen moeten precies weten wat ze er kunnen doen.
Een goed hoek is afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de kinderen.
Veel bewegen is ook een belangrijk onderdeel van een verrijkte omgeving. Dit zorgt ervoor dat de hersenen verbindingen kunnen leggen en dat de motorische vaardigheden (verder) ontwikkeld worden. Door de lichamelijke en motorische ontwikkeling wordt de bewegingsvrijheid van een kind groter. Zo kan het kind steeds meer van de wereld om zich heen te verkennen. En hierdoor doet het weer nieuwe ervaringen op; door te horen, zien, proeven, ruiken en voelen. Dat stimuleert ook de cognitieve ontwikkeling van het kind.
Of een ruimte de ontwikkeling van een kleuter stimuleert zie je vrijwel meteen terug in het spelgedrag van kleuters en hun betrokkenheid. Haal de feedback dus vooral uit hun spelgedrag. Wanneer zij speelplekken vermijden of materialen onberoerd in de kasten laten staan, weet je vaak al meer dan genoeg.
In veel kleutergroepen is de omgeving in de loop der jaren echter verarmt en mist de inrichting visie en afstemming. Hierdoor kan het zomaar zijn dat kinderen in de ene groep grotere ontwikkelingskansen hebben dan in een andere groep, puur en alleen door de verschillen in aandacht en zorg voor de materialen. Investeer dus in het verrijken van de inrichting binnen én buiten.
Wil je voorkomen dat er grote verschillen zijn in de ontwikkelkansen tussen de kleutergroepen? Werk dan met kwaliteitskaarten, waarmee je gezamenlijke afspraken maakt over de inrichting en het aanbieden van materialen.
Maak priori-tijd!
Heb je geen tijd voor het inrichten van je bouwhoek? Maak dan priori-tijd!
Vraag jezelf af waarvoor je jouw tijd gebruikt, of die dingen echt belangrijk zijn en wat het voor resultaat oplevert. Vraag jezelf ook af of tijd het enige is wat je tegenhoudt bij het inrichten van je bouwhoek. Misschien zit er wel iets achter die "geen tijd".
Focus je vervolgens op datgene wat het meest belangrijk is en durf dit bovenaan je lijstje te zetten. Je kunt nu eenmaal niet alles tegelijk. Maak bij je schoolleiding kenbaar dat je meer tijd wilt voor het inrichten en uitdagend maken van je hoeken, omdat het belangrijk is voor de ontwikkeling van de kinderen.
Keuzestress door een teveel aan ideeën kan ook een tijdobstakel zijn, doordat je te lang blijft hangen in het verzamelen, voordat je tot actie overgaat of omdat je niet weet waar te beginnen. Uiteindelijk doe je misschien zelfs helemaal niets en voel je je er misschien nog slecht over ook. Bedenk jezelf steeds dat doen beter is dan perfectie. Iedere hoek is beter dan een hoek die alleen maar in je hoofd zit. Een bouwhoek moet juist ook niet perfect zijn, maar groeien en steeds beter worden, in samenwerking met de kinderen.
Wanneer de priori-tijd er is, is het overigens nog steeds niet de bedoeling dat je alle hoeken na schooltijd inricht.

Betrek de kinderen erbij!
Het inrichten van hoeken hoeft helemaal niet zoveel tijd te kosten, wanneer je de kinderen meer eigenaarschap bij het inrichten van de hoeken geeft en samen de hoeken onder schooltijd inricht. Wanneer je de touwtjes uit handen durft te geven en de kinderen bij het inrichten van de hoeken betrekt, scheelt dat je niet alleen heel veel tijd , maar op die manier werk je ook nog eens volledig uit de belevingswereld van de kinderen en heb je een grotere betrokkenheid. Bovendien voelt het voor de kinderen als een eigen succes.
Kinderen leren ook veel van het maken en bedenken van hoeken: hoe groot moet de hoek zijn, past deze kast ook aan de andere kant van de klas (meten), hoeveel tafels kunnen we in deze hoek kwijt, welke spullen hebben we nodig, wat hoort allemaal bij dit thema, hoe speel je in deze hoek? Het proces van samen bedenken, plannen en creëren van spelsituaties en het zelf maken van voorwerpen biedt veel kansen om kinderen ervaring op te laten doen met samenspel, mondelinge taal, beeldende activiteiten, geletterdheid en gecijferdheid. Kortom: Je tijd gebruiken om samen met de kinderen hoeken in te richten levert veel meer op. Bovendien kan een opeens compleet veranderde klas als ze op school komen voor sommige kinderen heel verwarrend zijn en veel prikkels geven.
Hoe pak je dat aan?
Zorg allereerst aan het begin van een thema altijd voor een prikkelende startactiviteit, waardoor er meteen betrokkenheid is. Dit kan bijvoorbeeld een voorwerp zijn.
Vervolgens bedenk je samen met de kinderen een activiteit voor in de bouwhoek en welke spullen ze daarvoor nodig hebben. Je kunt hier bijvoorbeeld een woordveld van maken of alles op een groot papier te tekenen. Ga vervolgens samen op zoek.
Laat kinderen ook materialen van thuis meenemen om nog meer betrokkenheid te creëren. Kinderen zijn creatief en komen vaak op hele leuke dingen.
Mocht er te weinig komen dan kun je ook een oproepje doen in het schoolnieuws of op zoek gaan naar koopjes in de kringloopwinkel of op Marktplaats.
Vind je het lastig kinderen meer eigenaarschap te geven? Dan kun je binnen dit eigenaarschap ook nog op verschillende manieren differentiëren.
