Engels geven aan jonge kinderen is leuk, nuttig en populair.
Hoewel het niet verplicht is in de onderbouw, zijn er steeds meer scholen die ook in groep 1-2 al Engels aanbieden. En het mooie is dat alles wat je in de kleuterklas doet, ook prima in het Engels kan! In deze blog geef ik je suggesties voor allerlei activiteiten voor je Engels les bij kleuters.

Kringactiviteiten
Woordkaarten
Benodigdheden:
- Kies circa 5-8 woorden, behorende bij je huidige thema. Ondersteun de aangeboden woorden zoveel mogelijk met plaatjes of woordkaarten (zonder woord of met het Nederlandse woord, omdat Engels geen klankzuivere taal is en hierdoor voor verwarring kan zorgen. En met jonge kinderen hoef je nog niet aan het woordbeeld in het Engels te werken). Bespreek de woordkaarten en ondersteun deze zoveel mogelijk met gebaren.
Laat de kinderen de woorden met deze ondersteunende bewegingen herhalen.
Je kunt de woordkaarten ook op andere manieren inzetten:
Hang ze op en laat de kinderen er naar toe rennen, huppelen, hinkelen of springen of een pittenzak gooien naar de juiste kaart.
Deel de kaarten bijv. uit en benoem ze. Zeg daarna: 'stand up if you have a...' Houd het tempo daarbij hoog en laat de kaarten regelmatig doorgeven, zodat ze een andere kaart hebben.
Flitsen is zeer geschikt om woorden in te prenten door herhaling. Voorwaarde is wel dat de woorden al aan bod geweest zijn. Variatie: Verdeel de kinderen in twee- of drietallen. Gebruik drietallen als er hulp nodig is van een ouder kind aan een jonger kind. Geef elk koppel een stapel woordkaarten met afbeeldingen. Een kind flitst de kaart, de ander benoemt het dier in het Engels. Zijn alle kaartjes gedaan, dan wisselen de kinderen van rol.
Verdeel de kinderen in tweetallen en geef elke groep een aantal dubbele woordkaarten. Zorg ervoor dat er een barrière tussen de kinderen staat, zodat ze niet zien wat de ander doet. Het ene kind legt de kaarten in een bepaalde volgorde, het andere kind moet zijn kaarten op dezelfde volgorde neerleggen. Dit krijgen ze voor elkaar door te communiceren.
Zet de kinderen in twee kringen en zorg dat ze elkaar aankijken. Geef alle kinderen een woordkaart. Laat de kinderen aan hun overbuur vertellen welke kaart ze hebben. Bijvoorbeeld: 'I have a circle'. Het andere kind raadt nu wat er op de woordkaart staat. Dan doet de binnenkring één of twee stappen opzij en staan ze tegenover iemand anders om het vervolgens te herhalen.
De kinderen hebben allemaal een kaart in hun hand met een afbeelding erop. Ze lopen door de ruimte en stoppen bij een ander kind. Ze vertellen elkaar welke afbeelding zij hebben. Dan ruilen ze van kaart en zoeken ze een ander kind op. Daarna gaan de kinderen op zoek naar een specifieke afbeelding. Dit kan dezelfde afbeelding zijn of een tegenstelling.
Speel het spel 'musical chairs'. Eerst leg je de woordkaarten onder de stoelen. Terwijl de muziek speelt lopen de kinderen rond de stoelen. Als de muziek stopt gaan de kinderen zitten. Ze benoemen om de beurt wat hun item is. Je haalt geen stoel weg, maar herhaalt de oefening een paar keer.
Een prentenboek
Benodigdheden:
- Een prentenboek
Lees (Engelse) prentenboeken voor. Het liefst boeken die de kinderen al in het Nederlands kennen en boeken met veel herhaling. Je kunt natuurlijk ook gewoon Nederlandstalige prentenboeken gebruiken en deze zelf ter plekke in het Engels vertalen.
Zet ook eens praatplaten of zoekboeken (bij voorkeur in de kleine kring) in. Laat de kinderen er in tweetallen mee werken en elkaar opdrachten geven: "Can you find a ...?' Het andere kind zoekt en stelt vervolgens een nieuwe vraag. Op die manier lok je kinderen uit om te luister en te spreken, waardoor hun woordenschat zich verder ontwikkelt.
Praatplaten
Benodigdheden:
- Praatplaten of zoekboeken
Geef opdrachten: "Can you find a ...?'
Drama
Benodigdheden
- Een boek/verhaal
- Toneelrekwisieten
Sommige sprookjes of boeken zijn zeer geschikt voor theater en drama. Na het lezen van het prentenboek of het kijken van een filmpje, spelen de kinderen het verhaal na.