Bekijk welke aanpak het beste bij jou, je school en de kinderen past:
Je geeft de kinderen geen eigenaarschap en bedenkt zelf een hoek vanuit de doelen en richt deze hoek na schooltijd in.
Je geeft de kinderen een beetje eigenaarschap: Je bedenkt zelf een hoek vanuit de doelen en richt de hoek samen met de kinderen in. Daarbij geef je aanwijzingen welke materialen er gemaakt of geplaatst moeten worden en laat je dit door de kinderen uitvoeren.
Je geeft de kinderen nog iets meer eigenaarschap: Je geeft aan bij de kinderen welke hoek er in de klas komt en de kinderen mogen bedenken welke materialen er nodig zijn. je noteert deze op een lijst en verzamelt deze materialen samen met de kinderen.
Je geeft de kinderen veel eigenaarschap: Je bespreekt met ze dat er binnen het op dat moment spelende thema een hoek ingericht gaat worden. De kinderen bedenken zelf de hoek, welk spel hierin gespeeld gaat worden en verzamelen of maken de materialen waarmee ze zelf de hoek inrichten. Je voegt zelf pas iets toe wanneer dit nodig is om het spel te structureren of om een doel centraler naar voren te brengen en geeft de kinderen ruimte ideeën te ontplooien en uit te voeren.
Ruim op!
Om een leerrijke bouwhoek te creëren begin je met het opruimen van de oude hoek.
Veel kleuterleerkrachten zijn verzamelaars en zien overal kansen liggen voor spel.
De hoeken liggen daardoor vaak vol met materialen. Veel materiaal zorgt echter niet voor beter spel en kan juist afleiden en een terugval naar het manipulerende rommelende spel veroorzaken, omdat jonge kinderen vaak nog moeite hebben met focus houden. Wanneer er veel rommel in je hoeken wordt gemaakt komt dat vaak doordat er te veel spullen liggen.
Het is juist omgekeerd! Less is more! Kinderen kunnen heel goed spelen met weinig materialen, zeker als het materialen met een open eind zijn en dus niet van tevoren al vaststaat wat je ermee kan doen. Vergeet ook niet dat de kinderen eerst ervaringen met de materialen moeten kunnen opdoen en vaardig moeten worden in het gebruik hiervan.
En dat lukt ook minder goed als er teveel ligt. Breng voor optimale spelkansen dus orde en structuur aan, doseer en wissel liever af met de spullen.
De eerste stap bij het inrichten van je bouwhoek is dan ook om eens kritisch na te gaan of alle materialen die er al liggen wel moeten blijven liggen. Zeker wanneer je de bouwhoek elk jaar weer op dezelfde manier inricht en er alleen nieuwe materialen bij legt, zonder iets weg te doen. Dit kan overigens ook heel goed onder schooltijd samen met de kinderen.
Op die manier wordt het geen extra taak en verhoog je zelfs de betrokkenheid.
Vraag je bij het opruimen steeds af
Of het nog bruikbaar is
Of de kinderen er vaak mee spelen?
Of het NU in de hoek moet liggen of bewaard kan worden tot een ander thema?
Of je er niet teveel van hebt?
Vul de hoek daarna ook niet meteen met allerlei nieuw materiaal. Kijk eerst eens wat er gebeurt nu er weinig ligt. Heb je echt niets om weg te gooien, maar is je hoek wel erg vol? Doe dan toch een gedeelte weg. Je kunt deze spullen uiteraard gewoon bewaren, maar niet in je lokaal. Wanneer je er geen geld aan hebt uitgegeven (dit geldt bijv. vaak voor de 'Loose parts') en het zo weer met een oproepje aan ouders in je klas zou kunnen krijgen zou ik de spullen zeker weg doen. Het opslaan van alle spullen neemt anders echt teveel plek in beslag. Je zou ook kunnen rouleren met andere groepen binnen je school.
Tip 1: Plaats de spullen die je weg wilt doen en waar een ander mogelijk nog iets aan zou kunnen hebben eens op (Onderwijs)marktplaats.
Met de opbrengst kun je weer investeren in andere materialen.
Tip 2: Heb je geen ruimte om de materialen buiten de klas te bewaren?
Bewaar ze dan in opbergboxen met een pictogram van een slot, een kruis of een stopteken erop en leg de kinderen uit, dat ze deze materialen niet mogen gebruiken. Zorg er wel voor dat de speelomgeving rustig blijft en beperk een overaanbod aan opgeslagen materialen, die in het zicht staan.



Zoek een geschikte ruimte!
De bouwhoek is vaak een hoek die veel ruimte krijgt in het lokaal en waarin kinderen over het algemeen naar hartenlust kunnen spelen.
Welke plek is nou eigenlijk een goede plek voor jouw bouwhoek?
Hier volgen een aantal tips:
Bij het spel in de bouwhoek is daglicht erg belangrijk. Plaats de bouwhoek dus bij voorkeur bij het buitenraam, zodat de kinderen goed kunnen zien wat ze doen.
Let op de looproutes in je lokaal. Kies een plek in het lokaal uit waar niet teveel kinderen langslopen, zodat het risico dat een bouwwerk steeds omvalt minder wordt. Het is erg frustrerend wanneer bouwwerken sneuvelen, doordat andere kinderen met de winkelwagen juist naar de huishoek oversteken. Let er ook op dat de bouwwerken niet in gevaar komen door looproutes als kinderen materialen moeten pakken.
Kies bij voorkeur geen plek naast stille speelplekken, zoals de leeshoek.