De leerkracht is de verteller en de leerlingen leren een aantal woorden of zinnen in het Engels en beelden het verhaal uit. Het kan zonder toneelrekwisieten, maar uiteraard is het 't leukst met wat materialen.
Spelletjes
Benodigdheden:
- Dat hangt af van het spelletje wat je kiest
Speel spelletjes, die je normaal ook in de klas doet, maar doe ze nu in het Engels. zoals:
'How many behind me?'
'I see I see...',
'Who is it?'
Enz.
Red Elbow
Benodigdheden:
- Geen
Noem een kleur en een lichaamsdeel. De kinderen zoeken naar een voorwerp met die kleur of naar iemand in de klas die die kleur draagt. Ze raken dit aan met het genoemde lichaamsdeel. "We are going to play ‘Red elbow’. Where is your elbow? Everybody, point to your elbow. Now you have to touch something red with your elbow. When I clap my hands, you freeze and listen for the next instruction". Geef de volgende instructies: "pink thumb, yellow knee, green nose, black foot". Extra instructies: "Be careful when you touch someone, first make eye contact. Don’t bump into each other".
Een woordweb
Benodigdheden:
- Papier
Geef de kinderen aan het begin van een nieuw thema een vel papier. Laat ze met vier tot zes kinderen overleggen en samen bedenken welke woorden ze, binnen het thema, willen leren. Ze tekenen deze woorden op het vel. Daarna vertellen ze aan de klas welke woorden ze bedacht hebben en worden alle woorden beoordeeld. Passen ze in het thema, dan komen ze op het klassikale woordweb en bepaalt dit de richting van het thema.
The telephone
Benodigdheden:
- Geen
Fluister twee kinderen voor in de groep een woord of zin in hun oor. Zij fluisteren het door. De laatste twee kinderen achter in de groep zeggen wat ze hebben gehoord.
"I am going to whisper a word/sentence to these two children. I hold my hands around their ears, so nobody can hear. They will whisper the word/sentence to their neighbour.
So we pass the telephone message around. The last two children will tell what they have heard. Will it be the same message?"
Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een Engelse zin die de kinderen de afgelopen weken al hebben geoefend, aangevuld met een kleur of een getal. Bijvoorbeeld: "She is wearing a red dress. / There are twelve children standing up. / He has a blue bedroom".
Een Engels versje
Benodigdheden:
- Een Engels versje
Een vreemde taal leer je makkelijker met behulp van rijmwoorden. Bied dus veel Engelse versjes aan!
Routines
Benodigdheden:
- Geen
Zet Engels dagelijks in tijdens de dagelijkse routines, zoals je jas aandoen ('put on your coat'), opruimen (çlean up'), handen wassen ('wash your hands') en het eten en drinken pakken Bedenk hiervoor standaardzinnen en maak er een beweging bij. Door de dagelijkse herhaling zullen de woorden snel blijven hangen.
Mystery box/bag
Benodigdheden:
- Een doos
- Voorwerpen, passende bij het thema
Je stopt concrete materialen die te maken hebben met het thema in een doos.
Je kunt een lied gebruiken tijdens het rondgaan van de doos, zoals het lied Mystery box van Super Simple Songs. De leerlingen zingen luidkeels mee en geven de doos door totdat de muziek stopt. De leerling die de doos heeft als de muziek stopt, komt naar je toe en samen presenteer je aan de klas wat erin zit. Benoem de materialen en vraag of de leerlingen weten wat het thema is. Zo activeer je hun voorkennis.
Engelse liedjes
Een vreemde taal leer je makkelijker met behulp van liedjes. Zing dus veel Engelse liedjes!
Vertaal, eventueel met behulp van een collega, ook eens liedjes die je dagelijks zingt naar het Engels. Zorg ervoor dat de woorden één op één hetzelfde zijn.
Het hoeft niet te rijmen. Denk aan liedjes voor tijdens het eten en drinken, de dagen van de week, het naar huis gaan, in de rij staan of een opruimlied.
Introduceer een lied per week en blijf dit de rest van het jaar zingen.
Woorden weglaten
Benodigdheden:
- Geen
Zing een liedje en laat daarbij steeds een woord weg.
Vervang dit woord voor het Engelse woord.
Engelse filmpjes
Op Internet zijn ook veel filmpjes in het Engels te vinden.
Activiteiten tijdens de speel-/werkles
Engels in de huishoek
Benodigdheden:
- Geen
Ga als Engelse gast op bezoek in de huishoek.
Spreek en antwoord in het Engels, ook wanneer de kinderen Nederlands terug spreken. Verstoor het spel niet. Laat de kinderen het spel leiden en spring in met relevante taal.