Bouwen vraagt ruimte! Maak de hoek daarom zo groot mogelijk. Vaak zijn bouwhoeken echter veel te klein. Reken op ongeveer 1,5 tot 2 vierkante meter per kind en ga daarbij uit van 3-4 kinderen. Heb je veel kinderen die graag bouwen en niet genoeg ruimte, maak dan eventueel een tweede bouwhoek of een bouwtafel met kleiner bouwmateriaal.

Te weinig ruimte?
Vroeger was het heel gebruikelijk om in een school speciale kleuterlokalen te bouwen, waar over het algemeen meer ruimte was. Tegenwoordig hebben in de meeste gevallen alle lokalen dezelfde vierkante meters en zijn de ruimtes vaak erg beperkt.
Met een gemiddelde groepsgrootte van 30 kleuters is het zoeken naar de optimale inrichting geen gemakkelijke opgave. Lerend spelen vraagt echter om voldoende ruimte. Door kinderen letterlijk veel ruimte te geven, geef je ze figuurlijk ook veel ruimte om zich via spel te ontwikkelen. Vind je dat je in je lokaal te weinig ruimte hebt om een bouw-/constructiehoek te maken? Denk dan eens aan de volgende oplossingen:
Wanneer je een vensterbank langs de wand van je klas hebt, dan zou je er een brede plank boven kunnen laten plaatsen, die kan fungeren als extra werkblad voor het spelen met constructiematerialen. Zo heb je zonder tafels toe voegen toch extra plekken, waar de kinderen aan kunnen zitten en benut je ruimte die je anders niet had kunnen gebruiken.
Creëer een mobiele constructiehoek met een losse mat en een kast op wielen, die makkelijk te verplaatsen is.
Gebruik de gang.
Kies voor vaste kringbankjes met bakken voor constructiematerialen. De banken kunnen meteen als afbakening dienen voor het constructieve spel.
Om extra ruimte te creëren kun je ook met een etage gaan werken. Deze moet wel aan allerlei eisen voldoen, dus laat je hierover goed voorlichten door bijvoorbeeld een schoolleverancier. Op Speelhuis vind je verschillende voorbeelden hiervan. Bedenk wel goed welke hoek je dan boven en beneden wil maken. Het is bijvoorbeeld niet handig als er boven je hoofd gestommeld wordt of blokken vallen, wanneer je rustig een boekje wilt lezen. Hoeken waar kinderen niet al te lang spelen kun je ook beter niet boven plaatsen. Zorg ervoor dat je ook het spel bovenin de vide goed kan blijven observeren. Wanneer het spel daar regelmatig wilder van aard is geef je de vide een andere invulling. Zorg ook voor voldoende (extra) licht in de hoek beneden. Denk verder aan de veiligheid. Zet bijvoorbeeld geen tafels langs de rand, waar de kinderen op kunnen klimmen. Ook moeten de hekwerken zo zijn gebouwd dat ze stevig zijn en dat kinderen er niet snel overheen gaan hangen. De trap moet ook goed toegankelijk zijn.
Wanneer jouw school meerdere kleuterklassen telt, die bovendien aan elkaar grenzen, zou je er ook eens aan kunnen denken om in die gezamenlijke aangrenzende ruimte samen een bouw-/constructiehoek in te richten, waar kinderen van meerdere klassen tegelijk in kunnen spelen. Ook zou je de hoek om de beurt kunnen delen. Een grotere variant hierop is het leerplein; een grote ruimte waaraan meerdere klassen grenzen, die ingericht wordt met meerdere hoeken. Je kunt nog een stapje verder gaan en niet alleen de gang als een gezamenlijke ruimte te zien, maar ook de lokalen. Je kunt er in dat geval voor kiezen om tegelijk te spelen en de kinderen dus tegelijkertijd gebruik te laten maken van beide lokalen. Je kunt het rooster ook zo inrichten dat er steeds een groep in twee lokalen tegelijk kan spelen, bijvoorbeeld omdat de andere groep op dat moment naar buiten of de speelzaal is. Elke school is weer anders wat betreft de mogelijkheden en visie hierin. Wanneer je er als school voor kiest om een speelhoek te delen met de Voorschool of groep 3, dan is er wel differentiatie nodig en moet er voldoende materiaal zijn om de basisinrichting makkelijk te verrijken.
Soms is het lastig om te zien wat er allemaal mogelijk is en kan het helpend zijn om een collega eens mee te laten kijken en om tips te vragen. Frisse ogen zien altijd meer.

Zorg voor een goede basis!

Goed kunnen bouwen en daardoor veel ervaringen op kunnen doen, vraagt om een goed doordachte bouwruimte met krachtige materialen. Zorg voor stevig materiaal.
Om het voor de kinderen en jezelf overzichtelijk te houden en structuur te krijgen in het werken met de bouwhoek is het ook goed om uit te gaan van een goede, vaste basisinrichting, bestaande uit materialen waarmee je aan het begin van een schooljaar start en die het hele jaar zouden kunnen blijven staan.
De inrichting van een bouwhoek verandert in de loop van het schooljaar mee met behoeften en interesses van kinderen.
Er kan echter ook weer naar de basisinrichting teruggekeerd worden als rustpunt om nieuwe overwegingen te maken.
De volgende materialen kunnen standaard aanwezig zijn in de bouwhoek:
Een afbakening: De bouwhoek moet een speelplek zijn waar een kind zich veilig en thuis voelt.