Gezelschapsspelletjes
Benodigdheden:
- Spelletjes
Zet een vlag op tafel en richt een Engelse spelletjeshoek in. Speel spelletjes, die je normaal ook in de klas doet in het Engels (zoals: 'How many behind me?', 'I see I see...', 'Who is it?'enz.) of gebruik spelletjes, zoals kwartet om in het Engels te spelen. Of speel bijvoorbeeld een memory spel met de aangeleerde woorden of leg een ganzenbordspel neer. Spreek zelf voortdurend Engels. "It’s your turn. Who is next? What number did you throw? "
Tablet
Benodigdheden:
- Een tablet
- Een spelletje in het Engels
Veel software en apps zijn in meerdere talen te spelen. Zet de taal eens op Engels. Suggesties: Tel de Dieren (leer tellen in verschillende talen) en Pili pop (Engelse woordenschat en spraak oefenen)
Activiteiten in de gymzaal
Ren je rot!
Benodigdheden:
- Kleurenkaarten
Hang kleurenkaarten op en geef opdrachten, zoals: 'Run to the blue circle'!
Three knees
Benodigdheden:
- Geen
Noem een aantal en een lichaamsdeel, bijvoorbeeld: "three knees". Drie kinderen gaan met hun knieën tegen elkaar aan staan, maar het kan ook zijn dat één kind met één knie tegen beide knieën van een ander kind gaat staan. "We are going to play ‘Three knees’. Where is your knee? OK, now three knees have to touch. It can be your two knees with one other knee, or it can be the knees of three different children. All children have to be in a group, so you have to help each other". Laat de kinderen zien wat u bedoelt. Extra instructie: "Be careful, first make eye contact, then carefully touch each other. Choose new children, so don’t just go with your friends. Boys can also choose girls".
Follow my instructions
Benodigdheden:
- Geen
Oefen eerst een aantal keren de volgende instructies: "Let’s practise these instructions: clap, snap, slap, jump, turn around, stamp, yell" (snap: knip je vingers, slap: klets je dijen). Geef instructies en laat de kinderen deze opvolgen. Doe eerst nog mee, maar zeg later alleen de woorden. Bijvoorbeeld: "Clap, stamp and turn around"/ "Clap, slap, snap and yell" / "Snap, clap, stamp, yell and turn around". Extra instructies: "Let’s go faster and faster. We don’t talk, just listen". Kijk hoe snel de kinderen de instructies kunnen volgen en uitvoeren.
Sports activities
Benodigdheden:
- Geen
Alle kinderen gaan staan. Noem sportactiviteiten en laat de kinderen ze uitbeelden.
"Stand up. I will give instructions about sports activities. You’ll show the activity until I say stop. Stand up, next to your desk. You don’t have to talk". Doe de opdracht voor als kinderen onzeker zijn, herhaal daarna de opdrachten zonder het voor te doen.
"You are serving a tennis ball. Youare batting a baseball. You are swinging a golf club. You are shooting an arrow. You are dunking a basketball. You are swimming underwater. You are juggling a football. You are skiing downhill. You are shooting a jump shot with basketball. You are spiking a volleyball (jump up and hit it down)".
Animals
Benodigdheden:
- Geen
Noem verschillende dieren. De kinderen beelden de dieren uit. Stand up. You can walk around. Show me an elephant. Stop. Show me a horse. Stop". Mogelijke andere dieren: pig, monkey, snake, tiger, sheep, dog, cat, bird, butterfly. Doe in het begin nog mee. Herhaal de dieren en laat de kinderen ze zelf uitbeelden. Extra instructies: "Don’t touch each other. Work alone"
Throw it in the bin
Benodigdheden:
- Ieder tweetal krijgt een stuk (kranten) papier.
Ze verfrommelen het en leggen het op de grond. Ze gebruiken samen verschillende lichaamsdelen om het papier op te pakken. "Each pair will get a piece of paper. Ball it up and put it on the floor. When I say elbow and elbow, you both use an elbow to pick up the paper. You cannot use your hands". Gebruik de volgende instructies: foot and foot; knee and knee; knee and elbow; toe and finger; foot and back of a hand; forehead and elbow.
Om het spel af te sluiten vraagt u verschillende tweetallen met de prop papier naar de papierbak te lopen. "Now I am going to ask pairs wearing red to pick up the paper with your elbows and place the paper in the paper bin, then you can sit down. Pairs wearing black, pick up the paper with your knee and hand and place the paper in the paper bin. Now pairs wearing pink, blue, green..." enzovoort
Activiteiten op de speelplaats
Ren je rot!
Benodigdheden:
- Stoepkrijt
Teken vakken met stoepkrijt op het speelplein en geef opdrachten, zoals: 'Run to the blue circle'! Stel het stoepkrijt daarna ook beschikbaar voor vrij spel.
Op zoek naar meer?
Boekentips:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
Bronnen

.
Comments