Zorg er daarom voor dat de hoek besloten is, bijvoorbeeld met kasten, een klamboe, MDF-panelen, een vloerkleed en/of lappen. Deze grenzen zorgen er niet alleen voor dat kinderen zich er veilig voelen, maar ook diep betrokken kunnen raken, omdat er niets is dat de aandacht afleidt. Ze duiden de eigenheid van een hoek aan en maken de kinderen los van het "klasgevoel". Maak de afscheidingen bij voorkeur laag of doorschijnend, zodat je zicht hebt op het spel in een hoek. Met verplaatsbare afscheidingen kun je de hoek eventueel vergroten of verkleinen. Gebruik eventueel een pictogram om de functie van de hoek visueel te maken, eventueel aangevuld met een pictogram hoeveel kinderen er mogen spelen.
Er kan eventueel ook een kleine verhoging in de bouwhoek gemaakt worden die allerlei mogelijkheden biedt bij de uitvoering van de activiteiten.
Een ondergrond:
Zorg voor een stabiele antislip laagpolige ondergrond (zoals een mat of plank) om het geluid van vallende blokken te dempen en de vloer niet te beschadigen.
Maak deze in verband met de hygiëne wel regelmatig goed schoon.
Een kast met grote blokken:
Een kast met voldoende goede, grote basisblokken, zoals de Haagse set, is onmisbaar voor de bouwhoek. De richtlijn daarbij is circa 100 blokken per kind.
Deze blokken moeten glad zijn, niet splinteren en moeten netjes op te ruimen zijn.
In een goede blokken set zijn blokken ook op elkaar afgestemd qua kleur, afmetingen en verhoudingen. Bestaan de beschikbare blokken uit een allegaartje van allerlei sets, dan kan dat leiden tot enorme frustraties. Investeren in blokken van goede kwaliteit loont.
Ze zijn gemaakt van duurzaam hout, gaan lang mee en hebben minimaal onderhoud nodig. Wanneer de verschillende blokken door elkaar liggen, duurt het erg lang voordat er gebouwd kan worden. Het is dan ook aan te bevelen om deze geordend op planken, in manden, dozen of kratten klaar te zetten, zodat er niet eerst gesorteerd hoeft te worden.
Tegenwoordig kun je ook stoffen nephouten blokken kopen. Lichtgewicht blokken doen weliswaar minder zeer wanneer ze vallen, maar geven ook een hele andere bouwervaring. Bovendien nodigen ze uit tot gooien, zonder dat het misgaat.
Je kunt jezelf afvragen of dat nu het spel is waartoe je wilt uitdagen…






Kleine blokken:
Zorg ook voor kleine blokken, zoals de Fröbelblokjes. Deze vragen om een fijnere motoriek en zijn daardoor wel meer geschikt voor wat oudere kleuters en kleuters met een goede fijne motoriek. Ze worden vaak aan een bouwtafel gebruikt.
Wereldspelmateriaal:
Zorg voor wereldspelmateriaal, zoals bomen, voertuigen, poppetjes en dieren en bakken om ze op te bergen.
Bouwplanken:
Zorg voor grote en kleinere bouwplanken van hardboard, in verschillende maten, om verdiepingen te maken. Het is ook mogelijk om bouwplanken te laten zagen in de doe-het-zelfzaak. Je kunt dan zelf de grootte, de dikte, de vorm en het soort hout bepalen.
Te grote hardboard bouwplanken buigen echter gauw door wanneer de kinderen er een dak van grote blokken op bouwen. Bouwplanken kunnen bijvoorbeeld dienst doen als overbrugging van een etage.
Opbergbakken:
In een uitdagende bouwhoek kunnen de materialen overzichtelijk opgeborgen worden, zodat de kinderen weten waar ze iets kunnen vinden en het ook weer netjes kunnen opruimen. Investeer in goede stevige opbergbakken, het liefst in dezelfde maat, zodat je ze makkelijk kunt stapelen. Bewaar de materialen liever niet in een gesloten kast of bak.
Kinderen onthouden nog niet goed welk materiaal er is, wanneer ze het niet kunnen zien.
De kans is ook klein dat de kinderen gesloten bakken vanzelf zullen openen.
Plaats de materialen daarom liever in open kasten, halfhoge, doorzichtige bakken of bakken met een etiket of foto erop, zodat kinderen de materialen ook weer zelfstandig kunnen opruimen. Foto's zijn ook handig om te laten zien welke spullen op welke plek bewaard moet worden en hoe een hoek opgeruimd moet worden.
Grote opbergbakken, zoals kisten, opbergbankjes, of grote manden, zijn voor kinderen vaak onoverzichtelijk en ontoegankelijk, omdat geordend opbergen niet mogelijk is.
Kleine 'themamandjes' kunnen wel een welkome aanvulling zijn op het ordenen van aanvullende materialen. Wanneer kinderen willen bouwen over de politie, pakken ze een ander mandje met spullen dan wanneer ze willen bouwen over de dierentuin.
De basisinrichting moet kinderen minimaal 20 minuten actief aan het werk kunnen houden.
Wanneer je een bouw-/constructiehoek gaat inrichten, is het goed om jezelf steeds af te vragen welke doelen erachter zitten.
Wat vind ik belangrijk in deze hoek?
Welk spel wil ik uitlokken?
Heeft mijn hoek ruimte voor gericht en vrij spel?
Heeft mijn hoek een duidelijke leerfunctie?
Wat is mijn bedoeling met het aanbod (materialen en activiteiten)?
Waaruit bestaat mijn begeleiding?
Voor welke kleuters is begeleiding echt nodig?
Sluit mijn hoek aan bij het thema?
Heeft mij hoek voldoende afwisseling?

Je kunt (met kleine bouw-/constructiematerialen) ook aan een tafel werken. Je kunt ook een speciale bouwtafel maken (neem bijvoorbeeld twee lagere kasten met een plank ertussen. In de kasten kun je dan de materialen kwijt).
Vul de basis aan!
Wanneer de vaste veilige basisinrichting er is kun je de hoeken gaan aanvullen met specifieke materialen, die je steeds wisselt, zodat er regelmatig nieuw spel kan ontstaan.
Zorg voor materialen met een helder ontwikkelingsdoel, die aansluiten bij je beredeneerde aanbod. Bouw een hoek ook stap voor stap op, bied dus niet alles in een keer aan.
Zorg ervoor dat er voor alle kinderen herkenbare en aantrekkelijke materialen en voorwerpen aanwezig zijn in de bouw-/constructiehoek: houd daarbij rekening met culturele diversiteit en verschillen in belangstelling en voorkeuren.
Zorg dat er altijd mogelijkheden zijn om verschillende materialen met elkaar te combineren. Dat leidt tot rijker spel. Leg bijvoorbeeld in de blokkenhoek ook eens materiaal neer waarmee de bouwwerken verder versierd kunnen worden, zoals mooie steentjes, of lapjes.
Bij wisselmateriaal kun je ook denken aan:
Rollenspelmateriaal:
Wanneer je een nieuwe dimensie aan de bouwwerken wilt geven, kun je ook denken aan materiaal dat rollenspel in de bouwhoek stimuleert. Voeg bijvoorbeeld eens bouwhelmen of bouwhesjes toe, zodat er als echte bouwvakkers gebouwd kan worden. Of denk eens aan bomen, auto's, poppetjes, Barbies, (knuffel-)dieren en poppenhuismeubeltjes.
Zo geef je het spel in de bouwhoek een nieuwe impuls.
Wil je de focus op het construeren houden, zet het wereldspelmateriaal dan juist niet in de bouwhoek neer. Of leg natuurlijke materialen neer zoals korte stokken, takken of boomschors die in het bouwwerk verwerkt kunnen worden en tot nieuwe bouwtechnieken leiden. Zorg ook voor groot ruitpapier, liniaal en potloden, zodat kinderen plattegronden kunnen maken (vooraf of achteraf) of ontwerpen kunnen tekenen. Juist door verschillende materialen in een hoek te kunnen combineren, wordt de fantasie en het denken geprikkeld. Kinderen kunnen op deze manier meerdere ervaringen in samenhang opdoen.
Geef kinderen ook de gelegenheid om materialen uit andere hoeken te gebruiken als dit past bij hun spel.
Open materialen:
Dat zijn alle materialen waaraan kinderen een eigen betekenis kunnen geven.
Denk bijvoorbeeld aan dozen, lappen, blokjes, ijsstokjes, schelpen, takken, een pot met kralen, melkpakken, (schoenen-)dozen en wc rolletjes. Kinderen gebruiken dit materiaal op een manier die past in hun spel en geven er hun eigen invulling aan.
Constructiemateriaal:
Bouwmateriaal is geen constructiemateriaal! Wanneer je speelt met bouwmaterialen moet je op een hele andere manier nadenken over constructies, dan bij constructiematerialen.
Bij bouwmaterialen is alleen maar verbinding mogelijk door ze in verband te leggen, te metselen of door overbruggingen te maken. Stapelen kan ook, maar dan is er geen verband en is het bouwwerk instabiel. Bouwmaterialen dagen uitbeelden en vormgeven uit.
Bij constructiemateriaal worden de verschillende elementen aan elkaar verbonden door een bepaalde techniek. Constructiemateriaal is geen vervanging voor bouwmateriaal, maar wel een belangrijke aanvulling, waarmee de kinderen andere soort ervaringen op kunnen doen en vertrouwd raken met de beginselen van techniek.
Bied bouw- en constructiematerialen daarom liever niet samen aan in een hoek, maar maak er twee aparte hoeken van.
Het is belangrijk om constructiemateriaal met verschillende verbindingen en een verschillend moeilijkheidsniveau te hebben. Om echt te construeren hebben de kinderen ook een voldoende hoeveelheid van hetzelfde materiaal nodig.
Voorbeelden van verschillende verbindingsmogelijkheden:
Magneetverbindingen (zoals Magformers en Smartmax)
Klik-/klemverbindingen (zoals Laq, Wally M, K'nex, Lego en Duplo)
Pen-/gat verbindingen (zoals Brio, Straws en Connectors)
Verbindingen met schroeven en moeren (zoals Constructor)
Verbindingen met draaien en klikken (zoals Twickto)
Spijkers (bijvoorbeeld Hamertje Tik)
Knutselmaterialen: Voeg allerlei materialen toe waarmee de kinderen zelf dingen voor de bouwhoek mee kunnen maken. Vaak zijn ze dan ook voorzichtiger met het materiaal.
Maak hier foto's van en verzamel deze in een portfolio.
Op die manier kun je de verplichte knutselwerken bij thema's ook laten vervallen.
Schrijf- en rekenmaterialen:
Zorg dat kinderen binnen hun spel ervaringen op kunnen doen met schrijven en lezen, met schema’s of met rekenen. Afhankelijk van hun ontwikkeling doen kinderen dat op hun eigen manier, of al veel meer zoals volwassenen dat doen. In de bouwhoek komen kinderen in aanraking met plattegronden en schematische bouwtekeningen.
Zorg ook voor labels en pictogrammen die aangeven wat waar moet staan.
Ook in de omgang met en mogelijkheden van de materialen in de hoeken hebben kinderen instructie nodig. Laat nieuwe spullen daarom altijd eerst in de kring zien en bespreek wat de kinderen ermee kunnen doen. Laat het manipulatieve spel eerst voordoen en bespreek wat je ermee kan doen. Als je tijdens het spelen een bezoek brengt aan een hoek, refereer je aan deze uitleg. Laat kinderen na het speelwerken hun ervaringen met het nieuwe materiaal vertellen. Dit brengt de andere kinderen ook weer op nieuwe ideeën.
Spel ontwikkelt zich van klein naar groot. Dit betekent dat een kleuter aanvankelijk wellicht wel graag het spel in de hoek wil onderzoeken, maar daarin bijvoorbeeld nog niet alle losse elementen van een hoek weet te verbinden. Niet iedere inrichting van een spelplek is daardoor passend voor ieder spelniveau dat gebruik gaat maken van deze plek.
Je kunt er in je aanbod wel op inspelen. Hoe jonger het geobserveerde spelgedrag van een kind is, hoe minder materialen je aanbiedt, zodat kinderen eerst flink kunnen oefenen met een kleine selectie aan materialen. Bied dus eerst een kleine hoek aan en werk toe naar het spel in de grote hoek. Teveel materiaal kan sowieso verlammend werken en leidt eerder tot rommelen dan tot spelen. Vraag je dagelijks af of materiaal het spel van kinderen uitlokt en ondersteunt. Wanneer je nieuw materiaal toevoegt, kan er dan ook materiaal weg?
Verrijk de hoek juist door te verarmen en het aantal materialen te beperken.
Een volle hoek werkt juist belemmerend. Bekijk de hoek als deze klaar is ook eens vanaf kleuterhoogte.
Een bouw-/constructiehoek is nooit af!
Hoeken mogen geen doel op zich zijn. Met slechts de inrichting van je bouwhoek verbetert niet logischerwijs de kwaliteit van de speel- of leeractiviteiten. Het werk begint pas echt wanneer de hoek is ingericht en de kinderen er gebruik van gaan maken.
Het nadenken over hoe de activiteiten en de inrichting in de hoek verder gestimuleerd kunnen worden en mee kunnen groeien met de ontwikkeling en behoeften van kinderen houdt namelijk nooit op. Het is en blijft een constant testen, kijken wat werkt, aanpassen, observeren, evalueren en verder uitbouwen.
Soms lijken kinderen uitgekeken te zijn op de bouwhoek. Ze kiezen de bouwhoek bijvoorbeeld minder vaak of bouwen steeds hetzelfde type bouwwerk.
Daarom is het belangrijk om als leerkracht dagelijks te communiceren met de kinderen en de tijd nemen om te observeren of de bouwhoek, en met name de materialen, nog uitdagend genoeg zijn.
Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: Spelen kinderen graag in de hoek en welke materialen zijn dan favoriet? Lokken ze voldoende betrokkenheid uit?
Zit er ontwikkeling in het spel? En groeien kinderen in hun spel? Is het aanbod nog toereikend? Welke materialen lijken nu overbodig? Maak een actielijstje van wat je wilt aanpassen en neem een vast moment in de week om dit ook daadwerkelijk te doen.
Als de kinderen niets doen met de materialen, die je hebt neergelegd dan kun je het weghalen en vervangen door iets anders. Wacht hier wel mee totdat de kinderen voldoende kans hebben gehad om het materiaal te gebruiken.
Zorg ook regelmatig voor variatie. Wanneer er steeds iets nieuws te ontdekken is blijft een speelleeromgeving uitdagend en blijf je de nieuwsgierigheid van de kinderen prikkelen.
Door bijvoorbeeld elke maand iets nieuws toe te voegen aan je bouwhoek, geef je het spel steeds een nieuwe impuls. Enkele suggesties:
Voeg lappen in verschillende maten en wasknijpers toe
Voeg wereldspelmateriaal of knuffels toe
Leg buizen en knikkers neer
Voeg natuurlijke materialen, zoals stenen, schelpen en nootjes toe
Zorg voor spiegels
Leg meetinstrumenten neer
Hang afbeeldingen van gebouwen op of leg boeken neer van bekende gebouwen
Voor meer ideeën verwijs ik je naar mijn blog: Aanvullende materialen voor in de bouwhoek
Het is overigens niet nodig om de nieuwe materialen te introduceren. De kinderen ontdekken al handelend zelf wat ze ermee willen of kunnen doen.
Het is echter een valkuil om, wanneer de hoek niet goed loopt, nog meer materialen toe te voegen. Kinderen gaan niet rijker spelen door meer materialen en vervallen juist vaak eerder in rommelend manipulerend spel als er teveel ligt.
Een krap budget?
De inrichting van een kleuterklas is vaak een ondergeschoven kindje.
Als dit bij jou op school ook het geval is, is het helemaal niet gek om je leidinggevende duidelijk te maken dat de materialen in de hoeken van wezenlijk belang zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Zo'n gesprek zal je ook alleen maar helpen beter te begrijpen waarom er misschien even geen budget is. Dat er nu geen budget is wil niet zeggen dat het geld er nooit gaat komen. Zo'n gesprek met je directie kan dingen zichtbaar maken en ruimte geven voor aankopen in de toekomst. Elk schooljaar is er weer een nieuw budget en wellicht kan de aanschaf opgenomen worden in de begroting.
Wanneer je de spullen zelf gaat betalen houd je dit systeem ook alleen maar in stand.
Doe dat dus niet! Op die manier is het voor een directie onmogelijk een beeld te krijgen van wat er nodig is aan budget en maak je het probleem dus ook niet zichtbaar.
Op die manier voorkom je ook dat een school de materialen niet kwijtraakt als jij de school verlaat. Soms is het niet anders, hoe graag je ook zou willen, er is geen of weinig budget.
Gelukkig is het niet helemaal onmogelijk om met weinig budget je hoeken in te richten, maar het zal je wel meer tijd en energie kosten en je zult bewuste keuzes moeten maken, en op zoek moeten naar materialen die anderen over hebben. Denk hierbij aan (groot-)ouders, Marktplaats, de kringloopwinkel en Facebookgroepen.
En mocht je toch meteen iets willen aanschaffen zoek dan naar andere creatieve manieren, zoals een sponsorloop, fancy fair, de verkoop van zelfgemaakte werkjes, koekjes enz.
Met een duidelijk doel willen ouders vaak wel een kleinigheidje bijdragen.
Je zou ook oude spullen binnen de school kunnen opruimen en verkopen of geld aan de Ouderraad kunnen vragen. Soms is daar een potje over en zoekt de OR daar een goede bestemming voor. Het zou natuurlijk niet zo moeten zijn dat je steeds op deze manieren geld bij elkaar moet sprokkelen.
Op andere plekken bouwen
Kijk daarnaast ook eens welke hoek goed naast de bouw-/constructiehoek kan en het samenspel kunnen stimuleren. Een bouwhoek naast een techniekhoek creëert bijvoorbeeld ander samenspel dan een bouwhoek naast de rekenhoek.
Waar kan met andere hoeken een uitwisseling worden bevorderd of juist niet?
Je kunt bijvoorbeeld ook blokken en bouwmaterialen toevoegen aan je zandtafel.

De zandtafel kun je vullen met (schuim-)blokken (en desgewenst met een beetje schuim). De kinderen zullen op het onstabiele oppervlak van het water ontdekken hoe verschillend balanceren werkt op water en voelen hoe de blokken het water absorberen. Vind je het zonde om je houten blokken hiervoor te gebruiken, zaag dan kleine blokken van sloophout.

Het spelen met bouw-/constructiematerialen hoeft niet beperkt te blijven tot het klaslokaal.
Eigenlijk is er overal wel plek om te bouwen en met constructiemateriaal te werken. Wanneer je met de kinderen de spelregels bespreekt, is er veel mogelijk!
De speelplaats is vanwege de hoeveelheid ruimte ook een zeer geschikte plek voor constructief spel. Je kunt daar het bouwen als vast onderdeel inrichten, maar er ook voor kiezen om de materialen uit je bouwhoek binnen mee naar buiten te nemen.
Wanneer je materialen mee naar buiten neemt, kun je er voor kiezen ze allemaal al in 1 bak mee te nemen. Je kunt na afloop alle gebruikte materialen makkelijk schoonmaken met een doekje of in een bakje sop. Of laat het de kinderen zelf doen in je watertafel.
Als je op de speelplaats een vaste bouwhoek wil creëren, zoek dan naar grote, losse materialen die de kinderen kunnen verplaatsen, zoals:
Afzetlint
Autobanden
Bakstenen (niet te groot en te zwaar en in verschillende vormen)
Bamboestokken
Bezemstelen
Blokken
Bochtjes (loodgietersmateriaal)
Boomschijven
Boomstammen
Buigzame buizen voor elektriciteitskabels
Buizen (kunststof)
Dakgoten
Doeken
Gereedschap
Gordijnringen
Houten platen van dun MDF, triplex of multiplex in diverse vormen.
Houtwerkbanken
Kabelhaspels
Keien
Kisten
Klemmen
Klossen
Kokers
Kosteloos materiaal
Kruiwagens
Latten in verschillende maten (geschuurd)
Loose parts
Multiplex plaatmateriaal in verschillende vormen als basis of bouwplaat/bedekking
Natuurmaterialen, zoals houtsnippers, schelpen, dennenappels, nootjes enz.
Paalkoppen
Palen
Pallets
Pionnen
Planken
PVC buizen met koppelstukken
Resthout
Rioolbuizen
Schuimrubber
Stenen
Stoelzittingen (plastic)
Stokken
Takken
Tapijt (stukken)
Tegels (rubberen)
Touwen
Tuinslang
Wereldspelmateriaal
Zeil of Novilon
Het is belangrijk dat er veel verschillend materiaal is. Maak het materiaal wel eerst kindvriendelijk door het af te schuren of de randen af te plakken zodat het niet snijdt.
Kies bij voorkeur een apart bouwplek uit, zodat de bouwers geen last hebben van karren en fietsen, die de bouwwerken tijdens het rondrijden omver kunnen gooien.
Kijk voor inspiratie eens op Pinterest

Een bruisende hoek voor zowel jongens als meisjes
Uit onderzoek blijkt dat er verschillen te zien zijn tussen het spel van jongens en meisjes in de bouw-/constructiehoek. Dit heeft deels te maken met de genetische verschillen tussen jongens en meisjes en deels met de gender stereotypen die in hun omgeving worden gemaakt. Inzicht in deze verschillen is nodig om goed in te kunnen spelen op de ontwikkeling van ieder individu.
Net zoals kinderen tussen nul en zes jaar vooroordelen over huidskleuren ontwikkelen, zo ontwikkelen ook hun genderstereotiepe ideeën zich tijdens de kleuterjaren.
Ze worden zich met andere woorden zowel bewust van hun geslacht (jongen of meisje) als van de gedragingen, het speelgoed, de activiteiten en de interesses die met dit geslacht geassocieerd worden. Onder meer sociale en cognitieve factoren spelen hierbij mee.
De meeste jonge kinderen trekken zich nog niet al te veel aan van welk geslacht ze zijn, maar intussen leren ze wel uit allerlei hints en signalen rondom zich heen wat hoort en verwacht wordt voor jongens en wat voor meisjes. Deze genderstereotype beelden die kleuters zich eigen maken, hebben een grote invloed op de spelontwikkeling.
Zo zoeken meisjes van vier, vijf jaar elkaar steeds meer op en spelen ze vaker in de poppenhoek of huishoek. Ondertussen vindt ditzelfde fenomeen ook plaats bij jongens: ook zij zoeken elkaars nabijheid steeds meer op en krijgen vaker een voorkeur voor de bouw- en constructiehoek. Op zich is er niets mis met die voorkeur, maar er worden in deze hoeken natuurlijk wel verschillende vaardigheden geoefend, waardoor kinderen die minder vaak in een bepaalde hoek spelen ook vaker belangrijke eerste ervaringen en oefenkansen op dit vlak missen. Zo draagt bouwen vooral bij aan het ruimtelijk inzicht en onderzoek wijst weer uit dat een goed ruimtelijk inzicht bijdraagt aan de latere rekenvaardigheden.
Daarnaast is het erg belangrijk dat jongens en meisjes kansen krijgen om samen te spelen.
De voornaamste verschillen tussen jongens en meisjes in constructief spel zijn:

Jonge kinderen hebben al snel een voorkeur voor genderstereotiep spel.
Door al bij kleuters te werken aan flexibiliteit omtrent genderbeelden en ideeën kunnen we ieder kind laten ontdekken waar hij goed is en wat hij leuk vindt en dat alles ongeacht hun geslacht. Maar hoe doe je dat? Onze samenleving heeft wat betreft genderstereotypen misschien een grote evolutie doorgemaakt, maar dit is nog niet altijd terug te zien in de klasinrichting van veel kleuterklassen, waar de huishoek voornamelijk gericht is op spelmogelijkheden rondom zorgen en waarbij de roze attributen vaak nog benadrukken dat dit de meisjeskant van de klas is en de bouwhoek de jongenskant.
Een indeling die nog stamt uit een tijd waarin deze opdeling heel logisch was: moeder de vrouw ging werken en vader zorgde voor het inkomen.
Kijk eens kritisch met een genderbril op naar je klas!
Turf het aantal jongens en meisjes eens dat naar je bouw-/constructiehoek gaat en neem de inrichting van die hoeken onder de loep. Zorg ervoor dat er een aanbod voor elk kind is.
Dat betekent dat er zowel materialen liggen die constructief-, sociaal, fantasie- of ander spel uitlokken. Kom ook eens los van de klassieke hoekennamen, met een jongens- of meisjeslading. Kies liever voor benamingen zoals de rode en de gele hoek, die zorgen niet voor een beperkende sociale druk. En er mag gerust een roze en blauwe hoek bij, zolang die maar een aanbod hebben voor iedereen.

Omdat constructief spel een essentiële ervaring is voor de ontwikkeling van ieder kind is het belangrijk om ook meisjes nog meer hiertoe te bewegen.
Dit kan bijvoorbeeld door:
Meisjes te betrekken bij de inrichting van de bouw-/constructiehoek. Hoe moeten die hoeken er volgens hen uitzien? Wat willen ze er het liefste spelen? Hoe kunnen ze deze hoeken leuker maken?
De bouw-/constructiehoek groter te maken. Lawaai, te weinig ruimte en frustratie veroorzaakt doordat je werk iedere keer wordt omgegooid kunnen sommige kinderen weerhouden om voor de bouw-/constructiehoek te kiezen.
De huishoek en/of meer rollenspel te betrekken in de bouw-/constructiehoek. Leg bijvoorbeeld Barbies, poppetjes, sjaaltjes, dieren, knuffelbeesten en spulletjes van de huishoek of het poppenhuis in je bouw-/constructiehoek.
Meer creativiteit te betrekken in de bouw-/constructiehoek door er aanvullende materialen, zoals stenen, schelpen, stof en takjes in te leggen, ze menstekeningen te laten maken op blokken of rolletjes om in het constructieve spel te gebruiken.
De bouw-/constructiehoek te koppelen aan de schrijfhoek of schrijfmaterialen in deze hoeken neer te leggen.
Meerdere meisjes samen te laten spelen in de bouw-/constructiehoek.
Ze te koppelen aan minder vaardige meebouwende of construerende jongens.
Zelf geïnteresseerd en enthousiast mee te spelen en op die manier het spel te simuleren. Bouw of construeer mee, stel open vragen en ondersteun bij problemen. Als de toren valt, kun je bijvoorbeeld zeggen dat het niet erg is dat hij omvalt, dat het misschien wel leuk is en ga je samen met het kind op zoek naar mogelijke technieken om steviger te bouwen.
Je bouw-/constructiehoek esthetisch op te pimpen.
Materialen georganiseerd op te bergen.
De blokken in de bouwhoek op te pimpen door er bv. foto’s van de kinderen of gebouwen op te plakken.
Foto’s te maken van de werken met de trotse makers en deze te bundelen in een map of op te hangen.
En tot slot: Als je geen meisjes naar de bouw-/constructiehoek kunt trekken, omdat ze de hoek onaantrekkelijk blijven vinden, zorg er dan voor dat er in de hoeken die ze wel kiezen voldoende ruimte is voor constructief spel.
Op zoek naar meer?
Boekentip:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
Bronnen

.
Comments